De Nederlandse economie moet nu lessen trekken om in de toekomst weerbaarder en schokbestendiger te worden. Momenteel bevindt Nederland zich voor de tweede keer in iets meer dan tien jaar in een economisch zeer zware periode. Ook in de toekomst zal Nederland worden geconfronteerd met onvoorzienbare tegenslag, die een risico vormt voor de wereldwijde welvaart, stabiliteit en veiligheid. De vraag is hoe de Nederlandse overheid, economie en samenleving nu kunnen anticiperen op deze «zwarte zwanen» van de toekomst. Dat is ook gebeurd na de financiële crisis: sindsdien zijn maatregelen genomen om financiële risico's te beperken, bijvoorbeeld in de financiële sector, op de woningmarkt en in de eurozone. En de staatsschuld is verlaagd. Zonder die acties zou de coronacrisis een nog drastischer effect hebben op de economie. Ook nu is het dus zaak om de balans op te maken, zodat de volgende crisis beter opgevangen kan worden.
Ook na deze begroting en dit kabinet is er werk aan de winkel. Het kabinet heeft, met het Regeerakkoord en de maatregelen sindsdien, gewerkt aan het verder verstevigen van het fundament onder de welvaart en het welzijn in Nederland. De maatregelen in deze Miljoenennota dragen daar verder aan bij. Een duurzaam, welvarend en gezond Nederland vraagt echter om permanent onderhoud. De komende jaren is in ieder geval aandacht nodig voor het herstel na de crisis, maar tegelijkertijd ook voor de lange termijn. Dit hoofdstuk gaat daarom in op de opgaven die er liggen om de brede welvaart voor toekomstige generaties te bewaken. Dit heeft het kabinet in 2018 ook toegezegd aan de Raad van State. Daarbij gaat het hoofdstuk specifiek in op de belangrijkste economische lessen van de afgelopen periode.
Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste lessen en opgaven die volgen uit de coronacrisis. De coronacrisis brengt namelijk bekende en nieuwe kwetsbare plekken in de economie aan het licht, zoals hoge private schulden en de structuur van de arbeidsmarkt. Om beter bestand te zijn tegen een volgende economische schok is het daarom belangrijk de economie weerbaarder en veerkrachtiger te maken. Het versterken van de weerbaarheid is verstandig voor de economische stabiliteit, maar is ook nodig vanuit een sociaal perspectief. Zoals de huidige situatie aantoont, kan een economische schok namelijk maatschappelijke scheidslijnen verdiepen en zware gevolgen hebben voor kwetsbare groepen. Denk aan flexwerkers, mensen met een laag inkomen, jongeren en mensen met een migratieachtergrond.41 Ook is er blijvend aandacht nodig voor het verdienvermogen op de lange termijn. Vanwege vergrijzing zal een kleinere groep mensen moeten zorgen voor de Nederlandse welvaart. Daarom is het belangrijk om om gericht te investeren en talent beter te benutten. Dit borduurt in feite voort op de weg die het kabinet nu inslaat om de weerbaarheid en het verdienvermogen te versterken, zoals beschreven in hoofdstuk 2. Daarnaast is er expliciet aandacht nodig voor de organisatie van de zorg, aangezien een crisisbestendig zorgstelsel een voorwaarde is om goed door een eventuele volgende uitbraak te komen.
Ook daarbuiten liggen er grote opgaven voor de samenleving en economie. De thema’s die in dit hoofdstuk volgen zijn nadrukkelijk niet uitputtend. Op alle beleidsterreinen is er de komende jaren werk te doen om de brede welvaart te bewaken en versterken, bovenop de stappen die het kabinet al heeft gezet. Een concreet voorbeeld zijn de klimaatdoelen uit het akkoord van Parijs, die ook na dit kabinet vragen om actie. Een robuust klimaatbeleid is niet alleen nodig voor de leefbaarheid voor toekomstige generaties, maar vermindert ook het risico op klimaatschokken. Ook op andere natuurlijke thema’s als luchtkwaliteit, stikstof en biodiversiteit ligt een opgave voor verdere verduurzaming. Op het gebied van sociaal kapitaal blijft het kabinet werken aan een sterke democratie, vertrouwen en kansengelijkheid. Er zijn aanzienlijke verschillen tussen bevolkingsgroepen in de mate van participatie en tevredenheid over de politiek. Mede daarom werkt het kabinet aan het toekomstbestendig maken van het parlementair stelsel.
Op veel terreinen zijn rapporten verschenen die inspiratie en concrete beleidsopties bieden. Zo bevatten de «Brede Maatschappelijke Heroverwegingen» beleidsopties over de volle breedte van de collectieve sector. Daarnaast zijn er fiscale hervormingsopties te vinden in de «Bouwstenen voor een beter belastingstelsel». Ook daarbuiten zijn er analyses te vinden, zoals de «Kansrijk»-serie van het CPB, PBL en SCP en «Zorgkeuzes in Kaart». Met deze Miljoenennota geeft het kabinet daarnaast opdracht tot vijf nieuwe Interdepartementale Beleidsonderzoeken (IBO’s) over onder andere ruimtelijke ordening en de financiering van de energietransitie.42 Ook gaan vanaf de begroting voor 2021 alle departementen werken met een Strategische Evaluatie Agenda (SEA). De SEA maakt duidelijk waarom en wanneer overheidsbeleid wordt geëvalueerd, en stimuleert dat departementen op tijd zien wat wel en niet werkt. Tot slot biedt de jaarlijkse Monitor Brede Welvaart & SDG’s een uitgebreid overzicht van de stand en ontwikkeling van de Nederlandse welvaart.