Base description which applies to whole site

9.5 Benchmarktoets en opvallende ontwikkelingen

Tabel 9.5.1 biedt inzicht in een aantal opvallende (endogene) ontwikkelingen in de ramingen van fiscale regelingen. De tabel presenteert de bijstelling in het budgettaire belang dat voor 2017 wordt geraamd ten opzichte van de Miljoenennota 2018 (de benchmark). Ook wordt de absolute endogene groei en de gemiddelde procentuele endogene groei per jaar tussen 2017 en 2019 gegeven. De tabel bevat alleen de fiscale regelingen waarbij de geraamde endogene ontwikkeling in 2018 en 2019 gemiddeld (absoluut) groter dan 8% per jaar is en/of de bijstelling voor 2017 (absoluut) groter dan 8% is.

Tabel 9.5.1. Nadere toelichting mutatie ten opzichte van benchmark 2017 (x € miljoen)1
 

2017 MN2018

Bijstelling 2017 MN2019

Bijstelling in %

Endogeen 2018–2019

Endogeen in % per jaar

Arbeidsongeschiktheidsverzekering premieaftrek

574

– 51

– 8,9%

47

4,5%

Arbeidsongeschiktheidsverzekering belaste uitkering

– 460

48

– 10,5%

– 37

4,5%

Aftrek financieringskosten eigen woning

280

– 42

– 15,0%

– 36

– 8,0%

Vermindering verhuurderheffing

23

22

95,7%

108

60,4%

Mkb-winstvrijstelling

1.635

133

8,2%

181

5,1%

Innovatiebox

1.687

– 133

– 7,9%

227

8,0%

Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek

405

– 41

– 10,1%

31

4,2%

Landbouwvrijstelling in de winstsfeer

1.109

362

32,6%

– 124

– 4,3%

Schenk- en erfbelasting Bedrijfsopvolgingsfaciliteit

383

47

12,3%

0

0,0%

30%-regeling

901

67

7,5%

132

8,0%

EB Teruggaaf kerkgebouwen en non-profit

24

5

23,2%

– 12

– 19,9%

EB Salderingsregeling

120

20

16,7%

98

28,1%

EB Vrijstellingen voor energie-intensieve processen

71

12

16,6%

0

0,0%

BTW Verlaagd tarief culturele goederen en diensten

1.568

– 396

– 25,2%

53

2,2%

BTW Verlaagd tarief arbeidsintensieve diensten

660

278

42,1%

57

3,0%

BTW Verlaagd tarief overig

1.877

209

11,1%

180

4,2%

BPM Vrijstelling nulemissievoertuigen

4

0

10,8%

6

63,0%

MRB Vrijstelling nulemissievoertuigen

12

0

0,0%

14

49,2%

IB/LB Korting op de bijtelling voor nulemissieauto's

86

6

7,0%

101

45,5%

IB/LB Korting op de bijtelling voor zuinige auto's (overgangsrecht)

529

– 19

– 3,6%

– 305

– 45,9%

BPM Teruggaaf taxi's en openbaar vervoer

51

39

78,1%

– 15

– 7,4%

1

[–] = regeling is in dat jaar niet van toepassing; [0] = budgettair belang van de regeling bedraagt in dat jaar afgerond nihil.

In navolging van het advies van de Studiegroep Begrotingsruimte wordt het budgettaire belang afgezet tegen de aan het begin van de kabinetsperiode verwachte ontwikkeling.24 Hierbij ligt de nadruk op de endogene ontwikkeling en niet op de ontwikkelingen die volgen uit beleidsmaatregelen. Hieronder wordt de ontwikkeling van een aantal posten nader toegelicht.

Algemeen

Vanaf dit jaar is de berekening van het budgettaire belang van de aftrekposten in de inkomstenbelasting gewijzigd. Het effect van de algemene heffingskorting op het verzilveren van het fiscale voordeel is nu consistent bij al deze regelingen berekend op basis van aangiftecijfers van de Belastingdienst. Dit beïnvloedt de berekende gemiddelde marginale tarieven. De omvang van dit effect verschilt sterk tussen de regelingen en heeft in slechts een paar gevallen geleid tot een substantiële bijstelling van de raming.

Arbeidsongeschiktheidsverzekering premieaftrek en belaste uitkering

De raming van het budgettaire belang van de premieaftrek en de belaste uitkering in het kader van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen in 2017 is omlaag bijgesteld ten opzichte van de raming voor 2017 in de vorige Miljoenennota. Dit komt met name door wijzigingen in de ramingsmethode. Ten eerste komt het gemiddelde marginale tarief en daarmee het budgettaire belang lager uit door de hierboven omschreven algemene aanpassing van de berekening van de samenloop met de heffingskorting. Ten tweede is voor de ramingsjaren na het laatste realisatiejaar op een andere, lagere raming van de groeivoet overgestapt. Voorheen werd aangenomen dat de premieontwikkeling de ontwikkeling van de pensioenpremie volgt. Inmiddels blijkt uit de realisatiecijfers dat de loonontwikkeling een betere voorspeller is.

Vermindering verhuurderheffing

Dit betreft de heffingsvermindering voor de aanpak van urgente maatschappelijke opgaven die in 2014 op verzoek van de Tweede Kamer is opgenomen en de heffingsvermindering voor bouw van goedkope huurwoningen die in 2017 is toegevoegd. De realisatie van de vermindering verhuurderheffing voor 2017 blijkt aanzienlijk hoger dan vorig jaar geraamd. Voor de jaren 2014 tot en met 2021 is er in totaal € 698,5 miljoen beschikbaar voor deze verminderingen van de verhuurderheffing. In april 2018 was voor ongeveer € 800 miljoen aan heffingsvermindering aangemeld. Rekening houdend met het feit dat niet alle aanvragen tot realisatie leiden, is de regeling per 1 juli 2018 stopgezet om te voorkomen dat het totale beschikbare budget overschreden wordt.

De heffingsvermindering wordt pas na realisatie definitief toegekend. Dit verklaart de geringe bedragen vanaf 2014 en de substantiële oploop vanaf 2017. De ramingen voor 2018 en 2019 zijn gebaseerd op de aangemelde investeringen, een inschatting van de mate waarin al deze investeringen worden geëffectueerd en het verwachte tempo daarvan. Tot en met 2019 wordt een totaal aan definitieve heffingsvermindering verwacht van € 353 miljoen.

De nieuwe heffingsvermindering voor verduurzaming van woningen, die in 2019 ingaat, zal in 2019 nog nauwelijks tot kosten leiden. Het gepresenteerde budgettaire belang betreft dus enkel de bestaande heffingsverminderingen.

Mkb-winstvrijstelling

Het budgettaire belang van de mkb-winstvrijstelling in 2017 wordt € 133 miljoen hoger geraamd dan vorig jaar. Dit komt met name doordat de voorlopige realisatie in 2016 hoger uitvalt dan verwacht. Op grond van deze ontwikkeling wordt voor de jaren 2017–2019 een groei van gemiddeld 5% per jaar verondersteld, terwijl in de vorige Miljoenennota nog was aangenomen dat het budgettaire belang van de mkb-winstvrijstelling na 2015 met 3% per jaar zou groeien.

Innovatiebox

De raming van het budgettaire belang in 2017 is € 133 miljoen naar beneden bijgesteld ten opzichte van de Miljoenennota 2018. Dit komt door verwerking van de meest recente realisaties en een aanpassing in de ramingsmethode. Op basis van realisaties uit 2015 wordt het percentage van de innovatiebox ten opzichte van de VPB-opbrengsten naar beneden bijgesteld. Dit verklaart € 89 miljoen van de neerwaartse bijstelling in 2017. Daarnaast wordt in de raming een correctie gedaan voor uit het buitenland ontvangen royalty’s, die weliswaar in de Nederlandse innovatiebox belast worden, maar waarop in verband met verdragen of het besluit voorkoming dubbele belasting, buitenlandse bronbelasting in Nederland verrekend kan worden. Voor deze royalty-ontvangsten wordt met een lager voordeel gerekend, omdat een deel al in het buitenland is belast. Het gaat om ongeveer 5,5% van de grondslag van de innovatiebox. Deze correctie verklaart de overige € 44 miljoen van de neerwaartse bijstelling in 2017. Beleidsmatig is de tariefsverhoging van 5% naar 7% verwerkt vanaf 2018. In 2019 is de tariefsverlaging in de VPB verwerkt. Hierdoor komt het innovatieboxvoordeel lager uit.

Landbouwvrijstelling in de winstsfeer

Reguliere waardestijgingen van landbouwgrond (WEVAB) zijn vrijgesteld van inkomstenbelasting door de landbouwvrijstelling. Op basis van recente aangiftecijfers heeft het budgettaire belang van de landbouwvrijstelling een uitschieter naar boven in 2015. Dit is vermoedelijk het gevolg van landbouwers die in 2015 hun grond hebben geherwaardeerd. Een deel van de herwaarderingen moet naar aanleiding van rechterlijke uitspraken worden teruggedraaid, waardoor naar verwachting het budgettaire belang van de landbouwvrijstelling vanaf 2016 weer geleidelijk zal dalen naar een lager niveau.

30%-regeling

In de vorige Miljoenennota werd een sterke groei van de 30%-regeling geconstateerd. Inmiddels wordt het budgettaire belang geraamd op € 968 miljoen in 2017 in plaats van € 901 miljoen in 2017. De opwaartse bijstelling komt door een hogere realisatie volgens de aangiftegegevens 2017 van de Belastingdienst. De endogene groei blijft naar verwachting hoog, met gemiddeld 8% per jaar tussen 2017 en 2019.

Energiebelasting

Net als vorig jaar blijkt de budgettaire omvang van de salderingsregeling in de energiebelasting hard te groeien. Ten opzichte van vorig jaar is het budgettaire belang van de regeling omhoog bijgesteld op basis van de prognose uit de Nationale Energieverkenning 2017 dat kleinverbruikers meer zonne-energie opwekken dan in voorgaande jaren werd ingeschat. In het regeerakkoord «Vertrouwen in de toekomst» is aangekondigd dat de salderingsregeling vanaf 2020 zal worden omgezet in een subsidieregeling.

In de energiebelasting zijn ook de teruggaaf kerkgebouwen en non-profit en de vrijstelling voor energie-intensieve processen opwaarts bijgesteld. Voor de teruggaaf kerkgebouwen is volgens de Belastingdienst naar verwachting sprake van een incidentele toename in 2017. De toename van de vrijstelling voor energie-intensieve processen valt grotendeels te verklaren doordat vanaf dit jaar in de raming rekening wordt gehouden met een aanvullende vrijstelling voor metallurgische procedés. Deze bijstelling is dus technisch van aard.

Btw-posten verlaagd tarief

De ramingen voor het verlaagde tarief in de btw zijn op de Nationale Rekeningen gebaseerd. Afgelopen jaar heeft het CBS een revisie doorgevoerd van de Nationale Rekeningen. Door de revisie is onder meer een herschikking van consumptiecategorieën doorgevoerd. Hierdoor is bij drie btw-posten sprake van een technische bijstelling. De consumptie van culturele goederen en diensten is met circa € 2 miljard neerwaarts bijgesteld, waardoor het budgettaire belang ongeveer € 300 miljoen omlaag is gebracht. Bij de arbeidsintensieve diensten bedraagt de technische bijstelling van het budgettaire belang circa € 250 miljoen opwaarts. De post verlaagd tarief «overig» is € 150 miljoen opwaarts bijgesteld, als gevolg van een revisie bij het onderdeel logiesverstrekking.

Auto

Door de opkomst van elektrisch rijden in Nederland, loopt het budgettaire belang van de fiscale regelingen op dit gebied op. Dit is ook vorig jaar geconstateerd en de bijstellingen ten opzichte van de raming van destijds zijn beperkt. Voor zuinige auto’s is de korting op de bijtelling afgeschaft per 2016 met overgangsrecht, waardoor het budgettaire belang geleidelijk afneemt. De teruggaaf van BPM voor taxi’s en openbaar vervoer kende een uitschieter naar boven in 2017 door met name de verkoop van bestelauto’s op aardgas die een hoge BPM hebben. De verwachting is dat het budgettaire belang weer terugzakt naar een lager niveau in 2018 en 2019, voordat de teruggaafregeling voor taxi’s wordt afgeschaft in 2020. Het niveau blijft vanwege anticipatie-effecten naar verwachting wel iets hoger dan voor 2017. De teruggaafregeling wordt gerespecteerd voor voertuigen die voor 2020 gekocht zijn, waardoor in 2018 en 2019 waarschijnlijk extra aankopen zullen plaatsvinden.

Licence