Base description which applies to whole site

3.2 Artikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

A. Algemene doelstelling

Toegenomen voedselzekerheid; verbeterd waterbeheer, drinkwater, sanitaire voorzieningen en voorlichting over hygiëne; toegenomen weerbaarheid tegen klimaatverandering en tegengaan van klimaatverandering; duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Om deze doelstelling te realiseren, werkt de Minister voor BHOS nauw samen met de Minister en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.

De Minister is verantwoordelijk voor:

Financieren

  • De financiering van diverse programma’s en fondsen gericht op duurzame economische ontwikkeling, voedsel- en waterzekerheid, toegang tot hernieuwbare energie, klimaatadaptatie en verduurzaming van grondstofwinning. In toenemende mate wordt ingezet op financiering van programma’s waarin oog is voor de dwarsverbanden die tussen deze mondiale uitdagingen bestaan. Groeiende druk op natuurlijke hulpbronnen dwingt tot verduurzaming en een integrale benadering die synergie tussen de verschillende thema’s bevordert. De programma’s worden uitgevoerd door multilaterale instellingen, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, (lokale) overheden, centrale uitvoerders (zoals FMO en RVO), in consultatie en samenwerking met andere donoren (waaronder DfID, BMZ, USAID en SIDA) en via publiek-private partnerschappen.

  • De financiering van verschillende multilaterale en internationale instellingen, die een sleutelrol spelen bij de verzameling van gegevens, analyse en (formulering van de) aanpak van vraagstukken op het gebied van deze thema’s.

Stimuleren

  • Nadruk op de verduurzaming van de dienstverlening en een integrale benadering die synergie tussen de verschillende thema’s bevordert.

  • Het stimuleren van een inclusieve benadering met extra aandacht voor vrouwen en jongeren.

  • Het intensiveren van de samenwerking tussen overheden, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en de private sector gericht op bovengenoemde doelstellingen.

  • Mobilisatie van private investeringen in klimaatadaptatie en klimaatmitigatie met gebruikmaking van begrotingsmiddelen.

Regisseren

  • Inzet van Nederlandse deskundigheid en technologie bij het realiseren van de ontwikkelingsdoelstellingen.

  • Coördinatie van het Nederlandse internationale milieu- en klimaatbeleid.

C. Beleidswijzigingen

  • Het kabinet zal doorgaan met de inzet op duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat. De inzet op het tegengaan van en de adaptatie aan klimaatverandering wordt geïntensiveerd. De samenhang wordt bevorderd tussen de elkaar versterkende subthema’s van voedselzekerheid, water en klimaat. Dat zal vooral gebeuren op sub-nationaal niveau binnen een land. Zoals aangekondigd in de nota Investeren in Perspectief zal Nederland rond kleinstedelijke groeikernen in de Sahel samenhangende programma’s opzetten op het gebied van voedselzekerheid, water, hernieuwbare energie en het tegengaan van klimaatverandering.

  • De extra bijdrage voor klimaat (EUR 60 miljoen in 2019) zal, onder meer via het nationaal klimaatfonds, ingezet worden voor versterking van de weerbaarheid van ontwikkelingslanden tegen klimaatverandering (adaptatie) en voor vermindering van de uitstoot van broeikasgassen (mitigatie). Speciale aandacht zal uitgaan naar de armste landen, focusregio’s en de meest kwetsbare groepen. Het streven blijft de helft van de Nederlandse klimaatfinanciering te mobiliseren in de private sector, waarbij scherp gelet zal worden op additionaliteit en het risico van marktverstoring.

  • Naar aanleiding van de IOB-beleidsdoorlichting verbeterd waterbeheer zal Nederland inzetten op het duurzaam opbouwen en versterken van instituties voor waterbeheer in ontwikkelingslanden die nodig zijn om duurzaamheid van resultaten te verzekeren. Tevens zal worden gezocht naar een goede balans in interventieniveaus en naar meer maatwerk bij de uitvoering van de agenda voor hulp, handel en investeringen.

  • Naar aanleiding van de IOB-beleidsdoorlichting voedselzekerheid zal Nederland extra aandacht geven aan de verbinding tussen landbouwontwikkeling en bestrijding van ondervoeding. Er zal gestreefd worden naar een samenhangende programmering waarin innovatie en opschaling in balans zijn, met minimale beheerskosten. Tevens zullen de resultaten van de inzet scherper in beeld worden gebracht, met name met betrekking tot ketenontwikkeling en ecologische duurzaamheid.

D1. Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

Bedragen in EUR 1.000

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Verplichtingen

814.000

635.244

454.310

488.224

473.890

488.174

473.890

                   

Uitgaven:

             
                   

Programma-uitgaven totaal

664.774

707.606

723.477

743.477

743.882

743.882

743.882

 

waarvan juridisch verplicht

   

93%

       
                   

2.1

Voedselzekerheid

341.528

337.295

339.295

339.295

339.295

339.295

339.295

                 
 

Subsidies

           

   

Bevorderen inclusieve en duurzame groei in de agrarische sector

28.955

26.745

27.600

29.000

29.000

29.000

29.000

   

Kennis en capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid

28.575

33.800

32.000

33.000

33.000

33.000

33.000

   

Landenprogramma's voedselzekerheid

47.803

45.000

41.000

41.000

41.000

41.000

41.000

   

Realiseren ecologisch houdbare voedselsystemen

985

           
                   
 

Bijdrage aan agentschappen

             
   

Realiseren ecologisch houdbare voedselsystemen

18.706

10.000

10.000

10.000

10.000

10.000

10.000

   

Kennis en capaciteitsopbouw t.b.v. voedselzekerheid

3.965

4.000

4.000

4.000

4.000

4.000

4.000

   

Landenprogramma's voedselzekerheid

3.700

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

                   
 

Bijdragen (inter) nationale organisaties

             
   

Kennis en capaciteitsopbouw t.b.v. voedselzekerheid

21.600

15.000

18.000

18.000

18.000

18.000

18.000

   

realiseren ecologische houdbare voedselsystemen

21.350

18.700

23.595

25.145

25.145

25.145

25.145

   

Bevorderen inclusieve en duurzame groei in de agrarische sector

32.744

30.000

32.000

35.000

35.000

35.000

35.000

   

Landenprogramma's voedselzekerheid

115.205

128.050

121.100

110.150

110.150

110.150

110.150

   

Uitbannen huidige honger en voeding

17.940

21.000

25.000

29.000

29.000

29.000

29.000

                   

2.2

Water

195.426

199.283

193.714

193.714

193.714

193.714

193.714

                 
 

Subsidies

           

   

Integraal waterbeheer

13.152

25.894

27.944

34.744

34.744

34.744

34.744

   

Drinkwater en sanitatie

19.376

23.295

25.357

25.357

25.357

25.357

25.357

   

(Landenprogramma's) integraal waterbeheer

8.161

9.000

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

   

(Landenprogramma's) drinkwater en sanitatie

15.665

15.000

12.000

12.000

12.000

12.000

12.000

                 

 

Opdrachten

           

   

Integraal waterbeheer

4.315

5.000

6.000

6.000

6.000

6.000

6.000

   

Drinkwater en sanitatie

83

         

   

(Landenprogramma's) integraal waterbeheer

22.446

20.000

18.000

18.000

18.000

18.000

18.000

   

(Landenprogramma's) drinkwater en sanitatie

5.298

5.000

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

                 

 

Bijdragen (inter) nationale organisaties

           

   

Wereldbank (waterbeheer)

18.990

         

   

Integraal waterbeheer

12.771

12.000

14.000

14.000

14.000

14.000

14.000

   

Drinkwater en sanitatie

32.288

20.000

22.000

22.000

22.000

22.000

22.000

   

Landenprogramma's integraal waterbeheer

20.646

35.019

33.668

33.468

33.468

33.468

33.468

   

Landenprogramma's drinkwater en sanitatie

22.235

29.075

23.745

17.145

17.145

17.145

17.145

                 

2.3

Klimaat

127.820

171.028

190.468

210.468

210.873

210.873

210.873

                 
 

Subsidies

           

   

Hernieuwbare energie

10.566

14.000

15.000

15.000

15.000

15.000

15.000

   

Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen en klimaat algemeen

32.885

40.729

57.729

77.729

77.729

77.729

77.729

   

Nationaal Klimaatfonds

 

40.000

40.000

40.000

40.000

40.000

40.000

   

Landenprogramma's klimaatbeleid

141

         

   

Non-ODA programma's klimaat

592

         

                 

 

Bijdragen (inter) nationale organisaties

           

   

Hernieuwbare energie

26.361

20.000

21.000

21.000

21.000

21.000

21.000

   

Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen en klimaat algemeen

8.790

9.000

12.000

12.000

12.000

12.000

12.000

   

Klimaat: algemene vrijwillige en verplichte bijdragen

19.391

14.840

14.840

14.840

14.840

14.840

14.840

   

GEF

20.725

20.750

20.750

20.750

20.750

20.750

20.750

   

UNEP

5.142

7.142

7.142

7.142

7.142

7.142

7.142

   

Landenprogramma's klimaatbeleid

2.086

2.360

500

500

500

500

500

   

Centrale klimaat programma's (non-ODA)

858

1.850

1.150

1.150

1.555

1.555

1.555

   

Contributie IZA/IZT

283

357

357

357

357

357

357

D2. Budgetflexibiliteit

Voor de thema’s voedselzekerheid en water zijn de geplande uitgaven voor 90% verplicht. De in 2019 geplande uitgaven voor duurzaam gebruik van de natuurlijke hulpbronnen/klimaat zijn volledig juridisch verplicht. Deze verplichtingen hangen samen met lopende, meerjarige programma’s waaronder het Nationaal Klimaatfonds. Enkele verplichte bijdragen aan multilaterale organisaties (bijvoorbeeld IFAD - The International Fund for Agricultural Development) worden jaarlijks vastgelegd en worden derhalve in 2019 juridisch verplicht.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

2.1. Voedselzekerheid

Uitbannen van de huidige honger en ondervoeding:

  • Met UNICEF en de Global Alliance for Improved Nutrition (GAIN) wordt gewerkt aan betere voeding voor jonge kinderen en hun moeders. Partnerschappen zijn een belangrijk en effectief onderdeel van de Nederlandse inzet, bijvoorbeeld via het Amsterdam Initiative against Malnutrition (AIM).

  • Via de bilaterale programma’s in de focuslanden wordt door ambassades en hun publieke, private en maatschappelijke partners bijgedragen aan lokale vergroting van voedingszekerheid door te investeren in verbetering van koopkracht en toegang tot gezond en nutriëntenrijk voedsel.

Bevorderen van inclusieve en duurzame groei in de agrarische sector

  • Met de Nederlandse landbouwsector wordt samengewerkt via Agriterra, AgriProfocus en de Topsectoren Agrofood en Tuinbouw/Uitgangsmaterialen.

  • Door middel van het SDG Partnerschap-programma met de RVO wordt samen met het Nederlands bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en hun lokale partners geïnvesteerd in ondernemingen en innovaties die de lokale voedselzekerheid duurzaam versterken, bv. in bedrijven die groentezaden verbeteren en verspreiden of bedrijven die verrijkt voedsel op de markt brengen.

  • Het partnerschap met de Wereldbank wordt verder uitgebouwd en Nederland participeert in het private sector loket van het door de Wereldbank beheerde Global Agriculture and Food Security Program (GAFSP). Via de core bijdrage aan het International Fund for Agricultural Development (IFAD) worden kleinschalige landbouw en plattelandsontwikkeling ondersteund, vaak in de meest arme en marginale gebieden.

  • In Oost- en West-Afrika (Kenia, Oeganda, Ethiopië, Ghana, Benin, Mali, Nigeria, Ivoorkust) wordt de samenwerking onder meer voortgezet met Wageningen Universiteit, SNV Netherlands Development Organisation (voorheen Stichting Nederlandse Vrijwilligers), diverse maatschappelijke organisaties en internationale partners zoals met het International Fertilizer Development Center (IFDC).

  • Met de bilaterale programma’s wordt door ambassades en hun publieke, private en maatschappelijke partners bijgedragen aan ontwikkeling van de kleinschalige landbouw door te investeren in productiviteitsverbetering, markttoegang en ketenontwikkeling.

Realiseren van ecologisch houdbare voedselsystemen

  • Met het International Fund for Agricultural Development (IFAD), SNV en het programma Geodata for Agriculture and Water (G4AW) van het Netherlands Space Office (NSO) wordt bijgedragen aan het klimaatweerbaar maken van de kleinschalige landbouw.

  • Via de bilaterale programma’s wordt door ambassades en hun publieke, private en maatschappelijke partners geïnvesteerd in de verduurzaming van inclusieve voedselproductie en het hele ecologische systeem waarin boer(inn)en opereren.

Versterking van kennis en capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid.

  • De investeringen bestaan uit faciliteiten en samenwerkingsverbanden die kennis en kunde van de Nederlandse private sector, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties koppelen aan capaciteitsversterking in lage inkomenslanden, zoals via het Food & Business Knowledge Network (F&BKN), het Netherlands Initiative for Capacity development in Higher Education (Internationaal onderwijsprogramma NICHE), en de Netherlands Academy on Land Governance (LANDac).

  • Met de Consultative Group on International Agricultural Research (CGIAR) wordt internationaal landbouwkundig- en voedingsonderzoek uitgevoerd. Voor verzekerde toegang tot land wordt samengewerkt met organisaties op het gebied van landrechten zoals het Kadaster International, de International Land Coalition (ILC) en het Global Land Tool Network (GLTN).

2.2. Water

Verbeterd waterbeheer

  • Instrumenten zijn bilaterale programma’s van de ambassades in de partnerlanden en centraal gefinancierde programma’s via multilaterale instellingen, via de RVO (onder andere private sector instrumentarium) en via maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen.

  • Om een impuls te geven aan de mondiale uitvoeringsagenda voor waterzekerheid (primair SDG 6) en als vervolg op de uitkomsten van het High Level Panel on Water (HLPW), zal Nederland samen met Bangladesh, Mexico, Peru, Zuid Afrika en de Wereldbank een «valuing water movement» op gang brengen en de principes van het HLPW in de praktijk toepassen.

  • In het kader van de inzet op efficiënt watergebruik zal met de nieuwe FAO (The Food and Agriculture Organization of the United Nations) database de waterproductiviteit in de landbouw in 15 landen objectief worden gemonitord met behulp van satelliettechnologie. In 2019 wordt de database door zowel bilaterale (Ethiopië, Kenia, Rwanda en Mozambique) als multilaterale programma’s (o.a. Wereldbank) toegepast. Één van de ambities is het verbeteren van de water productiviteit met minimaal 25% in de door Nederland ondersteunde programma’s. Hierdoor zal de 25% doelstelling over een groter areaal worden bereikt. Op basis van de gegevens kunnen overheden maatregelen nemen om efficiënter watergebruik te realiseren en zal worden geïnvesteerd in vertaling naar praktische adviezen voor boer(inn)en. Toepassing van remote sensing (het verzamelen van gegevens over het aardoppervlak via waarneming vanaf grote hoogte door middel van satellieten) biedt de lokale ICT sector kansen een bijdrage te leveren aan toepassingen in de landbouw.

  • In het kader van de inzet op grensoverschrijdend stroomgebiedbeheer is er aandacht voor de rol van waterdiplomatie en de rol van Nederland. In 2019 is de data-hub gereed die in kaart brengt waar mogelijk spanningen over water gaan ontstaan en vindt training en capaciteitsopbouw plaats. Bemiddeling tussen betrokken partijen en aanbod van technische kennis vormen onderdeel van het instrumentarium. Binnen grensoverschrijdend waterbeheer blijft de focus op zeven internationale stroomgebieden gehandhaafd, zowel via het multilaterale kanaal (Wereldbank), via stroomgebiedsorganisaties en maatschappelijke organisaties zoals WWF (World Wide Fund for Nature) als via de gedelegeerde bilaterale programma’s.

Drinkwater en sanitaire voorzieningen

  • Instrumenten zijn bilaterale programma’s van de ambassades in de partnerlanden en centraal gefinancierde programma’s via multilaterale instellingen, via de RVO (onder andere private sector instrumentarium) en via maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen.

  • Versterking van de instituties die nodig zijn voor duurzame diensten aan juist de meest kwetsbare groepen, krijgt nog meer nadruk in de programmering. Op basis van de ervaring met genderanalyse van de afgelopen jaren zullen programma’s gender-responsief worden uitgevoerd d.w.z. maatregelen nemen om effecten van genderongelijkheid te beperken, wat de effectiviteit en de duurzaamheid ten goede zal komen. In 2019 zullen 1,8 miljoen mensen met Nederlandse financiering toegang krijgen tot veilig drinkwater en 2,5 miljoen mensen tot sanitaire voorzieningen. In het kader van de inzet op innovatieve financiering zal naast Kenia in een (nog te identificeren) tweede land een «water financing facility» worden opgezet die lokale drinkwater- en sanitaire bedrijven moeten helpen om toegang te krijgen tot financiering van lokale investeerders en pensioenfondsen.

2.3. Klimaat

Klimaat en hernieuwbare energie

  • Het nationaal klimaatfonds wordt ingezet ten behoeve van versterking van de weerbaarheid van ontwikkelingslanden tegen klimaatverandering (adaptatie) en voor vermindering van de uitstoot van broeikasgassen (mitigatie).

  • Aan klimaatadaptatie wordt vooral bijgedragen via programma’s op het gebied van voedselzekerheid en water, maar ook bijvoorbeeld via duurzaam landschapsbeheer en activiteiten gericht op het tegengaan van ontbossing.

  • Nederland werkt nauw samen met de Wereldbank om internationale bedrijven te bewegen de waardering van natuurlijk kapitaal te integreren in hun besluitvorming. Zowel overheden in opkomende economieën als de private sector (landbouw, textiel, financiële dienstverlening) worden gestimuleerd om te komen tot duurzamer gebruik van natuurlijke hulpbronnen.

  • De RVO beheert de energiefaciliteit met activiteiten gericht op de ondersteuning van drie tot vijf landen in de regio Midden-Oosten/Noord-Afrika bij hun transitie naar een duurzame energievoorziening.

  • Ontwikkeling van innovatieve financieringsinstrumenten blijft een aandachtspunt. Daarmee kan de private sector ertoe worden gebracht om versneld klimaat-relevante investeringen in ontwikkelingslanden te doen. Ook blijft de noodzaak innovatieve producten en technieken te introduceren, waartoe aansluiting met het topsectorenbeleid wordt gezocht. Het blijft nodig kennis te ontwikkelen over klimaatverandering. Nederland zet daarbij vooral in op de relatie met armoedebestrijding en ontwikkelingssamenwerking. In dat kader is de samenwerking met WRI (World Resources Institute) gecontinueerd.

  • Nederland heeft in 2018 een positief besluit genomen over de herkapitalisatie van de Global Environment Facility (GEF) voor de periode 2019–2022. De totale Nederlandse bijdrage aan dit fonds is EUR 83,6 miljoen verdeeld over vier jaar.

  • Nederland betrokken bij UN Environment met een algemene bijdrage, waarmee Nederland de gelegenheid creëert zijn ambities terug te laten komen in het werkprogramma van de organisatie.

  • Klimaatdiplomatie zal een belangrijke rol blijven spelen. De inzet is om met gelijkgezinde landen en niet-statelijke actoren (zoals bedrijven, steden en sub-nationale overheden) actief wereldwijde opvolging te geven aan de ambities van het Akkoord van Parijs.

  • Nederland zal het belang van gender blijven benadrukken bij de uitvoering van zijn klimaatdiplomatie. Bij de transitie naar inclusieve, groene groei spelen vrouwen immers een belangrijke rol als «agents of change». Onder andere in de GCF zal Nederland streven naar gender responsiveness.

Duurzaam beheer van grondstoffen

  • Met steun van het Verenigd Koninkrijk, de Europese Commissie, bedrijfsleven en de ngo’s Solidaridad en IPIS (International Peace Information Service), lanceerde Nederland in 2016 het initiatief voor een European Partnership for Responsible Minerals (EPRM). Activiteiten zijn gericht op het verbeteren van de omstandigheden waaronder mineralen gewonnen, verwerkt en verhandeld worden. Momenteel steunt het EPRM zeven projecten gericht op het verduurzamen van grondstoffenketens, o.a. in DR Congo, Indonesië, en Colombia. Het aantal deelnemers aan het partnerschap is groeiende. Zo is Duitsland toegetreden, en bedrijven als NXP en Umicore en ngo’s als Cordaid en Pact World.

  • Een van de andere activiteiten die Nederland steunt ten behoeve van het bevorderen van verantwoorde mijnbouw is de «Responsible Mining Index». De eerste wereldwijde index die 30 zeer grote mijnbouwbedrijven rangschikt, werd op 11 april 2018 gelanceerd; in 2019 wordt de volgende «global index» voorbereid.

  • Verder blijft Nederland bijdragen aan het vergroten van de maatschappelijke en ontwikkelingsimpact van de winning van mineralen in ontwikkelingslanden door bijdragen aan programma’s van het IMF (Managing Natural Resources Wealth Topical Fund) en de Wereldbank (Extractives Global Programmatic Support). Daarnaast is Nederland actief in het internationaal bestuur van het Extractives Industries Transparancy Initiative en gaat Nederland dit initiatief nu ook nationaal implementeren.

Licence