Base description which applies to whole site

2.4 De beleidsartikelen (Nationale Schuld)

Artikel 11 – Financiering Staatsschuld

Budgettaire gevolgen van beleid Bedragen x € 1.000
 

Stand ontwerpbegroting (1)

mutaties begroting (2)

Stand vastgestelde begroting (3)

mutaties 1ste suppletoire begroting (4)

Stand 1ste suppletoire begroting (5=3+4)

Mutaties 2018

Mutaties 2019

Mutaties 2020

Mutaties 2021

Uitgaven

46.911

0

46.911

7.951

54.862

– 2.446

330

425

66

waarvan juridisch verplicht

                 
                   

Rente

6.901

0

6.901

27

6.928

182

329

424

65

Rentelasten vaste schuld

6.873

0

6.873

27

6.900

182

329

413

– 55

Rentelasten vlottende schuld

28

0

28

0

28

0

0

11

120

Uitgaven voortijdige beëindiging

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                   

Leningen

39.991

0

39.991

7.926

47.917

– 2.628

1

1

1

Aflossing vaste schuld

39.991

0

39.991

444

40.435

– 2.628

1

1

1

Mutatie vlottende schuld

0

0

0

7.482

7.482

0

0

0

0

                   

Opdrachten

19

0

19

– 2

17

0

0

0

0

Overige kosten

19

0

19

– 2

17

0

0

0

0

                   

Ontvangsten

42.585

0

42.585

– 190

42.395

– 6.618

– 3.438

– 3.729

– 4.265

                   

Rente

1.871

0

1.871

230

2.101

– 320

– 322

– 364

– 223

Rentebaten vaste schuld

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Rentebaten vlottende schuld

388

0

388

– 65

323

– 169

– 171

– 212

– 119

Rentebaten derivaten lang

1.483

0

1.483

– 178

1.305

– 151

– 151

– 152

– 104

Ontvangsten voortijdige beëindiging

0

0

0

473

473

0

0

0

0

                   

Leningen

40.714

0

40.714

– 420

40.294

– 6.298

– 3.116

– 3.365

– 4.042

Uitgifte vaste schuld

40.714

0

40.714

– 420

40.294

– 6.298

– 3.116

– 3.365

– 4.042

Mutatie vlottende schuld

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                   

Toelichting

Algemeen

De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit drie onderdelen. Ten eerste worden de rentelasten en rentebaten verantwoord. Hierbinnen wordt onderscheid gemaakt tussen de rentelasten vaste schuld (schuld met een oorspronkelijke looptijd van langer dan een jaar) en de rentelasten vlottende schuld (looptijd korter dan een jaar). Ten tweede zijn de aflossing en de uitgifte van vaste schuld en de mutatie vlottende schuld in de tabel opgenomen. De derde en verreweg de kleinste post betreft de overige kosten. Deze kosten bestaan met name uit betalingsverkeer vanwege het schatkistbankieren en veilingkosten.

Toelichting op de raming van de programma-uitgaven en -ontvangsten

Uitgaven

Rentelasten vaste schuld (+ € 27 mln.)

De rentelasten vaste schuld komen in 2017 naar verwachting € 27 mln. hoger uit als gevolg van de licht gestegen raming van het rentetarief in de CEP-raming van het CPB waarmee de ramingen worden opgesteld.

Aflossing vaste schuld (+ € 444 mln.)

De toename van de aflossing vaste schuld is het gevolg van de vervroegde aflossing van leningen die anders in 2018 afgelost zouden worden. Het vervroegd inkopen is een manier om de aflossingen beter over de tijd te spreiden, wat gunstig is voor het financieringsbeleid en het cash management.

Mutatie vlottende schuld (+ € 7,5 mld.)

De mutatie vlottende schuld is met name het gevolg van het bijstellen van het kassaldo. Bij de begroting is uitgegaan van een kastekort van € 0,7 mld. Ten tijde van de 1e suppletoire begroting is het kassaldo dusdanig verbeterd (€ 7,6 mld.) dat minder geleend hoeft te worden op de geldmarkt. Daarnaast is meer geld geleend voor het vervroegd aflossen van leningen.

Ontvangsten

Rentebaten vlottende schuld (+ € 65 mln.)

De daling van de rentebaten vlottende schuld is met name het gevolg van een lagere leenbehoefte op de geldmarkt. Door de negatieve rente zorgt minder lenen voor minder rentebaten.

Rentebaten derivaten lang (– € 178 mln.)

Als gevolg van het voortijdig beëindigen van derivaten is de omvang van de derivatenportefeuille verder afgenomen. Per saldo wordt in 2017 rente ontvangen op deze portefeuille. De verwachte rentebaten zijn door de afgenomen omvang van de portefeuille afgenomen.

Voortijdige beëindiging derivaten (+ € 473 mln.)

De beëindigde rentederivaten hebben per saldo een voor de staat positieve marktwaarde, waardoor er sprake is van eenmalige ontvangst van 473 mln. Daar staat tegenover dat op een beëindigd rentederivaat meerjarig geen rente meer wordt ontvangen.

Uitgifte vaste schuld (– € 420 mln.)

In 2016 is tussen het moment van begroten en het einde van het jaar € 420 mln. aan schuld vervroegd ingekocht voor cash management. Hierdoor hoeft in 2017 minder geleend te worden.

Artikel 12 – Kasbeheer

Budgettaire gevolgen van beleid Bedragen x € 1.000
 

Stand ontwerpbegroting (1)

mutaties begroting (2)

Stand vastgestelde begroting (3)

mutaties 1ste suppletoire begroting (4)

Stand 1ste suppletoire begroting (5=3+4)

Mutaties 2018

Mutaties 2019

Mutaties 2020

Mutaties 2021

Uitgaven

1.533

0

1.533

0

1.533

0

0

96

245

waarvan juridisch verplicht

                 
                   

Rente

33

0

33

0

33

0

0

96

245

Rentelasten

33

 

33

0

33

0

0

96

245

Uitgaven bij voortijdige beëindiging (hoofdsom)

0

     

0

0

0

0

0

                   

Leningen

1.500

0

1.500

0

1.500

0

0

0

0

Verstrekte leningen

1.500

 

1.500

0

1.500

0

0

0

0

                   

Mutaties in rekening-courant en deposito's

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Agentschappen

0

 

0

0

0

0

0

0

0

RWT’s en derden

0

 

0

0

0

0

0

0

0

Sociale fondsen

0

 

0

0

0

0

0

0

0

Decentrale Overheden

0

 

0

0

0

0

0

0

0

                   

Ontvangsten

6.542

0

6.542

– 303

6.239

2.508

2.344

243

886

                   

Rente

168

0

168

10

179

– 4

– 31

– 22

16

Rentebaten

168

 

168

10

179

– 4

– 31

– 22

16

Ontvangsten bij voortijdige beëindiging

0

 

0

0

0

0

0

0

0

                   

Leningen

1.363

0

1.363

10

1.373

148

– 44

– 46

– 62

Ontvangen aflossingen

1.363

 

1.363

10

1.373

148

– 44

– 46

– 62

                   

Mutaties in rekening-courant en deposito's

5.011

0

5.011

– 323

4.688

2.364

2.419

311

932

Agentschappen

0

 

0

0

0

0

0

0

0

RWT’s en derden

0

 

0

0

0

0

0

0

0

Sociale fondsen

3.911

 

3.911

– 323

3.588

2.364

2.419

311

932

Decentrale Overheden

1.100

 

1.100

0

1.100

0

0

0

0

Toelichting

Algemeen

De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit drie onderdelen: (1) rentelasten en rentebaten, (2) mutaties in leningen en aflossingen en (3) mutaties in rekening-courant en deposito’s. Onder de rentelasten vallen de rentebetalingen aan baten-lastendiensten, RWT’s en sociale fondsen over de bij het Rijk aangehouden rekening-couranttegoeden en deposito’s. De rentebaten bestaan uit renteontvangsten over aan baten-lastendiensten en RWT’s verstrekte leningen en de renteontvangsten over negatieve rekening-couranttegoeden. Mutaties in leningen, aflossingen, rekening-courant en deposito’s bepalen de mutaties in de schuldverhouding van het Rijk met baten-lastendiensten, RWT’s en sociale fondsen in het kader van geïntegreerd middelenbeheer.

Uitgaven

Geen mutaties

Ontvangsten

Rentebaten (+ € 10 mln.)

De hogere rentebaten zijn met name toe te schrijven aan de hogere stand van de uitstaande leningen bij de agentschappen.

Mutaties in rekening-courant en deposito’s (– € 323 mln.)

Het betreft de bijstelling van de raming van de rekening-courantstanden sociale fondsen. De ontvangsten worden € 323 mln. lager geraamd. Dit betekent dat de roodstand op de rekening courant van de sociale fondsen minder terugloopt dan in de vorige raming.

Licence