Opbouw begroting
De begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is vormgegeven conform de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV), die zijn gestoeld op de Comptabiliteitswet 2016. Na deze leeswijzer volgen hoofdstukken met de beleidsagenda, de beleidsartikelen en de niet-beleidsartikelen. Hoofdstuk 5 bevat paragrafen met departementspecifieke informatie, hoofdstuk 6 de bijlagen.
Beleidsagenda
In de paragraaf beleidsprioriteiten van de beleidsagenda worden de hoofdlijnen van het beleid van SZW voor het komende jaar beschreven. In de beleidsagenda wordt daarnaast ingegaan op de budgettaire ontwikkelingen van de uitgaven die onder het uitgavenplafond Sociale Zekerheid vallen. Tevens zijn in de beleidsagenda de Openbaarheidsparagraaf, de Strategische Evaluatie Agenda en een overzicht van de coronamaatregelen opgenomen.
Beleidsartikelen
De beleidsdoelstellingen van SZW zijn in afzonderlijke beleidsartikelen opgenomen. De begroting van SZW bestaat uit 13 beleidsartikelen. Alle beleidsartikelen hebben dezelfde opbouw. Allereerst wordt de algemene doelstelling en de rol en verantwoordelijkheid van de Minister toegelicht. Daarna komen de beleidswijzigingen 2024 aan de orde. Vervolgens worden de budgettaire gevolgen van beleid in tabelvorm vermeld. In zeven van de dertien artikelen is naast begrotingsuitgaven sprake van premiegefinancierde uitgaven, die eveneens in tabelvorm worden weergegeven. Ten slotte wordt in elk artikel een toelichting gegeven op de financiële instrumenten. Hierbij wordt gefocust op:
– het doel van het financiële instrument;
– wie er voor in aanmerking komen;
– de financiële regeling;
– de budgettaire ontwikkeling;
– de beleidsrelevante kerncijfers.
De begrotingsuitgaven en premiegefinancierde uitgaven luiden in constante prijzen. In de Miljoenennota 2024 is een voorziening gecreëerd voor de loon- en prijsbijstellingen op alle begrotingshoofdstukken. De hiervoor gereserveerde middelen worden via de eerste suppletoire wetten 2024 naar de departementale begrotingen overgeboekt. Bij de premiegefinancierde uitgaven wordt het effect van deze loon- en prijsstijging op een afzonderlijke regel «nominaal» in de tabellen van deze begroting opgenomen. In het onderdeel nominaal wordt de geraamde ontwikkeling van de prijzen per jaar gereserveerd.
Niet-beleidsartikelen
De begroting van SZW bevat twee niet-beleidsartikelen. Deze artikelen bevatten de apparaatsuitgaven voor het kerndepartement en de nog niet verdeelde reserveringen.
Departementspecifieke informatie
De departementspecifieke informatie bestaat uit de paragrafen «Sociale fondsen SZW» en «Koopkracht en specifieke inkomensaspecten».
Bijlagen
De begroting van SZW bevat negen bijlagen. De eerste acht van deze bijlagen zijn op basis van de RBV verplicht. Dit betreft de bijlage Zelfstandige bestuursorganen en rechtspersonen met een wettelijke taak, de bijlage Specifieke uitkeringen, het Verdiepingshoofdstuk, de bijlage Moties en toezeggingen, het Subsidieoverzicht, de Uitwerking Strategische Evaluatieagenda, de bijlage Rijksuitgaven Caribisch Nederland en de NGF-bijlage. De lijst van afkortingen is niet verplicht.
Begrotingsgefinancierde en premiegefinancierde regelingen en uitgavenplafond Sociale Zekerheid
De Minister van SZW is beleidsverantwoordelijk voor de begrotingsgefinancierde regelingen zoals opgenomen in deze begroting. Zij is daarnaast ook beleidsverantwoordelijk voor een aantal regelingen die niet begrotings- maar (grotendeels) premiegefinancierd zijn. In de begrotingen en de jaarverslagen van het Ministerie van SZW wordt daarom gerapporteerd over zowel begrotingsgefinancierde als premiegefinancierde regelingen. In de beleidsartikelen waar premiegefinancierde uitgaven en ontvangsten voorkomen zijn deze opgenomen in een afzonderlijke budgettaire tabel. In de beleidsagenda (in de paragraaf Budgettaire ontwikkeling uitgavenplafond Sociale Zekerheid) en in de verdiepingsbijlage wordt gedetailleerd ingegaan op de ontwikkeling van het totaal van deze uitgaven. De analyse in de paragraaf Budgettaire ontwikkeling uitgavenplafond Sociale Zekerheid komt inhoudelijk in belangrijke mate overeen met de in de RBV voor de beleidsagenda voorgeschreven overzichtstabel van belangrijke beleidsmutaties. Laatstgenoemde tabel is daarom niet in de begroting 2024 van SZW opgenomen.
Rol en verantwoordelijkheid: taakverdeling Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
De politieke leiding van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestaat uit de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen. De verdeling van de beleidsterreinen is vastgelegd in de portefeuilleverdeling van het kabinet Rutte IV. Waar in deze begroting gesproken wordt van 'de Minister', wordt bedoeld de Minister in wier portefeuille betreffend beleidsterrein valt.
Bronvermelding tabellen met kerncijfers
In tabellen waarin realisatiegegevens van kerncijfers zijn opgenomen wordt in noten onder de tabel verwezen naar de bron van deze gegevens. Hierbij wordt uitgegaan van de meest recente informatie. Dit betekent dat deze cijfers kunnen afwijken van gegevens die in vorige publicaties werden gepresenteerd. Ramingen van de kerncijfers komen – tenzij anders vermeld – voor rekening van het Ministerie van SZW.
Motie Schouw
In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt ervoor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. In lijn met voorgaande jaren roept de Europese Commissie Nederland in 2023 en 2024 op om prikkels te verminderen om flexibele of tijdelijke contracten te gebruiken. Ook beveelt de Commissie aan om, rekening houdend met sectorspecifieke behoeften, structurele tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden aan te pakken, onder meer door het onderbenutte arbeidspotentieel aan te boren en de bij- en omscholingsmogelijkheden te verbeteren, met name voor degenen die zich in de marge van de arbeidsmarkt bevinden en inactieven. In de beleidsprioriteiten wordt ingegaan op de uitwerking van deze aanbeveling.
Groeiparagraaf
Tot en met de begroting 2023 bevatte de departementspecifieke informatie een horizontale overzichtsconstructie integratiebeleid etnische minderheden. Op grond van de RBV 2023 is dit overzicht vanaf de begroting 2024 komen te vervallen.