Voor Nederland, wereldwijd
Ons Koninkrijk is nauw verbonden met de rest van de wereld. Wat ver weg gebeurt, raakt ons dichtbij. Denk aan terrorisme, vluchtelingenstromen en klimaatverandering. Maar de wereld biedt ook kansen. Voor bedrijven, reizigers en studenten bijvoorbeeld.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken draagt bij aan een veiliger en welvarender Koninkrijk en steunt Nederlanders waar ook ter wereld. Samen met onze partners in Nederland, Europa en het buitenland zetten we ons 24/7 in voor een eerlijke en duurzame wereld. We staan pal voor Nederlandse belangen en universele waarden. Dat doen we door samen te werken met andere landen en internationale organisaties, bijvoorbeeld om mensenrechten te waarborgen en de Sustainable Development Goals te halen.
Ieder uur van de dag zijn we wel ergens op de wereld actief voor Nederlanders in het buitenland. Of ze daar nu wonen, werken, studeren of op vakantie zijn: wij staan voor ze klaar. Ook in geval van nood. Dit doen we vanuit Den Haag en via ons wereldwijde netwerk van 140 ambassades en posten. Overal dichtbij. Voor Nederland, wereldwijd.
Een wereld in verandering – buitenland is binnenland
Het gaat goed met ons land. Nederland zit economisch in de lift en behoort op veel terreinen tot de wereldtop. Denk aan persvrijheid, innovatie, het sociale vangnet, concurrentiekracht en internetdichtheid. Nederlanders zijn de afgelopen jaren steeds positiever geworden over de ontwikkelingen in eigen land, onder andere op economisch terrein.
De kansen die het buitenland biedt zijn overduidelijk. Nederland is een handelsland bij uitstek. Veel Nederlandse ondernemers investeren en handelen met het buitenland. Nederland kent een sterke oriëntatie op de open Europese markt en traditionele handelspartners, en krijgt een steeds sterkere positie op de groeimarkten buiten Europa. Voor de Caribische delen van het Koninkrijk liggen kansen vooral op het Westelijk Halfrond. Nederlanders genieten van de diversiteit aan internationale producten en diensten, gaan op vakantie in het buitenland, studeren en werken internationaal en hebben wereldwijd contact via sociale media. Nederland is een innovatief en hoogwaardig kennisland en heeft veel te bieden aan het buitenland, onder andere op het gebied van digitalisering. Nederland heeft tegelijkertijd baat bij internationale innovatiesamenwerking met andere kenniseconomieën. De democratisering van informatiestromen biedt nieuwe mogelijkheden voor burgerparticipatie en internationale samenwerking. De verbeterde aansluiting op internationale onderwijssystemen maakt wetenschappelijke kennisuitwisseling steeds makkelijker. En zorgt ervoor dat studenten over de grens ervaringen op kunnen doen.
De verwevenheid tussen buitenlandse en binnenlandse ontwikkelingen komt ook naar voren bij de verschuivingen in het geopolitieke en economische krachtenveld. De positie van ons Koninkrijk in de wereld verandert. Verschuivende machtsverhoudingen zetten de traditionele naoorlogse verhoudingen onder druk. Dat geldt ook voor de rol van multilaterale organisaties. Er is sprake van veranderend Amerikaans leiderschap, terwijl grootmachten als Rusland en China zich assertiever opstellen. Daarnaast komen nieuwe regionale mogendheden op die wereldwijd invloed uitoefenen. Sommige buurlanden van de EU gedragen zich steeds assertiever en soms agressiever.
Ook in onze eigen samenleving is de «lange arm» van enkele landen soms ongemakkelijk dichtbij. Ongewenste inmenging vanuit het buitenland staat haaks op de integratiedoelstellingen van het kabinet en kan op gespannen voet staan met onze waarden. Ongewenste buitenlandse financiering van Nederlandse religieuze instellingen is een voorbeeld van dergelijke ongewenste buitenlandse beïnvloeding, net als de verspreiding van desinformatie door statelijke actoren. In de bilaterale betrekkingen die we met ons diplomatieke netwerk onderhouden, zoeken we actief de samenwerking waar sprake is van gedeelde belangen. Waar nodig gaan we de dialoog aan om verschillen van inzicht aan te kaarten. Ook binnen het multilaterale systeem schakelt Nederland op verschillende fronten, waaronder binnen de EU en de VN. Het Nederlandse lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad in 2018 heeft het Koninkrijk op de kaart gezet als serieuze partner voor vrede, rechtvaardigheid en ontwikkeling wereldwijd.
De verschuiving van de economische macht richting het Verre Oosten zet door. Het aandeel van de EU en de VS in de wereldeconomie is de afgelopen jaren verder afgenomen. De EU moet intern de zaken op orde hebben en eensgezindheid bewaren om stand te houden in dit verschuivende speelveld. De Brexit krijgt een grote invloed op de interne dynamiek van de EU. Mogelijk vermindert het politiek en economische gewicht van de Unie. Nederland zoekt in deze veranderende context in toenemende mate naar samenwerking met wisselende coalities binnen de EU.
Nederlanders maken zich meer zorgen om hun veiligheid dan een aantal jaar geleden, ondanks afgenomen criminaliteitscijfers. Dit heeft te maken met buitenlandse veiligheidsdreigingen die ook in het binnenland doorwerken. Denk aan terroristische aanslagen, de gewelddadige conflicten in de ring rond Europa, militaire dreiging in het oosten van Europa, instabiliteit in de Caribische regio, ongewenste buitenlandse inmenging, cyberdreiging en de dreiging van chemische, biologische, radiologische en nucleaire wapens. Om de veiligheid van alle Nederlanders zo goed mogelijk te waarborgen, heeft het kabinet besloten intensiever in te zetten op veiligheid. Aan het begin van deze regeerperiode publiceerde het kabinet al een nieuwe Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie (GBVS). De ontwikkelingen in onder andere Syrië, Rusland, Turkije, Iran, Jemen, Libië, Venezuela, het Midden-Oosten vredesproces en de kwestie MH17 vragen in 2019 onverminderd onze aandacht.
Effectieve Europese samenwerking
Europa gaat in 2019 een jaar van veranderingen tegemoet. Oorzaken zijn de Brexit, de verkiezingen voor het Europees parlement, de installatie van een nieuwe Europese Commissie en de onderhandelingen over het volgende Meerjarig Financieel Kader (MFK).
Op 29 maart 2019 verlaat een lidstaat, zoals het er nu voor staat, voor het eerst in de geschiedenis de Europese Unie. Het vertrek van het Verenigd Koninkrijk (VK) raakt ons allemaal: de Unie als geheel maar zeker ook Nederland als toegangspoort tot het continent. Samen met onze Europese partners zet Nederland zich in voor goede en brede afspraken over het terugtrekkingsakkoord, de overgangsperiode en de toekomstige relatie met het VK. Onder het motto «prepare for the worst, hope for the best» bereiden alle departementen zich voor op de uittreding. Daarbij houdt Nederland rekening met noodzakelijke voorbereidingen voor een cliff edge Brexit (contingency planning). Ook bereiden we ons voor op een nieuwe relatie met het VK (preparedness). De Minister van BZ treedt op als coördinerend bewindspersoon.
De Brexit laat zien dat draagvlak voor de Europese Unie niet vanzelfsprekend is. De EU wekt vaak hoge verwachtingen die ze niet altijd waarmaakt. De realiteit van het leven van Europese burgers is soms ver verwijderd van de besluitvormingsprocessen in Brussel. De verkiezingen voor het Europees Parlement in mei 2019 en de vorming van een nieuwe Commissie zijn een nieuwe kans om deze afstand te verkleinen. Tegelijkertijd blijft een stevige rol van nationale parlementen essentieel voor het draagvlak.
Nederland wil voortrekker zijn binnen een daadkrachtige Europese Unie. Een Unie die in staat is om gezamenlijke uitdagingen het hoofd te bieden. Om resultaten te boeken die lidstaten alleen niet kunnen bereiken. Een Unie die bijdraagt aan duurzame welvaart, veiligheid en stabiliteit.
Daarvoor is het nodig dat we met alle lidstaten gemaakte afspraken naleven en de interne markt – motor van de economische groei – blijven versterken en verdiepen. Dit kan bijvoorbeeld door voortgang te boeken bij de totstandkoming van de digitale interne markt. Nederland is daarnaast ook voorstander van een eerlijke interne markt. De interne markt moet sociale standaarden respecteren, zoals gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plaats. Lidstaten kunnen van elkaar leren als het gaat om effectief sociaal en arbeidsmarktbeleid. Afspraak is afspraak, geldt ook voor het doorvoeren van structurele economische hervormingen en gezond begrotingsbeleid. Dit is cruciaal voor gezonde, competitieve en schokbestendige Europese economieën.
De onderhandelingen voor het volgende Meerjarig Financieel Kader bepalen in 2019 in belangrijke mate de Europese agenda. De uitkomst heeft grote invloed op wat burgers van de EU kunnen verwachten en op wat de EU kan doen om gezamenlijke uitdagingen aan te pakken. De Nederlandse inzet is duidelijk: het volgende MFK moet duurzamer zijn, moderner en meer toekomstgericht. Dat betekent: een sterkere reflectie van nieuwe prioriteiten zoals onderzoek en innovatie, veiligheid, migratie en klimaat en substantiële bezuinigingen op traditionele beleidsterreinen als landbouw en cohesie. Omdat een goed functionerende rechtsstaat een bijdrage levert aan het voorkomen van misbruik van EU-fondsen, is het van belang dat er een koppeling is tussen ontvangst van EU-middelen en naleving van rechtsstaatbeginselen. Het is logisch dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen, maar wel binnen de grenzen van redelijkheid. Nettobetalers als Nederland mogen niet dubbel opdraaien voor verhoging van de begroting én het wegvallen van het VK.
Een gezonde, daadkrachtige EU is ook bittere noodzaak voor de positie van Europa in de wereld. De EU is een wereldmacht in de internationale handel en dat moet zo blijven. Om de belofte van welvaart, veiligheid en stabiliteit waar te maken, is eensgezindheid binnen de EU nodig. Zonder eenheid, bijvoorbeeld over de kernwaarden van de Unie, kan de EU niet geloofwaardig optreden op het wereldtoneel. Nederland blijft zich inzetten voor een effectief Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid.
De uitdagingen voor de Europese Unie beginnen al direct aan de buitengrenzen. Het blijft onrustig ten zuiden en ten oosten van de EU. De relatie met Rusland is gespannen en samenwerking met de VS is niet altijd meer vanzelfsprekend. De EU moet zich blijven engageren met de landen ten zuiden en oosten van haar grenzen en daarmee bijdragen aan veiligheid, stabiliteit en welvaart. Het nabuurschapsbeleid en het toetredingsproces zijn hierin belangrijke instrumenten waarbij een strikte conditionaliteit voorop staat. Gezien de huidige ontwikkelingen in Turkije blijven de toetredingsonderhandelingen met dit land feitelijk stil liggen.
Effectieve Europese samenwerking beperkt zich niet tot de Brusselse vergaderzalen: Nederland blijft zoeken naar versterking van de samenwerking met Duitsland, Frankrijk en de Benelux. Ook willen we bruggen slaan richting lidstaten waarmee we belangen of standpunten delen.
Migratie
Gezien de complexiteit van het migratievraagstuk heeft het kabinet besloten tot het formuleren van een integrale migratieagenda. Deze agenda zal de komende jaren leidend zijn voor de Nederlandse inspanningen op het gebied van migratie. De integrale benadering is opgesteld vanuit de gedachte dat overheidshandelen vanuit verschillende beleidsterreinen in binnen- en buitenland een samenhangend geheel moet vormen. Het is noodzakelijk om beleid te ontwikkelen dat zich richt op alle delen van de migratieagenda, in samenwerking met alle relevante spelers.
De migratiedruk in Europa en in ons land heeft te maken met grondoorzaken in de landen van oorsprong. Denk aan instabiliteit en conflict, een onzekere politieke en economische situatie, mensenrechtenschendingen, grote bevolkingsgroei en urbanisering, de groeiende kloof tussen arm en rijk, en grondstoffen- en waterschaarste.
Het kabinet versterkt de komende jaren de diplomatieke inspanningen om de grondoorzaken van irreguliere migratie aan te pakken. Maar migratie is meer dan alleen irreguliere en asielmigratie. Arbeidsmigranten die naar Nederland komen leveren een waardevolle bijdrage aan de Nederlandse (kennis)economie, samenleving en welvaart.
Een coherent migratiebeleid is bij voorkeur Europees. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken draagt in nauwe afstemming met de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en andere betrokken departementen hieraan bij. De nadruk voor BZ ligt bij de externe dimensie van het migratiebeleid. Denk aan het maken van Europese of bilaterale afspraken met derde landen over migratie en terugkeer.
Instabiliteit en veiligheid
Het internationale veiligheidsbeleid is de ruggengraat van ons buitenlands beleid. Vanwege de directe raakvlakken met onze eigen veiligheid heeft het kabinet ervoor gekozen de internationale inzet voor veiligheid te intensiveren. Dit doen we door te investeren in diplomatie, defensie en ontwikkelingssamenwerking. De Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie (GBVS) is daarbij leidend. Samenvattend is de strategie gebaseerd op de pijlers «voorkomen», «verdedigen» en «versterken». De GBVS staat voor een realistische aanpak: anticiperend en preventief waar mogelijk, robuust waar noodzakelijk. En met een duidelijke focus op de landen en regio’s die het meest relevant zijn voor de veiligheid van Nederland en de Caribische delen van het Koninkrijk. Bij deze geïntegreerde veiligheidsbenadering zet Nederland alle relevante beleidsinstrumenten en actoren in.
De veiligheid in Nederland wordt in grote mate bepaald door instabiliteit in de landen rond Europa. Bestrijding van de grondoorzaken van armoede, migratie, terreur en klimaatverandering is de beste manier om instabiliteit te voorkomen. Dit uitgangspunt komt nadrukkelijk naar voren in het regeerakkoord en de BHOS-nota («Investeren in perspectief. Goed voor de wereld, goed voor Nederland»). Het vormt de essentie van de Nederlandse inzet ten aanzien van early warning/early action. Om de grondoorzaken van instabiliteit aan te pakken, richt Nederland zich op de instabiele regio’s Noord-Afrika, het Midden-Oosten, West-Afrika/Sahel en de Hoorn van Afrika. Ook in EU-verband zet Nederland zich in om sluimerende conflicten tijdig te herkennen. Met een combinatie van diplomatie, defensie en ontwikkelingssamenwerking dragen we bij aan het voorkomen van escalatie.
De verwachte verdubbeling van de Afrikaanse bevolking tot 2,5 miljard inwoners in 2050 vergroot de druk op veel terreinen: politiek, economisch en op veiligheidsgebied. Daarom zet Nederland zich ook in 2019 in om veiligheidsuitdagingen aan te pakken die te maken hebben met toegang tot natuurlijke hulpbronnen en klimaatverandering. Denk aan conflict over toegang tot schaarse waterbronnen. Dit doen we onder andere met het Planetary Security Initiative.
Deelname aan militaire missies en operaties vormt een onlosmakelijk onderdeel van de internationale inzet van het kabinet voor een veilig Nederland. De Nederlandse inzet in vredesmissies en crisisbeheersingsoperaties richt zich met name op de regio’s rond Europa. Daarbij wil Nederland een betrouwbare partner zijn. Zoals ook gemeld in de Kamerbrief Toekomstige Inspanningen in Missies heeft het kabinet dan ook besloten om in 2019 de bijdrage aan de Resolute Support missie te intensiveren en voort te zetten tot en met 2021, de huidige bijdrage aan de vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in Litouwen voort te zetten tot en met 2020 en de intentie aangekondigd om een proportionele bijdrage te leveren aan de NAVO-capaciteitsopbouwmissie in Irak. Het kabinet heeft tevens besloten om de huidige bijdrage aan MINUSMA per 1 mei 2019 te beëindigen, gevolgd door afbouw. In de tweede helft van 2018 is het kabinet voornemens besluiten te nemen over een mogelijke hernieuwde maritieme inzet en de bijdrage aan de strijd tegen ISIS.
Ondanks resultaten in de strijd tegen ISIS in Syrië en Irak is de dreiging van deze en andere terroristische organisaties niet verdwenen. Een succesvolle inzet tegen ISIS vereist schaken op meerdere borden: een sterke nationale contra-terrorisme-aanpak, fors investeren in internationale samenwerking en het delen van expertise en informatie met derde landen. Daarom blijft Nederland het komende jaar internationaal een agendabepalende rol spelen via het co-voorzitterschap van het Global Counterterrorism Forum (GCTF). Ook blijft Nederland actief binnen de civiele sporen van de anti-ISIS-coalitie en draagt Nederland bij aan contraterrorisme programma’s in kwetsbare regio's. Een langetermijnaanpak is nodig: voorkomen is goedkoper dan bestrijden en bovendien duurzamer. Deze inzet wordt in 2018–2019 geïntensiveerd en is complementair aan de aanpak van de grondoorzaken van instabiliteit (de BHOS-nota). Een netwerk van uitgezonden experts signaleert dreigingen en mogelijkheden om deze nu en in de toekomst tegen te gaan. Bijvoorbeeld via de inzet van expertise of trainingen.
De snelle technologische ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologie zijn een motor achter onze welvaart. Maar ze vormen ook een risico als kwaadwillenden hiermee onze veiligheid kunnen aantasten, bijvoorbeeld door cyberaanvallen of ongewenste beïnvloeding van het publieke debat. Nederland investeert daarom in een ambitieuze cybersecurityagenda. Ook maken we ons internationaal sterk voor de erkenning van het internationaal recht als regulerend kader voor het cyberdomein. Versterking van de cyberafschrikking en het achterhalen van daders van cyberaanvallen (attributie) zijn thema’s die ook in 2019 prominent op de agenda staan. Als onderdeel hiervan wordt het budget op de BZ-begroting voor cybersecurity stapsgewijs verhoogd tot structureel EUR 5,9 miljoen. BZ werkt bij de uitvoering van het internationale cyberbeleid samen met andere departementen.
Ondanks de druk op het naoorlogse multilaterale stelsel blijft het kabinet ervan overtuigd dat de traditionele multilaterale structuren de meest effectieve vorm zijn van internationale samenwerking op veiligheidsgebied. Daarom steunt Nederland de recente inspanningen om het Europese Gemeenschappelijk Veiligheid- en Defensiebeleid (GVDB) te versterken. Dit onder andere door de oprichting van Permanent Gestructureerde Samenwerking (PESCO), de oprichting van een Europees Defensiefonds en de versterking van het civiele GVDB. De impuls die dit geeft aan versterking van de defensiecapaciteiten van de lidstaten komt ook ten goede aan de NAVO. Die blijft de hoeksteen van onze collectieve verdediging.
Ook crisisbeheersingsoperaties in VN-kader vragen om investeringen, bijvoorbeeld in de kwaliteit van vredestroepen die grotendeels door niet-Westerse landen worden geleverd. Het Koninkrijk spant zich ervoor in om VN-vredesoperaties te moderniseren en om deelname door Westerse landen te vergroten. Dit onder meer door invoering van rotatieschema’s.
Realistische ontwapening, wapenbeheersing, vertrouwenwekkende maatregelen en non-proliferatie van massavernietigingswapens zijn processen van de lange adem. Ze vragen om een intensieve diplomatieke inspanning. Dit kan in het kader van de toetsingsconferentie van het non-proliferatieverdrag, maar ook in OVSE-kader en via de zogenoemde structured dialogue over conventionele wapenbeheersing. Een strikt wapenexportbeleid is cruciaal om te zorgen dat wapens niet worden misbruikt bij schendingen van humanitair oorlogsrecht of mensenrechten.
Internationale rechtsorde onder druk
Respect voor internationaal recht, multilaterale samenwerking en de democratische rechtsstaat zijn fundamenteel voor onze welvaart en veiligheid. Ze staan garant voor een stabiele internationale orde. Mensenrechten vormen niet voor niets een hoeksteen van het Nederlandse buitenlandbeleid.
Fundamentele rechten van het individu worden te vaak geofferd aan welvaartsgroei of stabiliteit voor de gemeenschap. Rule of Law wordt Rule by Law. Onwelgevallige informatie wordt bestempeld als nepnieuws of vervangen door een alternatief verhaal. De liberale wereldorde moet hierin eensgezind optreden met een sterk, inclusief en eerlijk verhaal waarin ontwikkeling, veiligheid en mensenrechten hand in hand gaan.
Ook binnen de EU zijn gedeelde waarden, respect voor de rechtsstaat, democratie en het naleven van regels en afspraken voor sommige lidstaten niet langer vanzelfsprekend. Wanneer de democratische rechtsstaat verder afbrokkelt, tast dit de kern van de Europese Unie aan. Dit leidt tot een gebrek aan eenheid en daadkracht die we juist nodig hebben om gezamenlijke uitdagingen het hoofd te bieden.
Dat internationale normen en waarden serieus onder druk staan, is pijnlijk zichtbaar door grootschalige mensenrechtenschendingen in sommige landen. Voorbeelden zijn Syrië en Myanmar. Nederland is voorvechter van accountability wereldwijd. Voor Syrië heeft Nederland het initiatief genomen om een mechanisme op te zetten (het International, Impartial and Independent Mechanism) om oorlogsmisdaden te documenteren, zodat daders uiteindelijk voor de rechter kunnen komen.
Een sterke internationale reactie op gruweldaden tegen onschuldige burgers is ook noodzakelijk. Actie in de VN-Veiligheidsraad om de situatie in Syrië te verbeteren en om de feiten vast te stellen wordt regelmatig geblokkeerd door Rusland. Effectief optreden op basis van een VN-Veiligheidsraadmandaat tegen aanvallen met chemische wapens blijft op die manier uit. De verspreiding van desinformatie en het tegenhouden van onafhankelijk onderzoek speelt bovendien een verstorende rol. Nederland heeft begrip voor het feit dat sommige van onze bondgenoten in coalitieverband optraden met een gerichte reactie, die in de huidige omstandigheden weloverwogen en proportioneel was. Ook in ons land speelt de discussie over de noodzaak om te kunnen ingrijpen bij grootschalig menselijk lijden, juist als de totstandkoming van een volkenrechtelijk mandaat wordt gefrustreerd. Gebruik van veto’s in de Veiligheidsraad ontslaat de internationale gemeenschap niet van de plicht iets te doen. We moeten blijven zoeken naar manieren om grootschalig menselijk lijden tegen te gaan, in lijn met het internationaal recht.
Ook in de rest van de wereld zet Nederland zich in voor de internationale rechtsorde, universele waarden en mensenrechten. Respect voor deze basisprincipes leidt tot een stabielere en meer welvarende wereld. Daar heeft ook het Koninkrijk baat bij. Nederland bevindt zich structureel in de mondiale voorhoede als voorvechter van mensenrechten. Denk aan vrijheid van meningsuiting, vrijheid van religie en levensovertuiging, gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, de bescherming van mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor LHBTI’s, de bevordering van internationale rechtsorde en de strijd tegen straffeloosheid. In de strijd tegen straffeloosheid speelt Nederland bovendien een belangrijke rol als gastland van internationale hoven en tribunalen. Deze prioriteit van het VN-Veiligheidsraad lidmaatschap van het Koninkrijk kan ook in 2019 rekenen op onze inspanning.
De Nederlandse inzet op specifieke landen vraagt telkens een zorgvuldige afweging van effectiviteit, proportionaliteit en bilaterale belangen. Onze inzet is steeds afhankelijk van de concrete situatie. Daarom bestaat er geen blauwdruk die Nederland toepast bij elke mensenrechtenschending of verstoring van de internationale rechtsorde. Wel heeft het kabinet Rutte III besloten om het budget van het Mensenrechtenfonds structureel te verhogen met EUR 9,6 miljoen.
Multilateralisme en coalities – een realistische en creatieve benadering
Nederland treedt bij voorkeur op in samenwerking met andere landen om zo effectief mogelijk te werken aan een veilige en welvarende wereld. Dit doet Nederland zowel in multilateraal als in coalitieverband. Nederland is voor zijn veiligheid en welvaart in grote mate afhankelijk van een voorspelbare wereldorde geregeerd door het internationaal recht. Dankzij coalitievorming en multilateralisme hebben we belangrijke diplomatieke successen kunnen boeken. De EU-Turkije-verklaring, het akkoord over het Iraanse nucleaire programma – dat de VS die eenzijdig heeft opgezegd doet daar niets aan af –, de totstandkoming van duurzame ontwikkelingsdoelen, het klimaatakkoord van Parijs, de succesvolle bestrijding van ISIS; het zijn allemaal voorbeelden van het nut en de noodzaak van gezamenlijk internationaal optreden. Hierbij blijft het belangrijk om ook met minder gelijkgestemde landen in gesprek te blijven. Zelfs als er fundamentele meningsverschillen bestaan.
Het akkoord van Parijs is een voorbeeld van een doorbraak waarvoor Nederland zich hard heeft gemaakt. Klimaatverandering en energiezekerheid wereldwijd hebben direct effect op de klimaat- en energiesituatie in ons land. Nederland neemt zijn verantwoordelijkheid en draagt ook internationaal substantieel bij aan het behalen van de doelstellingen van Parijs, bijvoorbeeld door klimaatfinanciering. Zo investeert Nederland in andere landen om hen te helpen om de doelstellingen van Parijs te behalen. Dankzij de binnenlandse transitie richting duurzame energie is Nederland op termijn minder afhankelijk van fossiele brandstoffen uit bijvoorbeeld het Midden-Oosten en Rusland. De Nederlandse klimaat- en energieambities bieden bovendien kansen wereldwijd voor innovaties van Nederlandse bedrijven, zoals op het gebied van windenergie op zee en elektrisch vervoer.
Het Nederlandse lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad in 2018 heeft bijgedragen aan belangrijke resultaten van multilateralisme. Zo heeft het Koninkrijk zich samen met de secretaris-generaal van de VN Antonio Guterres hard gemaakt voor de verbetering van VN-vredesmissies. Een voorbeeld is het nieuwe mandaat voor de missie in Afghanistan, dat Nederland als penvoerder heeft versterkt met bepalingen over hervorming op het terrein van rechtsstaatontwikkeling, corruptiebestrijding en participatie van vrouwen in het vredesproces. In 2019 maakt Nederland zich hier onverminderd sterk voor. Daarnaast nam het Koninkrijk het initiatief om zes mensenhandelaren actief in Libië te plaatsen op een VN-sanctielijst, om op deze wijze schenders van mensenrechten aan te pakken.
Ondanks deze successen staat het multilateralisme onder druk. Tegen een achtergrond van ideologische tegenstellingen, geopolitieke spanningen en verschuivende machtsverhoudingen is een realistische en creatieve benadering noodzakelijk. Naast coalities met vertrouwde partners, zoekt Nederland ook de samenwerking met minder traditionele partners. Zo probeert Nederland de rechten van LHBTI’s te bevorderen binnen de zogenaamde Equal Rights Coalition met onder andere Uruguay, Mexico en Argentinië. En werkt Nederland aan nucleaire ontwapening binnen het Non-Proliferation and Disarmament Initiative (NDPI) met onder andere Japan, Nigeria en de Verenigde Arabische Emiraten.
Coalitiegenoten in het ene samenwerkingsverband kunnen tegengestelde belangen hebben op een ander dossier. Zo werkt Nederland samen met landen als Saoedi-Arabië in de strijd tegen terrorisme. Aan de andere kant is er ook ruimte voor kritiek, bijvoorbeeld op het optreden van de door Saudi-Arabië geleide coalitie in het conflict in Jemen. Ook de relaties met landen als Rusland en China kennen een dergelijke spanning. Lastige gesprekken over onderwerpen waar we het niet met elkaar eens zijn, moeten we blijven aangaan. Dit juist om onze waarden te beschermen en uit te dragen. Naast de traditionele diplomatie zijn handelsmissies, bezoekersprogramma’s en het internationale cultuurbeleid belangrijke instrumenten om die deur open te houden. Dat geldt in het bijzonder voor belangrijke samenwerkingspartners als Marokko en Indonesië: landen waarmee Nederland diepe banden onderhoudt.
Uiteraard blijven de goede betrekkingen met traditionele partners van groot belang, niet in de laatste plaats de trans-Atlantische samenwerking met de VS. De mondiale uitdagingen waar we voor staan, kunnen we niet alleen aan: Europa noch de VS. Trans-Atlantische samenwerking is afgelopen decennia cruciaal geweest voor onze wederzijdse veiligheid en welvaart. De trans-Atlantische relatie is wel minder vanzelfsprekend geworden. De regering blijft zich inzetten voor samenwerking met de VS waar de Nederlandse belangen dat vragen. Op de belangrijkste buitenlandpolitieke vraagstukken blijft samenwerking en actieve dialoog tussen Europa en de VS essentieel. Waar Amerikaanse besluitvorming indruist tegen de Nederlandse belangen, engageren we met Amerikaanse partners en spreken ons uit. Ook dat hoort bij goed partnerschap en eeuwenoude samenwerking.
Niet alleen de economische macht verschuift steeds meer naar Azië, ook geopolitiek neemt het belang van Azië toe. De vraag is hoe Nederland wil inspelen op de kansen en bedreigingen die dit met zich meebrengt, en dan met name in het geval van China. Waar China een allesomvattende langetermijn strategie uitrolt – onder andere door zijn Belt and Road Initiative – dient ook Nederland vooruit te denken over de relatie met China. Samen met het bedrijfsleven, het maatschappelijk middenveld en kennisinstellingen zet het ministerie in op een gecoördineerd en samenhangend beleid richting China. Nederland heeft ook hier groot belang bij effectief en gecoördineerd optreden van de EU of samenwerking binnen bredere coalities. Dat geldt ook voor nauwere samenwerking met de grote democratieën in de Aziatische regio, zoals India en Indonesië. En voor de verdieping van de economische relaties met ASEAN.
Consulaire Diplomatie: 24/7 staat BZ voor Nederlandse burgers klaar
Nederland streeft ernaar koploper te zijn in consulaire dienstverlening. Dit is een kerntaak van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Met bijna 20 miljoen buitenlandse reizen door Nederlanders en 1 miljoen Nederlanders wereldwijd groeit het belang van goede consulaire dienstverlening met de dag. Via publiekscampagnes, reisadviezen en het 24/7 BZ Contact Center bereikt het ministerie steeds meer Nederlanders die zich op een reis voorbereiden. Waar nodig biedt het ministerie consulair-maatschappelijke dienstverlening aan Nederlanders in het buitenland. Denk aan informatievoorziening, reisadviezen, consulaire bijstand in nood, gedetineerdenbegeleiding, crises en evacuaties. Om duidelijk te maken welke dienstverlening wel en niet verwacht kan worden, stelt het ministerie met partners en burgers kaders vast. Vanaf 2019 wordt over deze kaders jaarlijks gerapporteerd en worden zij bijgesteld waar nodig.
Omgekeerd blijft Nederland een aantrekkelijke (zaken)reisbestemming. Nederland verstrekt steeds meer visa aan buitenlandse toeristen, studenten en zakenreizigers. Ook de komende jaren verwachten we een stijging van het aantal visaverstrekkingen van gemiddeld 8% per jaar. Dit is mede te danken aan de economische groei in grote visumlanden (zoals China en India). Om deze ontwikkelingen in goede banen te leiden, sluit het ministerie haar dienstverlening nog meer aan bij de behoefte van de klant. In 2019 en 2020 wordt de overheveling en digitalisering van een breed takenpakket van het postennet naar de Consulaire Service Organisatie (CSO) in Den Haag afgerond. Daarnaast zet het ministerie zich in voor de uitrol van een moderne, digitale frontoffice waarin aanvragers laagdrempelig een visumaanvraag kunnen indienen.
Steeds meer contacten tussen burger en overheid verlopen via het internet. Voor Nederlanders in het buitenland is dat echter niet altijd het geval. Daarom begint in 2019 de inrichting van één Loket Buitenland, waar zo veel mogelijk digitale overheidsdiensten voor Nederlanders in het buitenland zijn gebundeld. Dit is een afspraak uit het regeerakkoord. Tot meer dienstverlening digitaal beschikbaar is, zet het ministerie verder in op uitbesteding waar mogelijk. De pilot voor uitbesteding van paspoortaanvragen in het buitenland wordt in 2019 naar vier tot vijf landen uitgebreid.
Gastland voor internationale organisaties
Nederland is een belangrijk gastland van internationale organisaties. Den Haag, als stad van Vrede en Recht, behoort met Brussel, Genève en Wenen tot de internationale top van vestigingsplaatsen. Inmiddels zijn bijna 40 internationale organisaties in Nederland gevestigd, waar in 2019 nog het Europees Medicijn Agentschap bij komt. Het gastlandschap voor internationale organisaties is een pijler van de invulling van artikel 90 van de Nederlandse Grondwet, die stelt dat de regering de ontwikkeling van de internationale rechtsorde bevordert. Het draagt bij aan de reputatie van Nederland in het buitenland en aan het Nederlandse internationale netwerk. De aanwezigheid van internationale organisaties levert een positieve bijdrage aan de Nederlandse economie, zowel door directe uitgaven van deze organisaties in Nederland als via bedrijven die in het kielzog van internationale organisaties naar Nederland komen.
De toonaangevende internationale positie van Nederland brengt verantwoordelijkheden met zich mee. Om concurrerend te kunnen blijven, werkt het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan een rijksbreed gedragen strategisch gastlandbeleid. Dit vergt permanente inspanning van het Ministerie van Buitenlandse Zaken als coördinerend ministerie voor gastlandzaken. Dit geldt voor in Nederland gevestigde internationale organisaties, maar ook voor de werving van nieuwe internationale organisaties. In 2019 zet het Ministerie van Buitenlandse Zaken zich onder andere in voor de interdepartementale coördinatie van de uitvoering van zetelverdragen en de goede begeleiding van het Europees Medicijn Agentschap bij de vestiging in Nederland.
Departement en postennet – intensivering voor Nederlanders wereldwijd
Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor de rijksbrede coördinatie van het buitenlands- en EU-beleid. Het ministerie heeft een effectief en kosten-efficiënt postennet dat paraat staat voor dienstverlening aan burgers en bedrijven uit het hele Koninkrijk. Het departement is het kenniscentrum in Den Haag, geworteld in de maatschappij, waar ook andere departementen van profiteren. De verscheidenheid van de inzet van Buitenlandse Zaken weerspiegelt de rijkheid van de Nederlandse samenleving en zijn belangen, variërend van het bevorderen van persvrijheid, het begeleiden van militaire missies, hulp aan landgenoten in nood, tot het ondersteunen van bedrijven op moeilijke markten en ontwikkelingssamenwerking.
Het Kabinet heeft met het Regeerakkoord in 2017 besloten het postennet uit te breiden naar aanleiding van het AIV-advies «De vertegenwoordiging van Nederland in de wereld». Het advies stelde dat het werk van ambassades en consulaten de afgelopen jaren steeds omvangrijker en complexer is geworden. Extra middelen oplopend tot EUR 40 miljoen worden gebruikt om het nieuwe beleid van het kabinet mogelijk te maken. Dit is onder meer vastgelegd in de GBVS-notitie, de BHOS-notitie en de migratiebrief.
Gekozen is voor extra personele inzet in de zogenoemde ring van instabiliteit en op de prioritaire thema’s migratie, veiligheid, economische groei en Europa. Er worden Consulaten-Generaal geopend in Bangalore (India) en Atlanta (VS), met in Atlanta handelsbevordering als voornaamste taak en in Bangalore handelsbevordering en innovatiesamenwerking. Tevens worden – na de opening van een ambassadekantoor in Tripoli (Libië) in 2017 en in Niamey (Niger) in 2018 – ambassadekantoren geopend in Ndjamena (Tsjaad) en Ouagadougou (Burkina Faso). Deze ambassadekantoren dragen bij aan een effectieve aanpak van grensoverschrijdend terrorisme, criminaliteit, irreguliere migratiestromen en het tegengaan van grondoorzaken van instabiliteit. Stabiliteit in deze regio is van groot belang nu onze interne en externe veiligheid steeds meer met elkaar zijn verweven. Ook wordt de inrichting van één Loket Buitenland voor consulaire dienstverlening aan Nederlanders uit deze middelen betaald. Deze intensiveringen worden nader toegelicht in een Kamerbrief over het Postennet die voor de begrotingsbehandeling van BZ aan de Kamer wordt gestuurd. De intensiveringen leiden tot een uitgebreid en versterkt postennet vanaf 2018. Een postennet dat in staat is vorm te geven aan het geïntegreerde buitenlandbeleid van het kabinet en dat extra kan bijdragen aan de nieuwe prioriteiten. Voor Nederland, wereldwijd.