Base description which applies to whole site

3.13 Artikel 25. Emancipatie

Het realiseren van gendergelijkheid en gelijkheid wat betreft seksuele oriëntatie, genderidentiteit en geslacht in de Nederlandse samenleving. Dit dient te geschieden op in ieder geval de terreinen: onderwijs, veiligheid, gezondheid, arbeidsmarkt, media, politiek, recht en leefvormen.

De rol van de Minister is primair het wegnemen van belemmeringen voor gender- en lhbtiq+ gelijkheid (lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender en intersekse personen, en alle andere mogelijke manieren waarop mensen zcihzelf, dus hun gender of seksualiliteit kunnen benoemen) en het bevorderen dat relevante wet- en regelgeving waar nodig wordt aangepast. Daarnaast heeft de Minister, vaak samen met de maatschappelijke instellingen, een rol in het agenderen, coördineren, aanjagen en in het ontsluiten van kennis en expertise.

Financieren

De Minister biedt financiële ondersteuning aan maatschappelijke instellingen voor gender- en lhbtiq+ gelijkheid en het monitoren van ontwikkelingen in de samenleving.

Stimuleren

Het instrument dat de Minister ter beschikking heeft, is wet- en regelgeving, zoals de Subsidieregeling gender- en lhbtiq+ gelijkheid 2022-2027 die vanaf 2022 in werking is getreden. Deze regeling voorziet in het verstrekken van subsidies aan strategische partnerschappen voor de realisering van de doelstellingen op gender- en lhbtiq+ gelijkheid. Daarnaast verstrekt de Minister projectsubsidies aan het maatschappelijk middenveld.

Regisseren

Gemeenten ontvangen via decentralisatie-uitkeringen een bijdrage voor de uitvoering van de samenwerkingsafspraken over versterking en uitvoering van het lokale beleid op het gebied van gendergelijkheid en lhbtiq+ gelijkheid. Verder vult de Minister de regisserende rol in door halfjaarlijkse bestuursgesprekken met instellingen over gender- en lhbtiq+-gelijkheid. Daarnaast draagt de Minister bij aan internationale samenwerking met organisaties als Europese Unie, de Raad van Europa en de Verenigde Naties.

De belangrijkste wijzigingen op het terrein van emancipatie worden beschreven in het onderdeel beleidsprioriteiten.Het Ministerie van OCW zet zich in op drie samenhangende thema’s waarop zich stevige knelpunten voordoen: arbeid, sociale veiligheid en genderdiversiteit en gelijke behandeling.

Uitgangspunt voor emancipatiebeleid is de Emancipatienota 2022-2025 (Kamerstukken II 2022/23, 30420, nr. 374) die eind 2022 is gepubliceerd. Verschillende thema’s komen daarin terug, zoals de inzet op het tegengaan van seksueel grensoverschrijdend gedrag, de maatregelen uit het Regenboogstembusakkoord, genderdiversiteit in de top van de private en (semi)publieke sector en gelijke behandeling voor vrouwen en lhbtiq+-personen.

Om seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld tegen te gaan heeft het kabinet een Nationaal Actieprogramma opgesteld en een regeringscommissaris aangesteld. Het Nationaal Actieprogramma kent diverse maatregelen in alle sectoren van de maatschappij die zich richten op onder andere preventie, wetgeving, omstanders, communicatie en werkgevers.

Er zijn voor deze kabinetsperiode specifieke maatregelen afgesproken waarvoor verschillende departementen verantwoordelijk zijn zich in te spannen: discriminerend geweld aanpakken, wetgeving verbeteren, acceptatie op school bevorderen en afwijzing stoppen, gender en geslacht, internationale inzet, lhbtiq+ emancipatiebeleid. Deze punten zijn verankerd in de Emancipatienota 2022-2025. Inspanning zal worden verricht op het vergroten van haalbaarheid van onder andere de volgende maatregelen: zoveel mogelijk afschaffen van onnodige geslachtregistratie door de overheid, de aanpak van discriminatie wordt een verplicht onderdeel van het curriculum op politieopleidingen, hogere wettelijke straffen bij discriminerend geweld (hate crime-wetgeving) en het aanscherpen van de kerndoelen voor het onderwijs om te zorgen dat scholen acceptatie van lhbtiq+ personen optimaal bevorderen.

Om ongelijkheid op de arbeidsmarkt te bestrijden, werkt het Ministerie van OCW aan een gelijk speelveld tussen mannen en vrouwen en wordt onder andere genderdiversiteit in de top van de private en (semi)publieke sector gestimuleerd. Ook zetten we in op de verbetering van economische zelfstandigheid en financiële onafhankelijkheid van vrouwen door een hogere arbeidsparticipatie van vrouwen te stimuleren. In dat kader worden er verschillende pilots uitgevoerd op het terrein van economische zelfstandigheid. In 2024 worden de resultaten van deze pilots verwacht.

Tot slot, is er extra aandacht voor gelijke behandeling en kansen op gezondheid voor vrouwen en lhbtiq+-personen. Zij moeten de ruimte en vrijheid hebben om zichzelf te kunnen zijn, zonder geconfronteerd te worden met verbaal of fysiek geweld. Daarom worden de ontwikkelingen bijgehouden via de tweejaarlijkse Emancipatiemonitor en de lhbt(iq+)-monitor.

Tabel 72 Budgettaire gevolgen van beleid art. 25 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

69.628

16.098

7.835

8.725

6.751

7.790

18.787

        

Uitgaven

15.328

25.838

20.965

21.859

19.815

20.924

18.787

        

Bekostiging

7.109

13.263

13.263

13.200

13.137

13.137

11.000

Kennisinfrastructuur: Gender- en lhbti- gelijkheid

7.109

13.263

13.263

13.200

13.137

13.137

11.000

Subsidies (regelingen)

6.929

8.220

4.874

5.448

4.412

4.257

4.257

Lhbti

6

0

0

0

0

0

0

Gender- en lhbti- gelijkheid 2022-2027

6.923

8.220

4.874

5.448

4.412

4.257

4.257

Opdrachten

1.290

3.474

1.947

2.330

1.455

1.710

1.710

Opdrachten

1.290

3.474

1.947

2.330

1.455

1.710

1.710

Bijdrage aan medeoverheden

0

881

881

881

811

1.820

1.820

Gemeentefonds gender- en lhbti- gelijkheid

0

881

881

881

811

1.820

1.820

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

0

0

0

0

0

0

Ontvangsten

355

0

0

0

0

0

0

Budgetflexibiliteit
Tabel 73 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2024

juridisch verplicht

65,9%

bestuurlijk gebonden

2,4%

beleidsmatig gereserveerd

21,1%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

10,6%

Van het totale budget voor artikel 25 is in 2024 66,0 procent juridisch verplicht.

Bekostiging

Het beschikbare budget voor 2024 is voor 94,0 procent verplicht.

Subsidies

Het beschikbare budget in 2024 is voor 19,2 procent juridisch verplicht. Dit betreft meerjarige projectsubsidies. Voor nadere toelichting wordt verwezen naar de subsidiebijlage.

Opdrachten

Het beschikbare budget voor 2024 is voor 30,0 procent verplicht.

Bijdrage aan medeoverheden

Het beschikbare budget is beleidsmatig 100 procent verplicht.

Bekostiging

Op basis van de Subsidieregeling gender- en LHBTI+- gelijkheid 2022-2027 zijn met ingang van 2023 voor een periode van vijf jaar nieuwe strategisch partnerschappen aangegaan. Dit betreft acht allianties en twee instellingssubsidies voor de bibliotheek- en erfgoedfunctie. Het doel is om met de activiteiten waarvoor subsidie is verleend gender- en lhbtiq+-gelijkheid te realiseren.

Subsidies

Projectsubsidies worden verleend op basis van de Subsidieregeling gender- en lhbti+- gelijkheid 2022-2027.

Opdrachten

De middelen voor opdrachten voor zowel gender- als lhbtiq+-gelijkheid worden besteed aan onder andere onderzoek, verkenningen, evaluaties en symposia.

Bijdrage aan medeoverheden

De programma’s Regenboogsteden en Veilige steden zijn in 2023 voor een nieuwe periode van 4 jaar voortgezet. Gemeenten die actief zijn op het gebied van gender- en lhbtiq+ gelijkheid ontvangen via een decentralisatie-uitkering een bijdrage. De verantwoordelijkheid voor de besteding van deze middelen is belegd bij de gemeenten zelf.

Licence