Base description which applies to whole site

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

VIII ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP: UITGAVEN
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Stand Miljoenennota 2018 (excl. IS)

38.812,1

38.673,2

38.617,3

38.793,4

38.996,0

 

Mee- en tegenvallers

           
 

Rijksbegroting in enge zin

           
   

Autonome bijstelling sf

82,1

62,3

29,1

42,0

56,8

 
   

Referentieraming 2018

106,7

135,6

125,9

142,3

153,1

 
   

Diversen

– 16,9

6,4

– 0,3

– 1,8

– 3,9

 
     

171,9

204,3

154,7

182,5

206,0

 

Beleidsmatige mutaties

           
 

Rijksbegroting in enge zin

           
   

Eindejaarsmarge 2017

96,2

0,0

0,0

0,0

0,0

 
   

G34 modernisering cao primair onderwijs

270,0

270,0

270,0

270,0

270,0

 
   

G46 doelmatiger onderwijs

– 20,0

– 92,0

– 137,0

– 183,0

– 183,0

 
   

G47 terugdraaien taakstelling ocw

244,0

415,0

410,0

338,0

183,0

 
   

G49 halvering collegegeld eerstejaars ho

70,0

165,0

165,0

170,0

170,0

 
   

Inzet eindejaarsmarge

– 96,2

0,0

0,0

0,0

0,0

 
   

Inzet loon- en prijsbijstelling

– 35,1

– 38,9

– 37,8

– 38,9

– 39,1

 
   

Kasschuif inzake transitievergoeding szw

0,0

26,5

– 26,5

0,0

0,0

 
   

Kasschuif lpo aanvullende post

– 9,2

91,7

– 21,9

– 21,8

– 19,4

 
   

Kasschuif ov

850,0

0,0

– 425,0

– 425,0

0,0

 
   

Kasschuif ra2012 intensivering onderzoek

0,0

0,0

50,1

0,0

0,0

 
   

Kasschuiven mbo vjn

22,1

– 4,4

6,0

2,8

– 210,7

 
   

Taakstelling

0,0

– 163,5

– 114,4

– 140,3

– 156,2

 
   

Verlaging subsidies

– 34,3

0,0

0,0

0,0

0,0

 
   

Diversen

17,0

24,6

0,4

11,5

5,3

 
     

1.374,5

694,0

138,9

– 16,7

19,9

 

Technische mutaties

           
 

Rijksbegroting in enge zin

           
   

G32 voor- en vroegschoolse educatie

40,0

130,0

170,0

170,0

170,0

 
   

G33 aanpak werkdruk primair onderwijs

97,2

236,2

236,2

236,2

236,2

 
   

G35 kwaliteit technisch onderwijs vmbo

40,0

70,0

120,0

120,0

100,0

 
   

G36 fundamenteel onderzoek ocw

95,0

155,0

200,0

200,0

200,0

 
   

G37 toegepast onderzoek

25,0

38,0

50,0

50,0

50,0

 
   

G38 onderzoeksinfrastructuur

45,0

55,0

0,0

0,0

0,0

 
   

G43 ra intensivering erfgoed en monumenten

98,0

76,6

59,6

24,6

0,0

 
   

Herverkaveling

800,5

782,5

772,0

767,0

766,9

 
   

Lagere ster-raming

0,0

– 36,0

– 39,6

– 54,7

– 53,8

 
   

Loon- en prijsbijstelling tranche 2018

843,5

842,8

838,8

839,0

838,3

 
   

Overboeking fin scholingsvouchers programma deel

0,0

– 196,8

0,0

0,0

0,0

 
   

Diversen

30,2

131,9

141,8

143,4

137,9

 
 

Niet tot een ijklijn behorend

           
   

Loon- en prijsbijstelling tranche 2018

54,8

55,0

55,5

56,1

56,7

 
   

Diversen

– 27,2

12,1

19,2

11,4

3,2

 
     

2.142,0

2.352,3

2.623,5

2.563,0

2.505,4

 

Extrapolatie

42.054,7

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2018

3.688,4

3.250,7

2.917,0

2.728,7

2.731,2

 
                 

Stand Miljoenennota 2019 (subtotaal)

42.500,5

41.923,9

41.534,2

41.522,1

41.727,2

42.054,7

Totaal Internationale samenwerking

60,3

60,3

60,3

60,3

60,3

60,3

Stand Miljoenennota 2019

42.560,8

41.984,2

41.594,6

41.582,4

41.787,6

42.115,0

VIII ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Stand Miljoenennota 2018 (excl. IS)

1.380,6

1.414,6

1.487,6

1.554,2

1.633,2

 

Mee- en tegenvallers

           
 

Rijksbegroting in enge zin

           
   

Diversen

– 7,7

– 10,5

– 9,4

– 5,2

7,1

 
     

– 7,7

– 10,5

– 9,4

– 5,2

7,1

 

Beleidsmatige mutaties

           
 

Rijksbegroting in enge zin

           
   

Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 
     

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Technische mutaties

           
 

Rijksbegroting in enge zin

           
   

Lagere ster-raming

0,0

– 36,0

– 39,6

– 54,7

– 53,8

 
   

Diversen

– 20,4

– 0,5

– 0,5

– 0,5

– 0,5

 
 

Niet tot een ijklijn behorend

           
   

Autonome bijstelling ontvangsten sf

– 35,3

– 38,5

– 47,9

– 57,2

– 70,1

 
   

Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 
     

– 55,7

– 75,0

– 88,0

– 112,4

– 124,4

 

Extrapolatie

1.555,2

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2018

– 63,3

– 85,5

– 97,4

– 117,6

– 117,3

 
                 

Stand Miljoenennota 2019 (subtotaal)

1.317,3

1.329,2

1.390,2

1.436,7

1.515,9

1.555,2

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Miljoenennota 2019

1.317,3

1.329,2

1.390,2

1.436,7

1.515,9

1.555,2

Autonome bijstelling studiefinanciering

De raming van de uitgaven aan de studiefinanciering is dit voorjaar geactualiseerd en per saldo naar boven bijgesteld. De grootste oorzaak hiervan is het feit dat er meer studenten afstuderen die nog onder de prestatiebeurssystematiek vallen dan eerder geraamd. De prestatiebeurzen van deze studenten worden na afstuderen omgezet in een gift. Dit zorgt voor de extra uitgaven. Daarnaast is er een tegenvaller op de kwijtscheldingen en tevens op de studentenreisvoorziening.

Referentieraming 2018

De referentieraming is de jaarlijkse raming van het verloop van leerlingen- en studentenaantallen. Uit de referentieraming 2018 blijkt dat het verwachte aantal leerlingen en studenten hoger uitvalt dan geraamd voor de Begroting 2018. Hierachter gaan verschillende bewegingen schuil. Het grootste effect wordt veroorzaakt door hogere dan geraamde studentenaantallen in het hbo en wo. De hogere instroom in het wo-master en het wo-bachelor wordt veroorzaakt door een hogere instroom van buiten het onderwijs (één of meer tussenjaren) en respectievelijk een hogere instroom van hbo-bachelor gediplomeerden en een hoger aantal vwo-gediplomeerden. De hogere instroom in het hbo wordt veroorzaakt door meer ingeschreven studenten voor een Associate Degree en door meer studenten van buiten het (Nederlandse) onderwijs (met één of meer tussenjaren of, per 2019, uit landen behorende tot de Europese Economische Ruimte).

Diversen – mee- en tegenvallers, uitgaven

Deze diversenpost bestaat onder andere uit de wisselkoersmeevallers ten opzichte van de dollar en de Zwitserse franc (vanwege de bijdrage voor het CERN) door de gestegen eurokoers (6,8 mln. structureel) en verwachte onderuitputting (13 mln.) op subsidies in het primair onderwijs en de lerarenbeurs in 2018. Deze meevallers zijn ingezet ter dekking van de per saldo tegenvaller op de referentieraming en de studiefinancieringsraming.

Eindejaarsmarge 2017

Dit betreft de toevoeging van de eindejaarsmarge 2017 aan de OCW-begroting.

G34 modernisering cao primair onderwijs

Met deze regeerakkoordmaatregel wordt ingezet op de verbetering van en nieuwe afspraken over de arbeidsvoorwaarden in het primair onderwijs. Dit is via een nota van wijziging op de begroting 2018 verwerkt (vergaderjaar 2017–2018, kamerstuk 34 775 VIII, nr. 5).

Regeerakkoordmaatregelen G46, G47 en G49

Dit betreft drie regeerakkoordmaatregelen, namelijk G46 doelmatiger onderwijs, G47 terugdraaien taakstelling OCW en G49 halvering collegegeld eerstejaars HO. Deze maatregelen zijn in een nota van wijziging op de begroting 2018 verwerkt (vergaderjaar 2017–2018, kamerstuk 34 775 VIII, nr. 13).

Inzet eindejaarsmarge

Dit betreft de doorverdeling van de eindejaarsmarge op de OCW-begroting. Het grootste gedeelte wordt ingezet voor overlopende verplichtingen uit 2017 (60 mln.). Het resterende deel (36,2 mln.) wordt ingezet ter dekking van de per saldo tegenvaller bij de referentieraming en de studiefinancieringsraming.

Inzet loon- en prijsbijstelling

Een deel van de loon- en prijsbijstelling tranche 2018 wordt ingezet om een gedeelte van de tegenvaller bij de referentieraming en de studiefinancieringsraming te dekken.

Kasschuif inzake transitievergoeding SZW

Dit betreft een kasschuif m.b.t. de transitievergoeding. Het wetsvoorstel gaat in per 1 april 2020 i.p.v. 1 april 2019. Het budget is vorig jaar al overgeboekt van OCW naar SZW.

Kasschuif LPO aanvullende post

De LPO tranche 2018 over een deel van de intensiveringen uit het regeerakkoord wordt via deze kasschuif ingezet als dekking voor de tegenvaller van 2019.

Kasschuif OV

Ter optimalisatie van het kasritme van de staat wordt de verplichting aan de vervoersbedrijven voor de studentenreisvoorziening vooruitbetaald via kasschuiven. Dit betekent dat in december 2018 een deel van het bedrag voor het jaar 2019 wordt betaald, in december 2019 een deel voor het jaar 2020 en in december 2020 een deel voor het jaar 2021.

Kasschuif RA2012 intensivering onderzoek

De middelen voor fundamenteel en praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek (50 mln. per jaar) staan op de Aanvullende Post in het jaar 2023 en worden via een kasschuif naar 2020 gebracht, conform het Regeerakkoord Rutte II.

Kasschuiven mbo vjn

Dit betreft het saldo van verschillende kasschuiven op het artikel mbo. De grootste kasschuif vond plaats om de begroting in lijn te brengen met het recent gesloten bestuursakkoord. Hierin is afgesproken om het resultaatafhankelijke budget te verlagen en het investeringsbudget met hetzelfde bedrag te verhogen. Voor de regeling praktijkleren wordt uit latere jaren budget naar eerdere jaren geschoven.

Taakstelling

Om de begroting meerjarig sluitend te maken is per 2019 een taakstellende reeks op het artikel Nominaal en onvoorzien geboekt. De taakstelling is in 2019 ingevuld door de Loon- en Prijsbijstelling (LPO) tranche 2018 over een deel van de intensiveringen uit het regeerakkoord (110 mln.), onderuitputting 2018 op de Lerarenbeurs (15 mln.), een korting op de subsidieregeling Praktijkleren (19 mln.) en een korting op de lumpsum binnen het hoger onderwijs (19 mln.). De hierboven genoemde dekking van 163 mln. is niet apart zichtbaar in de tabel maar verdeeld over meerdere mutaties. De structurele taakstelling wordt bij Voorjaarsnota 2019 ingevuld.

Verlaging subsidies

Om een deel van de per saldo tegenvaller bij de referentieraming en de studiefinancieringsraming in 2018 te dekken zijn een aantal subsidies op de OCW-begroting incidenteel verlaagd.

Diversen – beleidsmatige mutaties, uitgaven

Dit betreft een aantal kleinere kasschuiven en de opboeking van de eindejaarsmarge op verschillende artikelen van de begroting voor de overlopende verplichtingen uit 2017.

G32 voor- en vroegschoolse educatie

Met deze regeerakkoordmaatregel wordt de voor- en vroegschoolse educatie versterkt en het aanbod uitgebreid van 10 naar 16 uur per week. De maatregel is tevens verwerkt in een nota van wijziging op de begroting 2018 (Kamerstuk 34 775 VII, nr. 35).

G33 aanpak werkdruk primair onderwijs

Met deze regeerakkoordmaatregel wordt ingezet op het aanpakken van de werkdruk in het primair onderwijs. Via een Incidentele Suppletoire Begroting (Kamerstuk 34 886, nr. 2) zijn de middelen behorende bij tranches 2018 en 2019 van de regeerakkoordmaatregel verwerkt.

G35 kwaliteit technisch onderwijs vmbo

Met deze regeerakkoordmaatregel wordt ingezet op een dekkend aanbod en versterking van de kwaliteit van het techniekonderwijs op het vmbo.

G36 fundamenteel onderzoek ocw

Met deze regeerakkoordmaatregel wordt ingezet op vernieuwend en maatschappelijk relevant onderzoek via de Nationale Wetenschapsagenda en op het versterken van de basis. Dit laatste gebeurt door in te zetten op digitale infrastructuur, de vernieuwingsimpuls en sectorplannen.

G37 toegepast onderzoek

Met deze regeerakkoordmaatregel wordt ingezet op vernieuwend en maatschappelijk relevant toegepast onderzoek via de Nationale Wetenschapsagenda en op het versterken van praktijkgericht onderzoek.

G38 onderzoeksinfrastructuur

Met deze regeerakkoordmaatregel wordt ingezet op het realiseren van een aantal voorstellen in het kader van de call Nationale roadmap, digitale infrastructuur (supercomputer) en faciliteiten van wereldformaat.

G43 intensivering erfgoed en monumenten

Met deze regeerakkoordmaatregel wordt ingezet op diverse thema’s zoals restauratie, herbestemming, verduurzaming, archeologie, religieus erfgoed en digitalisering.

Herverkaveling

Dit betreft de budgettaire verwerking van de overheveling van groen onderwijs van het Ministerie van EZK naar het Ministerie van OCW.

Lagere ster-raming

Naar aanleiding van het onderzoeksrapport van EY van 9 september 2017 worden lagere reclameopbrengsten van de STER verwacht. Nu worden de lagere ontvangsten voor 2019 tot en met 2023 o.b.v. de in de mediabegrotingsbrief (vergaderjaar 2017–2018, kamerstuk 34 775 VIII, nr. 31) genoemde tegenvallers ingeboekt. Aan de uitgavenkant wordt het budget voor de Landelijke Publieke Omroep met dezelfde bedragen verlaagd.

Loon- en prijsbijstelling tranche 2018

De loon- en prijsbijstelling tranche 2018 over de plafondrelevante uitgaven op de OCW-begroting wordt toegevoegd aan de begroting.

Overboeking fin scholingsvouchers programma deel

In 2019 blijft de fiscale scholingsaftrek nog in stand. De middelen die op de OCW-begroting stonden voor een vervangende uitgavenregeling worden middels deze boeking weer van de begroting afgetrokken.

Diversen – technische, plafondrelevante mutaties, uitgaven

Dit betreft desalderingen en overboekingen van en naar andere departementen en overboekingen van de Aanvullende Post. Het gaat om de overboekingen van de Aanvullende Post voor regeerakkoordmaatregelen die budgettair niet boven de 50 mln. komen, zoals G33 Kleine scholen, G40 Cultuur en historisch democratisch bewustzijn, G41 Nederlandse scholen in het buitenland, G42 Media/onderzoeksjournalistiek, G44 Aanpak laaggeletterdheid, G45 Onderwijsachterstandenbeleid en hoogbegaafde kinderen en G48 terugdraaien taakstelling Groen onderwijs.

Loon- en prijsbijstelling tranche 2018

De loon- en prijsbijstelling tranche 2018 over de niet-plafondrelevante uitgaven op de OCW-begroting wordt toegevoegd aan de begroting.

Diversen – technische, niet-plafondrelevante mutaties, uitgaven

Dit betreft niet-plafondrelevante mutaties omtrent de studiefinanciering. Door de referentieraming 2018 (hoger aantal studenten in het hoger onderwijs) worden er meer leningen verwacht. Hiertegenover staat het hogere aantal omzettingen dan eerder verwacht (zie ook de post Autonome bijstelling SF, die als negatieve niet-plafondrelevante mutatie worden geboekt).

Diversen – mee- en tegenvallers, niet-belastingontvangsten

Deze post bestaat voornamelijk uit een tegenvaller op de renteontvangsten over de studieleningen, door de aanhoudende lage rentestand.

Lagere ster-raming

Zie eerdere toelichting. Deze reeks betreft de aanpassing aan de ontvangstenkant.

Diversen – technische mutaties, niet-belastingontvangsten

Onder deze diversenpost vallen voornamelijk desalderingen. Voorbeelden zijn een ontvangst van 5,7 mln. vanuit de bestemmingsfondsen van musea die ter beschikking is gesteld aan het Mondriaanfonds volgens motie Van Veen (Kamerstuk 34 550 VIII, nr. 63) en de verwerking van de lagere raming van de reclameopbrengsten van de STER (- 28,4 mln.) in 2018, waarmee ook de uitgaven van artikel 15 in mindering worden gebracht. Dit bedrag wordt onttrokken aan de Algemene Mediareserve.

Autonome bijstelling ontvangsten studiefinanciering

Op basis van realisaties is de raming van de terugbetalingen op de hoofdsom van de studieleningen naar beneden bijgesteld.

Licence