Base description which applies to whole site

1 Leeswijzer

De opzet en structuur van de onderliggende 1e suppletoire begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de vigerende Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën.

Naar aanleiding van de aanbevelingen van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) (Kamerstukken II, 2014–2015, 31 865, nr. 66) zijn in de Rijksbegrotingsvoorschriften de onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van de budgettaire gevolgen van beleid. De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan onderstaande tabel worden op het niveau van de totale verplichtingen en de financiële instrumenten toegelicht. Dit houdt in dat financiële instrumenten, waarbij het verschil kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht, tenzij deze beleidsmatig toch relevant zijn.

De onderstaande ondergrenzen gelden niet indien de begrotingswet -als wettelijke grondslag voor het betreffend subsidiebedrag gaat gelden op basis van artikel 4:23, derde lid, aanhef en onder c, van de Awb. In die gevallen worden de afzonderlijke subsidiebedragen in de toelichting van het betreffend begrotingsartikel en optioneel in de tabel vermeld.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

Mutaties 2030

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden ook de mutaties voor het jaar t+5 (2030) opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting (het toevoegen van het jaar t+5) en vervolgens de mutaties van t+5 die met de 1e suppletoire begroting zijn verwerkt. De kolom mutaties 2030 van de budgettaire tabellen toont het totale beschikbare budget in 2030 en niet enkel de mutaties die met de 1ste suppletoire begroting in 2030 zijn doorgevoerd.

Opbouw

Dit wetsvoorstel is als volgt opgebouwd:

  • In de begroting(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2025 voor de begroting van Infrastructuur en Waterstaat (XII) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld bij deze 1ste suppletoire begroting.

  • In het overzicht in paragraaf 2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties zijn de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties opgenomen die leiden tot wijziging van de begroting 2025. Deze worden in deze paragraaf financieel en inhoudelijk toegelicht. Hiermee wordt de begroting op hoofdlijnen beschreven van dit wetsvoorstel.

  • In de artikelgewijze toelichting (paragraaf 3 Beleidsartikelen en paragraaf 4 Niet-beleidsartikelen) wordt inzicht gegeven in de meerjarige mutaties op artikelonderdeelniveau die zijn opgenomen in de begrotingsstaat.

  • In de paragraaf Agentschappen (zie paragraaf 5 Agentschappen) staan de aanpassingen in de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschappen van Ienw; RWS en het KNMI.

Licence