Naast het directe belang van het borgen van de stabiliteit van het eurogebied krijgt Nederland te maken met de eerder geschetste uitdagingen: het concurrerend blijven in een veranderende wereld, de afbouw van de schulden, en het opvangen van de gevolgen van de vergrijzing. Het antwoord van het kabinet op deze uitdagingen kent twee sporen. In de eerste plaats brengt het kabinet de overheidsfinanciën op orde. Tegelijkertijd neemt het kabinet maatregelen om de economie te versterken. Het groeivermogen wordt centraal gesteld op de uiteenlopende beleidsterreinen. Dat betekent meer aandacht voor bewezen effectieve uitgaven, en een compacte en krachtige dienstbare overheid.