Base description which applies to whole site

1.1.1 De ontwikkeling van brede welvaart in Nederland

De Monitor Brede Welvaart & SDG’s 2023 van het CBS laat zien dat brede welvaart in het ‘hier en nu’ zich overwegend positief ontwikkelt. Ieder jaar publiceert het CBS op verzoek van het kabinet deze monitor. Deze laat zien hoe de kwaliteit van leven in het ‘hier en nu’ zich ontwikkelt, de verdeling van de brede welvaart, de effecten op volgende generaties (‘later’) en mensen in andere landen (‘elders’). Dit sluit nauw aan bij de Duurzame Ontwikkeldoelen (de Sustainable Development Goals, kortweg SDG's). Thema's binnen brede welvaart worden ook beschreven vanuit de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties, in de Nederlandse context. Het CBS kijkt in zijn monitor naar de voortgang op deze internationaal afgesproken doelstellingen. Brede welvaart ‘hier en nu‘ ontwikkelde zich over de periode 2015-2022 overwegend positief. Zo is 83,4% van de Nederlanders tevreden met het leven. Indicatoren voor materiële welvaart en arbeid en vrije tijd laten overwegend positieve trends zien. Er zijn ook indicatoren die een daling van brede welvaart laten zien. Zo neemt overgewicht toe en daalt het contact met familie, vrienden of buren. Ook verrichtten in 2022 minder mensen vrijwilligerswerk. Met 41,2% was dit nog wel het hoogste percentage van landen uit de Europese Unie (EU). De dimensie ‘later’ laat meer achteruitgang zien, met name op de indicatoren voor natuurlijk kapitaal en vertrouwen in instituties. Voor de dimensie ‘elders’ gaan de meeste trends de goede kant op, of ze zijn stabiel. Tegelijkertijd blijft Nederland binnen Europa laag scoren op indicatoren op het vlak van milieu en grondstoffen.

Regionaal ontwikkelt brede welvaart zich verschillend. In het rapport ‘Elke regio telt!’ constateren drie adviesraden dat welvaart en welzijn op een aantal plekken in Nederland achterlopen.7 Ze stellen dat er aanzienlijke regionale verschillen bestaan en dat sommige gebieden te maken hebben met een stapeling van achterstanden en mensen daar minder kansen krijgen dan elders. Ook de regionale Monitor Brede Welvaart & SDG’s van het CBS laat verschillen zien tussen regio’s.8 Hieruit blijkt dat brede welvaart met name laag is in specifieke gebieden binnen grotere steden en regio's met afstand tot economische kerngebieden, waaronder ook de regio's meer aan de grenzen van het land. Daarnaast laat een recent rapport van het SCP over maatschappelijk onbehagen zien dat verschillen binnen regio’s soms groter zijn dan verschillen tussen regio’s.9 Het SCP geeft hiervoor als verklaring dat de beschikbaarheid van individuele hulpbronnen en opvattingen over samenleving en politiek een grotere rol spelen. Op veel plaatsen in Nederland stijgt de materiële welvaart, arbeid en vrije tijd en veiligheid, maar op veel plekken (niet enkel in ‘de regio’) daalt de brede welvaart, onder andere met betrekking tot wonen. Dit laatste is vooral zichtbaar in minder stedelijke gemeenten. De brede welvaart ‘hier en nu’ in de Randstad gaat vaak ten koste van de brede welvaart ‘later’. Hoe meer verstedelijkt een gemeente is, hoe groter het aantal indicatoren is waarmee de gemeente onderaan de ranglijst van brede welvaart staat, zowel ‘hier en nu’ als ‘later’.10 Het bevorderen van brede welvaart in alle regio’s vraagt om een samenhangende afweging van alle aspecten die hierbij een rol spelen.11 Hierbij zijn alle aspecten die relevant zijn voor brede welvaart van belang om in ogenschouw te nemen, bijvoorbeeld infrastructuur, veiligheid, gezondheid, economische ontwikkeling en cultuur, zoals monumenten en bibliotheken.

Gelijke kansen, bestaanszekerheid en onderwijs

Goed onderwijs legt de basis voor individuele en collectieve vooruitgang. Momenteel is er sprake van een dalende kwaliteit van het basis- en voortgezet onderwijs, dalende onderwijsprestaties van leerlingen en is er een aanhoudend tekort aan goede leraren en schoolleiders. In de Staat van het Onderwijs 2023 staat dat cruciale basisvaardigheden (taal, rekenen-wiskunde, burgerschap) nog niet op niveau zijn. Uit onderzoek van de OESO, het CPB en de Inspectie van het Onderwijs blijkt ook dat bepaalde groepen leerlingen consequent verschillende kansen krijgen, zoals een hoger of lager schooladvies voor de middelbare school. De hoogte van het schooladvies blijkt samen te hangen met de hoogte van het opleidingsniveau en het inkomen van de ouders.12 Naast het bevorderen van persoonlijke groei, kan onderwijs ook bijdragen aan economische ontwikkeling en het adresseren van de grote maatschappelijke vraagstukken die voorliggen. Terwijl in Nederland en andere ontwikkelde landen de groei van de arbeidsproductiviteit afvlakt (zie paragraaf 3.2), kan goed onderwijs helpen om deze trend tegen te gaan.13 De bibliotheek levert een belangrijke bijdrage aan sociale cohesie en kansengelijkheid.14 Lezen is bovendien een basisvaardigheid en geeft toegang tot de samenleving.

Kansengelijkheid alleen is niet genoeg om bestaanszekerheid te borgen. Met kansengelijkheid wordt aan de ‘voorkant’ iedereen in staat gesteld om zich naar eigen inzicht te kunnen ontplooien en mee te doen in de maatschappij. Een deel van de mensen is daar door een veelvoud aan redenen toch niet altijd toe in staat.  De overheid heeft een rol om ieders bestaanszekerheid te garanderen en te zorgen voor mensen die dat nodig hebben.

Ruim een op de tien Nederlanders (11%) geeft in 2021 aan zich in het afgelopen jaar gediscrimineerd te hebben gevoeld. Dat zijn meer dan 1,6 miljoen mensen.15 Er bestaat een samenhang tussen het ervaren van discriminatie en gevoelens van onveiligheid. Van de mensen die zich in 2021 gediscrimineerd voelden, zei 57% zich wel eens onveilig te voelen en 7% vaak onveilig, ten opzichte van 30% en 1% in de groep zonder discriminatie-ervaring.16 Discriminatie kan mensen ook belemmeren in het volwaardig meedoen in de samenleving. Zo kan discriminatie op de stage- en arbeidsmarkt leiden tot werkloosheid onder specifieke groepen, en kan veelvuldige discriminatie tot (mentale) gezondheidsproblemen leiden.

Democratische rechtstaat

Het gemiddelde vertrouwen in verschillende instituties en groepen binnen de democratische rechtsstaat, zoals de rechtspraak, de politie of de pers, is in Nederland in 2022 hoog17 Het vertrouwen in de Tweede Kamer en de regering is sinds het najaar van 2021 (na een hoogtepunt aan het begin van de coronacrisis) lager dan het gemiddeld was in de afgelopen tien jaar en stijgt sindsdien niet.18 Volgens het SCP is op dit moment niet te voorspellen of het gaat om een structurele vertrouwensdaling of een langer durende dip in het vertrouwen in de politiek. Een langer durende dip heeft zich eerder voorgedaan (bijvoorbeeld tussen 2002 en 2004), waarna herstel plaatsvond.19 De tevredenheid met de manier waarop de democratie werkt lijkt te veranderen. In de zomer van 2022 gaf 62% desgevraagd aan hier tamelijk of zeer tevreden over te zijn.20 Eind 2019 was dit nog 81%. Het SCP signaleert dat deze daling sterker is dan in andere EU-landen. Het is ook de sterkste daling van de afgelopen tien jaar, hoewel de score nog steeds bovengemiddeld is ten opzichte van veel andere EU-landen. Vertrouwen in de medemens is wel relatief hoog en dit stijgt ook. In 2022 stelde twee derde van de inwoners dat anderen te vertrouwen zijn. Dit duidt op een hoog sociaal vertrouwen.21 Een hoge mate van vertrouwen in anderen is gerelateerd aan economische welvaart, lagere criminaliteit, hogere levensverwachtingen en goede gezondheid.22

Veiligheid

Een op de drie Nederlanders voelde zich in 2021 wel eens onveilig. Veiligheid in binnen- en buitenland is een fundament voor brede welvaart. Zo hebben onder andere misdaad en (on)veiligheidsgevoelens een grote invloed op de kwaliteit van leven.23 In Nederland is een dalende trend te zien van het aantal slachtoffers van misdaad, van 30,3% van de bevolking in 2012 naar 17,1% in 2021. Wel is er sprake van een stijgende tendens in nieuwe vormen van criminaliteit. Dit is veelal online criminaliteit, zoals online oplichting en fraude, hacken of online bedreiging en intimidatie. Handhaving en preventie zijn ook voor deze nieuwe vormen van criminaliteit van groot belang om veiligheid te waarborgen. Vertrouwen in politie en justitie kan het veiligheidsgevoel van mensen vergroten.

Handhaving en preventie zijn nodig om criminaliteit tegen te gaan. Preventie kan door te focussen op het beschermen van kwetsbare jongeren en op het voorkomen dat zij de criminaliteit ingaan. Met name situationele preventie is bewezen effectief voor preventie. Dit gaat over het beïnvloeden van de gelegenheid voor het plegen van criminaliteit. Ook systeemgerichte programma’s voor jongeren leveren bescheiden positieve resultaten op.24

Internationale ontwikkelingen en samenwerking

Voor grote opgaves zoals energiezekerheid, defensie en veiligheid, klimaatverandering en digitalisering werkt Nederland ook internationaal samen. De aanvalsoorlog van Rusland in Oekraïne onderstreept dat vrijheid en veiligheid ook op het Europese continent niet vanzelfsprekend zijn. Internationale veiligheid is een mondiale uitdaging, die vraagt om sterke internationale instituties en samenwerking. De EU kan hierin een belangrijke rol spelen. Zo draagt de EU bij aan het aanpakken van klimaatverandering, onder andere door ‘Fit for 55’, een pakket van concrete doelen om de CO2 uitstoot in 2030 met 55% te verlagen. Daarnaast levert de Europese interne markt economische voordelen op, zoals beschreven in paragraaf 1.2.3.

Duurzaamheid

Het klimaatakkoord van Parijs stelt het doel om de opwarming van de aarde tot 1,5 graad te beperken. Ook Nederland heeft zich aan dit akkoord gecommitteerd. Wereldwijd is de aarde opgewarmd met 1,2 graden Celsius ten opzichte van de temperatuur in 1850-1900. Op basis van het huidige voorgenomen nationale beleid is het waarschijnlijk dat in de 21e eeuw de temperatuur zal stijgen met meer dan 1,5 graad, waarbij het ook erg lastig zal blijken om de temperatuurstijging onder de 2 graden te houden. Dit vraagt om snelle reductie van de uitstoot van broeikasgassen. Klimaatwetenschappers geven aan dat door de opwarmende aarde de mogelijkheden voor een leefbare en duurzame toekomst voor iedereen snel kleiner worden. 

Er zijn verschillende uitdagingen op het gebied van klimaat en natuur. Dit is in Nederland ook te zien, zoals in de opgave rondom de uitstoot van stikstof, de afname van biodiversiteit en de kwaliteit van de bodem en het water. Volgens de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur verkeert slechts een beperkt percentage van de Nederlandse wateren in goede toestand. Zo overschreed in 2019 driekwart van de oppervlaktewateren een of meerdere normen voor verontreinigende stoffen.25 Voldoende water van goede kwaliteit is essentieel voor gezondheid, landbouw, drinkwatervoorziening, industrie en natuur. In paragraaf 3.3 wordt nader ingegaan op de uitdagingen ten aanzien van het klimaat en de natuur en de kansen die verduurzaming de samenleving en economie biedt.

Gezondheid

Mentale gezondheid jongeren en volwassen vraagt om aandacht. 77,2% van de bevolking beoordeelde in 2022 de eigen gezondheid als goed. Maar al een langere periode stijgt het aantal Nederlanders met mentale gezondheidsklachten. Vooral jongeren voelen zich vaker eenzaam, somber en gestrest. In maart 2023 geeft 33% van de jongvolwassen aan mentale klachten te ervaren.26 Ook volwassenen ervaren meer psychisch onwelbevinden.27 Tijdens de coronacrisis was de mentale gezondheid lager. Er is herstel gaande, maar het niveau ligt nog onder dat van voor het begin van de pandemie. Hoewel er volgens het RIVM geen sprake lijkt te zijn van een toename van mentale problemen op grote schaal tijdens de pandemie, lijken er wel kwetsbare groepen te zijn waaronder sprake is van ernstige en aanhoudende problemen. Hierbij gaat het om kinderen en jongeren die voor de coronacrisis al psychische klachten hadden, kinderen met een chronische lichamelijke ziekte en kinderen en jongeren die opgroeien in minder kansrijke gezinnen en omgevingen.

De collectieve zorguitgaven nemen de komende jaren toe. De zorg in Nederland is van hoge kwaliteit, maar heeft ook te maken met uitdagingen. Volgens het CPB zullen de zorguitgaven tussen 2025 en 2060 toenemen van bijna 11 naar ruim 18% van het bbp.28 Passende en betaalbare zorg is nodig, voor jong en oud, voor nu en in de toekomst. In de curatieve zorg dragen nieuwe behandelmogelijkheden bij aan de kwaliteit van de zorg, maar ook in belangrijke mate bij aan de stijgende zorgvraag en uitgaven. Preventie is ook belangrijk om zorgkosten te verminderen. Demografische ontwikkelingen vragen om noodzakelijke keuzes om zo verstopping van de zorgketen in de ouderenzorg, toenemende verschillen tussen arm en rijk in de toegankelijkheid van zorg en een verlies aan kwaliteit te voorkomen. Bovendien neemt het personeelstekort in de zorg toe waardoor de gevraagde zorg niet altijd zal kunnen worden geleverd. Dit heeft de aandacht van het kabinet.

Economie

Nederland is een van de meest concurrerende economieën van de wereld. De Nederlandse economie is de vijfde economie van de EU in termen van bbp. De economie groeide in 2022 nog met 4,3% boven de gemiddelde groei in de EU. Dankzij de goede infrastructuur, stabiel economisch beleid, een sterke rechtstaat en hoogopgeleide bevolking doet Nederland het erg goed op de ranglijsten van de meest concurrerende economieën. Zo staat Nederland bijvoorbeeld op de vijfde plaats in de IMD World Competitiveness Ranking.29 Ook op het gebied van innovatie doet Nederland het in Europees opzicht goed; in 2022 stond Nederland op de vierde positie op het European Innovation Scoreboard. Een toekomstbestendige economie kan brede welvaart vergroten, zoals ook beschreven in de kabinetsvisie op de toekomst van de economie.30

Om de grote maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan te kunnen aanpakken, is de verdiencapaciteit van Nederland van vitaal belang. Het geld dat daarvoor nodig is, moet immers eerst verdiend worden. Daarvoor zijn we afhankelijk van de creativiteit van ondernemers en van de inzet van alle werkenden. Dit is geen vanzelfsprekendheid. Hiervoor is een stabiel en aantrekkelijk ondernemingsklimaat een randvoorwaarde. De overheid streeft daarom naar versterking en behoud van onze innovatiekracht en concurrentiepositie. De overheid investeert generiek en gericht in een innovatieve economie, met een focus op transities, economische weerbaarheid en versterking van ecosystemen. Dit gebeurt bijvoorbeeld met het Nationaal Groeifonds, waarmee ook aanzienlijke private investeringen worden uitgelokt.

De Nederlandse economie ondergaat door de tijd heen structurele veranderingen. Zo is bijvoorbeeld de dienstensector in de afgelopen decennia steeds groter geworden. Figuur 1.1.2 laat de werkgelegenheid per sector van de economie zien vanaf het jaar 1807. In de loop van de tijd zijn de landbouw- en industriesector aanzienlijk gekrompen in termen van werkgelegenheid. De sectoren handel en horeca, zakelijke dienstverlening en gezondheid- en welzijnszorg zijn relatief groter geworden. Dit terwijl de toegevoegde waarde in de Nederlandse economie in deze tijd aanzienlijk is toegenomen. Met andere woorden, Nederland verdient door de tijd heen steeds weer op een andere manier ‘zijn geld’. Ook in de toekomst zullen de verhoudingen in grootte van sectoren zich blijven ontwikkelen op basis van de economische dynamiek. Het is van belang dat zowel bedrijven als werkenden wendbaar genoeg zijn om zich hierop aan te passen, en dat werkenden genoeg zekerheid ervaren om hierin mee te kunnen gaan. Paragraaf 3.2. gaat verder in op de veranderingen die dit met zich meebrengt voor de arbeidsmarkt.

Figuur 1.1.2 Werkgelegenheid per sector

Bron: CBS

7

Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (2023). Elke regio telt!

8

CBS (2022). Regionale Monitor Brede Welvaart 2022.

9

SCP (2023). Somber over de samenleving.

10

CBS (2023). Regionale Monitor Brede Welvaart.

11

Kabinetsreactie op het adviesrapport Elke regio telt!, 12 juli 2023.

12

CPB (2019). De waarde van eindtoetsen in het primair onderwijs; OESO (2018). Education at a glance.

13

Zie bijvoorbeeld Magableh et al. (mei 2022). An empirical study on the effect of education on labor productivity, Journal of Governance and Regulation.

14

Kwinkgroep (2022). Eindrapport Evaluatie uitvoering motie Asscher. Tweede Kamer 2021-2022, 33846, nr. 69.

15

CBS (2022). Veiligheidsmonitor 2022.

16

CBS (2022). Veiligheidsmonitor 2022.

17

CBS (2023). Monitor Brede Welvaart & SDG’s 2023.

18

SCP (2022). Burgerperspectieven 2023-1.

19

SCP (2023). Burgerperspectieven 2023-1.

20

SCP (2022). Burgerperspectieven 2022-2.

21

SCP (2022). Burgerperspectieven 2022-2.

22

SCP (april 2023). Notities Sociale en Culturele Ontwikkelingen, Stand van Nederland 2023.

23

CBS (2023). Monitor Brede Welvaart & SDG's 2023.

24

WODC (2021). Effecten van preventie: een compacte literatuursynthese.

25

Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (11 mei 2023). Goed water goed geregeld.

26

Rivm (2203). Mentale gezondheid jongeren. Geraadpleegd via https://www.rivm.nl/gezondheidsonderzoek-covid-19/kwartaalonderzoek-jongeren/mentale-gezondheid.

27

GGD GHOR, Trimbos (2022). Corona gezondheidsmonitor Jongvolwassen 2022.

28

CPB (oktober 2022). Zorguitgaven, ons een zorg?

29

IMD Business School (2023). World Competitiveness Ranking 2023 results. IMD.org.

30

Kamerbrief (30 juni 2023). Perspectief op de Nederlandse economie: Innovatief, duurzaam, sterk en welvarend. Kamerstukken II, 2022-2023, 33 009, nr. 131.

Licence