Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreffen de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, netwerkgebonden kosten en de investeringsruimte.
De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de Begroting hoofdstuk XII over 2015 en vinden hun oorsprong in de SVIR en de Nota Mobiliteit (NoMo) (Kamerstukken II, 2004–2005, 29 644, nr. 6).
Het artikel Hoofdvaarwegennet op het Infrastructuurfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens op de Begroting hoofdstuk XII.
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 468.336 | 1.110.986 | 1.131.208 | 708.225 | 690.955 | 613.705 | 601.208 |
Uitgaven | 894.465 | 921.995 | 854.411 | 836.807 | 854.059 | 721.783 | 700.091 |
Waarvan juridisch verplicht: | 98% | ||||||
15.01 Verkeersmanagement | 13.986 | 7.545 | 8.412 | 8.412 | 8.412 | 8.412 | 8.412 |
15.02 Beheer, onderhoud en vervanging | 363.939 | 411.846 | 411.347 | 356.103 | 328.006 | 274.708 | 283.144 |
15.02.01 Beheer en onderhoud | 202.742 | 210.385 | 288.426 | 281.187 | 274.755 | 271.510 | 265.773 |
15.02.04 Vervanging | 161.197 | 201.461 | 122.921 | 74.916 | 53.251 | 3.198 | 17.371 |
15.03 Aanleg | 269.264 | 248.292 | 141.226 | 188.940 | 234.166 | 166.912 | 133.617 |
15.03.01 Realisatie | 264.018 | 221.344 | 122.646 | 127.976 | 99.885 | 110.525 | 98.539 |
15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen | 5.246 | 26.948 | 18.580 | 60.964 | 134.281 | 56.387 | 35.078 |
15.04 Geintegreerde contractvormen/PPS | 0 | 4.233 | 6.184 | 3.619 | 7.844 | 2.262 | 2.229 |
15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN | 247.276 | 250.079 | 301.578 | 289.741 | 283.916 | 280.932 | 280.488 |
15.06.01 Apparaatskosten RWS | 233.811 | 224.067 | 271.463 | 262.648 | 256.865 | 253.847 | 253.402 |
15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten | 13.465 | 26.013 | 30.115 | 27.093 | 27.051 | 27.085 | 27.086 |
15.07 Investeringsruimte | 0 | 0 | – 14.336 | – 10.008 | – 8.285 | – 11.443 | – 7.799 |
Van totale uitgaven | |||||||
– Bijdrage aan agentschap RWS | 558.613 | 556.206 | 623.156 | 593.608 | 565.183 | 554.277 | 553.266 |
– Restant | 335.852 | 365.789 | 231.255 | 243.199 | 288.876 | 167.506 | 146.825 |
15.09 Ontvangsten | 48.344 | 194.451 | 32.620 | 16.890 | 0 | 0 | 0 |
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van verkenning en planuitwerking, worden de budgetten in 2016 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2016. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2028.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
15 | Hoofdvaarwegennet | Uitgaven | 854.411 | 836.807 | 854.059 | 721.783 | 700.091 | 703.292 |
15.01 | Verkeersmanagement | 8.412 | 8.412 | 8.412 | 8.412 | 8.412 | 8.412 | |
15.02 | Beheer, onderhoud en vervanging | 411.347 | 356.103 | 328.006 | 274.708 | 283.144 | 194.361 | |
15.03 | Aanleg | 141.226 | 188.940 | 234.166 | 166.912 | 133.617 | 231.713 | |
15.04 | Geïntegreerde contractvormen/PPS | 6.184 | 3.619 | 7.844 | 2.262 | 2.229 | 2.196 | |
15.06 | Netwerkgebonden kosten HVWN | 301.578 | 289.741 | 283.916 | 280.932 | 280.488 | 282.165 | |
15.07 | Investeringsruimte | – 14.336 | – 10.008 | – 8.285 | – 11.443 | – 7.799 | – 15.555 | |
15.09 | Ontvangsten | Ontvangsten | 32.620 | 16.890 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
15 | Hoofdvaarwegennet | Uitgaven | 657.608 | 662.922 | 768.527 | 917.511 | 986.650 | 1.025.532 | 697.020 |
15.01 | Verkeersmanagement | 8.412 | 8.412 | 8.412 | 8.412 | 8.412 | 8.412 | 8.412 | |
15.02 | Beheer, onderhoud en vervanging | 241.630 | 267.748 | 286.750 | 257.231 | 257.216 | 248.643 | 230.911 | |
15.03 | Aanleg | 136.194 | 112.775 | 141.364 | 332.332 | 424.170 | 452.719 | 98.065 | |
15.04 | Geïntegreerde contractvormen/PPS | 2.164 | 2.132 | 2.107 | 2.077 | 2.047 | 2.018 | 1.989 | |
15.06 | Netwerkgebonden kosten HVWN | 277.024 | 279.654 | 282.053 | 283.981 | 284.468 | 284.530 | 283.119 | |
15.07 | Investeringsruimte | – 7.816 | – 7.799 | 47.841 | 33.478 | 10.337 | 29.210 | 74.524 | |
15.09 | Ontvangsten | Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
15.01 Verkeersmanagement
Motivering
De activiteiten binnen verkeersmanagement worden uitgevoerd om een vlot, betrouwbaar en veilig scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren.
15.01.01 Verkeersmanagement
Producten
Bij verkeersmanagement gaat het voornamelijk om de volgende activiteiten:
-
– Verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;
-
– Monitoring en informatieverstrekking;
-
– Vergunningverlening en handhaving;
-
– Crisisbeheersing en preventie.
In het goederenvervoer over water is een groei voorzien, die deels met verkeersmanagement wordt gefaciliteerd. Daarnaast moet de betrouwbaarheid en reistijd op orde worden gebracht. Beleidsdoelstellingen op het gebied van verkeersmanagement zijn;
-
– Het zoveel mogelijk beperken van de gemiddelde structurele wachttijd bij sluizen in de hoofdvaarwegen;
-
– Het afstemmen van de bediening van bruggen en sluizen op de vraag vanuit de markt.
De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. De verdeling naar onder meer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in bijlage 4 Instandhouding van deze begroting.
Na overleg met de verschillende regio’s is vanaf 2014 de versobering voor de bediening van sluizen en beweegbare bruggen doorgevoerd. De belangrijkste verbindingen op het internationaal kernnet goederenvervoer en de hoofdvaarwegen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), waarover de grootste volumes worden vervoerd, zijn hierbij ontzien. Het Rijk is tevens in 2014 samen met de verschillende regio’s gestart met de uitwerking van een vergezicht voor een «robuust bediend» vaarwegennet in Nederland. De versobering wordt in 2015 gemonitord en waar nodig en mogelijk bijgestuurd. De afspraken uit het vergezicht zijn in 2015 opgestart. Ook is vanaf 2014 een begin gemaakt met de versobering op de verkeersbegeleiding.
Waar mogelijk en zinvol wordt samen met de andere overheden naar centrale bediening op vaarroutes overgeschakeld. Vanzelfsprekend wordt getracht om de bediening zodanig in te richten, dat wachttijden en stremmingen zo veel mogelijk worden beperkt. Een goede informatievoorziening hierover aan gebruikers is daarbij van groot belang, waarbij rekening gehouden wordt met de sterk toegenomen beschikbaarheid van AIS (Automatic Identification System). Met het toezicht op het water dat door RWS (onder andere samen met de Politie) wordt uitgevoerd, wordt beoogd de veiligheid voor de gebruikers te borgen. Dit toezicht heeft ook een preventieve werking. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Binnenvaartwet is meer nadruk komen te liggen op bestuursrechtelijke handhaving door IenM (in plaats van strafrechtelijke handhaving door de Politie). In geval van calamiteiten, zoals schade en verontreinigingen, wordt hierover bericht en adequaat opgetreden. Hiervoor is een calamiteitenorganisatie operationeel.
Meetbare gegevens
Areaalomschrijving | Eenheid | 2014 | 2015 | 2016 |
---|---|---|---|---|
Begeleide vaarweg | km | 594 | 594 | 594 |
Bediende objecten | aantal | 251 | 249 | 248 |
Toelichting:
Alleen de vaarwegen die vanuit vaste verkeersposten worden begeleid, zijn in het hierboven opgenomen areaal meegeteld. De vaarwegen in beheer bij RWS die met patrouillevaartuigen worden bestreken zijn niet meegerekend. Het aantal bediende objecten zal eind 2016 iets zijn afgenomen. In 2015 zullen een beweegbare brug en een schutsluis worden overgedragen bij de Gekanaliseerde Dieze en in 2016 zal de schutssluis bij het Wilhelminakanaal Tilburg worden overgedragen. De overdrachten die gepland stonden voor 2015 bij de Keersluis Limmel zijn uitgesteld tot na 2016.
De indicator passeertijden sluizen is opgenomen in beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens in de Begroting hoofdstuk XII.
15.02 Beheer, onderhoud en vervanging
Motivering
Beheer en onderhoud wordt uitgevoerd om het hoofdvaarwegennet in een staat te houden, die noodzakelijk is voor het faciliteren van vlot, betrouwbaar, veilig en duurzaam vervoer van goederen.
Producten
Het regulier beheer en onderhoud van rijksvaarwegen omvat maatregelen aan bodems, oevers, kunstwerken zoals sluizen en bruggen, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor verkeersmanagement, zoals verkeerscentrales.
Vervanging en renovatie betreffen het tijdig programmeren en nemen van maatregelen aan kunstwerken en vaarwegen waarbij regulier beheer en onderhoud niet meer voldoende zijn. Voornamelijk in de eerste helft en vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw zijn er kunstwerken gerealiseerd die, mede door het intensieve gebruik, nu of in de komende decennia het moment van einde levensduur naderen. Op basis van onderzoek wordt concreet gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is.
Voor zover de activiteiten centraal vanuit RWS worden ingezet, worden de kosten centraal gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. De verdeling naar ondermeer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage instandhouding bij deze begroting.
In bijlage 4 Instandhouding is een nadere toelichting opgenomen met betrekking tot Beheer en Onderhoud en Vervanging.
15.02.01 Beheer en Onderhoud
Een voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het vaarwegennet is de bedrijfszekerheid van de infrastructuur van de vaarwegen. Deze kan alleen worden gegarandeerd, als de infrastructuur preventief wordt beheerd en onderhouden. Daarnaast vindt correctief onderhoud plaats, waarbij de beheerder geconfronteerd kan worden met onverwacht functieverlies, waardoor aan de gebruiker ongewild minder service kan worden geboden (stremmingen, beperkingen). Zowel het preventief als het correctief onderhoud valt onder Beheer en Onderhoud.
De activiteiten zijn erop gericht, om de scheepvaart (beroeps- en recreatievaart) zo goed mogelijk te faciliteren. Het betreft maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven. Daarnaast betreft het maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te laten functioneren. Om verkeersoverlast tot een minimum te beperken, worden de werkzaamheden goed afgestemd; zowel onderling als met de werkzaamheden die voortkomen uit het aanlegprogramma en/of het hoofdwatersysteem.
Kustwacht
De Kustwacht Nederland is een organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De directeur Kustwacht maakt jaarlijks een Activiteitenplan en Begroting (APB) en legt dit voor aan de Raad voor de Kustwacht. De ministerraad stelt het APB vervolgens vast.
De directeur Kustwacht heeft onvoorwaardelijke zeggenschap over vier schepen, die (vrijwel) full time kustwachttaken uitvoeren. Daarnaast heeft de directeur trekkingsrechten voor een aantal dagen per jaar op schepen van de Rijksrederij en helikopters. Tevens stelt het Ministerie van Defensie twee vliegtuigen ter beschikking.
De Minister van IenM is als coördinerend Minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor het proces van totstandkoming van geïntegreerd beleid en het APB voor de Noordzee. De overzichtsconstructie Kustwacht is als bijlage 3 aan deze begroting toegevoegd.
Overdracht Brokx-Nat
De nog over te dragen vaarwegen in het kader van Brokx-nat zijn in beeld gebracht in een eindbalans, op basis waarvan de Tweede Kamer in 2002 is geïnformeerd (Kamerstukken II, 2002–2003, 28 600 XII, nr. 17). Nog slechts enkele kleinschalige verplichtingen resteren, die op dit artikel worden geboekt.
Meetbare gegevens
In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten voor kunstwerken oevers, bodems en verkeersvoorzieningen. Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde.
Eenheid | Omvang 2016 | Budget x € 1.000 2016 | |
---|---|---|---|
Vaarwegen | km | 6.972 | 289.239 |
Toelichting:
Het areaal bestaat enerzijds uit de hoofdtransportassen (HTA), hoofdvaarwegen (HVW) en overige vaarwegen (OVW), die voor de binnenvaart in beheer zijn bij RWS en die in totaal 3.459 kilometer meten en anderzijds het aantal kilometer zeevaartweg van in totaal 3.513 kilometer. Hierin is meegenomen dat dit areaal is gewijzigd door het in gebruik nemen in 2013 van het nieuwe verkeersscheidingsstelsel op de Noordzee. De werkelijke lengte in 2014 is 6.975 km. In 2014 zijn een aantal projecten versneld opengesteld in plaats van 2015, zoals Verruiming van de bocht bij Steijl en het Maximakanaal.
Deze lengte zal tot eind 2016 wijzigen als gevolg van de overdracht van de Gekanaliseerde Dieze.
Indicator | 2013 | 2014 | streefwaarde 2015 | streefwaarde 2016 | uren gestremd |
---|---|---|---|---|---|
Technische Beschikbaarheid (gehele areaal) | 100% | 99,3% | 99,0% | 99,0% | n.v.t. |
Geplande stremmingen (gehele areaal) | 0,23% | 0,2% | 0,8% | 0,8% | 3.365 |
Ongeplande stremmingen (gehele areaal) | 0,15% | 0,5% | 0,2% | 0,2% | 711 |
Toelichting:
De technische beschikbaarheid geeft aan in welke mate het vaarwegennet beschikbaar is voor veilig gebruik. De geplande en ongeplande stremmingen geven een beeld van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de sluizen en bruggen op deze vaarwegen. De percentages zijn berekend door de stremmingen af te zetten tegen de totale bedientijd van deze objecten. De streefwaarden voor 2016 zijn gelijk aan 2015.
15.02.04 Vervanging
De veiligheid en de beschikbaarheid van het hoofdvaarwegennet moeten in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en voornamelijk ook vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw valt te verwachten dat deze problematiek geleidelijk toeneemt. De projecten zijn opgenomen in het MIRT Overzicht5.
Vervangingen en renovaties van kunstwerken worden ondergebracht binnen het programma Vervanging en Renovatie. De scope van het programma omvat alle kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid van het hoofdwegennet. De projecten in het programma Vervanging en Renovatie verlengen de levensduur van de kunstwerken, zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden.
Het resterende deel van het Plan van Aanpak Beheer en Onderhoud (Impuls) en het programma NoMo achterstallig onderhoud vaarwegen (NoMo AOV) is in het programma Vervanging en Renovatie opgenomen en onderdeel van onderstaande tabel met een overzicht van objecten die worden aangepakt.
Vaarweg | Objecten/maatregel | gereed |
---|---|---|
Rotterdam-België/ Zeeland | Modernisering Object Bediening Zeeland (MOBZ): renovatie o.a. Volkeraksluizen en baggeren (impuls) | 2019 |
Utrecht | NoMo AOV: Renovatie stalen boogbruggen Amsterdam-Rijnkanaal (KARGO) | 2016 |
Zeeland | NoMo AOV: Onderhoud damwanden en vaarwegen Zeeland | 2017 |
Amsterdam-Rijnkanaal | NoMo AOV: Oevers Amsterdam-Rijnkanaal (damwanden en meerplaatsen) | 2016 |
Diverse | NoMo AOV: Achterstallig basisonderhoud diverse regio’s | 2016 |
Brabantse kanalen | NoMo AOV: Onderhoud oevers en bodems Brabantse kanalen | 2016 |
Zuid-Holland | NoMo AOV: Onderhoud Oevers en bodems vaarwegen Zuid Holland | 2016 |
Limburg en IJsselmeergebied | NoMo AOV: Renovatie kunstwerken Limburg en IJsselmeergebied | 2015 |
Maasroute | NoMo AOV: Onderhoud Oevers en bodems Maasroute | 2016 |
Noord-Holland | NoMo AOV: Aanpassing bodembescherming, sluizen en bruggen en overige kunstwerken i.v.m. hogere belasting Noord-Holland | 2016 |
Oost-Nederland | NoMo AOV: Onderhoud vaargeulen NederRijn, IJssel, Twentekanalen/Meppelerdiep en Zwarte Water | 2018/ 2020 |
IJsselmeergebied | Nijkerkerbrug | 2017 |
IJsselmeergebied | RINK-maatregelen IJsselmeergebied | 2018 |
Noord-Brabant | Wilhelminakanaal/Dr. Deelenbrug | 2015 |
Utrecht | RINK-maatregelen Utrecht | 2016 |
Limburg | RINK-maatregelen Limburg | 2018 (1) |
Noordzee | Berging Baltic Ace | 2015 |
Zeeland | RINK-maatregelen Zeeland | 2016 |
Toelichting:
-
(1) Onderdeel van de RINK-maatregelen Limburg (Risico Inventarisatie Natte Kunstwerken) is uitgebreid levensduur verlengend onderhoud aan een aantal stuwen in de Maas. Leerpunten bij de eerst aanbestede stuw Belfeld zorgen voor optimalisaties bij aanbesteding van de stuwen bij Linne en Roermond. Een van deze lessen is het beter benutten van beperkte kennis en kunde door de stuwen gefaseerd aan te pakken. Hierdoor schuiven enkele maatregelen door tot 2018.
15.03 Aanleg
Motivering
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de aanleg- en planuitwerking activiteiten bij het hoofdvaarwegen netwerk.
15.03.01 Realisatie
Producten
In 2016 wil IenM de volgende mijlpalen realiseren:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Openstelling | – De Zaan (Wilhelminasluis) |
– Wilhelminakanaal Tilburg | |
– Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Rijn-Scheldeverbinding | |
– Projecten in het kader van Quick-Wins regeling Binnenhavens | |
Start realisatie | – Lekkanaal: 3e kolk Beatrixsluis |
– Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek | |
– Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee |
De belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
-
– De projecten Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis, Quick Wins Volkeraksluizen, Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee en Maasroute, modernisering fase 2, verbreding Julianakanaal zijn van planuitwerking overgegaan naar de realisatiefase.
-
– Het project Lekkkanaal/3e kolk Beatrixsluis is samengevoegd met het project Lekkanaal, verbreding kanaalzijde en uitbreiding ligplaatsen. Daarnaast is het project Maasroute, modernisering fase 2 samengevoegd met het project Maasroute, modernisering fase 2, verbreding Julianakanaal.
-
– Quick Wins Binnenhavens: Voor dit programma heeft een vrijval plaatsgevonden vanwege het feit dat projecten zijn ingetrokken of afgewezen. Daarnaast komen bij eindafrekeningen aanbestedingsmeevallers naar voren.
-
– De Zaan/Wilhelminasluis: Dit betreft een bijdrage aan een regionaal project, waar een vertraging heeft plaatsgevonden.
-
– Maasroute fase 2: Verlaging van het budget betreft de overheveling van de aanlegbudgetten voor de Sluis Limmel naar Geïntegreerde contractvormen (15.04). Daarnaast wordt de aanbestedingsmeevaller op de Sluis Limmel aan de investeringsruimte toegevoegd.
-
– Vaarweg Meppel – Ramspol: Bij de start van de uitvoeringswerkzaamheden van dit project is asbest aangetroffen. Door de asbestvondst zijn er aanvullende werkzaamheden noodzakelijk, waardoor de kosten van dit project toenemen.
Totaal | Budget in € mln | Openstelling | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | later | huidig | vorig |
Projecten Nationaal | ||||||||||||
63 | 80 | 55 | 5 | 2 | 1 | 2009–2016 | 2009–2015 | |||||
99 | 99 | 65 | 29 | 6 | 2015 | 2014 | ||||||
Subsidieprogramma Zeehaveninnovatieproject voor Duurzaamheid (ZIP) | 5 | 5 | 4 | 2 | 2015 | 2015 | ||||||
24 | 24 | 17 | 4 | 3 | divers | divers | ||||||
20 | 20 | 9 | 10 | 1 | ||||||||
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland | ||||||||||||
14 | 14 | 9 | 2 | 0 | 3 | 2015 | 2015 | |||||
13 | 13 | 10 | 0 | 3 | 2016–2017 | 2015 | ||||||
Lekkanaal: 3e kolk Beatrixsluis en verbreding kanaalzijde/uitbreiding ligplaatsen | 234 | 233 | 14 | 7 | 15 | 39 | 45 | 60 | 56 | 2020 | 2020 | |
Projecten Brabant | ||||||||||||
81 | 81 | 35 | 23 | 5 | 1 | 12 | 6 | 2016 | 2016 | |||
Zuid-Willemsvaart: aanleg Maximakanaal en opwaarderen tot Veghel | 454 | 454 | 384 | 21 | 3 | 21 | 25 | 2015 | 2015 | |||
Projecten Zuidwestelijke Delta | ||||||||||||
2 | 2 | 2 | 2016 | 2015 | ||||||||
3 | 3 | 2016–2017 | ||||||||||
Projecten Limburg | ||||||||||||
10 | 10 | 10 | 2015 | 2015 | ||||||||
636 | 700 | 470 | 42 | 34 | 27 | 13 | 16 | 27 | 7 | 2018 | 2018 | |
Projecten Oost Nederland | ||||||||||||
64 | 53 | 25 | 9 | 10 | 10 | 3 | 7 | 2017 | 2017 | |||
Projecten Noord-Nederland | ||||||||||||
284 | 283 | 218 | 34 | 15 | 16 | 0 | 0 | 2017 | 2017 | |||
30 | 42 | 6 | 3 | 21 | 2017 | 2017 | ||||||
Overige projecten | ||||||||||||
6 | 6 | 4 | 2 | divers | divers | |||||||
Kleine projecten / Afronding projecten | 3 | 172 | 2 | 1 | 0 | 1 | 0 | |||||
Afrondingen | – 1 | |||||||||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 2.045 | 1.335 | 200 | 98 | 119 | 90 | 111 | 89 | 7 | |||
Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerking | 41 | 25 | 9 | 0 | ||||||||
Programma Realisatie (IF 15.03.01) | 241 | 123 | 128 | 90 | 111 | 89 | 7 | |||||
Budget Realisatie (IF 15.03.01) | 221 | 123 | 128 | 100 | 111 | 99 | 7 | |||||
Overprogrammering (–) | – 20 | 10 | 10 |
15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
-
– De projecten Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis en Maasroute, modernisering fase 2, verbreding Julianakanaal zijn van planuitwerking overgegaan naar de realisatiefase.
-
– Voor project Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee is het tracébesluit in augustus 2015 onherroepelijk geworden en is het project overgegaan naar de realisatiefase.
-
– Het project Quick Wins Volkeraksluizen is naar realisatie gegaan vanuit het project Capaciteit Volkeraksluizen.
-
– Eind 2014 is het bestemmingsplan voor sluis Eefde goedgekeurd door de gemeente. De projectbeslissing wordt voorbereid en wordt nu in 2015 verwacht.
-
– Bijdrage aan agentschap t.b.v. planuitwerkingen: zie toelichting bij artikelonderdeel 15.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdvaarwegennet.
Bedrag x € 1 mln. | Budget | Planning | ||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | PB of TB | Openstelling |
Verplicht | ||||
Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten | – 75 | – 39 | nvt | |
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland | ||||
660 | 658 | 2015 | 2019 | |
Projecten Zuidwestelijke Delta | ||||
294 | 296 | 2016 | 2021 | |
165 | 157 | nvt | nnb | |
Projecten Noord-Nederland | ||||
102 | 102 | 2015 | 2023 | |
Gebonden | ||||
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland | ||||
6 | 6 | 2025–2027 | ||
65 | 65 | 2016 | 2018 | |
36 | 36 | 2023 | ||
Projecten Zuidvleugel | ||||
12 | 12 | 2015 | 2017 | |
20 | 20 | 2016 | na 2017 | |
10 | 10 | 2010 | 2025–2027 | |
Projecten Zuidwestelijke Delta | ||||
152 | 157 | 2024–2026 | ||
Projecten Oost-Nederland | ||||
36 | 36 | 2026–2028 | ||
28 | 28 | 2018 | 2019–2020 | |
131 | 131 | 2016 | 2019–2021 | |
27 | 27 | 2015 | 2018–2020 | |
75 | 75 | 2015 | 2019–2020 | |
Projecten Nationaal | ||||
Bijdrage aan agentschap tbv externe kosten planuitwerkingen | 19 | 56 | ||
Bestemd | 499 | 509 | ||
Projecten in voorbereiding | ||||
Projecten Nationaal | ||||
Reservering consequenties areaaluitbreiding op beheer en onderhoud | ||||
Projecten Zuidwestelijke Delta | ||||
Kreekraksluizen | 2026–2028 | |||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||
Reservering BTW Zeetoegang IJmond | 2025–2028 (Rijksd.) | |||
Projecten Oost-Nederland | ||||
Verkenning IJssel fase 2 | 2028 | |||
Reservering garantstelling Twentekanalen | 2018–2020 | |||
Overige projecten in voorbereiding | ||||
Gesignaleerde risico's | ||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 2.262 | |||
Begroting 15.03.02 | 2.262 |
Legenda:
TB = Tracébesluit
PB = Projectbesluit
Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2015–2028 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028.
15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
Bij infrastructuurprojecten waar sprake is van PPS hanteert RWS de contractvorm DBFM (Design, Build, Finance en Maintain), waarbij de overheid pas na oplevering betaalt voor een dienst (beschikbaarheid) in plaats van mijlpalen voor een product tijdens de bouwfase. DBFM garandeert een efficiënte en effectieve beschikbaarheid van de noodzakelijke capaciteit om, rekening houdend met de aspecten van veiligheid en leefomgeving, een betrouwbaar netwerk te realiseren. De brief Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water (Kamerstukken II, 2010–2011, 32 500 A, nr. 83, bijlage 3) bevat een lijst van in totaal 10 potentiële DBFM-projecten op het Hoofdvaarwegennet. Al deze projecten worden getoetst aan kwalitatieve criteria en op mogelijke financiële meerwaarde. In de Voortgangsrapportage DBFM(O) wordt periodiek gerapporteerd over de DBFM-dealflow op de langere termijn. Onderstaand een overzicht van de projecten waar beschikbaarheidsvergoedingen worden betaald binnen het tijdsbestek van de meerjarencijfers (meest recente voortgangsrapportage DBFM(O): Kamerstukken II, 2014–2015, 28 753, nr. 35).
Producten
Op dit moment zijn er nog geen DBFM projecten op het hoofdvaarwegennet gerealiseerd. In 2013 is het DBFM Sluizenprogramma in werking gesteld waar de volgende projecten in ondergebracht zijn: sluis Limmel, 3e Kolk Beatrixsluis, Sluis bij Eefde en Zeetoegang IJmond. Daarna is besloten om voor het project Kanaalzone Gent Terneuzen een DB-aanbesteding voor te bereiden zodat maximaal kan worden geprofiteerd van TEN-T-subsidies vanuit de EU vanwege een eerdere start van de bouw.
Het contract voor de Sluis Limmel is het eerste project uit het DBFM Sluizenprogramma en is in 2014 afgesloten. In het 3e kwartaal van 2015 is het project gestart. De verwachting is dat de aanleg van de nieuwe sluis Limmel in 2018 wordt opengesteld. Het contract kent een onderhoudsperiode van 30 jaar waardoor ook na deze begrotingsperiode, de beschikbaarheidsvergoedingen zijn vastgelegd.
De aanbesteding van de Zeetoegang IJmond is in april 2014 gestart. Verwacht wordt dat het contract eind 2015 zal worden getekend. De aanbesteding van de 3e Kolk Beatrixsluis is gestart in de tweede helft van 2014 en zal vermoedelijk begin 2016 worden afgerond. Bij beide projecten zal er sprake zijn van partiële beschikbaarheidsvergoedingen tijdens de bouwfase. Overheveling van de begrotingsbedragen vanuit de budgetten voor aanleg en onderhoud naar dit begrotingsartikel zal plaatsvinden na financial close van de contracten.
Totaal | Budget in € mln | Openstelling | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | later | huidig | vorig |
Projecten Nationaal | ||||||||||||
80 | 4 | 4 | 6 | 4 | 8 | 2 | 2 | 50 | 2018 | |||
Totaal | 80 | 4 | 4 | 6 | 4 | 8 | 2 | 2 | 50 |
15.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdvaarwegennet
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan verkeersmanagement, beheer, onderhoud, vervanging, aanleg en DBFM, en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT systemen,het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.
Uit analyse van Rijkswaterstaat is gebleken dat een beperkte bijstelling nodig is in de verdeling van taken die nu door de markt worden uitgevoerd en taken die door RWS met eigen personeel worden uitgevoerd. De complexiteit van aanleg- en onderhoudsprojecten neemt steeds verder toe. Dit komt onder meer door een meer integrale gebiedsontwikkeling, toename van de ICT-toepassingen in de infrastructuur en een groeiende renovatieopgave. De vraag naar specifieke kennis en ervaring op deze terreinen neemt de komende jaren verder toe. Zonder ingrijpen leidt dit tot een groeiende behoefte aan relatief dure inhuurcontracten en een te grote afhankelijkheid van de markt. Om haar rol als deskundig opdrachtgever richting de bouwbedrijven te kunnen blijven spelen, en bovenstaande ontwikkelingen het hoofd te bieden, wil RWS meer deskundig eigen personeel in dienst nemen. Het gaat dan om extra capaciteit ten behoeve van techniek, inkoop, projectbeheersing en inspecties ten behoeve van instandhoudingsadviezen van RWS objecten. Hiervoor wordt er budget overgeheveld van de artikelonderdelen Beheer, Onderhoud en Vervanging (15.02) en Aanleg (15.03) naar het artikelonderdeel Netwerkgebonden Kosten Hoofdwegennet (15.06). Vanuit Aanleg worden de kosten voor het eigen personeel (voor)gefinancierd uit het planstudiekostenbudget. Uit de verwachte meevallers bij de projecten door lagere benodigde inhuur zal het planstudiekostenbudget de komende jaren weer worden aangevuld, zodat voldoende studiebudget beschikbaar blijft.
Rijksrederij
De Rijksbrede Civiele Rijksrederij is een organisatie die nautische diensten levert aan andere overheden zoals EZ, Financiën (Douane), IenM en de Kustwacht. De Rijksrederij valt onder de verantwoordelijkheid van RWS. De kerntaken van de Rijksrederij zijn:
-
• Het ter beschikking stellen van vaartuigen voor een bepaalde tijdsduur (al dan niet met nautische bemanning) met een door de opdrachtgever gespecificeerd dienstverleningsniveau;
-
• Het leveren van kennisintensief advies aan overheidsinstellingen bij beheer, ontwerp en aanbesteding van vaartuigen;
-
• Het leveren van kennisintensief advies op het gebied van eisen aan bemanningen, veiligheidsmanagement en scheepsuitrustingen.
15.07 Investeringsruimte
Motivering
Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord.
De in de begroting 2015 opgenomen stand van de beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 bedroeg € 128 miljoen. Door de hieronder vermelde belangrijkste (budgettaire) aanpassingen bedraagt deze ruimte in de ontwerpbegroting 2016 nu € 112 miljoen.
-
– Vrijval bij de planuitwerkingen Verruiming Eemshaven-Noordzee (+ € 12 miljoen) en Capaciteit Volkeraksluizen (+ € 2 miljoen) en bij de realisatieprojecten Quick Wins Binnenhavens (+ € 15 miljoen) en Maasroute Modernisering fase 2 (+ 14 miljoen).
-
– Extra uitgaven voor de inzet van Search and Rescue (SAR) helicopters (– € 27 miljoen).
-
– Saldo prijsbijstelling 2015 (– € 15 miljoen).
-
– Verwerking van het saldo van mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma (– € 11 miljoen).
-
– Bijdrage aan de Topsector Logistiek (– € 4 miljoen).
-
– Bijdrage aan de rijksbrede taakstelling Generieke Digitale Infrastructuur (€ -3 miljoen).
-
– Bijdrage aan Eenvoudig Beter (– € 1 miljoen).
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Kaseffect verwerking index 2013 | 0 | – 8.784 | – 5.888 | – 5.062 | – 5.297 | – 4.853 | – 8.611 |
Kaseffect verwerking index 2014 | 0 | – 5.552 | – 4.120 | – 3.223 | – 6.146 | – 2.946 | – 6.944 |
Totaal | 0 | – 14.336 | – 10.008 | – 8.285 | – 11.443 | – 7.799 | – 15.555 |
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Investeringsruimte | 0 | 0 | 55.886 | 44.089 | 20.913 | 59.103 | – 67.643 | 112.349 |
Kaseffect verwerking index 2013 | – 4.743 | – 4.735 | – 4.734 | – 7.718 | – 7.703 | – 19.865 | 87.994 | 1 |
Kaseffect verwerking index 2014 | – 3.073 | – 3.064 | – 3.312 | – 2.893 | – 2.874 | – 10.027 | 54.173 | 0 |
Totaal | – 7.816 | – 7.799 | 47.841 | 33.478 | 10.337 | 29.210 | 74.524 | 112.349 |