Vastgestelde begroting (1) | Stand 1e suppletoire begroting (2) | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting (4)= (2+3) | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoennota (t+1) | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | |||||
Verplichtingen | 293.059 | 299.707 | 23.092 | ‒ 4.048 | 318.751 | |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||||
Uitgaven | 299.115 | 312.463 | 22.917 | ‒ 6.385 | 328.995 | |
98.01 Personele uitgaven | 223.422 | 233.923 | 13.734 | 546 | 248.203 | |
Personele uitgaven | 223.422 | 233.923 | 13.734 | 546 | 248.203 | |
- Waarvan eigen personeel | 193.622 | 200.637 | 8.975 | ‒ 296 | 209.316 | |
- Waarvan inhuur externen | 21.241 | 24.727 | 6.358 | 1.254 | 32.339 | |
- Waarvan overige personele uitgaven | 8.559 | 8.559 | ‒ 1.599 | ‒ 412 | 6.548 | |
98.02 Materiële uitgaven | 75.693 | 78.540 | 9.183 | ‒ 6.931 | 80.792 | |
Materiële uitgaven | 75.693 | 78.540 | 9.183 | ‒ 6.931 | 80.792 | |
- Waarvan ICT | 20.383 | 23.874 | 1.578 | ‒ 2.281 | 23.171 | |
- Waarvan bijdrage SSO's | 34.527 | 34.737 | 6.507 | 3.541 | 44.785 | |
- Waarvan overige materiële uitgaven | 20.783 | 19.929 | 1.098 | ‒ 8.191 | 12.836 | |
Ontvangsten | 5.430 | 12.081 | 6.711 | 9 | 18.801 |
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingenmutaties zijn een weerspiegeling van de onderstaande toegelichte kasmutaties. Het verschil met de uitgaven wordt overwegend veroorzaakt doordat er meerjarige verplichtingen reeds zijn aangegaan in 2019 waarvan de kasuitgaven in latere jaren zijn voorzien.
Uitgaven
98.01 Personele uitgaven
Hogere Personele uitgaven zijn met name het gevolg van inzet van externe inhuur op vacatureruimte en in plaats van uitbesteding. Daarnaast is er minder aan post-actieve werknemers uitgekeerd dan het vooraf geraamde bedrag.
98.02 Materiële uitgaven
De lagere uitgaven voor ICT wordt overwegend veroorzaakt door uitbesteding van een deel van de kantoorautomatisering aan rijksbrede SSO’s en vertraging van de update van het bedrijfsvoeringssysteem HPRM.
De lagere overige materiële uitgaven zijn met name het gevolg van de overboeking van budget naar de agentschappen RWS, KNMI en ILT voor compensatie van gemaakte kosten in het kader van de Participatiewet. Daarnaast was een aantal herschikkingen noodzakelijk als gevolg van verrekening van interne dienstverlening (naar bijdrage SSO).
Tot slot zijn als gevolg van het later ter beschikking komen van nieuwe huisvesting, de uitputtingen op diverse Materiële uitgaven (huisvesting, facilitair) lager dan voorzien.