Base description which applies to whole site

3.7 Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten

Dit artikel bevat een aantal uiteenlopende onderwerpen.

Het projectartikel is gerelateerd aan het beleidsartikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico’s (Externe veiligheid) van de begroting Hoofdstuk XII.

Tabel 60 Budgettaire gevolgen van uitvoering artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

23

3.535

     

Uitgaven

42

3.398

     

18.06 Externe veiligheid

42

3.398

     

18.08 Netwerkoverstijgende kosten

       

18.08.03 Afroming Eigen Vermogen Rijkswaterstaat

       

Ontvangsten

310.548

427.224

     

18.09 Ontvangsten

19.309

4

     

18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen

291.239

427.220

     

Budgetflexibiliteit

De budgetten voor externe veiligheid zijn 2025 juridisch verplicht ­op de peildatum 1 januari 2025. De middelen afroming eigen vermogen Rijkswaterstaat zijn beleidsmatig gereserveerd.

Tabel 61 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 18
 

2025

Juridisch verplicht

0%

Bestuurlijk gebonden

 

Beleidsmatig gereserveerd

0%

Nog niet ingevuld/vrij te besteden

 

18.06 Externe Veiligheid

Motivering

Het budget is bestemd voor het oplossen van externe veiligheidsknelpunten in het kader van de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen (NVGS) (Kamerstukken II 2005–2006, 30 373, nr. 2). De opgenomen kasreeks heeft betrekking op het RWS-programma aankopen en saneren van kwetsbare objecten in het kader van basisnet.

18.08 Netwerkgebonden kosten

Motivering

Dit betreft de afdracht van het surplus aan eigen vermogen van Rijkswaterstaat. Het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap is via de Regeling agentschappen gebonden aan een maximumomvang van 5 procent van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De maximale omvang van het eigen vermogen is door Rijkswaterstaat in 2023 overschreden. Conform de Regeling agentschappen is het surplus eigen vermogen afgedragen aan de eigenaar (IenW). Voor het surplus eigen vermogen van Rijkswaterstaat geldt dat – in lijn met het zwaartepunt van de herkomst – deze middelen zijn toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds. De middelen worden in afwachting van nadere bestemming toegevoegd aan artikelonderdeel 18.08 Netwerkgebonden kosten.

Belangrijkste budgettaire aanpassing

Bij eerste suppletoire begroting 2024 is het afgeroomde eigen vermogen 2023 verlaagd met € 10 miljoen, omdat dit werd ingezet voor de Loss and Damage Fund en betrokken werd in de interne dekkingsopgave op de beleidsbegroting HXII. Hiervan wordt 425k teruggeboekt bij de begroting 2025 vanuit HXII naar het MF. Voor de vervanging van de AV-installatie en inrichting van het inrichting van het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC)-crisiscentrum wordt vervolgens weer € 1,15 van het Eigen Vermogen RWS weer overgeboekt naar de beleidsbegrotng HXII.

Bij de begroting 2025 is tevens € 4 miljoen ingezet voor Klimaatneutrale en Circulaire Organisatie (KCO), dat gekoppeld is met de rijksbrede ambitie om de bedrijfsvoering te verduurzamen bij RWS.

Daarnaast wordt er conform de interne besluitvorming, € 3,8 miljoen overgeboekt naar de generieke investeringsruimte 11.04 op het MF en € 0,95 miljoen van het Eigen Vermogen RWS gaat naar de generieke investeringsruimte op het Deltafonds.

Tot slot is er € 2 miljoen gereserveerd voor de integrale overgang van het kas/verplichtingenstelsel naar het baten-lastenstelsel (het project iBLS) van RWS. De middelen worden overgeboekt naar een Risicoreservering op artikelonderdeel 11.04.

18.09 Ontvangsten

Motivering

Dit betreft de afdracht van het surplus aan eigen vermogen van Rijkswaterstaat. Het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap is via de Regeling agentschappen gebonden aan een maximumomvang van 5 procent van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De maximale omvang van het eigen vermogen is door Rijkswaterstaat in 2023 overschreden. Conform de Regeling agentschappen is het surplus eigen vermogen afgedragen aan de eigenaar (IenW). Voor het surplus eigen vermogen van Rijkswaterstaat geldt dat – in lijn met het zwaartepunt van de herkomst – deze middelen zijn toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds. Deze middelen zijn in afwachting van nadere bestemming toegevoegd aan artikelonderdeel 18.08 Netwerkgebonden kosten.

Licence