Base description which applies to whole site

02. Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

De Immigratie- en Naturalisatiedienst is dé toelatingsorganisatie van Nederland die als uitvoeringsorganisatie het immigratie- en asielbeleid effectief en efficiënt uitvoert in samenwerking met de partners in de keten. Dit houdt in dat de IND de aanvragen beoordeelt van vreemdelingen die in Nederland willen verblijven of Nederlander willen worden.

Tabel 02.1 Meerjarige begroting van baten en lasten (x € 1.000)
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Baten

             

Omzet moederdepartement

315.432

299.782

278.503

267.887

253.681

248.108

248.108

Omzet overige departementen

0

0

0

0

0

0

0

Omzet derden

55.120

56.599

53.860

53.860

53.860

53.860

53.860

Rentebaten

21

0

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

40

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

370.613

356.381

332.363

321.747

307.541

301.968

301.968

               

Lasten

             

Apparaatskosten

307.434

292.029

265.870

256.744

243.773

239.899

242.003

Personele kosten

235.041

220.873

196.560

188.640

179.741

175.867

175.867

– waarvan eigen personeel

193.098

187.873

171.560

167.640

161.741

159.867

159.867

– waarvan externe inhuur

36.946

33.000

25.000

21.000

18.000

16.000

16.000

Materiële kosten

72.393

71.156

69.310

68.104

64.032

64.032

66.136

– waarvan apparaat ICT

1.346

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

– waarvan bijdrage aan SSO's

29.942

31.000

31.000

29.900

28.700

24.400

24.400

Programmakosten

44.675

44.500

44.500

43.500

43.500

43.500

43.500

Afschrijvingskosten

16.012

19.292

20.933

20.454

19.234

17.572

15.548

– Materieel

6.108

8.292

10.933

10.454

9.234

7.572

5.548

– waarvan apparaat ICT

300

300

300

300

300

300

300

– Immaterieel

9.904

11.000

10.000

10.000

10.000

10.000

10.000

Overige kosten

1.003

560

1.060

1.049

1.034

997

917

– Dotaties voorzieningen

143

0

0

0

0

0

0

– Rentelasten

860

560

1.060

1.049

1.034

997

917

– Bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

369.124

356.381

332.363

321.747

307.541

301.968

301.968

Saldo van baten en lasten

1.489

0

0

0

0

0

0

Baten

Toelichting op de meerjarige begroting van baten en lasten

De totale omzet is gebaseerd op de vastgestelde kostprijzen (P) en de instroomaantallen (Q). In de tabel 2.4 doelmatigheidsindicatoren wordt de omzet nader gesplitst. De bekostiging vindt plaats door de bijdrage van het moederdepartement en opbrengsten derden.

Omzet moederdepartement

Er is sprake van een daling van de kostprijzen als gevolg van de generieke en de additionele taakstellingen. De taakstelling Rutte/Asscher begint in 2016 met € 10,0 mln. oplopend naar € 28,7 mln. in 2018. Vanuit ketenverband is een aantal projecten gestart om deze taakstelling in te vullen.

Omzet derden

De opbrengsten derden bestaan uit leges die vreemdelingen betalen voor het behandelen van aanvragen voor verblijfsvergunning regulier of verzoeken tot naturalisatie en voor een kleiner gedeelte uit opbrengsten uit onderverhuur en bijdragen uit Europese subsidies.

In 2014 is bekostiging gebaseerd op asielinstroom van 20.000. Vanaf 2015 is de bekostiging gebaseerd op 15.000 asiel instroom.

Lasten

Personele kosten

De benodigde capaciteit voor het primaire proces is opgebouwd uit ambtelijke medewerkers en externe inhuur. De inzet van uitzendkrachten in het primaire proces is een doelmatig instrument om flexibel te kunnen inspelen op wisselingen in de instroom. Daarnaast zijn in de begroting de ingehuurde ICT deskundigen opgenomen onder externe inhuur.

Tabel 02.2 Benodigde capaciteit ambtelijk fte

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Aantal ambtelijk fte

3.008

2.922

2.668

2.607

2.515

2.486

2.486

Middenloonsom (x € 1.000)

64

64

64

64

64

64

64

Materiële kosten

De materiële kosten houden verband met de bedrijfsvoering van de IND en betreffen onder andere huisvesting en in- en uitbesteding. De kosten apparaat ICT hebben specifiek betrekking op de kantoorautomatisering van de stafafdelingen. De automatiseringskosten van het primaire systeem INDIGO maken hier geen onderdeel vanuit. De meerjarige begroting voor bijdrage SSO is in lijn met de realisatie 2013 en de prognose 2014. Daarnaast vindt in de jaren 2013–2017 een project archiefbewerking door DocDirect plaats. Het grootste gedeelte van de bijdrage SSO is voor huisvesting- en ICT kosten.

De programmakosten hebben een directe relatie met de uitvoering van te leveren prestaties (tolken, proceskosten, verzorging, laboratoriumonderzoek en documenten). Ook de kosten van automatisering voor het primair proces vallen onder programmakosten.

De rentelasten hangen samen met het beroep op de leenfaciliteit. Over de aangegane leningen voor de financiering van de investeringen in de (im)materiële vaste activa wordt rente betaald.

Tabel 02.3 Kasstroomoverzicht (x € 1.000)
   

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

1.

Rekening-courant RHB 1 januari (incl. deposito)

42.276

22.338

19.608

20.329

22.173

25.399

31.656

2.

Totale operationele kasstroom

749

19.292

20.933

20.454

19.234

17.572

15.548

3a.

Totaal investeringen (-/-)

– 12.871

– 24.998

– 10.200

– 10.200

– 10.200

– 10.200

– 10.200

3b.

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

73

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringkasstroom

– 12.798

– 24.998

– 10.200

– 10.200

– 10.200

– 10.200

– 10.200

4a.

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

0

0

0

0

4b.

Eenmalige storting door het moederdepartement(+)

0

0

0

0

0

0

0

4c.

Aflossingen op leningen (-/-)

– 21.414

– 22.022

– 20.212

– 18.610

– 16.008

– 11.315

– 11.586

4d.

Beroep op leenfaciliteit (+)

13.525

24.998

10.200

10.200

10.200

10.200

10.200

4.

Totaal financieringskasstroom

– 7.889

2.976

– 10.012

– 8.410

– 5.808

– 1.115

– 1.386

5

Rekening-courant RHB 31 december (=1+2+3+4)

22.338

19.608

20.329

22.173

25.399

31.656

35.618

Toelichting op het kasstroomoverzicht

De investeringen hebben betrekking op gebouwen, verbouwingen, inventarissen en installaties, hard- en software en doorontwikkeling op het informatiesysteem INDIGO.

Doelmatigheid

Tabel 02.4 Doelmatigheidsindicatoren
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Omschrijving generiek deel

             

IND totaal:

             

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

3.008

2.922

2.668

2.607

2.515

2.486

2.486

Saldo van baten en lasten (% van de baten)

0,2%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

               

Asiel

             

Doorlooptijd (wettelijke termijn) in %

85%

89%

89%

90%

90%

90%

90%

Standhouden van beslissingen in %

86%

85%

85%

85%

85%

85%

85%

Aantal gegronde klachten in %

0,6%

< 2,0%

< 2,0%

< 2,0%

< 2,0%

< 2,0%

< 2,0%

Gemiddelde kostprijs (x € 1)

3.806

3.863

3.603

3.488

3.334

3.273

3.273

Omzet (x € 1 mln.)

166

166

155

150

143

141

141

               

Regulier

             

Doorlooptijd (wettelijke termijn) in %

87%

           

Standhouden van beslissingen in %

84%

80%

80%

80%

80%

80%

80%

Aantal gegronde klachten in %

0,9%

< 2,0%

< 2,0%

< 2,0%

< 2,0%

< 2,0%

< 2,0%

Gemiddelde kostprijs (x € 1)

712

770

718

695

665

653

653

Omzet (x € 1 mln.)

172

169

158

153

146

143

143

               

Naturalisatie

             

Doorlooptijd (wettelijke termijn) in %

70%

           

Aantal gegronde klachten in %

0,1%

< 0,5%

< 0,5%

< 0,5%

< 0,5%

< 0,5%

< 0,5%

Gemiddelde kostprijs (x € 1)

770

661

616

596

570

560

560

Omzet (x € 1 mln.)

23

21

19

19

18

18

18

Toelichting

Kostprijs per productgroep

De integrale kostprijzen zijn gebaseerd op de in 2014 vastgestelde kostprijzen. De komende jaren dalen de kosten als gevolg van de taakstellingen en hiermee ook de kostprijzen.

Omzet per productgroep

Vanaf 2011 wordt de IND afgerekend op basis van output. De omzet per productgroep wordt gebaseerd op de integrale kostprijs en de verwachte instroom aantallen per productgroep. Voor asiel wordt daarbij uitgegaan van een productie van 20.000 voor 2014 en meerjarig van 15.000. De instroom van reguliere aanvragen bedraagt 200.000 (exclusief bezwaarzaken). Bij naturalisatie wordt uitgegaan van een structurele instroom van 26.500 verzoeken. Daarnaast is voor 2014, 2015 en 2016 rekening gehouden met de effecten van de wijzigingen op de Rijkswet Nederlanderschap. Als gevolg van verschuiving van de termijn voor aanvraag van 5 naar 7 jaar verblijf is een stijging eind 2014 voorzien, gevolgd door een daling van de instroom in 2015 en 2016.

Gemiddelde fte (exclusief inhuur externen)

Voor de komende jaren is sprake van een daling van de ambtelijke capaciteit. De besparingen uit het programma IND bij de Tijd zijn structureel verwerkt vanaf 2012. De verdere daling houdt verband met de effecten van de generieke en additionele taakstellingen uit het Regeerakkoord.

Doorlooptijd

Er wordt gestreefd om de tijdigheidspercentage bij Asiel jaar op jaar te verbeteren. Voor Regulier heeft de IND in 2013 ervoor gekozen om oude voorraden weg te werken. Hierdoor was het tijdigheidspercentage in 2013 lager. Het gevolg van het projectmatig wegwerken van oude bezwaarzaken is dat de gemiddelde doorlooptijd negatief wordt beïnvloed.

Medio 2014 zijn de oude zaken grotendeels weggewerkt, is de gemiddelde behandelduur weer korter en is het aantal zaken dat beslist wordt binnen de wettelijke termijn weer gestegen. Bij Naturalisatie wordt door betere sturing op het proces de doorlooptijd verbeterd.

Standhouden beslissing

Deze indicator geeft aan in hoeveel procent van de gevallen de beslissingen van de IND standhouden voor de rechter. Dit is een (gedeeltelijke) indicatie van de kwaliteit van beslissingen die de IND neemt in vreemdelingenzaken (asiel en regulier). In de tijd tussen een beslissing en een beroep kunnen zich echter ook nieuwe feiten voordoen die van invloed zijn op de beslissing.

Licence