Het kabinet neemt maatregelen om de gevolgen van de inflatie voor de koopkracht van de lagere- en middeninkomens te beperken. De verwachte ontwikkeling van de koopkracht voor 2022 en 2023 is sterk negatief en in historisch perspectief zeer uitzonderlijk. Zoals paragraaf 1.1 laat zien is de gestegen energierekening hiervan een belangrijke oorzaak. Het structurele herstel van de koopkracht moet primair komen vanuit de loonstijging. Toch komt het kabinet met een stevig koopkrachtpakket om huishoudens te ondersteunen bij de hoge energierekening. Het koopkrachtpakket dat in 2022 is ingezet wordt in 2023 grotendeels voortgezet en uitgebreid met verdere maatregelen. Hierbij is de vervelende boodschap wel: niet al het verlies kan worden weggenomen. Hoewel iedereen de effecten van de inflatie voelt richten de maatregelen zich vooral op de kwetsbare huishoudens.
Het kabinet investeert daarnaast om de brede welvaart te vergroten. Er zijn grote, langjarige maatschappelijke opgaven op het terrein van brede welvaart. Het beleid gericht op het vergroten van de brede welvaart beslaat veel verschillende terreinen. Dit hoofdstuk gaat ook in op deze uitgaven van het kabinet, waarbij wordt aangegeven aan welke van de zeven brede welvaartsprioriteiten uit paragraaf 1.3 het beleid bijdraagt. Deze prioriteiten zijn: kansengelijkheid, democratische rechtsorde, veiligheid en sterke samenleving, internationale context, duurzaamheid, gezondheid en de economie.
Deze ambitieuze investeringsagenda brengt ook verantwoordelijkheden met zich mee. Het kabinet ziet het als zijn taak de voorgenomen investeringen zo doeltreffend en doelmatig mogelijk in te zetten, zodat de beoogde effecten van de investeringsagenda ook daadwerkelijk worden behaald. Daarbij zet het kabinet zich in om de middelen van de begrotingsfondsen incidenteel te houden. Ook werkt het aan de voorgenomen beperking van de groei van de zorgkosten met het oog op solide overheidsfinanciën op de lange termijn.