Base description which applies to whole site

4. De niet-beleidsartikelen

Artikel 9 Algemeen

Budgettaire gevolgen van beleid Artikel 9 Algemeen.

Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendementen

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Verplichtingen

28.185

0

28.185

1.875

30.060

2.630

– 500

– 500

– 500

                       

Uitgaven

28.185

0

28.185

1.875

30.060

2.630

– 500

– 500

– 500

                       

1. Internationale samenwerking

5.127

0

5.127

– 215

4.912

– 500

– 500

– 500

– 500

                       
 

Opdrachten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

   

Overig

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                       
 

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

5.127

0

5.127

– 794

4.333

– 500

– 500

– 500

– 500

   

World Health Organization

3.868

0

3.868

– 579

3.289

0

0

0

0

   

Overig

1.259

0

1.259

– 215

1.044

– 500

– 500

– 500

– 500

                       
 

Bijdrage aan agentschappen

0

0

0

579

579

0

0

0

0

   

Overig

0

0

0

579

579

0

0

0

0

                       

3. Eigenaarsbijdrage RIVM

18.058

0

18.058

2.090

20.148

3.130

0

0

0

                       
 

Bekostiging

18.058

0

18.058

2.090

20.148

3.130

0

0

0

   

Eigenaarsbijdrage RIVM

18.058

0

18.058

2.090

20.148

3.130

0

0

0

                       

4. Begrotingsreserve achterborg WFZ-garanties

5.000

0

5.000

0

5.000

0

0

0

0

                       
 

Garanties

5.000

0

5.000

0

5.000

0

0

0

0

   

Overig

5.000

0

5.000

0

5.000

0

0

0

0

                       

Ontvangsten

0

0

0

3.400

3.400

0

0

0

0

   

Overig

0

0

0

3.400

3.400

0

0

0

0

Toelichting mutaties 1e suppletoire begroting

Ontvangsten

Overig

Conform reguliere systematiek wordt een deel van het positieve resultaat van de NZa aan het Ministerie van VWS terugbetaald (€ 3,4 miljoen).

Artikel 10 Apparaatsuitgaven

Budgettaire gevolgen van beleid Artikel 10 Apparaatsuitgaven.

Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendementen

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Verplichtingen

259.117

0

259.117

45.389

304.506

14.580

8.252

7.958

7.351

                       

Uitgaven

259.159

0

259.159

45.389

304.548

14.580

8.252

7.958

7.351

 

– Personele uitgaven

201.812

0

201.812

15.828

217.640

4.669

2.007

2.871

2.217

   

waarvan eigen personeel

193.590

0

193.590

3.455

197.045

3.040

1.156

2.124

1.580

   

waarvan externe inhuur

5.813

0

5.813

11.404

17.217

658

0

0

0

   

waarvan overige personele uitgaven

2.409

0

2.409

969

3.378

971

851

747

637

 

– Materiële uitgaven

57.347

0

57.347

29.561

86.908

9.911

6.245

5.087

5.134

   

waarvan ICT

5.712

0

5.712

2.246

7.958

1.350

0

0

0

   

waarvan bijdrage SSO's

27.769

0

27.769

2.632

30.401

220

85

65

65

   

waarvan overige materiële uitgaven

23.866

0

23.866

24.683

48.549

8.341

6.160

5.022

5.069

                       

Ontvangsten

Ontvangsten

6.731

0

6.731

18.606

25.337

0

0

0

0

   

Overig

6.731

0

6.731

18.606

25.337

0

0

0

0

Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendementen

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Totaal apparaatsuitgaven Ministerie van VWS

259.159

0

259.159

45.389

304.548

14.580

8.252

7.958

7.351

                       

Personele uitgaven kerndepartement

123.458

0

123.458

13.114

136.572

2.859

410

1.587

1.120

   

waarvan eigen personeel

116.674

0

116.674

5.558

122.232

1.380

– 441

840

483

   

waarvan externe inhuur

5.104

0

5.104

6.417

11.521

508

0

0

0

   

waarvan overige personele uitgaven

1.680

0

1.680

1.139

2.819

971

851

747

637

                       

Materiële uitgaven kerndepartement

38.188

0

38.188

20.366

58.554

8.839

5.673

4.577

4.687

   

waarvan ICT

2.348

0

2.348

1.766

4.114

1.000

0

0

0

   

waarvan bijdrage SSO's

23.298

0

23.298

1.974

25.272

135

0

0

0

   

waarvan overige materiële uitgaven

12.542

0

12.542

16.626

29.168

7.704

5.673

4.577

4.687

                       

Personele uitgaven inspecties

64.639

0

64.639

– 346

64.293

0

0

0

0

   

waarvan eigen personeel

63.397

0

63.397

– 4.263

59.134

0

0

0

0

   

waarvan externe inhuur

513

0

513

4.087

4.600

0

0

0

0

   

waarvan overige personele uitgaven

729

0

729

– 170

559

0

0

0

0

                       

Materiële uitgaven inspecties

15.516

0

15.516

2.006

17.522

325

325

325

325

   

waarvan ICT

2.961

0

2.961

389

3.350

0

0

0

0

   

waarvan bijdrage SSO's

4.260

0

4.260

440

4.700

0

0

0

0

   

waarvan overige materiële uitgaven

8.295

0

8.295

1.177

9.472

325

325

325

325

                       

Personele uitgaven SCP en raden

13.715

0

13.715

3.060

16.775

1.810

1.597

1.284

1.097

   

waarvan eigen personeel

13.519

0

13.519

2.160

15.679

1.660

1.597

1.284

1.097

   

waarvan externe inhuur

196

0

196

900

1.096

150

0

0

0

   

waarvan overige personele uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

0

0

                       

Materiële uitgaven SCP en raden

3.643

0

3.643

7.189

10.832

747

247

185

122

   

waarvan ICT

403

0

403

91

494

350

0

0

0

   

waarvan bijdrage SSO's

211

0

211

218

429

85

85

65

65

   

waarvan overige materiële uitgaven

3.029

0

3.029

6.880

9.909

312

162

120

57

Toelichting mutaties 1e suppletoire begroting 2017

1. Personele uitgaven kerndepartement

Bij de eerste suppletoire begroting heeft er per saldo een mutatie van circa € 13,1 miljoen plaatsgevonden op de personele uitgaven van het kerndepartement. Hiervan heeft € 3 miljoen betrekking op de Projectdirectie Antonie van Leeuwenhoekterrein (Pd ALt). Hier tegenover staan ook ontvangsten op de begroting. Een andere grote mutatie betreft het technisch omboeken van beschikbare middelen (€ 2 miljoen) van de materiële uitgaven van het kerndepartement naar de personele uitgaven van het departement.

Andere grote mutaties betreffen:

  • Incidentele doorloop van uitgaven van 2016 (€ 2,3 miljoen) ten behoeve van de migratie van het Filenet programma van het kerndepartement.

  • Overboeking van middelen (€ 0,9 miljoen) van andere departementen voor uitvoeringskosten van de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I).

  • Extra middelen (€ 0,7 miljoen) voor de uitvoering van de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ).

  • Meerkosten door wisselkoerseffecten ten aanzien van uitgaven van het Zorgverzekeringskantoor op Caribisch Nederland (€ 0,8 miljoen).

2. Materiële uitgaven kerndepartement

De materiële uitgaven van het kerndepartement hebben bij de eerste suppletoire begroting per saldo een mutatie van € 20,4 miljoen. Hiervan heeft € 10,6 miljoen betrekking op Intravacc als onderdeel van de Projectdirectie Antonie van Leeuwenhoekterrein (Pd ALt). Hier staan grotendeels ontvangsten tegenover.

Daarnaast heeft € 6,9 miljoen een technische oorzaak. Er zijn extra middelen beschikbaar gekomen voor uitvoering van verder informateringsbeleid in de zorg. Deze middelen worden nu verantwoord op artikel 10, maar zullen op een later moment naar artikel 4 worden overgeheveld. In de begroting 2018 zullen de middelen correct zijn verwerkt.

Verder leiden terugontvangsten van het Rijksvastgoedbedrijf tot een incidentele stijging van de beschikbare budgetten (€ 0,7 miljoen).

3. Personele en materiële uitgaven inspecties

Bij de eerste suppletoire begroting heeft er per saldo een mutatie van circa – € 0,3 miljoen plaatsgevonden op de personele uitgaven. Het budget voor materiële uitgaven is met € 2 miljoen bijgesteld. Bij de inspecties hebben zich met name technische mutaties voorgedaan tussen de verschillende instrumenten. Daarnaast zijn meerontvangsten gedesaldeerd ten behoeve van de personele uitgaven. Ook zijn structureel extra middelen beschikbaar gesteld voor de Academische Werkplaats Toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) (€ 0,3 miljoen).

4. Personele en materiële uitgaven SCP en raden

Bij de eerste suppletoire begroting heeft er per saldo een mutatie van circa € 3 miljoen plaatsgevonden op de personele uitgaven voor de SCP en de raden. Het budget voor materiële uitgaven is met € 7,2 miljoen bijgesteld. Voor het SCP worden structureel extra middelen beschikbaar gesteld door middel van herprioritering binnen de bestaande onderzoeksbudgetten. Hierdoor is de onafhankelijkheid en continuïteit van het SCP beter geborgd. Daarnaast zijn er extra middelen voor aanvullende opdrachten vanuit verschillende departementen.

Verder staat vanaf 2017 de in 2016 opgerichte Nederlandse Sportraad op het centrale apparaatsartikel (€ 0,5 miljoen). Het SCP heeft daarnaast extra ontvangsten, welke worden gedesaldeerd (€ 2,8 miljoen), en overboekingen van andere departementen om zo conform afspraken de onafhankelijkheid en continuïteit van het SCP beter te borgen (€ 1 miljoen).

Volgend uit implementatie van een Europese verordening (verordening 536/2014) volgt een personele intensivering voor de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) (€ 0,4 miljoen 2017 tot € 1,1 miljoen structureel).

Ontvangsten

Bij de eerste suppletoire begroting heeft er per saldo een mutatie van circa € 18,6 miljoen plaatsgevonden op de ontvangsten van het centrale apparaatsartikel. Bij het jaarverslag over 2016 is gebleken dat het eigen vermogen van het aCBG hoger blijkt dan toegestaan conform de regeling agentschappen. Dit is gecorrigeerd door een afroming van het eigen vermogen (€ 5,8 miljoen). Daarnaast zijn er ontvangsten voor de projectdirectie Antonie van Leeuwenhoekterrein (Pd ALt) (€ 8,7 miljoen). Verder zijn er nog diverse ontvangsten, onder andere voor het SCP, welke worden gedesaldeerd naar de uitgavenkant van de begroting.

Artikel 11 Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid Artikel 11 Nominaal en onvoorzien.

Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendementen

Stand vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Mutatie 2021

Verplichtingen

– 33.462

0

– 33.462

59.746

26.284

46.052

51.292

50.050

49.289

                       

Uitgaven

– 33.446

0

– 33.446

59.746

26.300

46.052

51.292

50.050

49.289

                       
   

1. Loonbijstelling

0

0

0

49.739

49.739

47.808

47.857

46.753

46.204

   

2. Prijsbijstelling

1.629

0

1.629

8.557

10.186

5.444

9.135

8.997

8.935

   

3. Onvoorzien

0

0

0

0

0

0

0

0

0

   

4. Taakstelling

– 35.075

0

– 35.075

1.450

– 33.625

– 7.200

– 5.700

– 5.700

– 5.850

                       

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

   

Overig

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting mutaties 1e suppletoire begroting

Uitgaven

1. Loonbijstelling

Deze mutatie betreft de toevoeging van de loonbijstelling tranche 2017(€ 49,7 miljoen).

2. Prijsbijstelling

Deze mutatie betreft de toevoeging van de prijsbijstelling tranche 2017 (€ 8,7 miljoen). Daarnaast is € 0,8 miljoen overgeheveld naar het Ministerie van Economische Zaken voor de extra bijdrage aan de NVWA conform de brief van 27 mei 2016 van de Staatssecretaris van Economische Zaken (TK 33 935, nr. 33). In deze brief is een meerjarige financiële dekking opgenomen met betrekking tot de extra bijdrage aan de NVWA. Voor 2017 wordt door VWS een extra bijdrage geleverd van € 3,8 miljoen. Via artikel 1 is de overige € 3 miljoen overgeheveld naar het Ministerie van Economische Zaken.

Licence