Dit artikel bevat een aantal uiteenlopende onderwerpen.
Het projectartikel is gerelateerd aan het beleidsartikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico’s (Externe veiligheid) van de begroting Hoofdstuk XII.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 36 | 5.742 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 39 | 5.644 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan juridisch verplicht (percentage) | 0% | ||||||
18.06 Externe veiligheid | 39 | 5.644 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.08 Netwerkoverstijgende kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.08.01 Apparaatskosten RWS | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.08.02 Overige netwerkoverstijgende kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.08.03 Afroming eigen vermogen Rijkswaterstaat | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.12 Nader toe te wijzen beheer, onderhoud en vervanging | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.12.01 Beheer en onderhoud | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.12.02 Vervanging | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 196.549 | 74.526 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.09 Ontvangsten | 1.043 | 25.945 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen | 195.506 | 48.581 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Budgetflexibiliteit
De budgetten zijn in 2021 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2021.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2034 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2034.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
18 | Overige uitgaven en ontvangsten | Uitgaven | 5.644 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.06 | Externe veiligheid | 5.644 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.08 | Netwerkoverstijgende kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.12 | Nader toe te wijzen beheer, onderhoud en vervanging | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18 | Overige uitgaven en ontvangsten | Ontvangsten | 74.526 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.09 | Ontvangsten | 25.945 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.10 | Saldo van de afgesloten rekeningen | 48.581 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2034 | 2020-2034 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
18 | Overige uitgaven en ontvangsten | Uitgaven | 0 | 0 | 10.706 | 345.458 | 345.457 | 393.907 | 393.907 | 1.495.079 |
18.06 | Externe veiligheid | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5.644 | |
18.08 | Netwerkoverstijgende kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.12 | Nader toe te wijzen beheer, onderhoud en vervanging | 10.706 | 345.458 | 345.457 | 393.907 | 393.907 | 1.489.435 | |||
18 | Overige uitgaven en ontvangsten | Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 74.526 | |
18.09 | Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 25.945 | |
18.10 | Saldo van de afgesloten rekeningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 48.581 |
18.06 Externe Veiligheid
Motivering
Het budget is bestemd voor het oplossen van externe veiligheidsknelpunten in het kader van de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen (NVGS) (Kamerstukken II 2005–2006, 30 373, nr. 2). De opgenomen kasreeks heeft betrekking op het RWS-programma «aankopen en saneren van kwetsbare objecten in het kader van basisnet.
18.08 Netwerkgebonden kosten
Motivering
Dit betreft de afdracht van het surplus aan eigen vermogen van Rijkswaterstaat. Het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap is via de Regeling agentschappen gebonden aan een maximumomvang van 5 procent van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De maximale omvang van het eigen vermogen is door Rijkswaterstaat in 2018 overschreden. Conform de Regeling agentschappen is het surplus eigen vermogen afgedragen aan de eigenaar (IenW). Voor het surplus eigen vermogen van Rijkswaterstaat geldt dat – in lijn met het zwaartepunt van de herkomst – deze middelen zijn toegevoegd aan het Infrastructuurfonds. De middelen worden in afwachting van nadere bestemming toegevoegd aan artikelonderdeel 18.08 Netwerkgebonden kosten.
Budgettaire wijziging
Het surplus aan eigen vermogen dat de afgelopen jaren is afgeroomd (totaal € 39,3 miljoen euro) is overgeboekt naar HXII (artikel 99) en wordt ingezet voor IenW-brede apparaatsproblematiek.
18.12 Nader toe te wijzen BenO en Vervanging
Motivering
Op dit artikelonderdeel zijn noodzakelijke middelen opgenomen voor Vervanging en Renovatie vanaf 2030. Deze middelen worden nog niet toegewezen aan de afzonderlijke netwerken. Op een later moment worden deze middelen toegewezen aan het artikel 12 Hoofdwegennet en artikel 15 Hoofdvaarwegennet van het Infrastructuurfonds. Toewijzing van deze middelen zal geschieden op grond van een nadere onderbouwing van de onderhouds- en vervangingsbehoefte per netwerk (inclusief Deltafonds). In de instandhoudingsbijlage wordt nader ingegaan op de vervangingsopgave.
Het budget voor Vervanging en Renovatie is op het niveau van 2030 doorgetrokken, maar wordt voorlopig centraal gereserveerd op artikelonderdeel 18.12 Nader toe te wijzen Beheer, Onderhoud en Vervanging en nog niet toebedeeld aan de modaliteiten (exclusief Spoor). Voor Spoor zijn de middelen die gereserveerd zijn bij de begroting 2020 reeds toegevoegd aan artikelonderdeel 13.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging Spoor.
Budgettaire wijziging
De middelen zijn geëxtrapoleerd naar 2034.
18.09 Ontvangsten
Motivering
Dit betreft de afdracht van het surplus aan eigen vermogen van Rijkswaterstaat. Het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap is via de Regeling agentschappen gebonden aan een maximumomvang van 5 procent van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De maximale omvang van het eigen vermogen is door Rijkswaterstaat in 2019 overschreden. Conform de Regeling agentschappen is het surplus eigen vermogen afgedragen aan de eigenaar (IenW). Voor het surplus eigen vermogen van Rijkswaterstaat geldt dat – in lijn met het zwaartepunt van de herkomst – deze middelen zijn toegevoegd aan het Infrastructuurfonds. De middelen zijn in afwachting van nadere bestemming toegevoegd aan artikelonderdeel 18.08 Netwerkgebonden kosten.