Artikel 11 – Financiering Staatsschuld
Stand ontwerpbegroting (1) | mutaties begroting (2) | Stand vastgestelde begroting (3) | mutaties 1ste suppletoire begroting (4) | Stand 1ste suppletoire begroting (5=3+4) | Mutaties 2018 | Mutaties 2019 | Mutaties 2020 | Mutaties 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 46.911 | 0 | 46.911 | 7.951 | 54.862 | – 2.446 | 330 | 425 | 66 |
waarvan juridisch verplicht | |||||||||
Rente | 6.901 | 0 | 6.901 | 27 | 6.928 | 182 | 329 | 424 | 65 |
Rentelasten vaste schuld | 6.873 | 0 | 6.873 | 27 | 6.900 | 182 | 329 | 413 | – 55 |
Rentelasten vlottende schuld | 28 | 0 | 28 | 0 | 28 | 0 | 0 | 11 | 120 |
Uitgaven voortijdige beëindiging | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Leningen | 39.991 | 0 | 39.991 | 7.926 | 47.917 | – 2.628 | 1 | 1 | 1 |
Aflossing vaste schuld | 39.991 | 0 | 39.991 | 444 | 40.435 | – 2.628 | 1 | 1 | 1 |
Mutatie vlottende schuld | 0 | 0 | 0 | 7.482 | 7.482 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 19 | 0 | 19 | – 2 | 17 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige kosten | 19 | 0 | 19 | – 2 | 17 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 42.585 | 0 | 42.585 | – 190 | 42.395 | – 6.618 | – 3.438 | – 3.729 | – 4.265 |
Rente | 1.871 | 0 | 1.871 | 230 | 2.101 | – 320 | – 322 | – 364 | – 223 |
Rentebaten vaste schuld | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentebaten vlottende schuld | 388 | 0 | 388 | – 65 | 323 | – 169 | – 171 | – 212 | – 119 |
Rentebaten derivaten lang | 1.483 | 0 | 1.483 | – 178 | 1.305 | – 151 | – 151 | – 152 | – 104 |
Ontvangsten voortijdige beëindiging | 0 | 0 | 0 | 473 | 473 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Leningen | 40.714 | 0 | 40.714 | – 420 | 40.294 | – 6.298 | – 3.116 | – 3.365 | – 4.042 |
Uitgifte vaste schuld | 40.714 | 0 | 40.714 | – 420 | 40.294 | – 6.298 | – 3.116 | – 3.365 | – 4.042 |
Mutatie vlottende schuld | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Algemeen
De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit drie onderdelen. Ten eerste worden de rentelasten en rentebaten verantwoord. Hierbinnen wordt onderscheid gemaakt tussen de rentelasten vaste schuld (schuld met een oorspronkelijke looptijd van langer dan een jaar) en de rentelasten vlottende schuld (looptijd korter dan een jaar). Ten tweede zijn de aflossing en de uitgifte van vaste schuld en de mutatie vlottende schuld in de tabel opgenomen. De derde en verreweg de kleinste post betreft de overige kosten. Deze kosten bestaan met name uit betalingsverkeer vanwege het schatkistbankieren en veilingkosten.
Toelichting op de raming van de programma-uitgaven en -ontvangsten
Uitgaven
Rentelasten vaste schuld (+ € 27 mln.)
De rentelasten vaste schuld komen in 2017 naar verwachting € 27 mln. hoger uit als gevolg van de licht gestegen raming van het rentetarief in de CEP-raming van het CPB waarmee de ramingen worden opgesteld.
Aflossing vaste schuld (+ € 444 mln.)
De toename van de aflossing vaste schuld is het gevolg van de vervroegde aflossing van leningen die anders in 2018 afgelost zouden worden. Het vervroegd inkopen is een manier om de aflossingen beter over de tijd te spreiden, wat gunstig is voor het financieringsbeleid en het cash management.
Mutatie vlottende schuld (+ € 7,5 mld.)
De mutatie vlottende schuld is met name het gevolg van het bijstellen van het kassaldo. Bij de begroting is uitgegaan van een kastekort van € 0,7 mld. Ten tijde van de 1e suppletoire begroting is het kassaldo dusdanig verbeterd (€ 7,6 mld.) dat minder geleend hoeft te worden op de geldmarkt. Daarnaast is meer geld geleend voor het vervroegd aflossen van leningen.
Ontvangsten
Rentebaten vlottende schuld (+ € 65 mln.)
De daling van de rentebaten vlottende schuld is met name het gevolg van een lagere leenbehoefte op de geldmarkt. Door de negatieve rente zorgt minder lenen voor minder rentebaten.
Rentebaten derivaten lang (– € 178 mln.)
Als gevolg van het voortijdig beëindigen van derivaten is de omvang van de derivatenportefeuille verder afgenomen. Per saldo wordt in 2017 rente ontvangen op deze portefeuille. De verwachte rentebaten zijn door de afgenomen omvang van de portefeuille afgenomen.
Voortijdige beëindiging derivaten (+ € 473 mln.)
De beëindigde rentederivaten hebben per saldo een voor de staat positieve marktwaarde, waardoor er sprake is van eenmalige ontvangst van 473 mln. Daar staat tegenover dat op een beëindigd rentederivaat meerjarig geen rente meer wordt ontvangen.
Uitgifte vaste schuld (– € 420 mln.)
In 2016 is tussen het moment van begroten en het einde van het jaar € 420 mln. aan schuld vervroegd ingekocht voor cash management. Hierdoor hoeft in 2017 minder geleend te worden.
Artikel 12 – Kasbeheer
Stand ontwerpbegroting (1) | mutaties begroting (2) | Stand vastgestelde begroting (3) | mutaties 1ste suppletoire begroting (4) | Stand 1ste suppletoire begroting (5=3+4) | Mutaties 2018 | Mutaties 2019 | Mutaties 2020 | Mutaties 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 1.533 | 0 | 1.533 | 0 | 1.533 | 0 | 0 | 96 | 245 |
waarvan juridisch verplicht | |||||||||
Rente | 33 | 0 | 33 | 0 | 33 | 0 | 0 | 96 | 245 |
Rentelasten | 33 | 33 | 0 | 33 | 0 | 0 | 96 | 245 | |
Uitgaven bij voortijdige beëindiging (hoofdsom) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Leningen | 1.500 | 0 | 1.500 | 0 | 1.500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verstrekte leningen | 1.500 | 1.500 | 0 | 1.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Mutaties in rekening-courant en deposito's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschappen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
RWT’s en derden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Sociale fondsen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Decentrale Overheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 6.542 | 0 | 6.542 | – 303 | 6.239 | 2.508 | 2.344 | 243 | 886 |
Rente | 168 | 0 | 168 | 10 | 179 | – 4 | – 31 | – 22 | 16 |
Rentebaten | 168 | 168 | 10 | 179 | – 4 | – 31 | – 22 | 16 | |
Ontvangsten bij voortijdige beëindiging | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Leningen | 1.363 | 0 | 1.363 | 10 | 1.373 | 148 | – 44 | – 46 | – 62 |
Ontvangen aflossingen | 1.363 | 1.363 | 10 | 1.373 | 148 | – 44 | – 46 | – 62 | |
Mutaties in rekening-courant en deposito's | 5.011 | 0 | 5.011 | – 323 | 4.688 | 2.364 | 2.419 | 311 | 932 |
Agentschappen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
RWT’s en derden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Sociale fondsen | 3.911 | 3.911 | – 323 | 3.588 | 2.364 | 2.419 | 311 | 932 | |
Decentrale Overheden | 1.100 | 1.100 | 0 | 1.100 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Algemeen
De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit drie onderdelen: (1) rentelasten en rentebaten, (2) mutaties in leningen en aflossingen en (3) mutaties in rekening-courant en deposito’s. Onder de rentelasten vallen de rentebetalingen aan baten-lastendiensten, RWT’s en sociale fondsen over de bij het Rijk aangehouden rekening-couranttegoeden en deposito’s. De rentebaten bestaan uit renteontvangsten over aan baten-lastendiensten en RWT’s verstrekte leningen en de renteontvangsten over negatieve rekening-couranttegoeden. Mutaties in leningen, aflossingen, rekening-courant en deposito’s bepalen de mutaties in de schuldverhouding van het Rijk met baten-lastendiensten, RWT’s en sociale fondsen in het kader van geïntegreerd middelenbeheer.
Uitgaven
Geen mutaties
Ontvangsten
Rentebaten (+ € 10 mln.)
De hogere rentebaten zijn met name toe te schrijven aan de hogere stand van de uitstaande leningen bij de agentschappen.
Mutaties in rekening-courant en deposito’s (– € 323 mln.)
Het betreft de bijstelling van de raming van de rekening-courantstanden sociale fondsen. De ontvangsten worden € 323 mln. lager geraamd. Dit betekent dat de roodstand op de rekening courant van de sociale fondsen minder terugloopt dan in de vorige raming.