Base description which applies to whole site

Bijlage 10: Klimaatfondsprojecten EZK

Naar verwachting zal de instellingswet Klimaatfonds pas tot wet worden verheven, en daarmee het fonds formeel in werking treden, nadat de Rijksbegroting voor 2024 reeds is vastgesteld. Om te voorkomen dat het tijdpad bij uitvoering van het klimaatbeleid en het bereiken van de doelen van het Klimaatfonds in het geding komt, stelt het kabinet voor om in de begroting voor 2024 middelen beschikbaar te stellen voor urgente verplichtingen die het kabinet wil aangaan. Deze budgetten zijn vooruitlopend op de instellingswet overgeheveld naar de betreffende departementale begrotingen.

Bij de selectie van maatregelen om vooruitlopend op de formele oprichting van het Klimaatfonds over te besluiten, is voor het kabinet de urgentie van deze voorstellen voor het behalen van de broeikasgasreductiedoelen op lange termijn leidend geweest. Zoals vastgelegd in het wetsvoorstel voor de oprichting van het Klimaatfonds is het Klimaatfonds bedoeld om middelen beschikbaar te stellen om de broeikasgasreductiedoelen uit de Klimaatwet te bereiken door middel van de realisatie van een broeikasgas neutrale energievoorziening en verduurzaming van de industrie en gebouwde omgeving. Het kabinet heeft beoordeeld welke maatregelen nu noodzakelijk zijn om op de lange termijn deze doelen te behalen. Daarnaast heeft het kabinet conform de toetsingscriteria in het wetsvoorstel de maatregelen beoordeeld op doelmatigheid, uitvoerbaarheid en additionaliteit.

In onderstaande tabel is weergegeven welke middelen al uit het Klimaatfonds aan de EZK-begroting zijn toegevoegd. Dit betreffen alle Klimaatfondsmiddelen die tot op heden aan EZK zijn toegekend, dus middelen die in 2022 en 2023 zijn toegekend. Een uitgebreide toelichting is te vinden in de indicatieve begroting van het Klimaatfonds 2024 en het Meerjarenprogramma 2024.

Tabel 135 Toevoegingen middelen Klimaatfonds aan de EZK-begroting (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Totaal

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzamen welvaartsgroei

0

50.000

137.035

244.053

213.449

159.714

123.909

928.160

NIKI

 

22.000

10.115

84.733

72.629

36.314

24.209

250.000

Ondersteuning cluster 6

  

1.120

920

920

  

2.960

Topsector Energie Haalbaarheidsstudies

  

4.200

8.300

8.300

4.200

 

25.000

Uitvoeringskosten maatwerkafspraken

  

15.800

15.200

15.000

5.000

5.000

56.000

VEKI

 

28.000

105.800

134.900

116.600

114.200

94.700

594.200

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

171.315

775.636

1.389.688

1.999.318

1.191.373

662.770

368.048

6.558.148

Bedrijfsduur-verlenging Borssele

  

5.350

4.650

   

10.000

Kennisinfra

  

11.000

3.585

2.400

3.717

1.800

22.502

Ondersteuning ontwikkeling SMR's

 

400

2.700

    

3.100

Onderzoeken nieuwbouw kerncentrales

 

42.800

13.200

14.800

13.200

13.300

13.200

110.500

Uitvoeringslasten

 

2.300

8.200

10.700

10.100

9.000

7.500

47.800

Coördinatie MIEK-projecten

  

3.500

2.000

1.500

  

7.000

De-risken grootschalige waterstofopslag

  

125.000

    

125.000

EBN: versnellen onderzoek CCS

 

11.250

11.250

11.250

11.250

  

45.000

Efficiëntere benutting elektriciteitsnetten

  

23.776

23.776

23.776

23.776

23.776

118.880

Nationale subsidieregeling warmtenetten

  

40.000

60.000

80.000

80.000

40.000

300.000

Nieuwe subsidieregeling warmtenetten

 

130.000

70.000

    

200.000

Randvoorwaarden technische arbeidsmarkt

  

10.000

10.000

10.000

  

30.000

Realisatie van 3 GW zon op zee in 2030

  

6.357

6.357

6.357

6.357

6.357

31.785

Toekomstbestendigheid energienetwerken (netcapaciteit)

  

21.000

21.000

21.000

21.000

 

84.000

Waterstofnetwerk op zee

   

10.000

20.000

20.000

 

50.000

Elektrolyse, offshore: <=100 MW (CAPEX)

  

50.000

95.000

95.000

95.000

45.000

380.000

Elektrolyse, onshore: 50 MW

  

13.000

13.000

13.000

20.000

17.000

76.000

Elektrolyse,onshore: 500-1.000 MW

  

150.000

150.000

100.000

100.000

100.000

600.000

Elektrolyse: kennisplatform offshore en ketenbrede consortia

 

1.000

1.000

    

2.000

Geothermie, hoge temperatuur

  

1.000

1.000

50.000

  

52.000

Geothermie, lage temperatuur

   

20.000

30.000

30.000

20.000

100.000

H2Global, import van groene waterstof

  

50.000

50.000

40.000

40.000

40.000

220.000

IPCEI Waterstof

 

145.000

290.000

625.000

395.000

120.000

3.000

1.578.000

Normering en stimulering biobased bouwen

  

500

900

   

1.400

Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER)

 

15.280

16.805

16.805

16.805

16.805

 

82.500

Verbeterd toezicht en handhaving aangescherpte energiebesparingsplicht

  

2.650

3.000

1.000

  

6.650

Vergassing: expertisecentrum, organisatie, haalbaarheidsstudies

  

10.000

5.000

5.000

5.000

 

25.000

Vergassing: stimulering projecten vergassing 1e en 2e fase

  

11.100

33.330

27.770

16.700

11.100

100.000

Wind op Zee

 

64.700

67.800

67.400

16.400

15.500

12.700

244.500

Correctieregeling duurzame warmte motie Grinwis – Erkens

 

60.000

     

60.000

Aanvulling ISDE indien nodig i.c.m. normering Cv-ketels

   

100.000

   

100.000

Energiebesparende maatregelen

155.000

5.000

     

160.000

ISDE

 

100.000

     

100.000

Nationaal Isolatie Programma

 

140.000

262.290

393.950

   

796.240

Stimulering van hybride warmtepompen bestaande bouw

 

23.000

74.500

212.300

175.200

  

485.000

Burgerforum

 

3.491

2.695

    

6.186

Wetenschappelijke klimaatraad

  

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

25.000

Onderzoek

1.000

2.000

2.000

2.000

   

7.000

Projecten Rijkscoördinatieregeling (RCR)

1.800

2.100

700

200

   

4.800

Projecten Klimaatakkoord

1.000

5.700

5.700

5.700

   

18.100

ILT

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

7.000

TNO

2.900

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

20.900

VIVET

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

7.000

RVO

5.000

10.000

10.000

10.000

10.000

10.000

10.000

65.000

NEa

1.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

31.000

KNMI

115

115

115

115

115

115

115

805

RWS

500

500

500

500

500

500

500

3.500

RIVM

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

7.000

artikel 40 Apparaat

11.503

26.757

34.157

37.957

38.107

38.157

38.157

224.795

Personeel kerndepartement

8.818

17.472

23.472

26.772

26.772

26.772

26.772

156.850

ACM

2.028

4.340

3.641

3.007

3.111

3.111

3.111

22.349

SodM

312

467

467

467

467

467

467

3.114

Overige personele uitgaven

345

4.478

6.577

7.711

7.757

7.807

7.807

42.482

Totaal toevoeging uit Klimaatfonds

182.818

852.393

1.560.880

2.281.328

1.442.929

860.641

530.114

7.711.103

Toelichting

Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie (NIKI)

De NIKI is een subsidieregeling gericht op de opschaling van innovatieve klimaattechnologieën in de industrie die niet onder de SDE++ vallen. Hierbij kan worden gedacht aan elektrificatie, duurzame grondstoffenproductie en circulaire projecten. Het moet gaan om grootschalige projecten met een minimale steunbehoefte van € 50 mln.

Ondersteuning cluster 6Bij het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie (NPVI) wordt een ondersteunende unit geformeerd die, in samenspraak met de cluster 6 bedrijven en hun organisaties en de provincies, a tempo concrete knelpunten mee helpt te identificeren en op te lossen. De aanpak valt onder regie van de Stuurgroep NPVI, waar ook de clusterregisseur van cluster 6 zitting in krijgt. Deze aanpak kan bestaan uit bijvoorbeeld ondersteuning bij de transitie of hulp bij financiering (bijvoorbeeld via ROMs).

Topsector Energie HaalbaarheidsstudiesDe maatregel betreft het intensiveren van de reeds bestaande TSE industrie studies regeling. Dit is een regeling voor onderzoek naar de haalbaarheid van pilots, demonstratie of implementatie van innovatieve CO2-reducerende technologie in de industrie.

Uitvoeringskosten maatwerkafsprakenOnder deze maatregel vallen verschillende uitvoeringskosten voor het uitwerken van de maatwerkafspraken met de top 20 uitstoters. Het gaat om het uitbreiden van capaciteit bij departementen en RVO, externe inhuur, bezoldiging van een toetsingscommissie en het opzetten van een expertpool voor vergunningverlening.

Versnelde klimaatinversteringen industrie (VEKI)De VEKI is gericht op CO2-reductie door ondersteuning van bestaande technologieën voor procesefficiëntie en energiebesparing. De regeling is uitsluitend bedoeld voor de uitrol van bewezen technieken zoals industriële warmtepompen voor het mkb met een terugverdientijd van meer dan vijf jaar. Het betreft een bestaande regeling die budget krijgt vanuit het Klimaatfonds om meerjarig gecontinueerd te worden.

Bedrijfsduurverlenging BorsseleVoor een veilige en doelmatige bedrijfsduurverlenging Borssele zijn aanvullende onderzoeken nodig in de periode 2023-2025, specifiek naar de veroudering, aandeelhouderstructuur en bedrijfseconomische haalbaarheid.

Kennisinfrastructuur kernenergieEr worden middelen toegekend voor onderwijs en onderzoek, zodat de Nederlandse nucleaire kennis- en onderzoeksinfrastructuur kan worden versterkt.

Ondersteuning ontwikkeling Small Modular Reactors (SMR's)Er worden middelen toegekend voor ondersteuning bij de realisatie van small modular reactors (kleine modulaire kernreactoren, SMR’s). Hiermee wordt de overgangsfase van ontwerp naar realisatie versneld door een praktische koppeling tot stand te brengen tussen Nederlandse maakindustrie en de ontwikkelaars van SMR’s. Dit is van toepassing voor SMR’s gebaseerd op conventionele nucleaire concepten die kort staan voor de transitie naar realisatie. Het doel is om kennis op te bouwen in de productieketen, controle en toezicht. De ervaring die wordt opgedaan is ook relevant voor de nieuwbouw van twee nieuwe kerncentrales.

Onderzoek nieuwbouw kerncentralesTer voorbereiding op de bouw van twee nieuwe kerncentrales zijn ook aanvullende onderzoeken nodig. Deze gaan specifiek over financieringsmodellen, het aanbestedingstraject, haalbaarheidsstudies van vendors, een participatieplan, een plan-MER, een sociale-effectenrapportage over nieuwbouw en een programmamanagementorganisatie van de Special Purpose Vehicle die de aanbesteding, bouw en exploitatie van de te bouwen kerncentrales gaat regelen. Dit onderdeel is inclusief de ophoging van de middelen voor 2023 met € 30 mln., naar aanleiding van de in de begrotingsbehandeling aangenomen motie Erkens over het versnellen van het traject.

Uitvoeringslasten kernenergie

Door de nieuwe ambities op het gebied van kernenergie kent de Rijksoverheid verhoogde uitvoeringslasten. Hiervoor worden middelen toegekend. Ook worden er middelen toegekend in de vorm van een werkbudget voor de provincie Zeeland en gemeente Borssele voor de ambities rondom de bedrijfsduurverlenging van Borssele en het nieuwbouwtraject.

Coördinatie MIEK-projectenVia het MIEK werken Rijk, medeoverheden, netwerkbedrijven, industrie en energieproducenten samen aan tijdige realisatie van de benodigde infrastructuur voor de verschillende sectoren om te kunnen verduurzamen. In dit geval gaat het om middelen voor de Delta Corridor. Middelen worden toegekend voor het eerste jaar zodat de organisatie in gang kan worden gezet. Het heeft de voorkeur om voor het vervolg een integraal voorstel uit werken voor coördinatie van projecten onder het MIEK.

De-risken grootschalige waterstofopslagDoordat het benodigde aandeel waterstof doorgroeit, is er meer opslagcapaciteit nodig. De middelen zijn bedoeld om nieuwe opslagcavernes te ontwikkelen waar waterstof kan worden opgeslagen.

EBN: versnellen onderzoek CCS

Deze maatregel stelt Energie Beheer Nederland (EBN) in staat om het onderzoek naar CCS-capaciteit in Nederland te versnellen.

Efficiëntere benutting elektriciteitsnettenDeze maatregel is gericht op de verbetering van de netcapaciteit. Ook bevat deze maatregel financiering voor de opstartfase van energyhubs, kennisontwikkeling, trainingsfaciliteiten en uitrol innovatie.

Nationale subsidieregeling warmtenettenDe maatregel betreft een nationale subsidieregeling voor warmtenetten om de onrendabele top te beperken. Deze regeling maakt de uitrol van warmtenetten in de gebouwde omgeving mogelijk, gekoppeld aan de doelen voor 2030, en met oog op opschaling voor de periode na 2030. De subsidies gaan naar het aangewezen warmtebedrijf op de betreffende kavel in de gebouwde omgeving, zodat de kosten voor afnemers om aan te sluiten omlaag kunnen.

Randvoorwaarden technische arbeidsmarktDoel is middelen beschikbaar te stellen voor het opschalen van bestaande statushoudersklasjes, waarbij statushouders worden opgeleid tot elektromonteur. Het tekort aan technici is een obstakel voor uitvoering van de energietransitie. Hiervoor is van belang om naast reguliere instroom, nieuwe doelgroepen aan te boren via additionele instroom- en opleidingstrajecten.

Realisatie van 3 GW zon op zee in 2030Dit voorstel betreft de inzet van zon-pv tussen windturbines op zee. Zonnepanelen tussen windturbines op zee worden onderdeel van toekomstige tenders voor wind op zee. Ook zijn innovatiemiddelen nodig, waarin door deze toekenning in voorzien wordt.

Toekomstbestendigheid energienetwerken (netcapaciteit)Het gaat hierbij om versterking van capaciteit bij provincies en mogelijk regiogemeenten om het voorbereidingstraject van netverzwaringen en uitbreidingen te versnellen. Zonder extra capaciteit is dit niet mogelijk. Dit is onderdeel van het Landelijk Actieprogramma Netcongestie (LAN). De middelen zijn bedoeld voor 2024 en 2025. In 2025 wordt het onderzoek van de Raad voor Openbaar Bestuur naar de uitvoeringslasten van het Klimaatakkoord herijkt. Eventuele verdere kosten voor dit onderdeel kunnen daarbij worden meegenomen.

Waterstofnetwerk op zeeDit betreft middelen waardoor Gasunie aan de slag kan met het uitwerken van de aanleg van een waterstofnetwerk op zee. Het streven is om in de komende jaren een eerste buisleiding met bijbehorende infrastructuur met een capaciteit van circa 10GW gerealiseerd wordt. Met deze middelen kan hiermee gestart worden.

Elektrolyse, offshore: <=100 MW (CAPEX)Deze middelen zijn bedoeld voor de demonstratie van offshore elektrolyse op een platform bij een windpark. Kennis die hiermee wordt opgedaan brengt kostenreductie met zich mee bij een tender voor vervolgopschaling.

Elektrolyse onshore: 50 MW Bij de Miljoenennota 2022 zijn middelen uit de DEI+ gehaald voor de opschalingsregeling elektrolyse. Nu het Klimaatfonds er is wordt het budget van de DEI+ weer evenredig opgehoogd.

Elektrolyse onshore: 500 ‒ 1.000 MWDit betreft de vervolgopschaling van de waterstofmarkt, gevolgd op de demonstratie van <50 MW en >100 MW via Opschalingsregeling Elektrolyse en IPCEI golf 2. Gericht op projecten met een schaalgrootte van 500-1.000 MW productiecapaciteit. In de instrumentkeuze is ruimte mits ten dienste van opschaling.

Elektrolyse: kennisplatform offshore en ketenbrede consortiaMiddelen zijn bedoeld voor het oprichten van een kenniscentrum voor waterstof op zee om kennisdeling uit demonstraties te bevorderen.

Geothermie, hoge temperatuurDeze maatregel betreft de uitvoering van een pilotboring.

Geothermie, lage temperatuurMiddelen zijn bedoeld voor het opschalen van lage temperatuur geothermie ten behoeve van het gebruik van warmte in de gebouwde omgeving. Dit boort nieuw potentieel van warmte-aanbod aan in Nederland, waardoor de druk op het elektriciteitssysteem wordt verminderd.

H2Global, import van groene waterstofMaatregel betreft een gezamenlijk project met Duitsland, waarbij tenders worden georganiseerd om op basis van tienjarige contracten waterstof in te kopen en door te verkopen in de vorm van éénjarige contracten. Dit brengt importstromen van waterstof op gang.

IPCEI Waterstof

Vanuit het Klimaatfonds zijn middelen gereserveerd voor ondersteuning van Nederlandse IPCEI-projecten (Important Projects of Common European Interest) op het gebied van waterstofelektrolyse (golf 2), infrastructuur en opslag (golf 3), en mobiliteit en transport (golf 4).

Normering en simulering biobased bouwenDit voorstel betreft aanscherping en bredere toepassing van de milieuprestatie-eis aan gebouwen en verdergaande sturing op CO2, waardoor de toepassing van biobased materialen wordt gestimuleerd. Zo kan de keten ontwikkelen en groeien als rendabel bedrijfsmodel voor boeren en bouwers, waarbij ook CO2 wordt vastgelegd in de gewassen. Uitgangspunt is dat de ontwikkeling leidt tot een gezonde Nederlandse markt vanaf 2030.

Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER)

Met het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed levert het Rijk met het opwekken van duurzame energie op het eigen vastgoed een bijdrage aan de energietransitie.

Verbeterd toezicht en handhaving aangescherpte energiebesparingsplichtHet kabinet scherpt de energiebesparingsplicht aan door de terugverdientijd in 2027 op te hogen naar zeven jaar. Bij de uitwerking zal in kaart worden gebracht of er een voldoende additioneel emissiereductie-effect gepaard gaat met het ophogen van de terugverdientijd, gelet op het effect dat de hogere energieprijzen al hebben op de hoeveelheid maatregelen die onder huidige terugverdientijd vallen en het effect van ander beleid. Ook zal er zal bij de uitwerking zorg worden gedragen voor de uitvoerbaarheid van de maatregelen voor bedrijven. De handhaving op de naleving van de energiebesparingsplicht zal verbeterd worden.

Vergassing: expertisecentrum, organisatie en haalbaarheidsstudiesMiddelen zijn bedoeld voor het oprichten van een kenniscentrum voor vergassing om kennisdeling binnen de sector te bevorderen.

Vergassing: stimulering pojecten vergassing 1e en 2e fase Dit betreft een investeringssubsidie voor het demonstreren van vergassingsprojecten op schaal voor de productie van groen gas, biobrandstoffen en biogrondstoffen. De maatregel wordt via een uitbreiding van de DEI+-regeling (DEI-XL) uitgevoerd. Deze projecten bewijzen dat deze techniek werkt op deze schaal. Hierdoor neemt het risicoprofiel voor private investeerders af en zijn ze in de toekomst makkelijker te realiseren. In de tweede fase volgt verbreding naar uitdagender grondstofstromen. Hierdoor kunnen laagwaardige en vervuilde grondstofstromen gebruikt worden voor vergassing. Dit ontsluit nieuw aanbod van hoogwaardige energiedragers die momenteel niet of alleen laagwaardig ingezet worden.

Wind op zeeVoor diverse uitgaven voor activiteiten op het gebied van Wind op zee (WOZ), waaronder locatieonderzoeken en diverse activiteiten van RWS, is vanuit het Klimaatfonds structureel budget toegevoegd aan het SDE+-budget op de EZK-begroting, waaruit dit soort uitgaven worden gefinancierd.

Correctieregeling duurzame warmte motie Grinwis - ErkensIn het kader van de motie Grinwis-Erkens worden middelen gereserveerd voor de nader uit te werken correctieregeling duurzame warmte. De beschikkingen hiervoor moeten uiterlijk in 2023 worden uitgegeven omdat hiervoor het Tijdelijk crisiskader staatssteun Oekraïne wordt beoogd en deze in 2023 afloopt. De daadwerkelijke uitgaven kunnen mogelijk na 2023 plaatsvinden.

Aanvulling ISDE indien nodig i.c.m. normering Cv-ketelsMiddelen zijn bedoeld voor het intensiveren van de ISDE-regeling zodat, aanvullend op de middelen onder voorstel 6.6 van het perceel GO, voldoende all electric warmtepompen geïnstalleerd zullen worden.

Energiebesparende maatregelenHet kabinet heeft eerder bij Voorjaarsnota 2022 besloten om in 2022 € 150 miljoen voor de verdere ondersteuning van huishoudens bij het nemen van energiebesparende maatregelen en verdergaande isolatie te dekken vanuit het Nationaal Isolatieprogramma.

ISDE

Om een extra impuls te geven aan isolatiemaatregelen in de gebouwde omgeving worden vanuit het Klimaatfonds middelen toegevoegd aan het budget voor de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE).

Nationaal Isolatieprogramma (deel EZK) Het doel van het NIP is het isoleren van € 2,5 mln woningen in 2030 met de nadruk op de € 1,5 mln slechtgeïsoleerde woningen (label E, F en G). Het programma bestaat uit vier actielijnen. Actielijn 1, de lokale aanpak, wordt ingericht als specifieke uitkering voor gemeenten (onder voorbehoud). Actielijn 2, die ziet op huur, is gericht op onder meer prestatieafspraken met corporaties en normering van slecht geïsoleerde woningen. Actielijn 3 richt zich op de nationale aanpak koopwoningen en vve's, middels de ISDE en SEEH. Dit zijn bestaande regelingen die worden geïntensiveerd met klimaatfondsmiddelen. Actielijn 4 betreft een brede inzet op energie besparen met laagdrempelige maatregelen, met een verduurzamingscoalitie van maatschappelijke partijen. Daarnaast worden middelen uitgetrokken voor communicatie, contingenten aanpak en natuur inclusief, duurzaam en circulair isoleren.

Stimulering van hybride warmtepompen in bestaande bouwMiddelen zijn bedoeld voor het intensiveren van de ISDE-regeling en middelen voor flankerend beleid (gericht op het ondersteunen van aanpalende thema’s die indirect bijdragen aan het stimuleren van hybride warmtepompen, bijvvoorbeeld communicatie, ondersteuning sector, monitoring en innovatie) om de doelstelling van 1 miljoen hybride warmtepompen in de bestaande bouw in 2030 te behalen.

Burgerforum

Een burgerforum of burgerraad is een gelote groep inwoners die de politiek adviseert of helpt te beslissen over een specifiek onderwerp. Het huidige burgerforum zal gaan over klimaat-en energiebeleid. 175 gelote burgers zullen meermaals samenkomen om te komen tot een onafhankelijk advies voor de politiek over de vraag: «Hoe kunnen we als Nederland eten, spullen gebruiken en reizen op een manier die beter is voor het klimaat?» Het burgerforum is op 14 juli 2023 ingesteld via het instellingsbesluit burgerforum klimaat- en energiebeleid.

Wetenschappelijke Klimaatraad

De Wetenschappelijke Klimaatraad (WKR) is een onafhankelijk adviescollege dat gevraagd en ongevraagd advies geeft aan regering of parlement over het te voeren klimaatbeleid. De WKR brengt in ieder geval een advies uit ter voorbereiding van het vijfjaarlijkse Klimaatplan (zoals bedoeld in de Klimaatwet, artikel 3, eerst lid). Dit advies zal voorafgaand aan een nieuw Klimaatplan worden gepubliceerd.

Onderzoek

Voor de periode 2022- 2025 zijn extra middelen vanuit het Klimaatfonds beschikbaar gesteld om onderzoek op het gebied van het klimaatbeleid te kunnen financieren.

Projecten Rijkscoördinatieregeling (RCR)

Voor de inpassing van grootschalige duurzame energieprojecten (zoals de aanlanding van windenergie in de Eemshaven) is een extra impuls aan RCR-projecten nodig voor de periode 2022-2025.

Projecten Klimaatakkoord

Vanuit het Klimaatfonds zijn middelen toegevoegd voor diverse projecten voortvloeiend uit het Klimaatakkoord, zoals de Wetenschappelijke Adviesraad en de voortzetting van de publiekscampagnes.

ILT

Voor de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zijn er vanuit het Klimaatfonds middelen beschikbaar gesteld voor de handhaving van F-gassen, een verzamelnaam voor HFK's (fluorkoolwaterstoffen), PFK's (perfluorkoolwaterstoffen) en SF6 (zwafelhexafluoride).

TNO

Om aan de toegenomen behoefte aan onderzoek door TNO-AGE (Adviesgroep Economische Zaken van TNO) tegemoet te komen wordt vanuit het Klimaatfonds budget toegevoegd aan het TNO-budget.

VIVET

Om de activiteiten vanuit EZK voor het project Verbetering van de Informatievoorziening voor de Energietransitie (VIVET) ook voor de komende jaren veilig te stellen is er vanuit het Klimaatfonds budget toegevoegd voor Overige subsidies, waaruit onder andere ook de activiteiten van het Expertisecentrum Warmte (ECW) worden bekostigd.

RVO, NEa, KNMI, RWS, RIVM

Om de hogere uitgaven van de agentschappen RVO, NEa, KNMI, RWS en RIVM voor de uitvoering van het Klimaatakkoord te financieren zijn voor deze agentschappen extra middelen vanuit het Klimaatfonds toegevoegd.

Personeel kerndepartement, ACM, SodM en overige personele uitgaven

Om de uitbreiding van de ambtelijke capaciteit ter ondersteuning en uitvoering van het Klimaatakkoord en de klimaatafspraken uit het Coalitieakkoord te financieren is ook voor de medewerkers van het kerndepartement, de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) extra geld beschikbaar gesteld vanuit het Klimaatfonds.

Licence