Deze leeswijzer gaat in op de opbouw van de beleidsagenda, de beleidsartikelen en de overige onderdelen van de begroting.
Algemeen
Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa en in het Caribisch gebied (de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba), alsmede de Caribische Koninkrijkslanden Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Waar deze begroting spreekt over «Nederland» of «Nederlands» wordt daarmee bedoeld: «(van) het Koninkrijk der Nederlanden», tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap, ontwikkelingssamenwerking, NAVO-lidmaatschap en Nederlandse beleidsuitvoering.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is een Koninkrijksministerie en de Minister is een Koninkrijksminister. Dat betekent dat niet alleen de belangen van Nederland behartigd dienen te worden, maar ook van de Caribische Koninkrijkslanden. Het is dan ook de inzet van Buitenlandse Zaken, inclusief het postennet, om de belangen van alle vier de autonome Koninkrijkslanden op het gebied van buitenlandse betrekkingen zo optimaal mogelijk te incorporeren in het bredere buitenlandbeleid van het Koninkrijk.
Groeiparagraaf
De beleidsagenda wordt afgesloten met een risicoparagraaf bestaande uit een overzicht van de risicoregelingen en een toelichting daarop. Tot en met de begroting voor 2018 was deze uit praktische overwegingen opgenomen in de memorie van toelichting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Met ingang van de memorie van toelichting 2019 wordt een splitsing gemaakt tussen de regelingen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Daarom zijn de garanties voor de Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa nu afzonderlijk opgenomen in de risicoparagraaf van de memorie van toelichting bij de begroting van Buitenlandse Zaken.
Beleidsagenda
De beleidsagenda bevat de politieke hoofdlijnen van het buitenlandbeleid van de regering. De beleidsagenda bevat een overzicht van de meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen en de belangrijkste beleidsmatige mutaties ten opzichte van de memorie van toelichting 2018, inclusief de mutaties uit de eerste suppletoire begroting 2018.
Beleidsartikelen
Aanpassing indeling BZ begroting aan de politieke ontwikkelingen
In de begroting 2019 hebben enkele aanpassingen plaatsgevonden in de beleidsartikelen om de doelstellingen van het buitenlands beleid in lijn te brengen met Regeerakkoord Rutte III. Hieronder een weergave wat er met ingang van deze begroting wijzigt:
Artikel | Was (begroting 2018) | Wordt (begroting 2019 e.v.) |
---|---|---|
Beleidsartikel 1 | Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging mensenrechten en een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties | Versterkte internationale rechtsorde |
Subartikel 1.3 (voorheen art. 4.5) | Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland | Gastlandbeleid internationale organisaties |
Subartikel 2.2 | Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en vormen van internationale criminaliteit | Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme. |
Subartikel 2.3 | Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verwantwoord wapenexportbeleid | Wapenbeheersing |
Beleidsartikel 3 | Effectieve Europese Samenwerking | Effectieve Europese Samenwerking (deze aanpassing is eerder dit jaar via wijziging HGIS doelstellingen bekend gemaakt) |
Subartikel 3.1 | Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt | Afdrachten aan de Europese Unie |
Subartikel 3.2 | Een effectief, efficient en cohorent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio's, inclusief ontwikkelingslanden | Europees Ontwikkelingsfonds |
Subartikel 3.4 | Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 28 | Versterkte Nederlandse positie in de Unie |
Beleidsartikel 4 | Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen | Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden |
Subartikel 4.1 | Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het Buitenland | Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland |
Subartikel 4.4 | Het inzetten van Publieks-diplomatie door het Postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het Buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen | Uitdragen Nederlandse waarden en belangen |
In de beleidsartikelen staan de volgende onderdelen per begrotingsartikel verder uitgewerkt:
A: Algemene doelstelling
Elk beleidsartikel begint met de algemene doelstelling (titel van het beleidsartikel) met een korte toelichting.
B: Rol en verantwoordelijkheid
De rol en de verantwoordelijkheid van de Minister wordt beschreven aan de hand van de volgende categorieën: stimuleren, financieren, regisseren en uitvoeren.
Volgens het uitgangspunt van verantwoord begroten zijn er alleen kwantitatieve indicatoren bij resultaatverantwoordelijkheid. Een indicator onderbouwt de resultaatverantwoordelijkheid van de Minister op het gebied van de consulaire dienstverlening (beleidsartikel 4). Op de overige beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken heeft de Minister een stimulerende of financierende rol, en in sommige gevallen een regisserende rol. De mogelijkheden voor kwantitatieve effectmeting voor de meeste beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken zijn dan ook beperkt. Kenmerkend is de internationale context waarin veel spelers en factoren de doelbereiking beïnvloeden. Vaak is er een gezamenlijke inspanning waarbij het weinig zinvol is (een deel van) de resultaten toe te rekenen aan Nederland, dat een deel van de input heeft verzorgd. Kwaliteitsbewaking van de beleidsuitvoering vindt plaats door middel van periodieke beleidsdoorlichtingen.
C: Beleidswijzigingen
Dit is een overzicht van belangrijke wijzigingen als gevolg van nieuw regeringsbeleid, evaluatie of voortschrijdend inzicht. Daar waar sprake is van beleidswijzigingen die in beleidsnotities zijn verschenen, is verwezen naar de betreffende notitie met het Kamerstuk.
D1: Budgettaire gevolgen van beleid
In het kader van «verantwoord begroten» presenteren departementen de financiële inzet op instrumentniveau. Het aantal activiteiten en het aantal financiële instrumenten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken inclusief het postennet is aanzienlijk. In sommige gevallen zijn de instrumenten nog niet bekend, omdat de programma’s na het verschijnen van de begroting starten en dan duidelijk wordt hoe financiering plaatsvindt.
D2: Budgetflexibiliteit
Per begrotingsartikel is aangegeven welk percentage van de begroting juridisch is vastgelegd. Als onderdeel van verantwoord begroten wordt alleen de juridische verplichting voor het begrotingsjaar opgenomen. Ook wordt toegelicht hoe de juridische verplichting op artikelonderdeel is ingevuld. Aanvullend hierop is, in lijn met de rijkbrede begrotingsvoorschriften, gekozen om toe te lichten hoe de niet-juridisch verplichte middelen naar verwachting zullen worden ingezet. Dit overzicht staat onder hoofdstuk 2.2 van de begrotingstoelichting.
E: Toelichting op de financiële instrumenten
Deze toelichting geeft per artikelonderdeel inzicht in de financiële instrumenten, zoals in de tabel onder D zijn opgenomen.
Overige onderdelen van de begroting
Na de vier beleidsartikelen volgen de drie niet-beleidsartikelen en het verdiepingshoofdstuk. De niet-beleidsartikelen zijn het verplichte artikel 5 «geheim», artikel 6 «nominaal en onvoorzien» waarin de reserveringen voor loon- en prijsindexatie binnen de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) staan opgenomen en artikel 7 «apparaat» waarin een splitsing is aangebracht tussen personele- en materiële uitgaven. Ten slotte volgen vijf bijlagen: het verdiepingshoofdstuk met informatie over andere nog niet toegelichte beleidsmatige mutaties onder de beleidsagenda, de lijst met moties en toezeggingen aan de Kamer, het subsidieoverzicht, de evaluatie- en onderzoekstabel en de lijst met afkortingen.
De relatie met de HGIS-nota
Samen met de departementale begrotingen wordt ook de HGIS-nota aan de Staten-Generaal gepresenteerd. Deze omvat naast de HGIS uitgaven en ontvangsten van Buitenlandse Zaken ook buitenlanduitgaven en ontvangsten van de andere ministeries. Deze bundeling bevordert de samenhang en samenwerking die voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid van belang zijn. De nota over de HGIS bevat een overzicht van de belangrijkste programma’s en uitgaven voor het buitenlandbeleid, waaronder een overzicht van de begrotingsontwikkelingen binnen de HGIS en bijlagen die alle buitenlanduitgaven overzichtelijk presenteren, zoals een totaaloverzicht van de buitenlanduitgaven die als officiële ontwikkelingshulp (ODA) kwalificeren. In de HGIS-nota wordt daarnaast op hoofdlijnen inzicht gegeven in de internationale klimaatfinanciering 2019 en de internationale inspanningen op migratie in 2019.