Base description which applies to whole site

Sociale Zekerheid

XV SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID: UITGAVEN

In miljoenen euro

2023

2024

2025

2026

2027

2028

       

Stand Voorjaarsnota 2023

47.205

49.677

49.651

50.797

51.547

52.258

       

Besluitvorming

‒ 66

1.310

1.301

1.312

1.331

1.217

Koopkrachtpakket: Verhoging kindgebonden budget

82

1.075

1.124

1.110

1.079

1.047

Koopkrachtpakket: Bevriezen afbouw dubbele algemene heffingskorting minimumuitkeringen

0

26

38

38

38

38

Koopkrachtpakket: Caribisch Nederland

0

21

16

17

18

18

Koopkrachtpakket: Verlenging tijdelijk Noodfonds Energie

0

60

0

0

0

0

Arbeidsmarktpakket: lastenverlichting bedrijfsleven

0

0

‒ 221

‒ 233

‒ 252

‒ 241

Compensatie alleenverdienersproblematiek

0

0

0

38

20

17

Vrijval scholingssubsidie STAP en inzet voor scholingssubsidie SLIM

‒ 147

25

25

16

8

0

Beschut werk en infrastructuur sociaal ontwikkelbedrijven

0

87

25

27

28

30

Herijking kinderopvangtoeslag

0

‒ 49

51

65

158

80

Verlenging IOW

0

0

0

‒ 12

‒ 31

‒ 25

Overige besluitvorming

0

64

242

247

264

253

       

Mee- en tegenvallers

‒ 298

101

2

‒ 61

‒ 24

‒ 56

Wajong

‒ 36

‒ 33

‒ 41

‒ 51

‒ 64

‒ 73

Kinderopvangtoeslag

‒ 101

‒ 7

‒ 59

‒ 72

‒ 1

‒ 30

Algemene Kinderbijslagwet

13

24

24

24

24

24

Kindgebonden budget

‒ 228

70

29

‒ 9

‒ 18

‒ 25

Macrobudget participatiewet

15

28

25

22

19

17

Overige mee- en tegenvallers

39

19

24

25

17

31

       

Kasschuiven

‒ 133

100

2

4

26

0

Kasschuif energietoeslag studenten

‒ 63

63

0

0

0

0

Kasschuif MDIEU

‒ 26

0

0

0

26

0

Overige kasschuiven

‒ 44

37

2

4

0

0

       

Overboekingen met andere begrotingen

‒ 45

‒ 167

‒ 43

‒ 16

‒ 14

8

       

Technisch

2.064

1.926

2.057

2.165

2.231

2.317

Macrobudget Participatiewet

‒ 49

‒ 113

‒ 28

‒ 3

1

43

Toevoeging nominale ontwikkeling 2023

2.111

2.033

2.078

2.161

2.223

2.267

Corona

‒ 5

0

0

0

0

0

Overige technisch

7

7

7

7

7

7

       

Niet-plafondrelevant

‒ 5

5.075

5.421

5.859

6.314

5.968

Rijksbijdragen

‒ 5

5.075

5.421

5.859

6.314

5.968

       

Stand Miljoenennota 2024

48.723

58.022

58.391

60.060

61.411

61.711

Uitgaven

Besluitvorming

Koopkrachtpakket: Verhoging kindgebonden budget

Tijdens de koopkrachtbesluitvorming is besloten het kindgebonden budget structureel te verhogen. Hiermee wordt de koopkracht in 2024 bevorderd en neemt de (kinder)armoede komend jaar niet toe. Het bedrag voor het eerste kind gaat met 750 euro per jaar omhoog. Voor het tweede kind en verder wordt het bedrag met 883 euro verhoogd. Ook de opslag voor 12-15 jarigen en 16-17 jarigen wordt met 400 euro per jaar verhoogd. De alleenstaande ouderkop wordt met 619 euro verlaagd. Tot slot wordt het afbouwpunt voor paren verlaagd met 11.111 euro, waardoor paren met kinderen eerder hun recht op het maximale kindgebonden budget verliezen naarmate het inkomen stijgt.

Koopkrachtpakket: Bevriezen afbouw dubbele algemene heffingskorting minimumuitkeringen

Om de koopkracht van uitkeringsgerechtigden te verbeteren wordt de afbouw van de dubbele algemene heffingskorting (AHK) in de bijstand, Anw, Toeslagenwet en AIO in 2024 bevroren. Hierdoor wordt de uitkeringshoogte in 2024 net als per juli 2023 vastgesteld op basis van 1,575 keer de AHK. Dit leidt vanaf 2024 tot een hogere uitkering in de genoemde regelingen dan voorzien was in het coalitieakkoord, totdat de dubbele algemene heffingskorting volledig is afgebouwd in 2036. In 2024 en 2025 stond een versnelling van de afbouw gepland; deze gaat niet door. Vanaf 2025 wordt de dubbele AHK afgebouwd conform het in de wet vastgelegde afbouwpad van 2,5%-punt per half jaar. Zie hiervoor ook de Verticale toelichting van hoofdstuk 83 uitgaven.

Koopkrachtpakket: Caribisch Nederland

Het kabinet stelt middelen beschikbaar om in Caribisch Nederland de koopkracht te verbeteren en de armoede te verminderen. Zo wordt een aantal structurele maatregelen genomen, waaronder het verhogen van het WML, de onderstand, de AOV en de kinderbijslag. Ook worden er in 2024 verschillende incidentele maatregelen genomen, waaronder een eenmalige energietoelage.

Koopkrachtpakket: Verlenging tijdelijk Noodfonds Energie

Het kabinet heeft middelen gereserveerd om opnieuw een bijdrage te kunnen doen aan het Tijdelijk Noodfonds Energie, zodat er de komende winter weer een vangnet is voor mensen die hun energierekening niet meer kunnen betalen. Mensen met een laag inkomen en een hoge energierekening kunnen dan weer een beroep doen op het fonds. Er wordt in 2024 60 miljoen euro gereserveerd. Momenteel wordt de uitvoering van het fonds gereed gemaakt.

Arbeidsmarktpakket: Lastenverlichting bedrijfsleven

In het kader van het arbeidsmarktpakket is besloten om een deel van de CA-reservering voor loondoorbetaling bij ziekte in te zetten voor lastenverlichting voor bedrijven. Deze CA-reservering staat op de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën. De middelen voor de lastenverlichting worden via de SZW-begroting overgeheveld van de uitgavenkant naar de inkomstenkant van de Rijksbegroting. De middelen worden onder andere ingezet voor de uitzondering op de hoge WW-premie voor voltijdscontracten. Daarnaast wordt het budget verhoogd van investeringsregelingen voor ondernemers, dit is gericht op innovatie-ontwikkeltrajecten (WBSO), de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de energie-investeringsaftrek (EIA).

Compensatie alleenverdienersproblematiek

Via gemeenten wordt in 2024-2027 een tijdelijke regeling ingericht ter compensatie van alleenverdienende huishoudens die een lager besteedbaar inkomen hebben dan een paar in de bijstand door samenloop van fiscaliteit, sociale zekerheid en toeslagen. Tot de tijdelijke regeling er is voeren gemeenten een noodoplossing uit. Voor de noodoplossing en de tijdelijke regeling is budget vrijgemaakt. Ondertussen werkt het kabinet aan een structurele oplossing via de fiscaliteit, met als beoogd invoeringsjaar 2028. De kosten van de regeling en de noodoplossing vallen in 2026-2029, omdat gemeenten de gemaakte kosten achteraf vergoed krijgen.

Vrijval scholingssubsidie STAP en inzet voor scholingssubsidie SLIM

De scholingssubsidie STAP, die per 2024 wordt stopgezet, is in 2023 conform motie Van der Lee gerichter vormgegeven. Hierdoor valt in 2023 een bedrag vrij van 147 miljoen euro. Van dit bedrag wordt 73,7 miljoen euro aangewend om het budget voor de scholingssubsidie SLIM incidenteel te verhogen van 2024 tot en met 2027.

Beschut werk en infrastructuur sociaal ontwikkelbedrijven

Het kabinet stelt extra middelen beschikbaar om beschut werk te stimuleren, zodat o.a. de huidige achterstanden op de doelstelling worden ingelopen. De extra middelen worden beschikbaar gesteld aan gemeenten om dit te realiseren (23 miljoen euro in 2024, oplopend naar bijna 65 miljoen euro structureel). Daarnaast wordt er voor 2024 een bedrag van 63,9 miljoen euro op de begroting van SZW gereserveerd voor de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven bij gemeenten.

Herijking kinderopvangtoeslag

De budgettaire gevolgen van het uitstel van het nieuwe KO-stelsel zijn geactualiseerd en tevens uitgesplitst naar uitgaven en ontvangsten. Per saldo leidt de herijking cumulatief tot circa 69 miljoen euro lagere uitgaven. Onderhavige boeking bevat de mutatie op de uitgaven. Zie ook de gelijknamige post bij de verticale toelichting Hoofdstuk 15 ontvangsten.

Verlenging IOW

Als onderdeel van het arbeidsmarktpakket is het kabinet voornemens om de IOW (Wet inkomensvoorziening oudere werklozen) te verlengen met vier jaar. Bij de Voorjaarsnota is het effect op de IOW-uitkeringslasten verwerkt. Aanvullend wordt nu de doorwerking op andere uitgaven verwerkt. Het gaat hierbij om lagere uitkeringslasten IOAW, hogere uitgaven aan de Toeslagenwet (TW) en uitvoeringskosten UWV.

Overige besluitvorming

Hieronder vallen onder andere overboekingen met de Aanvullende Post, zoals middelen die zijn overgeheveld voor de verbreding van de banenafspraak en voor de lastenverlichting van bedrijven. Daarnaast valt hieronder het aanpassen van het toeslagpartnerschap voor samengestelde gezinnen vanaf 2025 in de kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget.

Mee- en tegenvallers

Wajong

De uitgaven aan de Wajong vallen lager uit, voornamelijk door een bijstelling van de uitstroom in de Wajong. De komende jaren gaan naar verwachting meer mensen met pensioen dan eerder verwacht.

Kinderopvangtoeslag

De raming van de Kinderopvangtoeslag is bijgesteld op basis van uitvoeringsinformatie van de Dienst Toeslagen en op basis van de nieuwe CPB-prognose (cMEV 2024). Er gaan meer kinderen naar de opvang dan eerder werd verwacht. Daarentegen loopt de werkloosheid sterker op dan waar eerder rekening mee was gehouden. Per saldo is het aantal kinderen meerjarig naar boven bijgesteld; dit werkt door in hogere uitgaven. Het gemiddelde vergoedingspercentage is naar beneden bijgesteld vanwege het gemiddeld hogere huishoudinkomen van ouders. Het lagere vergoedingspercentage werkt tot en met 2026 door in lagere uitgaven Kinderopvangtoeslag (vanaf 2027 wordt de kinderopvangtoeslag inkomensonafhankelijk). Tot slot is de uitgavenraming gecorrigeerd omdat de kosten voor de verhoging van de maximum uurprijs per abuis dubbel waren meegenomen. Per saldo resulteert een meerjarige meevaller.

Algemene Kinderbijslagwet

De kinderbijslag wordt twee keer in het jaar geïndexeerd op basis van de loon- en prijsontwikkeling. Vooraf wordt een inschatting gedaan van deze ontwikkeling. De werkelijke indexatie van de kinderbijslag is zowel per 1 januari als 1 juli 2023 hoger uitgevallen dan verwacht. Deze mutatie betreft het verschil tussen de verwachting en de realisatie.

Kindgebonden budget

De uitgaven aan het kindgebonden budget worden in de meeste jaren naar beneden bijgesteld doordat huishoudens een hoger inkomen hebben dan eerder verwacht. Verder zijn de huishoudinkomens in 2023 bij de bevoorschotting naar verwachting te hoog ingeschat. Dit resulteert in lagere voorschotten voor 2023 en hogere nabetalingen in 2024 en 2025.

Macrobudget participatiewet

De definitieve huisvestingstaakstelling voor statushouders is in 2023 hoger uitgevallen dan bij de Voorjaarsnota werd verwacht. Een deel van de statushouders die wordt gehuisvest in een gemeente ontvangt een bijstandsuitkering. Daarom leidt een hogere huisvestingstaakstelling tot hogere uitgaven.

Overige mee- en tegenvallers

Deze post bestaat uit diverse relatief kleinere mutaties. Het gaat onder andere om bijstellingen van de Toeslagenwet en de Inkomensvoorziening voor oudere Werklozen (IOW).

Kasschuiven

Kasschuif energietoeslag studenten

Als tegemoetkoming voor de hogere energierekening wordt een eenmalig bedrag van 400 euro uitgekeerd aan studenten met een aanvullende beurs of studenten in de leenfase die recht op een aanvullende beurs hebben gehad. DUO zal naar verwachting de tegemoetkoming begin 2024 uitkeren. Een deel van de dekking (63 miljoen euro) staat in 2023 op de begroting van SZW, dus wordt geschoven naar 2024.

Kasschuif MDIEU

Deze kasschuif heeft betrekking op de subsidieregeling Maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden (MDIEU). Met deze schuif wordt het budget dat vooralsnog onbenut is, overgeheveld naar 2027 zodat in dat jaar voldoende budget beschikbaar is. Zo blijft het budget meerjarig in stand.

Overige kasschuiven

Hieronder vallen diverse kleinere kasschuiven, waaronder een kasschuif van 10 miljoen euro om het budget van de SLIM-regeling in het juiste kasritme te zetten.

Overboekingen met andere begrotingen

Hieronder vallen diverse overboekingen van en naar andere begrotingen. Onder deze post valt onder meer een overboeking van de SZW-begroting naar de OCW-begroting voor de voortzetting van het programma schoolmaaltijden in 2023 (52,5 miljoen euro in 2024), overboekingen naar het Gemeentefonds voor vroegsignalering en bijzondere bijstand (50 miljoen euro in 2024) en voor de rijksbijdrage Wet sociale werkvoorziening (ca. 20 miljoen euro per jaar in 2023-2028). De reservering voor de overboeking voor de rijksbijdrage Wet sociale werkvoorziening is reeds in de eerste suppletoire begroting van SZW opgenomen.

Technisch

Macrobudget Participatiewet

Op basis van uitvoeringsinformatie van gemeenten en de recente economische raming van het CPB is het macrobudget bijgesteld. Op basis van de realisaties wordt het macrobudget opwaarts bijgesteld met 5 miljoen euro in 2024 en loopt op tot 12 miljoen euro in 2028. De nieuwe raming van de werkloze beroepsbevolking zorgt in 2024 voor een neerwaartse bijstelling van 119 miljoen euro, in latere jaren is de neerwaartse bijstelling minder groot en in 2028 gaat het om een opwaartse bijstelling van 31 miljoen euro. Voor deze mutatie wordt het uitgavenplafond gecorrigeerd.

Toevoeging nominale ontwikkeling 2023

De uitkeringshoogte van de begrotingsgefinancierde regelingen op de SZW-begroting wordt aangepast aan de loon- en prijsontwikkeling. Met deze mutaties worden deze regelingen overgezet naar prijspeil 2023.

Corona

Per saldo worden de corona uitgaven naar beneden bijgesteld. Enerzijds vallen de nabetalingen aan werkgevers in het kader van de NOW lager uit, anderzijds valt de nabetaling voor uitvoeringskosten van NOW-6 hoger uit.

Overige technisch

Deze post bestaat voornamelijk uit enkele desalderingen (gelijktijdige bijstelling van uitgaven en ontvangsten) bij het budget voor de Rijksschoonmaakorganisatie.

Niet-plafondrelevant

Rijksbijdragen

Deze post bestaat uit verschillende mutaties van rijksbijdragen aan sociale fondsen. Meerjarig vallen vooral de verwachte Bijdrage in de Kosten van Kortingen (BIKK) AOW en de verwachte rijksbijdrage aan het Ouderdomsfonds hoger uit.

XV SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID: ONTVANGSTEN

In miljoenen euro

2023

2024

2025

2026

2027

2028

       

Stand Voorjaarsnota 2023

3.128

2.181

2.116

2.049

1.968

1.925

       

Besluitvorming

0

15

93

186

222

170

Koopkrachtpakket: Verhoging kindgebonden budget

0

15

56

75

84

86

Herijking kinderopvangtoeslag

0

0

37

111

138

84

       

Mee- en tegenvallers

111

41

38

36

32

31

Kindgebonden budget

19

32

27

28

28

27

Wajong

42

0

0

0

0

0

Overige mee- en tegenvallers

50

9

12

8

4

4

       

Technisch

51

7

7

7

7

‒ 5

Overige technisch

7

7

7

7

7

‒ 5

Corona

44

0

0

0

0

0

       

Niet-plafondrelevant

85

98

100

101

107

113

Werkgeversbijdrage kinderopvang

85

98

100

101

107

113

       

Stand Miljoenennota 2024

3.375

2.342

2.354

2.380

2.336

2.235

Ontvangsten

Besluitvorming

Koopkrachtpakket: Verhoging kindgebonden budget

Tijdens de koopkrachtbesluitvorming is besloten het kindgebonden budget structureel te verhogen. Hiermee wordt de koopkracht in 2024 bevorderd en neemt de (kinder)armoede komend jaar niet toe. De ontvangsten nemen meerjarig toe als gevolg van de structureel hogere WKB-uitgaven.

Herijking kinderopvangtoeslag

De budgettaire gevolgen van het uitstel van het nieuwe KO-stelsel zijn geactualiseerd en tevens uitgesplitst naar uitgaven en ontvangsten. Per saldo leidt de herijking cumulatief tot circa 69 miljoen euro lagere uitgaven. Onderhavige boeking bevat de mutatie op de ontvangsten. Zie ook de gelijknamige post bij de verticale toelichting Hoofdstuk 15 uitgaven.

Mee- en tegenvallers

Kindgebonden budget

De ontvangsten zijn meerjarig naar boven bijgesteld als gevolg van de hogere uitgaven aan kindgebonden budget in verband met voornamelijk de indexatie.

Wajong

Dit betreft de afrekening over het Wajong budget naar aanleiding van de jaarrekening UWV. Dit is het verschil tussen de bevoorschotting aan UWV in 2022 en de uiteindelijke realisatie over 2022.

Overige mee- en tegenvallers

Deze post bestaat uit diverse relatief kleinere mutaties. Het gaat onder andere om een lichte opwaartse bijstelling van de ontvangsten kinderopvangtoeslag en terugontvangsten over 2022.

Technisch

Overige technisch

Deze post bestaat voornamelijk uit enkele desalderingen (gelijktijdige bijstelling van uitgaven en ontvangsten) bij het budget voor de Rijksschoonmaakorganisatie.

Corona

Deze post wordt bijgesteld omdat op basis van het jaarverslag van UWV blijkt dat er minder uitvoeringskosten waren voor de NOW-1 t/m ‒ 5.

Niet-plafondrelevant

Werkgeversbijdrage kinderopvang

De werkgeversbijdrage kinderopvang is een vast percentage van de totale loonsom. De totale loonsom is naar boven bijgesteld. Dit leidt tot hogere ontvangsten werkgeversbijdrage.

SOCIALE VERZEKERINGEN: UITGAVEN

In miljoenen euro

2023

2024

2025

2026

2027

2028

       

Stand Voorjaarsnota 2023

71.569

77.177

81.872

87.451

92.625

97.001

       

Besluitvorming

0

8

9

10

9

8

Overige besluitvorming

0

8

9

10

9

8

       

Mee- en tegenvallers

‒ 7

10

9

2

‒ 12

‒ 39

WAO

‒ 17

‒ 26

‒ 27

‒ 25

‒ 23

‒ 26

WIA

‒ 17

18

30

29

20

‒ 14

Uitvoeringskosten UWV

‒ 16

‒ 27

‒ 21

‒ 21

‒ 23

‒ 10

Overige mee- en tegenvallers

42

45

27

19

14

11

       

Technisch

‒ 56

677

932

1.017

1.071

1.311

Werkloosheidswet

‒ 19

0

99

169

191

328

Kasschuiven

‒ 1

0

1

0

0

0

Ziektewet

‒ 37

‒ 75

‒ 87

‒ 87

‒ 87

‒ 87

Overboekingen met andere begrotingen

1

1

1

1

1

‒ 1

Nominale ontwikkeling

0

752

918

934

966

1.072

       

Stand Miljoenennota 2024

71.506

77.872

82.821

88.480

93.692

98.281

Uitgaven

Besluitvorming

Overige besluitvorming

Onder deze post vallen verschillende uitgavenmutaties. De grootste mutatie onder deze post is het effect van het bevriezen van de afbouw van de dubbele algemene heffingskorting op de hoogte van de uitkering van de Algemene nabestaandenwet (7,4 miljoen euro. in 2028). Zie hiervoor ook de verticale toelichting Hoofdstuk 15 uitgaven.

Mee- en tegenvallers

WAO (Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen)

De WAO-uitgaven worden op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV neerwaarts bijgesteld. Het aantal uitkeringsjaren komt lager uit dan eerder geraamd.

WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen)

Door een hoger aantal voorschotten dan eerder verwacht treedt een verschuiving op tussen de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen WGA (gedeeltelijk arbeidsongeschikt) en de IVA (volledig arbeidsongeschikt). Dit leidt tot minder uitkeringsjaren in de WGA en meer uitkeringsjaren in de IVA. Omdat de uitkeringshoogte in de IVA hoger is leidt deze verschuiving per saldo tot hogere WIA-uitgaven.

Uitvoeringskosten UWV

De uitgaven aan het UWV voor de uitvoering van de sociale zekerheid worden naar beneden bijgesteld. Er is minder budget nodig voor continueringen van arbeidsongeschiktheidsuitkering WGA, omdat deze uitgaven bij de Voorjaarsnota per abuis inclusief de uitvoeringskosten voor eigenrisicodragers zijn geraamd en door volumewijzigingen.

Overige mee- en tegenvallers

Deze post bestaat uit diverse relatief kleinere mutaties. Het gaat onder meer om bijstellingen van de Ziektewet, Compensatie Transitievergoeding na twee jaar ziekte, en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

Technisch

Werkloosheidswet

Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV zijn de WW-uitgaven naar beneden bijgesteld vanwege een lager dan verwachte instroom in de WW in 2023. De WW-uitkeringshoogte is daarentegen hoger uitgevallen dan verwacht. Ook zijn de WW-uitgaven voor de komende jaren opwaarts bijgesteld ten opzichte van de Voorjaarsnota 2023 op basis van de recente economische raming van het CPB. Ten opzichte van de vorige raming wordt naar de toekomst toe een hogere werkloosheid verwacht. Dit leidt tot per saldo hogere uitgaven in latere jaren. Het uitgavenplafond Sociale Zekerheid wordt voor deze mutatie aangepast.

Kasschuiven

Door vertraging bij de inrichting van Stroomlijning Keten Derdenbeslag in het programma Keten voor Derdenbeslag vindt er een kasschuif plaats.

Ziektewet

Op basis van uitvoeringsinformatie van UWV zijn de uitgaven aan de Ziektewet naar beneden bijgesteld. Per saldo nemen de uitgaven af omdat twee grote uitzendbureaus per 2023 eigenrisicodrager werden. Het uitgavenplafond Sociale Zekerheid wordt hiervoor naar beneden bijgesteld.

Overboekingen met andere begrotingen

Hieronder vallen diverse overboekingen van en naar andere begrotingen. Onder deze post valt onder meer een overboeking voor uitvoeringkosten van het UWV van H15 naar H40.

Nominale ontwikkeling

De raming van de nominale ontwikkeling (verwachte indexatie van de uitkeringsregelingen onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid aan de loon- en prijsontwikkeling) is geactualiseerd op basis van de recente economische raming van het CPB. De nominale ontwikkeling is opwaarts bijgesteld ten opzichte van de Voorjaarsnota 2023.

SOCIALE VERZEKERINGEN: ONTVANGSTEN

In miljoenen euro

2023

2024

2025

2026

2027

2028

       

Stand Voorjaarsnota 2023

197

223

252

282

305

328

       

Besluitvorming

0

0

0

0

0

0

       

Mee- en tegenvallers

0

0

0

0

0

0

       

Technisch

‒ 17

‒ 9

‒ 8

‒ 7

2

1

Werkloosheidswet

‒ 17

‒ 9

‒ 8

‒ 8

0

0

Nominale ontwikkeling

0

1

0

0

2

1

       

Stand Miljoenennota 2024

180

215

244

275

306

328

Ontvangsten

Technisch

Werkloosheidswet

Dit betreft ontvangsten in het kader van de WW. Door de lage werkloosheid en de lage instroom in de WW wordt deze raming naar beneden bijgesteld. Naar verwachting worden er minder WW-lasten verhaald op eigenrisicodragers.

Nominale ontwikkeling

De raming van de nominale ontwikkeling (verwachte indexatie van de uitkeringsregelingen onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid aan de loon- en prijsontwikkeling) is geactualiseerd op basis van de recente economische raming van het CPB. De nominale ontwikkeling van de ontvangsten is licht opwaarts bijgesteld ten opzichte van de Voorjaarsnota 2023.

KOPPELING UITKERINGEN: UITGAVEN

In miljoenen euro

2023

2024

2025

2026

2027

2028

       

Stand Voorjaarsnota 2023

2.111

3.455

4.671

5.898

7.047

8.157

       

Besluitvorming

0

98

182

201

204

206

Koopkrachtpakket: Bevriezen afbouw dubbele algemene heffingskorting minimumuitkeringen

0

98

182

201

204

206

       

Technisch

‒ 2.111

‒ 1.707

‒ 1.908

‒ 1.860

‒ 1.801

‒ 1.746

Overboeking nominale ontwikkeling 2023

‒ 2.111

‒ 2.033

‒ 2.078

‒ 2.161

‒ 2.223

‒ 2.267

Nominale ontwikkeling

0

325

170

301

422

521

       

Stand Miljoenennota 2024

0

1.846

2.945

4.239

5.450

6.618

Uitgaven

Besluitvorming

Koopkrachtpakket: Bevriezen afbouw dubbele algemene heffingskorting minimumuitkeringen

Om de koopkracht van uitkeringsgerechtigden te verbeteren wordt de afbouw van de dubbele algemene heffingskorting (AHK) in de bijstand, Anw, Toeslagenwet en AIO in 2024 bevroren. Hierdoor wordt de uitkeringshoogte in 2024 net als per juli 2023 vastgesteld op basis van 1,575 keer de AHK. Dit leidt vanaf 2024 tot een hogere uitkering in de genoemde regelingen dan voorzien was in het coalitieakkoord, totdat de dubbele algemene heffingskorting volledig is afgebouwd in 2036. In 2024 en 2025 stond een versnelling van de afbouw gepland; deze gaat niet door. Vanaf 2025 wordt de dubbele AHK afgebouwd conform het in de wet vastgelegde afbouwpad van 2,5%-punt per half jaar. Zie hiervoor ook de verticale toelichting op hoofdstuk 15 uitgaven.

Technisch

Overboeking nominale ontwikkeling 2023

De uitkeringshoogte van de begrotingsgefinancierde regelingen op SZW-begroting wordt aangepast aan de loon- en prijsontwikkeling. Dit betreft de overboeking van begrotingshoofdstuk 83 naar begrotingshoofdstuk 15. Met deze mutaties worden de regelingen op de SZW-begroting overgezet naar prijspeil 2023.

Nominale ontwikkeling

De raming van de nominale ontwikkeling (verwachte indexatie van de uitkeringsregelingen onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid aan de loon- en prijsontwikkeling) is geactualiseerd op basis van de recente economische raming van het CPB. Dit leidt tot een opwaartse bijstelling van de nominale ontwikkeling ten opzichte van de Voorjaarsnota 2023.

Licence