De overheid bezit aandelen in verschillende bedrijven, zoals Gasunie, NS, Schiphol en Tennet. De overheid participeert bij staatsdeelnemingen in het eigen vermogen van een bedrijf en loopt hierbij ondernemingsrisico. Het ondernemingsrisico valt uiteen in het bedrijfsrisico en het financiële risico. Bij bedrijfsrisico gaat het om de kans op schade die het vermogen van de onderneming beperkt om rendement te behalen. Bedrijfsrisico’s zijn gerelateerd aan de operationele activiteiten van de onderneming en aan de marktomgeving waarin de onderneming opereert (bijvoorbeeld concurrentie, verslechterde economische conjunctuur, maar ook schade aan productiemiddelen of schadeclaims van derden). Financieel risico is een verzamelbegrip voor risico’s die samenhangen met de financiering van de onderneming. Denk aan solvabiliteitsrisico, liquiditeitsrisico, wederpartijrisico.
Als deze ondernemingsrisico’s zich materialiseren kan de waarde van het geïnvesteerd vermogen in de staatsdeelnemingen afnemen. Voor de rijksbegroting kunnen de dividenden in een begrotingsjaar daardoor tegenvallen, en als dividendtegenvallers zich voordoen, worden deze in principe via het generale beeld verwerkt. Als de financieringscapaciteit van de staatsdeelneming niet toereikend is om het publiek belang te borgen dan kan de vraag aan de orde komen of er een kapitaalinjectie moet plaatsvinden. De omvang van de risico’s kan lastig vooraf worden bepaald omdat macro-economische omstandigheden en marktomstandigheden vaak leidend zijn. In het algemeen zijn staatsdeelnemingen ondernemingen met een relatief beperkt risicoprofiel. Bijvoorbeeld omdat de winst gereguleerd is of omdat de vraag naar de producten/diensten van de staatsdeelneming doorgaans stabiel is.
De overheid ziet het als zijn taak om als aandeelhouder toe te zien op de risicobeheersing van haar deelnemingen. Staatsdeelnemingen hebben een maatschappelijke functie en tegelijkertijd hebben zij een ondernemende bedrijfsvoering. Daardoor worden staatsdeelnemingen (net als private ondernemingen) blootgesteld aan ondernemingsrisico’s. Staatsdeelnemingen rapporteren net als andere ondernemingen over deze risico’s en risicobeheersing in hun jaarverslag. Deelnemingen worden gestimuleerd om in (externe) verslaggeving transparant te rapporteren over de belangrijkste risico’s. Dat betekent dat de deelneming de belangrijkste risico’s voor zover mogelijk kwantificeert en de getroffen beheersmaatregelen toelicht.
Risicobeheersing is ingebed in de toezichtstructuur van de betreffende deelneming. De keuze van de overheid om publiek belang via een vennootschap te borgen betekent dat de overheid de raad van bestuur en de raad van commissarissen het mandaat geeft om het dagelijks bestuur van de onderneming te voeren. De verantwoordelijkheid om actief risico’s te beheersen ligt daarmee primair bij de de bestuurders en commissarissen. De overheid als aandeelhouder toetst de governance van de raad van bestuur en de raad van commissarissen over risicobeheersing, door het te agenderen tijdens formele en informele contactmomenten met de deelneming.