Base description which applies to whole site

3.7 Artikel 19 Internationaal Beleid

Internationaal samenwerken om klimaatweerbaarheid, circulaire economie en slimme en duurzame mobiliteit te realiseren.

Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid

In onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van de totale verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van dit artikel. De onderverdeling naar de financiële instrumenten is opgenomen in de totaal tabel van de budgettaire gevolgen van beleid.

Tabel 71 Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid artikel 19 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

15.680

12.668

10.370

9.890

10.120

10.184

9.871

        

Uitgaven

11.452

11.972

10.479

9.499

9.729

9.573

9.260

        

Uitgaven onderverdeeld per artikelonderdeel

       

2 Internationaal beleid coördinatie en samenwerking

11.452

11.972

10.479

9.499

9.729

9.573

9.260

        

Ontvangsten

1.960

312

0

0

0

0

0

In onderstaande tabel is een overzicht en toelichting opgenomen op de rol en verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij dit artikel. Voor een nadere toelichting op de verschillende typologieën stimuleren, regisseren, financieren en (doen) uitvoeren wordt verwezen naar de leeswijzer.

Tabel 72 Rol en verantwoordelijkheden

Rol

Toelichting

Stimuleren

De Minister van IenW ontplooit diverse activiteiten om de nationale doelen te bereiken door verbinding met internationale activiteiten.- Het onderhouden van een netwerk met landen, EU-instellingen en mondiale organisaties, denktanks en non-gouvernementele organisaties.- Ter ondersteuning van beleidsontwikkeling neemt IenW deel aan diverse bilaterale en multilaterale overleggen (formeel en informeel) gericht op de totstandkoming van coalities met gelijkgezinde landen.- Samen met andere staten en actoren bevorderen van concrete internationale samenwerking en activiteiten in internationale multi-stakeholderpartnerschappen

Regisseren

De Minister van IenW bepaalt de inhoudelijke lijn voor de nationale inbreng in de ontwikkeling van het Europese en het mondiale transport- en milieubeleid.- De uitvoering van de relevante SDG's uit de 2030 Agenda voor duurzame ontwikkeling.- De regie op de internationale aspecten van het IenW-beleid, inclusief het politieke optreden en de vertegenwoordiging in de betreffende internationale gremia.- Het opstellen en uitdragen van de Nederlandse inzet in internationaal kader bij de vaststelling van normen en plafonds, de vertaling daarvan naar Nederlandse wet- en regelgeving.- De nationale en Europese beleidscoördinatie op het gebied van satellietnavigatie en de IenW-inzet op het gebruik van satellietdata en satellietnavigatie.Het internationale IenW-beleid vindt niet alleen zijn grondslag in dit beleidsartikel. Specifieke rollen en verantwoordelijkheden van de Minister op de verschillende beleidsterreinen van IenW zijn bij de betreffende artikelen vermeld.

(doen) uitvoeren

IenW heeft een deel van de beleidsuitvoering uitbesteed aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het gaat hier om een aantal uitvoerende taken in het kader van de Europese programma’s Horizon Europe, Connecting Europe Facility (CEF), Trans European Transport Network (TENT), Interreg en LIFE.

Samenhang doelstelling en meetbare gegevens

De IenW-ambities kunnen door de hoge mate van verwevenheid met de internationale arena alleen maar effectief worden gerealiseerd in internationaal verband. Dit is niet alleen afhankelijk van de Nederlandse inzet, maar ook van de inbreng van partners en andere partijen. Het opnemen van kwantitatieve meetbare indicatoren gerelateerd aan het te realiseren doel is in dit verband zelden relevant of toepasselijk. Waar mogelijk zijn deze opgenomen bij de diverse beleidsartikelen.

De internationale taken van IenW zijn bij verschillende dienstonderdelen belegd en worden op diverse begrotingsartikelen gepresenteerd en verantwoord.  Hiernaast zijn er geen relevante beleidsontwikkelingen te benoemen.

Tabel 73 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 19 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

15.680

12.668

10.370

9.890

10.120

10.184

9.871

        

Uitgaven

11.452

11.972

10.479

9.499

9.729

9.573

9.260

        

2 Internationaal beleid coördinatie en samenwerking

11.452

11.972

10.479

9.499

9.729

9.573

9.260

Opdrachten

2.692

3.984

3.923

4.835

5.065

4.909

4.765

Uitvoering HGIS

574

793

1.358

2.150

2.150

2.150

2.150

Uitvoering niet-HGIS

607

1.756

1.249

1.131

1.141

1.103

1.238

Overige opdrachten

1.511

1.435

1.316

1.554

1.774

1.656

1.377

Subsidies

1.016

1.692

1.692

0

0

0

0

Interreg

991

1.622

1.622

0

0

0

0

Overige subsidies

25

70

70

0

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

2.574

2.885

2.520

2.520

2.520

2.520

2.351

Waarvan bijdragen aan RVO

1.911

2.099

2.099

2.099

2.099

2.099

2.099

Overige bijdragen aan agentschappen

663

786

421

421

421

421

252

Bijdragen aan medeoverheden

100

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

4.670

3.011

2.344

2.144

2.144

2.144

2.144

Waarvan bijdragen HGIS

2.415

2.811

2.144

2.144

2.144

2.144

2.144

Waarvan bijdragen niet-HGIS

2.255

200

200

0

0

0

0

Bekostiging

400

400

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

1.960

312

0

0

0

0

0

Onderstaand is per artikelonderdeel, zoals opgenomen in de budgettaire tabel, voor het jaar 2024 een toelichting gegeven waarvoor de financiële instrumenten worden ingezet en wie de middelen ontvangt.

2. Internationaal beleid coördinatie en samenwerking (€ 10,5 miljoen)

De volgende financiële instrumenten worden ingezet:

  • 1. Opdrachten (€ 3,9 miljoen):

    • Uitvoering HGIS (€ 1,4 miljoen). Het ministerie van IenW is beleidsverantwoordelijk voor het satellietnavigatiebeleid en daarmee voor het Europese mondiale satellietnavigatie systeem Galileo. In dat kader draagt IenW bij aan de exploitatiekosten van het Galileo Reference Center (GRC) dat gevestigd is in Noordwijk en het Galileo Sensor Station (GSS) op Bonaire; het beheer van beide panden wordt uitgevoerd door het Rijksvastgoedbedrijf. Daarnaast verstrekt IenW opdrachten aan diverse organisaties voor activiteiten in het kader van internationale diplomatie, waaronder het uitvoeren van missies voor het bedrijfsleven en het ondersteunen en faciliteren van delegaties en internationale bijeenkomsten.

    • Uitvoering niet HGIS (€ 1,2 miljoen). Voor het benutten van de innovatiecapaciteit van data afkomstig van satellietinstrumenten is samen met het Netherlands Space Office (NSO) een programma opgezet waarin onderzoeksvragen worden uitgewerkt en diverse ruimtevaartprojecten worden uitgevoerd. Hiernaast wordt samen met NSO en kennis- en uitvoeringsorganisaties gewerkt aan de ontwikkeling van de Europese infrastructuur, de oprichting van een Public Regulated Service Autoriteit en het toekomstige beheer van deze overheidsdienst van Galileo. In totaal is een bedrag van €1,2 miljoen gereserveerd voor genoemde activiteiten.

    • Overige opdrachten (€ 1,3 miljoen). In het kader van het Nationaal Milieu programma is € 0,7 miljoen gereserveerd voor opdrachten aan verschillende partijen. Daarnaast is € 0,3 miljoen gereserveerd voor de jaarlijkse opdrachten aan RWS en RVO inzake diverse Europese programma's. Tevens is € 0,3 miljoen gereserveerd ten behoeve van een 3- tal Europese secretariaten voor de te leveren technische bijstand in het kader van het Interreg VI programma.

  • 5. Subsidies (€ 1,7 miljoen).

    • Interreg (€ 1,6 miljoen). De middelen zijn gereserveerd ter afronding van Interreg V (programma periode 2014- 2020). De laatste projecten binnen dit programma worden uiterlijk in 2024 afgerond. Daarnaast zijn de middelen bestemd voor de subsidieverlening in het kader van het programma Interreg VI (programmaperiode 2021-2027), een Europese subsidieregeling waarin partijen uit meerdere landen samenwerken op het terrein van energietransitie, circulaire economie, klimaatadaptatie en regionale gebiedsontwikkeling. Via de projectstimuleringsregeling Interreg VI worden subsidies verstrekt aan Nederlandse organisaties in de voorbereiding en indiening van Interreg-projectvoorstellen. Hiermee wordt de deelname van Nederlandse organisaties aan de transnationale en interregionale programma’s van Interreg bevorderd.

    • Overige subsidies (€ 0,1 miljoen). De middelen zijn bestemd voor een incidentele subsidie (2023-2026) aan de Jongerenmilieuraad.

  • 8. Bijdragen aan agentschappen (€ 2,5 miljoen).

    • Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (€ 2,1 miljoen). IenW heeft een deel van de beleidsuitvoering uitbesteed aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (uitvoering van subsidieregelingen en ander beleidsondersteunende werkzaamheden). De middelen zijn bestemd voor de uitvoering van de subsidieregelingen Interreg V en Interreg VI en de capaciteitsinzet voor de uitvoering van Europese programma's zoals Horizon Europe, Connecting Europe Facility (CEF), Trans European Transport Network (TENT) en LIFE. 

    • Rijkswaterstaat (€ 0,4 miljoen). Dit betreft de bijdrage voor capaciteitsinzet in het kader van de uitvoering van de Antarctica regelgeving en ondersteunende activiteiten in het kader van economische diplomatie en overige Europese programma's zoals Horizon.

  • 11. Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties (€ 2,3 miljoen). Het ministerie van IenW kent op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken financiële bijdragen toe aan (inter)nationale organisaties. Dat is nodig om de kosten te dekken van de doorlopende ontwikkeling van het desbetreffende verdrag of de organisatie. In onderstaande tabel zijn de (verwachte) bijdragen en contributies vanuit dit artikel voor 2024 vermeld.

Tabel 74 Bijdragen (inter)nationale organisaties (Bedragen x € 1.000)

United Nations Environment Programme (UNEP)

615

International Transport Forum (ontwikkelingen op vervoersgebied)

162

UNECE CLRTAP-verdrag (grensoverschrijdende luchtverontreiniging)

88

UNECE CLRTAP Coordination Centre for Effects

87

UNECE PRTR-verdrag (emissieregisters)

20

Verdrag van Rotterdam (melding vooraf export chemicaliën)

54

Verdrag van Stockholm (persistente organische stoffen)

85

Verdrag van Bazel (overbrenging gevaarlijk afval)

80

OESO Programme on Chemical Accidents (voorkomen en bestrijden van gevolgen van chemische ongelukken)

35

Cartagenaprotocol (verdrag over veiligheid van grensoverschrijdend vervoer van levende ggo's)

45

UNECE Aarhus-verdrag (toegang tot informatie, besluitvorming en rechter)

50

UNECE Helsinki-verdrag (bescherming tegen industriële ongevallen)

30

Verdrag van Minamata (Uitfasering kwik)

54

China Council (adviesraad voor duurzame ontwikkeling)

100

Control of Chemicals (OESO) (veiligheid van chemische producten)

20

International Resource Panel (informatie over gebruik natuurlijke hulpbronnen)

100

  

De resterende middelen worden ingezet voor het verstrekken van incidentele en vrijwillige bijdragen aan (inter)nationale organisaties voor activiteiten die het internationaal beleid van het ministerie van IenW ondersteunen.

In onderstaande tabel is van het totaal van de geraamde programma uitgaven inzicht gegeven in het geschatte aandeel juridisch verplicht, bestuurlijk gebonden, beleidsmatig gereserveerd en nog niet ingevuld/vrij te besteden. In lijn met de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften is voor de juridisch verplichte uitgaven op het niveau van een Financieel Instrument als geheel van het totale artikel een kwalitatieve toelichting opgenomen.

Tabel 75 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 19
 

2024

juridisch verplicht

74%

bestuurlijk gebonden

3%

beleidsmatig gereserveerd

24%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Toelichting

Van de totale in 2024 beschikbare programma uitgaven (€ 10,5 miljoen) is 74% juridisch verplicht. Per financieel instrument wordt dit onderstaand toegelicht.

  • 1. Opdrachten. Van het opdrachtenbudget is circa 49% juridisch verplicht op grond van (meerjarige) verplichtingen. Het gaat hierbij onder meer om de verplichtingen aan het Rijksvastgoedbedrijf voor de exploitatie kosten van het Galileo Reference Center (einddatum april 2047) te Noordwijk en het Galileo Sensor Station op Bonaire (einddatum april 2043). Ook de opdrachten inzake de door de Europese secretariaten te leveren technische bijstand in het kader van het INTERREG VI programma zijn juridisch verplicht voor de totale looptijd van het programma (einddatum 2027).

    Dit geldt eveneens voor de jaarlijkse opdracht aan het Nederlands Space Office voor de dienstverlening in het kader van het programma ruimtevaart.

  • 2. Subsidies. Het subsidiebudget is op grond van de subsidieregelingen Interreg en een incidentele toekenning aan de Jongerenmilieuraad 86% juridisch verplicht. Voor het volledige subsidieoverzicht wordt verwezen naar bijlage 5 in deze begroting. De subsidies hebben een tijdshorizon.

  • 3. Bijdrage aan agentschappen. De uitgaven voor de agentschapsbijdragen RWS en RVO zijn voor 100% juridisch verplicht en hebben een structureel karakter. De bijdrage aan RWS heeft onder andere betrekking op capaciteitsinzet voor de uitvoering van de Antarcticaregelgeving. De bijdrage aan de RVO is bestemd voor de uitvoering van de subsidieregelingen Interreg V en Interreg VI en de capaciteitsinzet voor de uitvoering van enkele Europese programma's.

  • 4. Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties. De bijdrage aan internationale organisaties is voor 78% juridisch verplicht. Het betreft hier uitgaven op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken (zie tabel 74 Bijdragen (inter)nationale organisaties voor detailinformatie).

Licence