Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijkswegen verantwoord. Het betreft de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, geïntegreerde contractvormen/PPS, netwerkgebonden kosten en de investeringsruimte.
Artikel 12 Hoofdwegennet op het Infrastructuurfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid op de Begroting hoofdstuk XII.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 2.108.154 | 3.573.081 | 3.286.674 | 3.136.799 | 2.824.446 | 3.085.614 | 1.381.102 |
Uitgaven | 2.393.669 | 2.294.241 | 2.355.030 | 2.491.821 | 2.570.318 | 2.644.427 | 2.665.457 |
Waarvan juridisch verplicht: | 99% | ||||||
12.01 Verkeersmanagement | 14.510 | 10.302 | 3.638 | 3.638 | 3.639 | 3.638 | 3.635 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 14.510 | 10.302 | 3.638 | 3.638 | 3.639 | 3.638 | 3.635 |
12.02 Beheer, onderhoud en vervanging | 662.460 | 619.913 | 609.164 | 631.992 | 616.981 | 537.601 | 454.296 |
12.02.01 Beheer en onderhoud | 433.574 | 512.664 | 524.863 | 506.803 | 513.178 | 499.353 | 442.615 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 433.574 | 512.664 | 524.863 | 506.803 | 513.178 | 499.353 | 442.615 |
12.02.04 Vervanging | 228.886 | 107.249 | 84.301 | 125.189 | 103.803 | 38.248 | 11.681 |
12.03 Aanleg | 618.288 | 704.313 | 631.536 | 815.629 | 1.090.180 | 1.200.544 | 1.332.627 |
12.03.01 Realisatie | 600.289 | 481.028 | 619.413 | 781.505 | 1.011.712 | 966.940 | 709.402 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 31.907 | 36.012 | 30.280 | 30.268 | 20.106 | 10.013 | 0 |
12.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen | 17.999 | 223.285 | 12.123 | 34.124 | 78.468 | 233.604 | 623.225 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 12.317 | 13.970 | 12.052 | 13.566 | 14.268 | 11.658 | 12.897 |
12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 655.822 | 380.886 | 561.811 | 508.934 | 332.315 | 374.991 | 357.405 |
12.06 Netwerkgebonden kosten HWN | 442.589 | 578.827 | 548.881 | 531.628 | 527.203 | 527.653 | 517.494 |
12.06.01 Apparaatskosten RWS | 345.456 | 457.939 | 441.387 | 432.730 | 425.647 | 426.081 | 415.557 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 345.456 | 457.939 | 441.387 | 432.730 | 425.647 | 426.081 | 415.557 |
12.06.02 Overige netwerkgebonden kosten | 97.133 | 120.888 | 107.494 | 98.898 | 101.556 | 101.572 | 101.937 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 97.133 | 105.088 | 93.294 | 92.898 | 92.956 | 92.972 | 93.337 |
12.07 Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
12.09 Ontvangsten | 592.926 | 72.296 | 126.245 | 81.400 | 79.498 | 105.493 | 86.230 |
12.09.01 Ontvangsten | 592.926 | 72.296 | 126.245 | 81.400 | 79.498 | 105.493 | 86.230 |
12.09.02 Tolopgave | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van verkenningen en planuitwerking, worden de budgetten in 2017 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2017. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2030 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2030 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2030.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
12 | Hoofdwegennet | Uitgaven | 2.294.241 | 2.355.030 | 2.491.821 | 2.570.318 | 2.644.427 | 2.665.457 | 3.214.303 | 3.186.754 |
12.01 | Verkeersmanagement | 10.302 | 3.638 | 3.638 | 3.639 | 3.638 | 3.635 | 3.632 | 3.631 | |
12.02 | Beheer, onderhoud en vervanging | 619.913 | 609.164 | 631.992 | 616.981 | 537.601 | 454.296 | 820.791 | 796.719 | |
12.03 | Aanleg | 704.313 | 631.536 | 815.629 | 1.090.180 | 1.200.544 | 1.332.627 | 1.561.952 | 1.523.996 | |
12.04 | Geïntegreerde contractvormen/PPS | 380.886 | 561.811 | 508.934 | 332.315 | 374.991 | 357.405 | 322.746 | 350.944 | |
12.06 | Netwerkgebonden kosten HWN | 578.827 | 548.881 | 531.628 | 527.203 | 527.653 | 517.494 | 505.182 | 511.464 | |
12.07 | Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
12.09 | Ontvangsten | Ontvangsten | 72.296 | 126.245 | 81.400 | 79.498 | 105.493 | 86.230 | 143.635 | 39.946 |
Overige ontvangsten | 72.296 | 126.245 | 81.400 | 79.498 | 105.493 | 86.230 | 125.349 | 1.412 | ||
Tolopgave | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 18.286 | 38.534 |
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2016–2030 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
12 | Hoofdwegennet | Uitgaven | 3.011.525 | 2.862.442 | 2.498.531 | 2.341.392 | 2.386.242 | 1.987.413 | 1.975.279 | 38.485.175 |
12.01 | Verkeersmanagement | 3.630 | 3.628 | 3.628 | 3.628 | 3.636 | 3.636 | 3.636 | 61.175 | |
12.02 | Beheer, onderhoud en vervanging | 800.952 | 801.253 | 773.447 | 746.027 | 735.612 | 735.612 | 735.612 | 10.415.972 | |
12.03 | Aanleg | 1.381.070 | 1.228.153 | 898.620 | 653.755 | 470.349 | 217.210 | 217.210 | 13.927.144 | |
12.04 | Geïntegreerde contractvormen/PPS | 322.311 | 324.386 | 317.380 | 434.005 | 214.211 | 214.211 | 214.211 | 5.230.747 | |
12.06 | Netwerkgebonden kosten HWN | 503.562 | 505.022 | 505.456 | 503.977 | 510.783 | 510.783 | 510.783 | 7.798.698 | |
12.07 | Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 451.651 | 305.961 | 293.827 | 1.051.439 | |
12.09 | Ontvangsten | Ontvangsten | 58.324 | 39.034 | 39.131 | 39.034 | 43.234 | 38.534 | 38.534 | 1.030.568 |
Overige ontvangsten | 19.790 | 500 | 597 | 500 | 4.700 | 0 | 0 | 704.010 | ||
Tolopgave | 38.534 | 38.534 | 38.534 | 38.534 | 38.534 | 38.534 | 38.534 | 326.558 |
12.01 Verkeersmanagement
Motivering
Met verkeersmanagement streeft IenM naar optimaal gebruik van informatie over de beschikbare infrastructuur en draagt IenM bij aan het bereiken van een voorspelbare en betrouwbare reistijd van deur tot deur. Daarmee worden de bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Nederland, binnen de randvoorwaarden van duurzaamheid, bevorderd.
Producten
Verkeersmanagement
Bij verkeersmanagement wordt onderscheid gemaakt in de volgende maatregelcategorieën:
-
• Verkeersgeleiding bij grote drukte, inclusief grootschalige evenementen en crisissituaties zoals bij een weeralarm.
-
• Hulpverlening, bevorderen doorstroming en informatievoorziening bij pech en ongevallen (incidentmanagement).
-
• Maatregelen ter bevordering van gedisciplineerd en sociaal weggedrag, bijvoorbeeld ter voorkoming van bumperkleven en het negeren van rode kruizen.
-
• Voorlichting over rijkswegen, zoals voorlichting over de gevolgen van wegwerkzaamheden.
Verkeersmanagementmaatregelen betreffen onder andere de inzet van weginspecteurs bij incidenten, toeritdosering, bediening en gebruik van spitsstroken, maar ook verkeersinformatie op panelen boven de weg. De meeste van deze maatregelen worden ingezet vanuit vijf regionale verkeerscentrales en een landelijke verkeerscentrale. Hierbij wordt het rijkswegennet in samenhang met het regionale wegennet beschouwd door toepassing van gebiedsgericht verkeersmanagement waarbij wordt ingezet op regionale samenwerking.
Dit krijgt ook vorm in het programma Beter Benutten Vervolg. Hierin wordt samen met andere infrabeheerders, vervoersorganisaties en bedrijfsleven gewerkt aan regionale maatregelen om bestaande weg-, vaarweg-, spoor- en OV-verbindingen beter te benutten en daardoor de regionale bereikbaarheid te verbeteren. Ook wordt hierin – onder de noemer Talking Traffic – gewerkt aan innovatieve, private diensten aan weggebruikers, die in het verlengde liggen van het publieke verkeersmanagement.
Daarnaast wordt in 2017 uitvoering gegeven aan meerdere, deels internationale ITS-projecten, zoals de ITS-corridor Rotterdam-Frankfurt-Wenen, met als doel coöperatieve diensten te ontwikkelen en te realiseren. Deze diensten zijn gebaseerd op draadloze communicatie tussen voertuigen en wegkantsystemen. Daarbij gaat het concreet om het waarschuwen bij wegwerkzaamheden en het verzamelen van data uit voertuigen ten behoeve van meer veiligheid voor weggebruikers en wegwerkers. Ook de Praktijkproef Amsterdam draagt bij aan de vernieuwing van verkeersmanagement.
Voortgezet wordt het in 2013 gestarte actieprogramma «Beter geïnformeerd op weg» om in samenwerking met marktpartijen een gezamenlijke koers en een concrete agenda voor ontwikkeling en innovatie van verkeersmanagement en reisinformatie voor de komende jaren te formuleren. Het actieprogramma bestaat uit een publiek-private routekaart, waarin de strategische lijnen voor de beoogde ontwikkelingen zijn beschreven. Deze routekaart is in november 2013 naar de Tweede Kamer gestuurd en wordt concreet uitgewerkt in een uitvoeringsagenda voor de overheden en het bedrijfsleven onder de naam «Connecting Mobility». Het actieprogramma biedt een meerjarig richtsnoer (2013–2023) dat de basis legt voor publieke en private investeringen in reisinformatie en verkeersmanagement.
De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit het budget voor netwerkgebonden kosten. De verdeling naar onder meer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in bijlage 4 Instandhouding bij deze begroting.
Meetbare gegevens
Areaalomschrijving | Eenheid | 2015 | 2016 | 2017 |
---|---|---|---|---|
Verkeerssignalering | km op rijbaan | 2.675 | 2.682 | 2.682 |
Verkeerscentrales | aantal | 6 | 6 | 6 |
Spits- en plusstroken | km | 338 | 338 | 338 |
Toelichting:
In 2016 zal de lengte van de verkeerssignalering licht toenemen door de oplevering van de A2 Passage Maastricht. Voor 2017 is geen toename van de verkeerssignalering voorzien.
In 2016 en 2017 is geen wijziging voorzien in de lengte van spits- en plusstroken.
Eenheid | 2014 | 2015 | Streefwaarde 2016 | Streefwaarde 2017 | |
---|---|---|---|---|---|
Op alle bemeten wegvakken wordt betrouwbare reis en route-informatie ingewonnen en tijdig geleverd aan de serviceproviders. | % van bemeten rijbaanlengte | 89% | 94% | 89% | 89% |
Toelichting:
De indicator kent twee aspecten, namelijk de mate van beschikbaarheid van de RWS meetlocaties en de mate waarin meetgegevens tijdig (binnen 75 seconden) verstuurd zijn naar de Nationale Databank Wegverkeergegevens (NDW). De genoemde waarde is het gemiddelde van beide aspecten. In combinatie met de verkeersgegevens van andere wegbeheerders kan dit aan serviceproviders beschikbaar worden gesteld.
12.02 Beheer, onderhoud en vervanging
Motivering
Het rijkswegennet en de onmiddellijke omgeving daarvan in een dusdanige staat houden dat het vervullen van de primaire functie gewaarborgd is: het faciliteren van vlot en veilig vervoer van personen en goederen. Daarbij gelden randvoorwaarden voor milieu (natuur, lucht, geluid en duurzaamheid).
Producten
Het regulier beheer en onderhoud van rijkswegen omvat maatregelen aan verhardingen, kunstwerken zoals bruggen, tunnels en viaducten, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor verkeersmanagement zoals signalering en verkeerscentrales.
Vervanging en renovatie betreft het tijdig programmeren en nemen van maatregelen aan kunstwerken en wegen waarbij regulier beheer en onderhoud niet meer voldoende is. Voornamelijk in de eerste helft en vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw zijn kunstwerken gerealiseerd die, mede door het intensieve gebruik, nu of in de komende decennia het moment van einde levensduur naderen. Op basis van onderzoek wordt concreet gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is.
In bijlage 4 Instandhouding is een nadere toelichting opgenomen met betrekking tot beheer en onderhoud en vervanging van alle netwerken.
12.02.01 Beheer en Onderhoud
Voor het gebruik van het wegennet zet IenM in op een optimale beschikbaarheid, betrouwbaarheid en veiligheid over de levenscyclus van de infrastructuur van wegen, bruggen, viaducten, tunnels, aquaducten, matrixborden, verkeerscentrales en verkeersvoorzieningen. Daarbij gelden de eisen ten aanzien van het landschap en het milieu rond de rijkswegen als randvoorwaarden. Zowel het preventief als het correctief onderhoud vallen onder het beheer en onderhoud.
De uitgaven voor het beheer en onderhoud bestaan hoofdzakelijk uit:
-
• Uitgaven voor onderhoud van verhardingen waaronder het herstel van vorstschade en het zoveel mogelijk voorkomen daarvan.
-
• Uitgaven voor onderhoud van kunstwerken.
-
• Uitgaven voor onderhoud aan DVM-systemen zoals matrixborden, informatiepanelen en verkeerscentrales.
-
• Klein variabel en vast onderhoud aan verkeersvoorzieningen, zoals onderhoud aan bermen, geleiderail, bewegwijzering, geluidsschermen en verlichting.
-
• Uitgaven voor geluidmaatregelen (landschap en milieu) als gevolg van naleving van geluidproductieplafonds voor zover geen onderdeel van een aanlegproject.
Meetbare gegevens
In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten voor verhardingen, kunstwerken (bruggen en viaducten), DVM, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu. Deze percentages zijn gebaseerd op een langjarig gemiddelde.
Eenheid | 2015 | 2016 | 2017 | ||
---|---|---|---|---|---|
Rijbaanlengte | Hoofdrijbaan | km | 5.800 | 5.795 | 5.799 |
Rijbaanlengte | Verbindingswegen en op- en afritten | km | 1.616 | 1.625 | 1.625 |
Areaal asfalt | Hoofdrijbaan | km2 | 76 | 76 | 76 |
Areaal asfalt | Verbindingswegen en op- en afritten | km2 | 13 | 13 | 13 |
Groen areaal | km2 | 199 | 199 | 199 |
Toelichting:
-
• De afname van de rijbaanlengte (hoofdrijbaan) in 2016 wordt met name verklaard door de voorgenomen overdracht van de N273 Haelen. In 2017 neemt de rijbaanlengte (hoofdrijbaan) weer toe door de oplevering van onder andere de N31 Traverse Harlingen en de A6/A7 Knooppunt Joure.
-
• De toename van de rijbaanlengte (verbindingswegen en op- en afritten) in 2016 wordt met name veroorzaakt door de aanleg van de A2 Passage Maastricht. In 2017 blijft de netto lengte gelijk doordat de aanpassingen van onder andere de N31 Traverse Harlingen, de A6/A7 Knooppunt Joure en A1 Apeldoorn-Zuid–Beekbergen elkaar compenseren.
-
• De verandering van het asfaltoppervlak (verbindingswegen en op- en afritten) valt binnen de afronding.
Areaal | Eenheid | Omvang 2017 | Budget x € 1.000 2017 | |
---|---|---|---|---|
Beheer, onderhoud en ontwikkeling | Oppervlakte wegdek1 | km2 | 90 | 524.864 |
2014 | 2015 | streefwaarde 2016 | streefwaarde 2017 | |
---|---|---|---|---|
De verhouding verstoringen door aanleg, beheer en onderhoud ten opzichte van totale verstoringen. | 4% | 4% | 10% | 10% |
Tijdsduur (%) van het jaar dat de weg veilig beschikbaar is, zonder dat rijstroken zijn afgesloten door aanlegwerkzaamheden, onderhoudswerkzaamheden, door falen infra of falen verkeersmanagement. | 99% | 98% | 90% | 90% |
Voldoen aan norm voor verhardingen (stroefheid en spoorvorming) en aan norm gladheidbestrijding (binnen 2 uur preventief strooien). | 96% | 99% | 98% | 98% |
12.02.04 Vervanging
De veiligheid en de beschikbaarheid van het hoofdwegennet moeten in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en voornamelijk ook vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw valt te verwachten dat deze problematiek geleidelijk toeneemt.
Op dit artikel staan alle beschikbare budgetten voor Vervanging en Renovatie van het Hoofdwegennet. In het MIRT Overzicht1 worden onderliggende projecten inzichtelijk gemaakt. RWS bekijkt via inspecties waar maatregelen nodig zijn. Voor een zichtperiode van ongeveer 7 jaar is dit vooruit te plannen in concrete projecten. Voor de periode daarna zijn budgetten beschikbaar, maar wordt de invulling van het programma in latere jaren concreet. Deze werkwijze staat verder toegelicht in bijlage 4 Instandhouding.
12.03 Aanleg
Motivering
Door middel van voorbereiding en uitvoering van infrastructuurprojecten wordt bereikt dat de noodzakelijke capaciteit beschikbaar is en komt, met als doel om de verwachte verkeersgroei te faciliteren en een betrouwbaar netwerk te realiseren met voorspelbare reistijden. Daarbij wordt rekening gehouden met de kaders van veiligheid en leefbaarheid.
12.03.01 Realisatie
Producten
Mijlpalen Realisatieprojecten
In 2017 wil IenM de volgende mijlpalen realiseren:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Openstelling | A1 Apeldoorn Zuid–Beekbergen |
A6/A7 Knooppunt Joure | |
A50 Ewijk–Valburg | |
Start realisatie | A4 Vlietland–N14 (onderdeel van de realisatie Rijnlandroute) |
A4/A44 RijnlandRoute | |
A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel | |
A24 Blankenburgverbinding | |
A27/A1 Utrecht Noord–knooppunt Eemnes–aansluiting Bunschoten | |
N35 Zwolle–Wijthmen |
Overige maatregelen
Meer Veilig-3
In het servicepakket Meer Veilig-3 wordt gewerkt aan het realiseren van kosteneffectieve maatregelen waarmee locaties met een relatief hoog veiligheidsrisico worden aangepakt. Concrete voorbeelden van maatregelen zijn het aanleggen van een rotonde, plaatsen van geleiderail of het aanpassen van de belijning. Het servicepakket Meer Veilig-3 is opgedeeld in twee tranches. Van de eerste tranche zijn inmiddels 13 maatregelen gerealiseerd. Voor de overige 36 maatregelen staat de realisatie gepland in 2016 en 2017. De tweede tranche van Meer Veilig-3 bestaat uit nog eens 34 maatregelen, die deels in voorbereiding en deels in realisatie zijn en die grotendeels eveneens gerealiseerd zullen worden in 2016 en 2017. De maatregelen binnen het programma Meer Veilig dragen bij aan de verkeersveiligheid op het hoofdwegennet (bijvoorbeeld door het creëren van obstakel vrije bermen). Aangezien nog kansrijke verbetermogelijkheden resteren wordt om die reden een vervolgpakket Meer Veilig uitgewerkt voor de periode na 2017.
Maatregelpakket Verzorgingsplaatsen
Dit pakket is gericht op het oplossen van de meest acute kwantitatieve en kwalitatieve knelpunten op verzorgingsplaatsen langs (inter-)nationale vrachtcorridors. Binnen dit pakket worden landelijk ruim 300 extra parkeerplaatsen voor vrachtwagens gecreëerd en zijn nog eens ruim 400 parkeerplaatsen meerjarig gehuurd. Daarnaast wordt ingezet op een structurele kwaliteitsverbetering van naar verwachting 35 tot 40 verzorgingsplaatsen. Het totaal hiervoor beschikbare budget bedraagt € 25 miljoen. In 2017 zal de laatste tranche aan maatregelen worden uitgevoerd. In Limburg zal Grensemplacement Venlo-Zuid worden gerenoveerd. In de provincie Zuid-Holland wordt langs de A4, A12 en A15 de capaciteit met in totaal circa 60 parkeerplaatsen uitgebreid. In de provincie Noord-Brabant wordt in dit jaar op zeven verzorgingsplaatsen de kwaliteit verbeterd en wordt capaciteit uitgebreid.
Meer Kwaliteit Leefomgeving
Dit pakket betreft het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO). De geplande werkzaamheden binnen het MJPO lopen door tot en met 2018. Een voorbeeld van een ontsnipperingsproject is het plaatsen van een ecoduct of een dassentunnel. Hierdoor worden twee gescheiden natuurgebieden met elkaar verbonden. In de periode 2016–2018 wordt gewerkt aan de voorbereiding en uitvoering van de laatste tranche maatregelen. Zo zal in 2017 gestart worden met de aanleg van ecoduct Maanschoten, wordt de planvorming van de ontsnippering van het Julianakanaal in het Beneden-Geuldal verder uitgewerkt en worden er meerdere kleine faunatunnels en enkele uittreedplaatsen langs de waterwegen gerealiseerd.
Informatie over het programma, zoals de maatregelen, zijn ook te vinden op de website van het MJPO2.
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
-
• Blankenburgverbinding: het project is overgegaan naar realisatie. Het verschil tussen raming en budget (€ 60 miljoen) in navolging op het Tracébesluit is toegevoegd aan de investeringsruimte artikelonderdeel 12.07. Bij het project Blankenburgverbinding wordt ook een KRW-maatregel uitgevoerd. Hiervoor is € 1 miljoen vanuit KRW toegevoegd.
-
• Naar aanleiding van het amendement Hoogland (Kamerstukken II 2015–2016 34 300 A, nr. 20) is voor snelfietsroutes een reservering getroffen ter hoogte van € 18,5 miljoen. Dit is beschikbaar voor de door de regio ingediende snelfietsroutes (Kamerstukken II 2015–2016 34 300 A, nr. 70).
-
• Binnen het programma SAA (Schiphol–Amsterdam–Almere) wordt € 89 miljoen, als gevolg van meevallers op de andere onderdelen van het programma SAA, toegevoegd aan het deeltraject A9 Amstelveen. Dit deeltraject is nog in de fase van planuitwerking (Art. 12.03.02).
-
• De budgetspanning SAA is ten opzichte van vorig jaar afgenomen van € 0,3 miljard naar € 0,25 miljard. De afgenomen spanning is voor het grootste gedeelte gerealiseerd door de afname van risico’s bij het project A1/A6. Het programma SAA heeft te maken met diverse onzekerheden en nog te realiseren complexe onderdelen (aquaduct; tunnel; verdiepte liggingen; wisselstroken). Door strakke sturing op de risico’s behoort het realiseren van SAA binnen het taakstellend budget nog steeds tot de mogelijkheden.
-
• ZSM 1+2 (spoedwet wegverbreding): de meevallers A28 Utrecht–Amersfoort (€ 21 miljoen), A2 Everdingen–Oudenrijn (€ 0,5 miljoen) en de lagere ontvangst knooppunt Gouwe / aansluiting Moordrecht (€ – 1,3 miljoen) zijn overgeboekt naar ZSM (programma Zichtbaar, Snel en Meetbaar) waar alle mee- en tegenvallers van de Spoedaanpak worden samengevoegd. De vrijval bij A28 Utrecht-Amersfoort is veroorzaakt door meevallers in de contractwijzigingen (geluidsmaatregelen en het waterhuishoudkundig plan) en effectieve risicobeheersing. Daarmee is er op het totale programma een meevaller van € 229 miljoen.
-
• Binnen het programma Quick Wins Wegen heeft een meevaller plaatsgevonden van € 25 miljoen. Een aantal projecten zijn niet in uitvoering genomen, omdat het effect van de maatregel onvoldoende was, dan wel voor een andere oplossing is gekozen.
-
• A4 Dinteloord–Bergen op Zoom: er heeft een meevaller plaatsgevonden van € 17 miljoen, omdat er minder risico’s zijn opgetreden dan waarmee rekening gehouden was.
-
• Meer kwaliteit leefomgeving: in de begroting 2016 zijn per abuis de gerealiseerde uitgaven tot en met 2012 niet meegenomen.
-
• Het saldo van mee- en tegenvallers van projecten binnen realisatie wordt toegevoegd aan de investeringsruimte Wegen (artikelonderdeel 12.07).
Totaal | Openstelling | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | later | huidig | vorig |
Projecten Nationaal | ||||||||||||
Kleine projecten / Afronding projecten | 62 | 56 | 10 | 8 | 23 | 15 | 6 | nvt | nvt | |||
Programma 130 km | 56 | 56 | 30 | 6 | 1 | 3 | 1 | 1 | 13 | – | – | |
Programma aansluitingen | 113 | 113 | 32 | 5 | 45 | 29 | 2 | nvt | nvt | |||
Quick Wins Wegen | 12 | 37 | 11 | 1 | 0 | – | – | |||||
ZSM 1+2 (spoedwet wegverbreding) | 1.543 | 1.772 | 1.462 | 14 | 5 | 0 | 62 | 2016 | 2016 | |||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||||||
A10 Amsterdam praktijkproef FES | 51 | 51 | 25 | 3 | 4 | 18 | 2018 | 2015–2018 | ||||
1.587 | 1.587 | 604 | 65 | 87 | 104 | 127 | 67 | 59 | 473 | 2024–2026 | 2024–2026 | |
340 | 340 | 153 | 53 | 21 | 8 | 104 | 2018 | 2018 | ||||
A2 Holendrecht–Oudenrijn | 1.216 | 1.216 | 1.202 | 4 | 3 | 7 | 2012 | 2012 | ||||
A28 Utrecht–Amersfoort | 202 | 202 | 194 | 2 | 7 | 0 | 2013 | 2013 | ||||
743 | 741 | 27 | 16 | 29 | 102 | 162 | 143 | 84 | 180 | 2023–2025 | 2022–2024 | |
24 | 24 | 17 | 1 | 1 | 5 | 2015 | 2015 | |||||
16 | 16 | 4 | 9 | 2 | 2016 | 2016 | ||||||
A7/A8 Purmerend–Zaandam–Coenplein | 21 | 21 | 13 | 6 | 1 | 0 | 2015 | 2015 | ||||
261 | 261 | 8 | 8 | 121 | 113 | 13 | 2018–2020 | 2018–2020 | ||||
297 | 297 | 0 | 2 | 12 | 26 | 50 | 59 | 57 | 92 | 2028 | 2028 | |
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||||||
774 | 857 | 11 | 14 | 42 | 76 | 240 | 263 | 104 | 23 | 2022–2024 | 2022–2024 | |
A4 Burgerveen–Leiden | 547 | 548 | 537 | 2 | 8 | 2015 | 2015 | |||||
552 | 551 | 36 | 36 | 101 | 121 | 161 | 50 | 48 | Regio | Regio | ||
A4 Delft–Schiedam | 658 | 658 | 577 | 19 | 6 | 4 | 4 | 39 | 3 | 7 | 2015 | 2015 |
14 | 14 | 14 | Regio | Regio | ||||||||
N57/N59 EuroRAP (verkeersveiligheid) | 11 | 11 | 0 | 1 | 0 | 5 | 4 | 1 | 2020 | 2020 | ||
N61 Hoek-Schoondijke | 119 | 119 | 104 | 5 | 1 | 9 | 2015 | 2015 | ||||
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||||||
A4 Dinteloord–Bergen op Zoom | 258 | 275 | 254 | 2 | 2 | 2014 | 2014 | |||||
A67 Aanpak toerit Someren | 6 | 6 | 5 | 0 | 1 | 2015 | 2015 | |||||
A2 Maasbracht–Geleen, 1e fase | 154 | 154 | 153 | 1 | 2013 | 2013 | ||||||
678 | 678 | 651 | 1 | 26 | 2016 | 2016 | ||||||
59 | 59 | 45 | 14 | Regio | Regio | |||||||
Projecten Oost-Nederland | ||||||||||||
270 | 270 | 265 | 4 | 2 | 2017 | 2017 | ||||||
N35 Combiplan Nijverdal | 321 | 321 | 312 | 4 | 5 | 2015 | 2015 | |||||
337 | 337 | 110 | 65 | 100 | 57 | 6 | 2019–2021 | 2019–2021 | ||||
N35 Wijthmen–Nijverdal | 15 | 15 | 15 | 2018 | 2018 | |||||||
31 | 31 | 1 | 8 | 14 | 7 | 0 | 2017 | 2016–2018 | ||||
48 | 48 | 5 | 4 | 22 | 17 | 2018 | 2018 | |||||
Projecten Noord-Nederland | ||||||||||||
N31 Leeuwarden (De Haak) | 217 | 217 | 208 | 9 | 0 | 2014 | 2014 | |||||
670 | 669 | 17 | 24 | 58 | 84 | 85 | 83 | 84 | 236 | 2019–2021 | 2019–2021 | |
Overige maatregelen | ||||||||||||
Meer kwaliteit leefomgeving | 176 | 109 | 91 | 16 | 20 | 20 | 20 | 10 | ||||
37 | 37 | 7 | 10 | 10 | 10 | |||||||
25 | 25 | 15 | 10 | |||||||||
Reservering snelfietsroutes | 19 | 5 | 5 | 5 | 5 | |||||||
Afrondingen | – 1 | 1 | – 1 | 2 | ||||||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 12.540 | 7.150 | 433 | 676 | 870 | 972 | 910 | 458 | 1.075 | |||
Realisatieuitgaven op IF 12.03.01 mbt planuitwerking | 48 | 93 | 62 | 40 | 7 | 1 | ||||||
Programma Realisatie (IF 12.03.01) | 481 | 769 | 932 | 1.012 | 917 | 459 | 1.075 | |||||
Budget Realisatie (IF 12.03.01) | 481 | 619 | 782 | 1.012 | 967 | 709 | 1.075 | |||||
Overprogrammering (–) | – 150 | – 150 | 50 | 250 |
Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen. Dit jaar is in het MIRT Overzicht aanvullende informatie toegevoegd over de ontwikkeling van planning en budget in de afgelopen vijf jaar en de financiële voortgang van de projecten. Na openstelling vinden er in de regel nog (na)betalingen plaats, waardoor het project wel opgenomen blijft in bovenstaande tabel.
12.03.02 Verkenningen en Planuitwerkingen
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
-
• Beter Benutten: op artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten waren de middelen voor het vervolgprogramma Beter Benutten gereserveerd. Het vervolgprogramma Beter Benutten, dat loopt van 2015 tot en met 2017, heeft inmiddels meer vorm gekregen en volgens het zwaartepunt principe zijn deze middelen toegewezen aan artikel 12 Hoofdwegennet, waar grotendeels de middelen van Beter Benutten I staan.
-
• Het studiebudget externe kosten planuitwerkingen is via het saldo mee- en tegenvallers opgehoogd conform afspraken uit de begroting 2016 bij de omzetting kerntaken RWS.
-
• SAA A9 Amstelveen: de meevallers bij andere projectonderdelen van SAA zijn toegevoegd aan dit deeltraject. Voor de toekomstvaste aanleg van de A9 is daarnaast het budget met € 23 miljoen opgehoogd.
-
• A13/A16 Rotterdam: in oktober 2015 is de Inpassingovereenkomst A13/16 gesloten met de regiopartners waarin nadere afspraken zijn gemaakt over de besteding van de regionale bijdrage aan enkele inpassingmaatregelen. De regio zal vanuit de eerder toegezegde middelen (€ 100 miljoen, prijspeil 2010) voor € 14 miljoen zelf maatregelen verrichten die geen onderdeel uitmaken van het Tracébesluit. De regionale bijdrage (budget en ontvangst in de begroting) wordt daarom in deze begroting verlaagd. Het budget is daarnaast geïndexeerd naar prijspeil 2016. Per saldo daalt het budget in de rijksbegroting daardoor met € 5 miljoen.
-
• Blankenburgverbinding: het project is overgegaan naar realisatie. Het verschil tussen raming en budget bij de overgang naar realisatie (€ 60 miljoen) is toegevoegd aan de investeringsruimte artikelonderdeel 12.07. De rijksbijdrage aan het kwaliteitsprogramma Blankenburgverbinding (€ 26 miljoen) blijft apart gereserveerd op artikelonderdeel 12.03.02 en wordt na het onherroepelijk worden van het Tracébesluit beschikbaar gesteld aan de regio.
-
• ViA15: Het taakstellend budget van dit project is conform bestuurlijke afspraken uit november 2015 bij het Ontwerp Tracébesluit (OTB) per saldo verlaagd met € 15 miljoen. De bijdrage van de provincie Gelderland aan het project is met € 35 miljoen verlaagd om maatregelen te nemen op het onderliggend wegennet. Daarnaast is, conform de bestuurlijke afspraken uit 2013, de aanbestedingsmeevaller van € 20 miljoen bij het project A12 Ede-Grijsoord toegevoegd aan het taakstellend budget van de ViA15.
-
• A27 Houten-Hooipolder: het budget is met € 48 miljoen opgehoogd om aan te sluiten bij de huidige raming van het vastgestelde OTB. Bij uitwerking van het OTB bleek dat op delen van het traject de eerdere versobering teveel impact heeft gehad, en er aanvullend budget nodig is om een robuust ontwerp te kunnen realiseren voor een goede doorstroming en veiligheid.
-
• N35 Nijverdal–Wierden: begin 2015 zijn afspraken gemaakt met de regio Oost-Nederland over de beschikbare middelen bij de N35 Nijverdal–Wierden, in totaal € 122 miljoen. Naast de aanleg van de N35 betreft dit een bijdrage aan de kosten voor de verkenning, bijdrage N35 Salland-Twentetunnel om deze voor te bereiden op het project N35 Nijverdal–Wierden en interne kosten RWS. Het taakstellend budget voor de aanleg van de N35 Nijverdal–Wierden bedraagt € 104 miljoen. De overige middelen zijn overgeboekt naar de desbetreffende artikelonderdelen en de investeringsruimte voor zover deze activiteiten al waren gedekt.
-
• Naar aanleiding van bestuurlijke afspraken in het najaar van 2015 zijn de projecten A15 Papendrecht-Sliedrecht en Programma Bereikbaarheid Zuid-Nederland (onderdelen: InnovA58, ITS en Smart Mobility, A67) in de begroting opgenomen.
-
• Programma Bereikbaarheid Zuid-Nederland (InnovA58): voor de aanpak van de A58 is naar aanleiding van de bestuurlijke afspraken en het geselecteerde voorkeursalternatief een taakstellend budget opgenomen van € 400 miljoen (Kamerstukken II 2015–2016 34 300 A, nr. 16). De middelen voor Beheer en Onderhoud door deze areaalgroei zijn specifiek op de begroting gereserveerd (€ 11 miljoen).
-
• Reservering Caribisch Nederland: met Bonaire en St. Eustatius is een afspraak vastgelegd in de meerjarenprogramma’s dat IenM een eenmalige impuls beschikbaar stelt voor de wegen (in totaal € 9 miljoen). Hiervoor is een reservering getroffen. In overleg met BZK en de eilandbesturen worden de middelen beschikbaar gesteld.
-
• N33 Zuidbroek–Appingedam: de bijdrage van de provincie Groningen aan het project is opgenomen in de begroting (€ 88 miljoen). Het budget is daarnaast verlaagd omdat de planstudiekosten en apparaatskosten RWS reeds gedekt zijn op de artikelonderdelen 12.03.02 en 12.06.
-
• In het verleden is € 187 miljoen gereserveerd voor de naleving van SWUNG. Daarvan staat € 120 miljoen op het artikelonderdeel 12.02. De resterende € 67 miljoen is nog een reservering bij het artikelonderdeel 12.03.02. Deze reservering van € 67 miljoen wordt nu verhoogd met € 12 miljoen. De verhoging is een risicoreservering voor het geval geluidsproductieplafonds eerder worden gehaald dan gedacht na de snelheidsverhogingen. Het betreft hier mogelijke meerkosten tot en met 2028. Bij vaststelling van de nieuwe SLA zal bekeken worden of het nodig is om deze middelen toe te voegen aan het budget voor Beheer en Onderhoud. De meerkosten van de door de Kamer gevraagde (motie Visser/Hoogland 34 300 XII, nr. 18) snelheidsverhoging op de A2 tussen Maarssen/Holendrecht worden betaald uit de reservering. In de reeds gereserveerde middelen (€ 187 miljoen) zijn de mogelijke meerkosten voor in het verleden doorgevoerde snelheidsverhogingen ter grootte van € 11 miljoen gedekt.
Budget | Planning | |||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | TB | Openstelling |
Verplicht | ||||
Realisatieuitgaven op IF12.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten | – 250 | – 267 | nvt | |
Projecten Nationaal | ||||
475 | 285 | nvt | ||
260 | 260 | nvt | ||
Lucht – weg (NSL hoofdwegennet) | 196 | 196 | nvt | |
Bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen | 192 | 109 | nvt | |
Projecten Noordwest-Nederland | ||||
A1/A6/A9 Schiphol–Amsterdam–Almere, deeltraject A9 Amstelveen (deel 4) | 709 | 685 | 2017 | 2024–2026 |
1.141 | 1.138 | 2017 | 2024–2026 | |
166 | 166 | nvt | Regio | |
Stedelijke Bereikbaarheid Almere | 26 | 26 | nvt | nvt |
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||
974 | 979 | 2016 | 2021–2023 | |
A58 aansluiting Goes | 9 | 9 | nvt | nvt |
6 | 0 | 2017 | 2018–2020 | |
26 | 26 | nvt | nvt | |
Projecten Zuid-Nederland | ||||
262 | 261 | 2017 | 2025–2027 | |
860 | 810 | 2017 | 2023–2025 | |
46 | 46 | nvt | 2023–2025 | |
401 | 435 | nnb | 2022–2024 | |
Programma Bereikbaarheid Zuid-Nederland: ITS en Smart Mobility | 30 | 0 | nvt | nvt |
Projecten Oost-Nederland | ||||
541 | 555 | 2017 | 2021–2023 | |
Terugbetaling regiobijdrage ViA15 (maatregelen OWN) | 35 | 0 | nvt | nvt |
104 | 122 | 2018 | 2022–2024 | |
424 | 424 | 2017 | Fase 1: 2019–2021 Fase 2: 2026–2028 | |
Projecten Noord-Nederland | ||||
96 | 11 | 2018 | 2021–2023 | |
Gebonden | ||||
Projecten Nationaal | ||||
Reserveringen voor LCC | 150 | 127 | nvt | |
Tolreservering Blankenburgverbinding en ViA15 | 108 | 108 | nvt | |
Reservering Nalevingskosten SWUNG | 79 | 67 | nvt | |
Projecten Noordwest-Nederland | ||||
300 | 300 | |||
49 | 51 | |||
Reservering BenO A6 aansluiting Lelystad | 1 | 0 | nvt | |
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||
448 | 447 | |||
2 | 0 | nvt | ||
Projecten Zuid-Nederland | ||||
A67/A73 Knooppunt Zaarderheiken | 5 | 5 | ||
Programma Bereikbaarheid Zuid-Nederland: A67 Leenderheide-Zaarderheiken | 150 | 0 | ||
Landzijdige Bereikbaarheid Eindhoven Airport | 25 | 25 | ||
Reservering BenO InnovA58 | 11 | 0 | nvt | |
Projecten Oost-Nederland | ||||
19 | 19 | nvt | ||
1 | 1 | nvt | ||
Reservering Terugbetaling voorfinanciering A1 Apeldoorn–Azelo | 29 | 29 | nvt | |
Projecten Noord-Nederland | ||||
Reservering BenO N33 Zuidbroek-Appingedam | 4 | 4 | nvt | |
Bestemd | 324 | 350 | ||
Projecten in voorbereiding | ||||
Projecten Nationaal | ||||
Studiebudget Verkenningen / MIRT onderzoeken | ||||
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||
Overige projecten in voorbereiding | ||||
Gesignaleerde Risico’s | ||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 8.434 | |||
Begroting IF 12.03.02 | 8.434 |
Legenda:
TB = Tracébesluit
Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen. Dit jaar is op het MIRT blad voor planuitwerkingprojecten aanvullende informatie toegevoegd over de ontwikkeling van planning en budget in de afgelopen vijf jaar.
Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2016–2030 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2030.
12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
Infrastructuurprojecten die via een DBFM (Design, Build, Finance en Maintain) contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, onderhoud en financiering) aan een private opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienst uitgevraagd, te weten de beschikbaarheid van de infrastructuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats aan de hand van de overeengekomen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie, de beschikbaarheid. De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na oplevering van het project; tijdens de bouw dient de DBFM-opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de private opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouwfase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschikbaarheidsvergoeding) als sprake is van de uitbreiding van een bestaande weg die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor het wegverkeer. Bij openstelling van de weg wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de DBFM-opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht. Tot dusver is dat bij ieder project wel eens gebeurd, zij het niet van een omvang die expliciet zichtbaar wordt op dit begrotingsartikel. Afgezet tegen de maximale beoogde beschikbaarheidsvergoeding volgens het contract varieert de werkelijk geleverde beschikbaarheid gemiddeld rond de 99%. De verplichting aan de DBFM-opdrachtnemer vervalt aan het einde van de looptijd van het contract waarna het beheer en onderhoud van deze wegvakken terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten gaan vallen onder het reguliere onderhoudsartikel (artikelonderdeel 12.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging). In bijlage 4 Instandhouding is inzichtelijk gemaakt welke bedragen hiermee gemoeid zijn.
De Brief Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water (Kamerstukken II 2010–2011 32 500 A, nr. 83, bijlage 3) bevat een lijst van in totaal 20 potentiële DBFM-projecten op het hoofdwegennet. Al deze projecten worden getoetst aan kwalitatieve criteria en op mogelijke financiële meerwaarde. In de Voortgangsrapportage DBFM(O) wordt periodiek gerapporteerd over de DBFM-dealflow op langere termijn (meest recente voortgangsrapportage DBFM(O): Kamerstukken II 2014–2015 28 753, nr. 35).
Producten
De projecten N31 Leeuwarden-Drachten, A59 Rosmalen-Geffen, A12 Lunetten-Veenendaal, 2e Coentunnel en N33 Assen-Zuidbroek zijn opengesteld en verkeren in de exploitatiefase. Deze projecten zijn op tijd en binnen budget opgeleverd. In de DBFM(O) Voortgangsrapportage wordt nader ingegaan op de prestaties die bij deze projecten middels de DBFM-contractvorm zijn bereikt. De looptijd van deze contracten varieert; in onderstaand projectenoverzicht is zichtbaar wanneer de contracten eindigen.
De projecten A15 Maasvlakte Vaanplein, A12 Veenendaal-Ede-Grijsoord, en twee deelprojecten van SAA (Schiphol–Amsterdam–Almere) verkeren in de bouwfase. De beschikbare budgetten voor de (al dan niet partiële) beschikbaarheidsvergoedingen van al deze projecten zijn te vinden in onderstaand projectoverzicht.
Momenteel lopen DBFM-aanbestedingen van de N18 Varsseveld–Enschede, SAA A6 Almere en de A27/A1 Utrecht Noord–Eemnes–Bunschoten. De DBFM-conversie, overheveling van de begrotingsbedragen vanuit de budgetten voor aanleg (artikelonderdeel 12.03) en onderhoud (artikelonderdeel 12.02) naar dit begrotingsartikel, zal plaatsvinden na «Financial close» van deze contracten. Na afloop van het DBFM-contract (zie looptijd in onderstaande tabel) zal het budget voor Beheer en Onderhoud weer worden toegevoegd aan artikelonderdeel 12.02. Beheer, Onderhoud en Vervanging. Bij verlenging van de periode van het Infrastructuurfonds worden deze budgetten gezien als een doorlopende verplichting.
Voor 2017 en 2018 is voorzien dat de aanbesteding zal starten van de Blankenburgverbinding, de A13/A16 Rotterdam en de A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15).
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
De tolgefinancierde uitgaven zijn in deze begroting opgenomen op dit artikelonderdeel (Art. 12.04). Deze waren in de vorige begroting weergegeven op productartikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten. De tolprojecten Blankenburgverbinding en ViA15 worden met een DBFM-contract op de markt gezet (de aannemer wordt betaald voor de beschikbaarheid van de nieuwe weg). Een deel van de beschikbaarheidsvergoedingen wordt bekostigd vanuit tol. De tolgefinancierde uitgaven zijn hiermee nu begroot op het artikelonderdeel van waar de uitgaven zullen worden verricht. De tolopgave wordt jaarlijks geïndexeerd en bedraagt € 316 miljoen voor de Blankenburgverbinding en € 286 miljoen voor de ViA15 (in netto contante waarde op prijspeil 2016).
Totaal | Openstelling | Eind | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | later | huidig | vorig | contract |
Projecten Noordwest-Nederland | |||||||||||||
Aflossing tunnels | 1.239 | 1.237 | 523 | 53 | 53 | 54 | 55 | 56 | 57 | 389 | – | – | |
A10 Tweede Coentunnel | 2.223 | 2.221 | 1.005 | 62 | 51 | 51 | 51 | 51 | 51 | 900 | 2013 | 2013 | 2037 |
A1/A6/A9 Schiphol–Amsterdam–Almere (deeltraject A1/A6) | 1.737 | 1.731 | 111 | 47 | 297 | 94 | 68 | 106 | 59 | 954 | 2019 | 2019 | 2042 |
A1/A6/A9 Schiphol–Amsterdam–Almere (deeltraject A9 Gaasperdammerweg) | 1.068 | 1.066 | 14 | 27 | 22 | 201 | 52 | 51 | 84 | 616 | 2021 | 2021 | nnb |
A12 Lunetten–Veenendaal | 642 | 641 | 272 | 27 | 24 | 24 | 24 | 24 | 24 | 223 | 2012 | 2012 | 2033 |
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||||||||||
A15 Maasvlakte–Vaanplein | 2.060 | 2.058 | 1.020 | 139 | 55 | 54 | 52 | 52 | 52 | 635 | 2015 | 2015 | 2035 |
Projecten Zuid-Nederland | |||||||||||||
A59 Rosmalen–Geffen, PPS | 288 | 288 | 267 | 1 | 1 | 1 | 1 | 6 | 12 | 2005 | 2005 | ||
Projecten Oost-Nederland | |||||||||||||
A12 Ede–Grijsoord | 166 | 166 | 13 | 6 | 16 | 10 | 9 | 9 | 9 | 92 | 2016 | 2016 | 2032 |
Projecten Noord-Nederland | |||||||||||||
N31 Leeuwarden–Drachten | 166 | 166 | 119 | 6 | 6 | 6 | 6 | 6 | 6 | 11 | 2007 | 2007 | 2022 |
N33 Assen–Zuidbroek | 350 | 350 | 72 | 14 | 37 | 13 | 13 | 13 | 13 | 174 | 2014 | 2014 | 2034 |
Afrondingen | – 1 | 1 | 1 | 1 | 2 | ||||||||
Tolgefinancierde uitgaven | NCW | ||||||||||||
Tolgefinancierde uitgaven A24 Blankenburgtunnel | 316 | 506 | nvt | nvt | nvt | ||||||||
Tolgefinancierde uitgaven A12/A15 Ressen–Oudbroeken (ViA15) | 286 | 457 | nvt | nvt | nvt | ||||||||
Totaal | 10.541 | 3.416 | 381 | 562 | 509 | 332 | 375 | 357 | 4.969 |
Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen. Dit jaar is op het MIRT blad voor de realisatieprojecten aanvullende informatie toegevoegd over de ontwikkeling van planning en budget in de afgelopen vijf jaar en de financiële voortgang van de projecten. Bij DBFM projecten worden na de openstelling de beschikbaarheidsvergoedingen betaald, waardoor het project wel opgenomen blijft in bovenstaande tabel.
12.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdwegennet
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan verkeersmanagement, beheer, onderhoud, vervanging, aanleg en DBFM, en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT systemen, het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.
12.07 Investeringsruimte
Motivering
Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte tot en met 2030 verantwoord. De investeringsruimte betreft de budgettaire ruimte waarvoor nog geen bestuurlijke of juridische verplichtingen zijn aangegaan. Deze ruimte is onder meer beschikbaar voor het kunnen opvangen van (toekomstige) risico’s en de in het najaar van 2013 aangekondigde MIRT-onderzoeken (Kamerstukken II 2013–2014 33 750 A, nr. 25).
De in de begroting 2016 opgenomen stand van de beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 bedroeg € 679 miljoen. Door de hieronder vermelde belangrijkste (budgettaire) aanpassingen bedraagt deze ruimte in de ontwerpbegroting 2017 nu € 1.051 miljoen tot en met 2030.
-
• Om de flexibiliteit binnen het Infrastructuurfonds te garanderen, heeft het kabinet besloten dat gedurende de huidige kabinetsperiode van de investeringsruimte die met de verlenging tot en met 2030 ontstaat nog maximaal € 1,4 miljard mag worden bestemd voor (nieuwe) ambities en risico’s. Hiervan is € 749 miljoen toebedeeld aan Wegen.
-
• Opvangen van de ramingsbijstelling Infrastructuurfonds (– € 520 miljoen).
-
• Bijdrage aan de rijksbrede taakstelling Veiligheid en Justitie en Migratie (– € 5 miljoen).
-
• Bijdrage aan Eenvoudig Beter (– € 80 miljoen).
-
• Bijdrage aan de Topsector Logistiek (– € 17 miljoen).
-
• Saldo prijsbijstelling 2016 (+ € 10 miljoen).
-
• Het project Verkeersruit Eindhoven (€ 272 miljoen) wordt niet doorgezet. Een deel (€ 180 miljoen) wordt conform bestuurlijke afspraken in november 2015 beschikbaar gesteld voor het Programma bereikbaarheid Zuid-Nederland. Het overige deel gaat terug naar de investeringsruimte (+ € 92 miljoen).
-
• Het wegendeel binnen de investeringsruimte op artikel 14 Regionaal/lokaal wordt toegevoegd aan de investeringsruimte op artikel 12 Hoofdwegennet (+ € 83 miljoen). In 2013 is reeds aangegeven dat alle vrije ruimte op wegenonderdelen van het Infrastructuurfonds beschikbaar zijn voor de gesignaleerde bereikbaarheidsknelpunten bij lage groei op het hoofdwegennet. De overheveling maakt het mogelijk om een integrale afweging te maken tussen investeringen in het regionaal/lokale en landelijke wegennet.
-
• Toevoeging budget voor Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud: Inwinning verkeersgegevens NDW (– € 4 miljoen), Schaderijden (– € 16 miljoen), Duurzaamheid (– € 5 miljoen), kosten BenO door areaalgroei (– € 23 miljoen). Eén van de risico’s waarvoor de investeringsruimte beschikbaar is, zijn de hogere uitgaven binnen artikel 12.02 Beheer en Onderhoud als gevolg van areaalgroei. Vanwege de faseovergang van een aantal projecten (van planuitwerking naar realisatie) is in het lopende jaar € 23 miljoen toegevoegd aan Beheer en Onderhoud. Voor deze projecten was nog geen specifieke reservering getroffen.
-
• Verwerking bestuurlijk afspraken bij de planuitwerkingen N35 Nijverdal–Wierden (+ € 7 miljoen) en N33 Zuidbroek-Appingedam (+ € 1 miljoen). Deze kosten zijn op andere artikelonderdelen gedekt (studiebudget en apparaatskosten RWS).
-
• Verwerking van resultaat grondopbrengst in het kader van Integrale ontwikkeling tussen Delft en Schiedam (+ € 2,5 miljoen).
-
• De reservering nalevingskosten SWUNG is opgehoogd met € 12 miljoen. Zie de toelichting bij artikel 12.03.
-
• Wijzigingen bij aanlegprojecten: zie toelichting bij artikel 12.03. Betreft A24 Blankenburgverbinding (+ € 60 miljoen), SAA A9 Amstelveen (– € 23 miljoen), amendement fietssnelpaden (– € 18,5 miljoen), overboeking meevaller A12 Ede-Grijsoord naar project ViA15 (– € 20 miljoen), A27 Houten-Hooipolder (– € 48 miljoen), Capaciteitsverruiming A15 Papendrecht–Sliedrecht (– € 4 miljoen) en Caribisch Nederland (– € 9 miljoen).
-
• Verwerking van het saldo van mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma (zie Art. 12.03.01) (+ € 172 miljoen). In dit saldo is een meevaller meegenomen van € 229 miljoen vanuit het programma ZSM (spoedwetprojecten). Het saldo is verminderd met een ophoging van het studiebudget «externe kosten planuitwerkingen» op artikelonderdeel 12.03.02 (conform afspraken uit de begroting 2016 bij de omzetting kerntaken RWS).
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2016–2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 451.651 | 305.961 | 293.827 | 1.051.439 |
Totaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 451.651 | 305.961 | 293.827 | 1.051.439 |