Megaprojecten zijn door de Tweede Kamer aangewezen grote projecten (grootprojectstatus). De aanwijzing van grote projecten gebeurt op basis van artikel 2 van de Regeling Grote Projecten. De grootprojectstatus behelst dat de Regeling Grote Projecten van toepassing is, die voorschrijft dat de Minister ten minste halfjaarlijks de Tweede Kamer informeert over de voortgang en verantwoording aflegt via een Voortgangsrapportage.
Onder dit artikel vallen de megaprojecten Verkeer en Vervoer:
– Project Mainportontwikkeling Rotterdam;
– Programma ERTMS;
– Zuidasdok;
– Programma Hoogfrequent Spoorvervoer.
Het projectartikel is gerelateerd aan de beleidsartikelen 14 Wegen en Verkeersveiligheid, 16 Openbaar Vervoer en Spoor en 18 Scheepvaart en havens op de beleidsbegroting Hoofdstuk XII.
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 609.120 | 1.043.855 | 438.892 | 1.072.346 | 1.131.384 | 279.628 | 242.784 |
Uitgaven | 572.122 | 547.762 | 516.879 | 730.025 | 776.057 | 811.435 | 679.366 |
17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam | 637 | 525 | |||||
17.07 ERTMS | 189.798 | 199.852 | 130.877 | 210.100 | 189.513 | 184.570 | 133.255 |
17.07.01 Aanleg ERTMS | 189.281 | 199.358 | 129.683 | 210.100 | 189.513 | 184.570 | 133.255 |
17.07.02 Planning en studies ERTMS | 517 | 494 | 1.194 | ||||
17.08 Zuidasdok | 140.739 | 181.260 | 277.782 | 295.429 | 370.388 | 369.153 | 298.439 |
17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer | 240.948 | 166.125 | 108.220 | 224.496 | 216.156 | 257.712 | 247.672 |
17.10.01 Aanleg PHS | 230.732 | 156.889 | 102.895 | 201.803 | 186.941 | 193.384 | 149.851 |
17.10.02 Planning en studies PHS | 10.216 | 9.236 | 5.325 | 22.693 | 29.215 | 64.328 | 97.821 |
Ontvangsten | 68.437 | 60.973 | 70.735 | 81.708 | 67.168 | 87.088 | 67.405 |
17.09 Ontvangsten | 68.437 | 60.973 | 70.735 | 81.708 | 67.168 | 87.088 | 67.405 |
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van planning en studies, zijn de budgetten in 2025 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2025. De budgetten voor planning en studies zijn bestuurlijk gebonden.
2025 | |
---|---|
Juridisch verplicht | 99% |
Bestuurlijk gebonden | 1% |
Beleidsmatig gereserveerd | |
Nog niet ingevuld/vrij te besteden |
17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam
Vanwege de beëindiging van het «groot project status» van het Project Mainport Rotterdam zal de resterende uitvoering van het project per 2025 worden verantwoord op het artikel 15 Hoofdvaarwegen.
17.07 European Rail Traffic Management System (ERTMS)
Motivering
De Ontwikkelagenda Toekomstbeeld OV 2040 (Kamerstukken II 202/21, 23645, nr. 746) zet erop in lange termijn keuzes voor het OV met bijdragen aan wonen, werken en recreëren in een duurzaam en welvarend Nederland te realiseren. Het digitaliseren van het treinbeveiligingssysteem is een van de bouwstenen om de doelen van Toekomstbeeld OV te bereiken. Het vervangen van het analoge huidige systeem, dat stamt uit de jaren ’50-60, door de digitale Europese standaard wordt vormgegeven binnen het groot project ERTMS. Deze vervanging sluit aan bij het algemene uitgangspunt om prioriteit te geven aan de instandhouding van het bestaande netwerk. Met deze beslissing wordt ook invulling gegeven aan Europese afspraken over de aanleg van ERTMS op de belangrijkste nationale en internationale verbindingen (TEN-T kernnetwerk). Daarnaast biedt ERTMS meer mogelijkheden dan de huidige treinbeveiliging, zoals meer veiligheid, de mogelijkheid om meer treinen te laten rijden, en op termijn automatisch rijden.
Producten
Op 17 mei 2019 heeft het Kabinet de programmabeslissing ERTMS (Kamerstukken II 2018/19, 33652, n2. 65) genomen en besloten het huidige treinbeveiligingssysteem landelijk te vervangen door ERTMS. Tot en met 2030 worden door ProRail en vervoerders tientallen werkprocessen aangepast om treinen te kunnen laten rijden, circa 1.300 treinen en locomotieven omgebouwd of opgewaardeerd naar ERTMS en tenminste 15.000 gebruikers opgeleid. Ook zal het systeem en de operatie worden beproefd en uiteindelijk 345 km spoor op zeven baanvakken van ERTMS voorzien. Het kabinet heeft in 2019 tevens besloten structureel middelen te reserveren voor de uitrol van ERTMS in de rest van Nederland in de periode 2030-2050. Hiervoor zijn middelen gereserveerd op artikelonderdeel 11.03.
Zoals aangekondigd is gewerkt aan een herijking van de planning en kostenraming (Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 33 652, nr. 88). In de herijking zijn ook de effecten van gebeurtenissen als de coronapandemie, de arbeidsmarktkrapte en bewegingen op de leveranciersmarkt (zoals overnames) op het programma meegenomen. Uit de herijking blijkt dat een hoger bedrag en langere tijd nodig zijn om de treinbeveiliging en gerelateerde systemen klaar te maken voor de toekomst. De eerste uitkomsten van de studie naar de landelijke uitrol van ERTMS ondersteunen dit beeld. De onderlinge samenhang tussen projecten is groot, waardoor het risicoprofiel van het programma hoog blijft. Het is noodzakelijk om bij te sturen op basis van de nieuwe inzichten en geleerde lessen – in binnen- en buitenland – en deze zo goed mogelijk te benutten voor het vervolg. Een commissie van experts op het gebied van de implementatie van ERTMS of vergelijkbare systemen in andere landen heeft een second opinion uitgevoerd. Ervaringen in andere landen tonen aan dat de invoering van ERTMS niet zonder slag of stoot verloopt. Alle signalen wijzen erop dat een fundamentele herijking van de aanpak nodig is. Over de aanpak wordt de Kamer geïnformeerd bij de 19de voortgangsrapportage (Kamerstukken II 2023/2024, 33562, nr. 90) en volgende rapportages.
Het programma ERTMS is door de Kamer aangewezen als Groot Project. De Kamer wordt daarom twee keer per jaar door middel van een voortgangsrapportage geïnformeerd. De laatste voortgangsrapportage van de staatssecretaris van IenW betreft de twintigste voortgangsrapportage (Kamerstukken II 2023/2024, 33562, nr. 92).
Projectbudget | Kasbudget | Openstelling | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | later | huidig | vorig |
ERTMS | ||||||||||||
Aanleg | 2.839 | 2.773 | 538 | 276 | 309 | 340 | 390 | 345 | 253 | 388 | divers | divers |
Planning en studies | 93 | 93 | 90 | 1 | 2 | divers | divers | |||||
Afronding | ||||||||||||
Programma | ||||||||||||
Afrekening voorschotten | 27 | 27 | 27 | |||||||||
Begroting (MF 17.07.01) | 2.959 | 2.893 | 655 | 277 | 311 | 340 | 390 | 345 | 253 | 388 | ||
Overprogrammering (-) | ‒ 77 | ‒ 180 | ‒ 130 | ‒ 201 | ‒ 160 | ‒ 120 | 868 |
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
Het projectbudget is verhoogd met € 75 miljoen in verband met excessieve prijsstijgingen in 2024.
17.08 Zuidasdok
Motivering
De ruimtelijke ontwikkelingen in de corridor Haarlemmermeer-Almere en op de Zuidas versterken de toename van reizigers en verkeer. Door opening van de Noord-Zuidlijn, Hanzelijn en OV-SAAL neemt het aantal reizigers op station Amsterdam-Zuid toe. De vergroting van de stations capaciteit en kwalitatieve opwaardering van station Amsterdam Zuid is nodig om de groeiende reizigersstromen te accommoderen en te voldoen aan de NSP-kwaliteitsnorm. Om ruimte te bieden aan de uitbreiding van de ov-terminal en de wegcapaciteit te vergroten, wordt de A10 ondergronds gebracht en verbreed. Een investering in de ruimtelijke kwaliteit van de Zuidas draagt verder bij aan de versterking van een internationale toplocatie. In de Kamerbrief van 21 december 2023 is de Kamer geïnformeerd over een nieuw verwacht tekort op het project van € 600 ‒ 800 miljoen (Kamerstukken 32668, nr. 22).
Producten
– Programmaorganisatie en voorbereiding (inclusief A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel, artikel 12.03.01 op het Mobiliteitsfonds);
– Uitbreiding van de ov-terminal (regionaal ov en ketenmobiliteit);
– Tunnel en uitbreiding van de wegcapaciteit A10-zuid;
– Inrichting van de openbare ruimte en generieke uitgaven.
Projectbudget | Kasbudget | Openstelling | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | later | huidig | vorig |
Zuidasdok | ||||||||||||
Generieke en ruimtelijke inrichting | 66 | 66 | 66 | 2017 | 2017 | |||||||
Projectorganisatie en voorbereiding | 603 | 593 | 254 | 39 | 41 | 43 | 38 | 34 | 29 | 125 | 2028-2029 | 2028-2029 |
Tunnel en A10 | 1.600 | 1.549 | 118 | 34 | 92 | 120 | 169 | 210 | 240 | 617 | 2028-2029 | 2028-2029 |
OVT incl. keerspoor | 1.139 | 1.114 | 310 | 108 | 144 | 133 | 164 | 125 | 29 | 127 | 2028-2029 | 2028-2029 |
Afrondingen | ||||||||||||
Programma | 3.408 | 3.322 | 748 | 181 | 277 | 296 | 371 | 369 | 298 | 869 | 2032-2036 | 2032-2036 |
Begroting (MF 17.08) | 3.408 | 3.322 | 748 | 181 | 277 | 296 | 371 | 369 | 298 | 869 |
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
1. Projectorganisatie en voorbereiding: het verschil wordt veroorzaakt door o.a. desalderingen door extra ontvangsten welke aan de project toegevoegd worden. Daarnaast betreft het ook loon- en prijsbijstelling 2024.
2. Tunnel en A10: het verschil wordt o.a., veroorzaakt door Meerjaring vast onderhoud voor West Nederland Noord. Op verzoek van de beheerder wordt het meerjarig onderhoud toegevoegd aan de scope. Het betreft hier de uitvoeringskosten. Daarnaast zijn ook de loon- en prijsbijstellingen verwerkt.
3. OVT inclusief keerspoor: dit betreft de loon- en prijsbijstelling 2024.
Overzicht van de bijdragen
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de financiering van het programma. Deze middelen kunnen tijdens de realisatieperiode integraal aan alle productuitgaven worden besteed. Tussentijds en achteraf zal inzichtelijk worden gemaakt waaraan de middelen zijn besteed (verantwoording).
Projectomschrijving | Totaal | t/m 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | later |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bijdragen Rijk | 0 | ||||||||
Bijdrage gemeente Amsterdam | 426 | 106 | 21 | 39 | 37 | 37 | 42 | 37 | 107 |
Bijdrage Vervoersregio Amsterdam | 346 | 87 | 18 | 32 | 29 | 30 | 35 | 31 | 84 |
Bijdrage Provincie Noord Holland | 87 | 87 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
EU-ontvangsten | 56 | 37 | 19 | ||||||
Bijdrage derden | 114 | 32 | 0 | 0 | 16 | 0 | 10 | 0 | 56 |
Totaal programma | 1.029 | 349 | 58 | 71 | 82 | 67 | 87 | 68 | 247 |
Begroting (MF 17.08) | 1.029 | 349 | 58 | 71 | 82 | 67 | 87 | 68 | 247 |
17.10 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
Motivering
Vanaf 2018 heeft het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer de status van groot project. Op dit artikelonderdeel worden de uitgaven van PHS verantwoord. De basisrapportage, die voortvloeit uit de status van groot project, is in april 2019 naar de Tweede Kamer gezonden (Kamerstukken II 2018-2019, 32 404, nr. 92). Sindsdien zijn er halfjaarrapportages naar de Kamer gestuurd, de laatste betreft de tweede helft van 2023 (VGR 2023-2, Kamerstuk 32404-121). Er wordt volgens de prognoses steeds meer gebruik gemaakt van het openbaar vervoer. Ook het spoorgoederenvervoer neemt toe. Dat vraagt om een aanpak om meer capaciteit te bieden en een hoogwaardig spoorvervoer mogelijk te maken. Het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) heeft tot doel op de drukste trajecten in het land te komen tot hoogfrequent spoorvervoer en een toekomst vaste routering van het goederenvervoer met zo intensief mogelijk gebruik van de Betuweroute. Er gaan meer treinen rijden in de drukste delen van het land en er komt extra ruimte voor goederenvervoer op het spoor naast maatregelen om het gebruik van de Betuweroute nog extra te stimuleren. Het gaat om de volgende corridors en frequenties:
– Alkmaar-Amsterdam (6 intercity’s en 6 sprinters);
– Amsterdam-Utrecht-Eindhoven (6 intercity’s op de corridor en 6 sprinters tussen Utrecht en Geldermalsen);
– Schiphol-Utrecht-Arnhem/Nijmegen (6 intercity’s op de corridor en 4 sprinters tussen Breukelen en Driebergen-Zeist);
– Den Haag-Rotterdam-Breda (8 intercity’s en 6 sprinters tussen Den Haag en Rotterdam en 4 intercity’s tussen Rotterdam en Breda);
– Breda-Eindhoven (4 intercity’s en 4 sprinters Breda-Tilburg);
– Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad (SAAL) Schiphol-Amsterdam Zuid-Almere-Lelystad (4 intercity’s en 4 sneltreinen tussen Flevoland, via Amsterdam Zuid, en Schiphol, 4 intercity’s tussen Schiphol, via Amsterdam Zuid, en Hilversum, 6 sprinters tussen Almere en Amsterdam Centraal, 4 sprinters tussen Hilversum/Gooi en Amsterdam Centraal);
– Goederenroutering Zuid-Nederland.
Het PHS-programma en de diverse projecten die hier onderdeel van uit maken moeten de gewenste treinaantallen mogelijk maken in combinatie met een zo goed mogelijke dienstregeling (goede verdeling van de treinen over het uur, goede aansluitingen, combinatie met goederenvervoer e.d.). Daarbij is een belangrijk aandachtspunt dat de PHS-corridors onderdeel vormen van een samenhangend spoorwegnet en treindienstregeling, waarbij er vele afhankelijkheden bestaan en er in de loop der tijd rekening moet worden gehouden met nieuwe inzichten en ontwikkelingen. De uiteindelijke dienstregeling wordt conform de vervoerconcessie van IenW aan NS opgesteld door NS. NS stelt deze vast op basis van de daadwerkelijk beschikbare infrastructuur, de daadwerkelijk marktvraag per traject, overleg met betrokken overheden en consumentenorganisaties. De scope, planning en financiële stand van zaken (peildatum eind 2018) zijn opgenomen in de basisrapportage PHS; deze dient als referentie voor de opeenvolgende voortgangsrapportages over PHS die elk half jaar verschijnen. PHS is volledig opgenomen in de nieuwe HRN concessie 2025-2033 en zal stap voor stap worden ingevoerd.
De risicoreservering voor PHS is voor € 150 miljoen ingezet om op de corridor PHS Alkmaar – Amsterdam tot uitvoering over te gaan. In verband met een negatieve prijsontwikkeling, de mismatch tussen de door Financiën uitgekeerde IBOI enerzijds en de vigerende CBS-reeksen voor de spoorbouw en aanbestedingseffecten anderzijds, is het projectbudget aanvullend verhoogd met € 187 miljoen. De in het programma Spoorcapaciteit 2030 «Onderstation Kethel» wordt uitgevoerd binnen PHS. Daarom is € 11 miljoen overgeboekt vanuit het programma Spoorcapaciteit 2030 naar PHS-onderdeel TEV.
Producten
Op 4 juni 2010 (Kamerstukken II 2009-2010, 32 404, nr. 1) heeft het kabinet een voorkeursbeslissing genomen over PHS. Sinds begin 2011 loopt de planuitwerking. PHS is een samenhangend en langlopend programma en wordt stap voor stap gerealiseerd. Fasegewijs zullen de frequenties worden verhoogd, als de benodigde infrastructuur dat mogelijk maakt. Inmiddels is een aantal projecten uitgevoerd en gaat PHS steeds verder in realisatie en worden onderdelen vastgelegd in subsidiebeschikkingen. In het MIRT overzicht is per onderdeel in realisatie een MIRT-blad opgenomen en is de voortgang van de diverse PHS onderdelen aangegeven. Elk halfjaar wordt in de opeenvolgende voortgangsrapportages PHS de inhoudelijke en financiële voortgang van PHS en de diverse corridors aangegeven. In de laatste VGR 2023-2 is aangegeven dat het PHS-programma in volle uitvoering is en meer dan 95% van het budget in 2024 verplich is. Ook is duidelijk geworden dat een aantal belangrijke onderdelen eerst rond 2030-2031 gereed zullen zijn.
Projectbudget | Kasbudget | Indienststelling | Toelichting | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | later | huidig | vorig | |
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer | |||||||||||||
Aanleg | |||||||||||||
PHS: Doorstroomstation Utrecht | 253 | 253 | 253 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2017 | 2017 | |
PHS: Spooromgeving Geldermalsen | 149 | 149 | 149 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2021 | 2021 | |
PHS: Meteren - Boxtel | 803 | 716 | 82 | 48 | 63 | 66 | 124 | 125 | 145 | 150 | 2031 | 2028-2029 | |
PHS: Rijswijk - Rotterdam | 388 | 385 | 277 | 45 | 12 | 6 | 6 | 6 | 6 | 30 | 2024-2026 | 2023-2025 | * |
PHS Amsterdam | 1042 | 909 | 214 | 59 | 81 | 101 | 101 | 96 | 110 | 281 | 2030-2032 | 2030-2032 | * |
PHS Ede | 77 | 77 | 63 | 10 | 3 | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 2022 | 2021 | |
PHS Alkmaar-Amsterdam | 298 | 28 | 12 | 7 | 10 | 33 | 82 | 93 | 30 | 31 | 2029-2030 | 2027-2028 | |
PHS maatregelen TEV | 121 | 118 | 29 | 17 | 22 | 38 | 8 | 8 | 0 | 0 | divers | divers | |
PHS Nijmegen en West-entree | 200 | 184 | 8 | 8 | 24 | 41 | 44 | 27 | 22 | 27 | 2028 | 2027 | |
OV-SAAL korte termijn | 630 | 630 | 630 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2016 | 2016 | |
OV-SAAL middellange termijn | 98 | 98 | 98 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2026-2028 | 2026-2028 | |
PHS: Overige maatregelen (projecten < € 50 miljoen) | 241 | 182 | 101 | 23 | 17 | 49 | 30 | 8 | 5 | 7 | divers | divers | |
Afrondingen | |||||||||||||
Planning en studies | 681 | 820 | |||||||||||
Corridor Alkmaar-Amsterdam | |||||||||||||
Corridor Amsterdam-Utrecht-Eindhoven | |||||||||||||
Corridor Schiphol-Utrecht-Arnhem/Nijmegen | |||||||||||||
Corridor Breda-Eindhoven | |||||||||||||
Corridor Den Haag– Rotterdam | |||||||||||||
Corridor OV SAAL middellange termijn | |||||||||||||
Routering goederenvervoer Zuid-Nederland | |||||||||||||
Overige (planstudiekosten) | |||||||||||||
Afrondingen | |||||||||||||
Programma | |||||||||||||
Afrekening voorschotten | 82 | 82 | 82 | ||||||||||
Begroting (MF 17.10.01) | 5.063 | 4.631 | 1.997 | 217 | 231 | 334 | 396 | 363 | 318 | 526 | |||
Overprogrammering (-) | ‒ 64 | ‒ 130 | ‒ 139 | ‒ 227 | ‒ 225 | ‒ 220 | 1005 |
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
1. PHS Meteren-Boxtel: De Raad van State heeft het Tracébesluit "Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Meteren- Boxtel» onherroepelijk verklaard. Vanwege de tijd die de Raad van State nodig heeft gehad om tot dit besluit te komen is vertraging in de planning ontstaan en een herziene planning opgesteld waarbij de in 2021 afgesproken mijlpalen naar achteren schuiven. Het projectbudget is verhoogd met € 67,7 miljoen in verband met prijs- en markteffecten;
2. PHS Amsterdam:Het projectbudget is verhoogd met € 68,2 miljoen in verband met prijs- en markteffecten. Daarnaast is € 44,1 miljoen toegevoegd vanuit het programma Fietsparkeren (MF 13.03). Een deel van de oorspronkelijk binnen dat programma geraamde scope (de stallingen onder de oostelijke sporen (SOOS)) wordt overgeheveld naar het PHS project Amsterdam Centraal waardoor de werkzaamheden efficiënter kunnen worden uitgevoerd;
3. PHS Projecten < 50 mln: De scope benodigd voor maatregelen bij het emplacement Eindhoven Eindhoven Oost is onderdeel van het binnen het programma Grensoverschrijdend Spoorvervoer opgenomen deelproject «Eindhoven-Düsseldorf». In verband met de raakvlakken met PHS en om de productstap Breda-Eindhoven tijdig mogelijk te maken, is deze scope en het bijbehorende budget ad € 17 miljoen overgeheveld naar deelproject PHS Eindhoven. De ontwikkeling van een nieuwe generatie seinen bij ProRail heeft vertraging opgelopen. Dit leidt er toe dat spoorprojecten hun ontwerp moeten aanpassen. De oude seinen hebben een grotere omvang waarvoor sporen verder uit elkaar moeten liggen. Bij enkele projecten, waaronder PHS Tilburg leidt deze aanpassing tot majeure meerkosten omdat werkzaamheden reeds gepland en deels uitgevoerd waren door de aannemer. Hiervoor is aanvullend € 31,4 miljoen toegevoegd zodat het project zoveel mogelijk doorgang kan vinden en de meerkosten niet nog verder oplopen;
4. PHS Nijmegen: Het projectbudget is verhoogd met € 10 miljoen in verband met prijs- en markteffecten;
5. Planning en studies: De risicoreservering voor PHS is voor € 150 miljoen ingezet om op de corridor PHS Alkmaar – Amsterdam tot uitvoering over te gaan. Tegenover het resterende potentieel tekort staan voldoende beheersmaatregelen en is ook nog een deel van de risicoreservering beschikbaar. In verband met markt- en prijseffecten is in totaal € 146,1 miljoen overgeboekt naar diverse PHS projecten in realisatie. Er is € 9,7 miljoen toegevoegd vanuit MF 11.04 aan het planuitwerkingsbudget PHS om extra kosten te dekken om de Amstelpassage als locatie voor security- en paspoortcontrole-voorzieningen te kunnen gebruiken. In verband met een negatieve prijsontwikkeling, de mismatch tussen de door Financiën uitgekeerde IBOI enerzijds en de vigerende CBS-reeksen voor de spoorbouw en aanbestedingseffecten anderzijds, is het projectbudget aanvullend verhoogd met € 101 miljoen vanuit de daarvoor getroffen reservering op MF 11.04.
*In het projectoverzicht van de voorjaarsnota 2024 was per abuis voor een aantal projecten een verkeerde stand opgenomen. De betreffende projecten zijn met een «*» aangegeven en de standen «vorig» zijn gecorrigeerd.
17.09 Ontvangsten
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden voor de realisatie van de Megaprojecten verkeer en vervoer, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord.
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Bijdragen van derden PMR | ||||||
Bijdragen van derden ERTMS | 19 | |||||
Bijdragen van derden Zuidasdok | 41 | 71 | 82 | 67 | 87 | 67 |
Bijdragen van derden PHS | 1 | |||||
Totaal Ontvangsten | 61 | 71 | 82 | 67 | 87 | 67 |
Totaal Ontvangsten (MF 17.09) | 61 | 71 | 82 | 67 | 87 | 67 |