De coronacrisis heeft een grote maatschappelijke impact, maar gemiddeld is de kwaliteit van leven hoog gebleven. Het welzijn in Nederland is door de verspreiding van het virus op de proef gesteld en de persoonlijke gevolgen zijn voor velen zwaar. Toch bleven Nederlanders gemiddeld gezien tevreden met hun leven (zie figuur 1.1.1), een teken van veerkracht in de samenleving. Uit de Monitor Brede Welvaart5 blijkt dat we een hoge basiskwaliteit van leven hebben in Nederland. Internationale publicaties laten hetzelfde zien. In het World Happiness Report 2021 staat Nederland op de zesde plaats in de wereld als het gaat om welzijn.6 Terwijl de coronacrisis een negatieve impact had, bleven veel factoren die bijdragen aan geluk overeind. Doordat we elkaar minder konden zien door de coronamaatregelen nam de tevredenheid met het sociale leven af. Het vertrouwen in anderen (en in instituties) nam juist toe, net als de tevredenheid over de eigen financiële situatie. Over het geheel gezien is het persoonlijk welzijn dan ook hoog gebleven7, net als het algemene niveau van de brede welvaart.8 Dat neemt niet weg dat de individuele verschillen groot zijn, zeker in de afgelopen periode. Op persoonlijk niveau zijn er mensen en bedrijven die zeer hard zijn geraakt. Ook is het mogelijk dat sommige gevolgen van de coronacrisis vertraagd optreden en pas later merkbaar worden.
Figuur 1.1.1 Nederlanders gemiddeld genomen tevreden met hun leven
Bron: CBS
Welvaart is niet gelijk verdeeld onder alle groepen; de coronacrisis raakt kwetsbare groepen harder. De coronacrisis slaat gemiddeld genomen harder toe bij laagopgeleiden. Doordat chronische ziekten in deze groep vaker voorkomen, is bij laagopgeleiden ook de kans groter op een ernstiger ziekteverloop van corona. Daarnaast zijn er binnen deze groep vaak minder mogelijkheden om thuis te werken en is er minder baanzekerheid. Uit de Monitor Brede Welvaart blijkt ook dat er een sterke structurele samenhang is tussen opleidingsniveau en welvaartsindicatoren. Op basis van de Persoonlijke Welzijnsindex heeft bijvoorbeeld 76 procent van de hoogopgeleide Nederlanders een hoog welzijnsniveau, tegenover 55 procent van de laagopgeleide Nederlanders. De coronacrisis heeft deze verschillen ook in het onderwijs verder blootgelegd en vergroot. Door de sluiting van de scholen liepen veel leerlingen leerachterstanden op. De mate waarin leerlingen die achterstand hebben ingehaald, vertoont een duidelijke samenhang met de sociaaleconomische achtergrond van hun ouders. De oorsprong van deze verschillen ligt deels in structurele trends ten aanzien van de kansengelijkheid in het onderwijs en de inrichting van de arbeidsmarkt. De paragrafen 3.1 en 3.2 gaan daarop in. Ook is gebleken dat jongeren het relatief zwaar hadden, doordat ze werden geconfronteerd met schoolsluiting en onzekerheid over hun kans op werk. In paragraaf 2.2 worden het Nationale Programma Onderwijs en de extra middelen voor de ondersteuning van jongeren op de arbeidsmarkt besproken.
De uitputting van natuurlijke hulpbronnen zet toekomstig welzijn onder druk. De Monitor Brede Welvaart laat zien dat het natuurlijk kapitaal onder druk staat. De materiële voorspoed blijkt op dit moment nog in grote mate ten koste te gaan van natuurlijke hulpbronnen, wat onder andere tot uiting komt in klimaatverandering en een snelle afname van de biodiversiteit. Deze trends vormen een grote bedreiging voor mensen over de hele wereld.9 Nederland stoot per hoofd van de bevolking nog steeds te veel broeikasgassen uit en de emissiereductie sinds 1990 is nog relatief beperkt vergeleken met andere Europese landen.10 Ondanks de belangrijke stappen die al zijn gezet (onder andere met het Klimaatakkoord) blijkt uit de laatste Klimaat- en Energieverkenning van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat Nederland met het huidige beleid niet de klimaatdoelen voor 2030 zal halen. Ook daarna resteert nog een flinke opgave om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Net als een hoge overheidsschuld of de kosten van de vergrijzing is dit een last die wordt doorgeschoven naar toekomstige generaties. In paragraaf 3.7 wordt dieper ingegaan op de klimaatopgave.
Verschillende studiegroepen hebben aanbevelingen gedaan om klimaatimpact een centralere plek in de besluitvorming te geven. Op verschillende terreinen worden beleidsbeslissingen genomen die de uitstoot van broeikasgassen beïnvloeden. Dit kan leiden tot investeringen in sectoren die niet toekomstbestendig zijn gegeven de klimaatdoelen. De beoogde positieve effecten van deze maatregelen worden niet systematisch afgewogen tegen de impact van deze maatregelen op klimaatdoelen. De Studiegroep Begrotingsruimte (SBR) heeft onder andere aangegeven dat het makkelijker kan worden gemaakt om te sturen op brede welvaart, waaronder klimaat, door de rapportagecycli van verschillende planbureaus beter aan te laten sluiten op de begrotingscyclus. Dit voorstel kan bij de wijziging van de Klimaatwet worden betrokken. De Studiegroep Invulling Klimaatopgave Green Deal beveelt daarnaast aan om het integrale afwegingskader beter toe te passen bij beleid.
Een stabiele rechtsstaat is een noodzakelijke voorwaarde voor veiligheid. Veiligheid is een noodzakelijke voorwaarde voor brede welvaart en om die reden een kerntaak van de overheid. Nederland scoort goed als het gaat om het veiligheidsgevoel van huishoudens. Toenemende onzekerheden en risico’s kunnen dit onder druk zetten. Een goed functionerende rechtsstaat is essentieel. Niet alleen zodat burgers en bedrijven op een snelle en efficiënte manier hun recht kunnen halen, maar ook om corruptie en ondermijnende (drugs)criminaliteit te bestrijden. Internationaal gezien heeft Nederland een goed werkende rechtsstaat.11 Recente gebeurtenissen stellen de weerbaarheid van onze rechtsstaat echter op de proef. Moordaanslagen op mensen die betrokken zijn bij een lopend strafproces laten een verharding zien van de criminaliteit die tot voor kort niet voor mogelijk werd gehouden. Een combinatie van repressie en preventie blijft nodig om onze democratische rechtsstaat duurzaam te beschermen. Ook een weerbare democratie is een pijler van onze welvaart. In de relatie tussen bestuur, politiek en samenleving is het dan ook van belang om aandacht te hebben voor de democratische en rechtstatelijke basis van bestuur en beleid.
Internationale risico’s hebben potentieel grote gevolgen voor onze veiligheid. Veiligheid gaat om meer dan de rechtsstaat en het aanpakken van criminaliteit. Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC)12 laat zien dat elke 0,5°C extra opwarming leidt tot een merkbare toename in extreem weer. Omdat minder dan 1,5°C opwarming inmiddels buiten bereik is, zullen deze risico’s de komende decennia verder toenemen.13 De recente watersnood die Limburg en delen van België en Duitsland teisterde, laat zien dat de gevolgen van dit soort risico’s zeer ingrijpend kunnen zijn. Dit vraagt om een klimaatbestendig Nederland dat erop is ingericht om de gevolgen van extreme regenval, hitte en droogte op te vangen. Het beleid moet ook rekening houden met een versnelde stijging van de zeespiegel, veranderende rivierafvoeren en de rol van bodemdaling. Hiervoor zijn investeringen en keuzes nodig in het ruimtelijk domein, de infrastructuur, en het waterbeheer. De hele wereld krijgt te maken met klimaatverandering en dat zal geopolitieke gevolgen hebben. Ook op andere vlakken groeit de onrust internationaal. Politieke, economische en militaire spanningen tussen grootmachten nemen toe. Het economische beleid wordt daarbij in toenemende mate ingezet voor geopolitieke doeleinden, bijvoorbeeld door strategische afhankelijkheden te creëren. Ons land wordt daarnaast continu aangevallen in het cyber- en informatiedomein. Ook de slepende conflicten aan de oost- en zuidgrenzen van Europa blijven, naast veel menselijk leed, voor onzekerheid zorgen. Het is van belang dat we adequaat zijn toegerust om het Koninkrijk te beschermen tegen toekomstige en huidige dreigingen. Alleen samen met partners en bondgenoten kunnen we onze veiligheid versterken. Nederland moet daarom een betrouwbare partner blijven en zet in op versterkte internationale samenwerking. Paragraaf 3.6 gaat dieper in op de veiligheidssituatie.
Overheidsbeleid is niet bepalend voor levensgeluk, maar schept wel mede de randvoorwaarden. Onderzoek laat zien dat naast financiële welvaart onder andere sociale contacten, fysieke en mentale gezondheid en een gevoel van autonomie en veiligheid belangrijke voorwaarden zijn voor een gelukkig leven.14 Overheidsbeleid heeft als doel om mensen hiertoe de mogelijkheden te geven en ze in staat te stellen hun eigen keuzes te maken. De rijksuitgaven zijn hier dan ook op gericht. De overheid monitort welvaart op basis van beschikbare data en beleid wordt regelmatig geëvalueerd. Desondanks ontbreekt het nog aan de nodige data, methodes en procedures om het gezamenlijke effect van al het beleid op de brede welvaart op een inzichtelijke manier in beeld te brengen en te voorspellen. Welvaart wordt namelijk beïnvloed door veel factoren, wat een directe effectmeting heel complex maakt. Dit onderzoeksveld is nog in ontwikkeling, maar groeit.15 Stapsgewijs zullen de planbureaus gezamenlijk een Kernset Indicatoren Brede Welvaart ontwikkelen en jaarlijks publiceren voorafgaand aan de besluitvorming in het voorjaar.16