Realisatie | Raming | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
20121 | 20132 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |||
Baten | |||||||||
Opbrengst moederdepartement | 13.209 | 13.338 | 13.330 | 13.270 | 8.860 | 9.120 | 8.650 | ||
Opbrengst overige departementen | 838 | 503 | 40 | 20 | 10 | 10 | – | ||
Opbrengst derden | – | – | – | – | – | – | – | ||
Rentebaten | 18 | – | – | – | – | – | – | ||
Vrijval voorzieningen | – | – | – | – | – | – | – | ||
Bijzondere baten | – | – | – | – | – | – | |||
Baten out of pocket (OOP) | 8.585 | 7.833 | 1.760 | 630 | 320 | 270 | 200 | ||
Onttrekking aan reorganisatievoorziening | – | 289 | 300 | – | – | – | – | ||
Totaal baten | 22.650 | 21.963 | 15.430 | 13.920 | 9.190 | 9.400 | 8.850 | ||
Lasten | |||||||||
Apparaatskosten | |||||||||
Personele kosten | 11.375 | 12.070 | 10.820 | 10.360 | 6.930 | 7.130 | 6.760 | ||
waarvan eigen personeel | 8.701 | 10.727 | 10.020 | 10.060 | 6.680 | 6.880 | 6.560 | ||
waarvan externe inhuur | 2.674 | 1.343 | 800 | 300 | 250 | 250 | 200 | ||
Materiële kosten | 10.366 | 10.181 | 4.100 | 3.155 | 1.960 | 1.970 | 1.790 | ||
waarvan apparaat ICT | 1.142 | 1.382 | 800 | 700 | 500 | 500 | 450 | ||
waarvan bijdrage aan SSO's | 417 | 500 | 400 | 350 | 250 | 250 | 250 | ||
Rentelasten | – | ||||||||
Afschrijvingskosten | |||||||||
Materieel | 16 | 15 | 10 | 5 | – | – | – | ||
waarvan apparaat ICT | 16 | 15 | 10 | 5 | – | – | – | ||
Immaterieel | 869 | 700 | 500 | 400 | 300 | 300 | 300 | ||
Overige lasten | |||||||||
Dotaties voorzieningen | 766 | – | – | – | – | – | – | ||
Bijzondere lasten | – | ||||||||
Totaal Lasten | 23.392 | 22.966 | 15.430 | 13.920 | 9.190 | 9.400 | 8.850 | ||
Saldo van baten en lasten | – 742 | – 1.003 | – | – | – | – | – |
Algemeen
Het Agentschap SZW voert (subsidie)regelingen uit op het terrein van het sociaaleconomische beleid, in het bijzonder op het gebied van Werk en Inkomen.
De kernactiviteiten van het Agentschap SZW worden gevormd door de uitvoering van Europese subsidieregelingen. De huidige programmaperiode (2007–2013) van het Europees Sociaal Fonds loopt tot en met 2015, met afrondende werkzaamheden in de jaren daarna. Momenteel wordt de uitvoering van ESF programmaperiode 2014–2020 voorbereid. De looptijd van de nieuwe programmaperiode is tot en met 2022 en afronding in de jaren daarna.
Het Europees Globalisatiefonds is een andere Europese subsidieregeling die wordt uitgevoerd. Het Europees Globalisatiefonds kent dezelfde programmaperioden en ongeveer dezelfde looptijd als ESF.
Voor dezelfde opdrachtgever zal dit jaar ook de uitvoering van de nieuwe regeling sectorgewijze opleidingen/sectorplannen starten. De verwachte looptijd van de uitvoering is van 1 oktober 2013 tot en met 2017.
De inschatting van de uitvoeringskosten van de nieuwe subsidieregelingen ESF 2014–2020 en sectorplannen is ten tijde van het opstellen van deze begroting nog globaal. In de komende maanden zal meer duidelijkheid ontstaan. In de eerste suppletoire begroting 2014 zal de begroting aan het voortschrijdend inzicht worden aangepast.
Voor de uitvoering van enkele andere regelingen worden momenteel onderhandelingen gevoerd met de mogelijke opdrachtgevers. Omdat hierover nog geen definitieve besluitvorming is, is in de begroting 2014–2018 voor deze regelingen geen omzet opgenomen. Het betreft de volgende subsidieregelingen:
-
• Europese Migratiefondsen 2007–2013;
-
• Europese Migratiefondsen 2014–2020;
-
• Kinderopvang: Versterking taal- en interactievaardigheden;
-
• Europees fonds voor de meestbehoeftigden.
Toelichting bij de begroting van baten en lasten
Baten
Opbrengst moederdepartement
De begrote opbrengst van het moederdepartement betreft grotendeels de uitvoering van de Europese subsidies te weten ESF doelstelling 2 2007–2013, ESF 2014–2020 en Europees Globalisatiefonds (2007–2013 en 2014–2020). Daarnaast zijn de opbrengsten van de sectorgewijze opleidingen/sectorplannen in de voorliggende meerjarenraming opgenomen.
Opbrengst overige departementen
Dit betreft de uitvoering van de Regeling Tegemoetkoming Adoptiekosten voor het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
Baten out of pocket
De baten out of pocket betreffen specifieke wensen van de opdrachtgevers waarvan de werkelijke kosten afzonderlijk in rekening worden gebracht bij de opdrachtgevers. De kosten betreffen hoofdzakelijk uitbestede controlewerkzaamheden en communicatie- en ICT-kosten.
Onttrekking reorganisatievoorziening
Ten laste van het resultaat 2012 is een reorganisatievoorziening getroffen in het kader van de reorganisatie die in 2013 is doorgevoerd. De onttrekking van de reorganisatievoorziening in 2013 en 2014 betreft de kosten die naar verwachting worden gemaakt voor het begeleiden van herplaatsingkandidaten naar ander werk.
Lasten
Personele kosten
De personele kosten vormen de belangrijkste kostenpost voor het Agentschap SZW. Het verloop van de regelingen en hiermee het aantal activiteiten bepaalt in hoge mate de ontwikkeling in de personele kosten.
Het huidige personeelbestand bestaat uit een kern van vast en tijdelijk ambtelijk personeel; daarnaast vindt noodzakelijke inhuur van externen plaats (via mantelcontracten SZW).
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan uit personeelsgebonden kosten (reis-, verblijf- en opleidingskosten), huisvestingskosten, automatiseringskosten, kantoorkosten, kosten van voorlichting en communicatie en van advies en onderzoek. De out of pocketkosten maken onderdeel uit van deze post.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten betreffen de materiële en immateriële activa.
Dotaties voorzieningen
Betreft in 2012 de vorming van de eerdergenoemde reorganisatievoorziening.
Saldo van baten en lasten
Het verwachte negatieve resultaat over 2013 is het gevolg van het besluit van de eigenaar van het Agentschap SZW om een verlies van € 1,0 miljoen in te calculeren, ten behoeve van een tariefsverlaging. Het saldo van baten en lasten wordt in het daarop volgend jaar verwerkt in overeenstemming met het besluit van de eigenaar. Door het negatieve saldo van de baten en lasten in 2012 en 2013 daalt het eigen vermogen van het Agentschap SZW onder het maximaal toegestane niveau (5%-norm: 5% van het 3-jarig gemiddelde van de totale baten).
Realisatie | Raming | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
20121 | 20132 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | ||
1 | Rekening courant RHB 1 januari | 9.227 | 5.060 | 3.483 | 2.943 | 2.848 | 2.748 | 2.748 |
(incl. depositorekeningen) | ||||||||
2 | Totaal operationele kasstroom | – 2.742 | – 577 | 210 | 405 | 300 | 300 | 300 |
– /– Totaal investeringen | – 1.425 | – 1.000 | – 750 | – 500 | – 400 | – 300 | – 300 | |
+/+ Totaal boekwaarde desinvesteringen | – | – | – | – | – | – | – | |
3 | Totaal investeringskasstroom | – 1.425 | – 1.000 | – 750 | – 500 | – 400 | – 300 | – 300 |
4a | – /– Eenmalige uitkering aan moederdepartement | – | – | – | – | – | – | – |
4b | +/+ Eenmalige storting door moederdepartement | – | – | – | – | – | – | – |
4c | – /– Aflossingen op leningen | – | – | – | – | – | – | – |
4d | +/+ Beroep op leenfaciliteit | – | – | – | – | – | – | – |
4 | Totaal financieringskasstroom | – | – | – | – | – | – | – |
5 | Rekening courant RHB 31 december | 5.060 | 3.483 | 2.943 | 2.848 | 2.748 | 2.748 | 2.748 |
(incl. depositorekeningen) |
Toelichting bij het kasstroomoverzicht
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in het werkkapitaal.
Investeringskasstroom
De investeringskasstroom wordt bepaald door de geschatte investeringen in materiële en immateriële activa. Kleinschalige investeringen worden uit eigen vermogen gefinancierd.
Financieringskasstroom
De totale financieringskasstroom is het saldo van eenmalige uitkeringen aan het moederdepartement, eenmalige stortingen door het moederdepartement, aflossingen op leningen en beroep op leenfaciliteit.
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Tarieven/uur: | |||||||
Voorcalculatorisch integraal uurtarief (gemiddeld) (1) | € 87,69 | € 89,58 | € 91,40 | € 93,20 | € 95,10 | € 97,00 | € 98,90 |
Index ten opzichte van 2012 (2012= 100) | 100,0 | 102,2 | 104,2 | 106,3 | 108,5 | 110,6 | 112,8 |
Omzet per produktgroep (pxq) (x 1.000): | |||||||
Totale omzet (excl.OOP) | € 14.047 | € 13.841 | € 13.370 | € 13.290 | € 8.870 | € 9.130 | € 8.650 |
Omzet Europese: nationale regelingen | 94:6 | 96:4 | 86:14 | 84:16 | 87:13 | 94:6 | 100:0 |
Omzet productenregelingen: urenregelingen (2) | 87:13 | 80:20 | 67:33 | 64:36 | 70:30 | 83:17 | 93:7 |
fte-totaal: | |||||||
fte-totaal (excl. externe inhuur) | 128 | 134 | 131 | 128 | 84 | 84 | 78 |
Omzet per fte: | |||||||
Omzet per fte inclusief externe inhuur | € 94.413 | € 98.092 | € 100.100 | € 102.039 | € 104.091 | € 106.231 | € 108.255 |
Saldo van baten en lasten: | |||||||
Saldo van baten en lasten (x € 1.000) (3) | – € 742 | – € 1.003 | – | – | – | – | – |
Saldo van baten en lasten als % van de totale baten | – 3% | 5% | – | – | – | – | – |
Productiviteit: | |||||||
Declarabiliteit (= gedeclareerde uren (direct) / beschikbare uren) in % | 72% | 73% | 73% | 73% | 73% | 73% | 73% |
Ziekteverzuimpercentage: | |||||||
Ziekteverzuimpercentage (totaal incl.langdurig) in % | 1,9% | 2,5% | 2,5% | 2,5% | 2,5% | 2,5% | 2,5% |
Uitvoeringskosten per opdracht: | |||||||
ESF-2 2007–2013 in % | |||||||
Uitvoeringskosten / gemiddelde projectsubsidie (4) | 9,0% | 9,0% | nvt | nvt | nvt | nvt | nvt |
Toelichting financiële indicatoren
-
(1) De voorcalculatorische uurtarieven zijn integrale kostprijzen (alle kosten / facturabele uren). Alleen regeling-specifieke kosten worden niet in de tariefsberekening meegenomen; deze worden als out of pocketkosten (OOP) rechtstreeks in rekening gebracht bij de opdrachtgevers. De uurtarieven vormen de basis voor de facturering aan de opdrachtgevers.
In de begroting stijgt het uurtarief jaarlijks met de verwachte gemiddelde stijging van de consumentenprijsindex (CPI) = 2%.
-
(2) Het streven is om elke opdracht als productregeling uit te voeren.
Productregeling: afrekening op basis van aantal gerealiseerde producten tegen de voorcalculatorische productprijs.
Uitzonderingen zijn opdrachten waarbij geen sprake is van concrete «producten» en nieuwe regelingen waarbij nog onvoldoende ervaringsgegevens beschikbaar zijn om de productprijs te berekenen. Dit zijn urenregelingen.
Urenregeling: afrekening op basis van het aantal gewerkte uren tegen de integrale kostprijs per uur.
-
(3) Het Agentschap SZW heeft geen winststreven.
-
(4) De hoogte van de uitvoeringskosten per project wordt met name bepaald door de subsidievereisten die de opdrachtgever stelt. Bovendien speelt de gemiddelde projectsubsidie een rol. De benodigde behandeltijd stijgt niet evenredig met de projectomvang. Vanaf 2014 worden geen nieuwe tijdvakken meer opengesteld. Derhalve kan vanaf 2014 niet meer de berekening worden gemaakt van de uitvoeringskosten tijdens de hele cyclus van een project.
Voor de nieuw uit te voeren regelingen kan nog geen inschatting van de uitvoeringskosten per opdracht worden gemaakt.
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Klanttevredenheid: | |||||||
Totaalwaardering onderzoek (1) | 6,81 | 7,10 | 7,20 | 7,20 | 7,20 | 7,20 | 7,20 |
Telefonische bereikbaarheid (2): | |||||||
% oproepen dat leidt tot contact | – | 99% | 99% | 99% | 99% | 99% | 99% |
% van contact binnen 15 seconden | – | 70% | 75% | 75% | 75% | 75% | 75% |
Uitkomsten bezwaar- en beroepsprocedures (3): | |||||||
% bezwaarprocedures geheel gegrond | 54% | 5% | 5% | 5% | 5% | 5% | 5% |
% bezwaarprocedures deels gegrond | 2% | 15% | 15% | 15% | 15% | 15% | 15% |
% beroepsprocedures geheel of deels gegrond | 20% | 20% | 20% | 20% | 20% | 20% | 20% |
Aanvragen / einddeclaraties via internet: | |||||||
% Europese regelingen | 100% | 99% | 99% | 99% | 99% | 99% | 99% |
% Nationale regelingen (4) | 76% | 80% | 99% | 99% | 99% | 99% | nvt |
Doorlooptijd beschikkingen: | |||||||
% tijdige beschikkingen | 92% | 99% | 99% | 99% | 99% | 99% | 99% |
Aantal dwangsommen betaald | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bedrag dwangsommen betaald (€) | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 |
Doorlooptijd betalingen: | |||||||
% tijdige betalingen | 99% | 99% | 99% | 99% | 99% | 99% | 99% |
Aantal malen wettelijke rente betaald | 19 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bedrag wettelijke rente betaald (€) | 3 928 | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 |
Toelichting doelmatigheidsindicatoren
-
(1) Streven is om in 2014 uit te komen op een gemiddelde score die hoger is dan de benchmark (7,12).
-
(2) Agentschap SZW sluit aan bij SZW-breed bereikbaarheidsonderzoek. De planning van dit onderzoek is niet bekend.
-
(3) De bezwaar- en beroepsprocedures worden door directie WBJA (Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden) van het Ministerie van SZW uitgevoerd. De resultaten van de procedures worden ontleend aan de rapportages van WBJA. Voor (hoger) beroepsprocedures is geen onderscheid te maken tussen geheel of gedeeltelijk gegrondverklaringen. Het management van het Agentschap SZW hecht meer waarde aan de uitkomsten van de beroepsprocedures. Bij de bezwaarprocedures kunnen door de aanvragers namelijk nieuwe feiten en/of omstandigheden worden aangedragen. De gegrondverklaringen in bezwaar geven dus niet in alle gevallen een oordeel over de kwaliteit van het subsidieverleningsproces.
-
(4) Vanaf 2018 is geen rekening gehouden met de uitvoering van een nationale subsidieregeling.