Base description which applies to whole site

8 EMU-SCHULD

Tabel 8.1 geeft het financieringssaldo van het Rijk weer. Het financieringssaldo is het bedrag dat het Rijk op kasbasis in een jaar tekort komt of juist over heeft. Het financieringssaldo is daarmee dus ook het bedrag dat in een jaar extra moet worden geleend of, bij een overschot, waarmee schulden kunnen worden afgelost. Waar het EMU-saldo berekend wordt op transactiebasis, wordt het financieringssaldo berekend op kasbasis. Om tot het financieringssaldo te komen, moet er naast het optellen van de belastingontvangsten en de uitgaven ook nog een aantal correcties worden toegepast. Ten eerste zijn de belastingen zoals die meetellen voor het EMU-saldo berekend op transactiebasis. Om tot de belastingen op kasbasis te komen, moet het kas-transverschil hier dus vanaf worden getrokken. Hetzelfde geldt voor posten op de Rijksbegroting die niet op kasbasis zijn. Allereerst is dat de rente op de staatsschuld: deze staan in de Rijksbegroting op transactiebasis, terwijl voor het financieringssaldo alleen de kasuitgaven meetellen. Ten tweede wordt geld storten in (of opnemen uit) een begrotingsreserve op de begroting gezet als uitgave of ontvangst, terwijl het geld niet daadwerkelijk de schatkist verlaat of binnenkomt. Voor deze post wordt dus ook gecorrigeerd.

Tabel 8.1 Financieringssaldo Rijksoverheid

(in miljoenen euro, min = uitgave/tekort)

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Belastinginkomsten (kasbasis)

286.421

273.834

291.892

303.491

315.881

326.419

Netto begrotingsgefinancierde uitgaven

‒ 302.693

‒ 322.509

‒ 356.525

‒ 335.438

‒ 348.379

‒ 361.717

Af: kas-transverschil rentelasten

0

‒ 210

‒ 370

‒ 280

‒ 890

‒ 250

Mutatie begrotingsreserves

‒ 1.235

‒ 95

‒ 309

‒ 309

‒ 104

‒ 4

Overbruggingskrediet Fortis/ABN Amro

0

0

300

150

0

0

Financieringssaldo Rijksoverheid

‒ 17.507

‒ 48.981

‒ 65.011

‒ 32.386

‒ 33.493

‒ 35.552

Het financieringssaldo werkt één op één door in de staatsschuld. Voor een financieringstekort moet immers geleend worden, terwijl een overschot gebruikt kan worden om schulden af te lossen. Tabel 8.2 geeft de opbouw van de EMU-schuld weer. De EMU-schuld is de schuld van de hele collectieve sector. Dus ook het tekort van decentrale overheden en agentschappen telt mee voor de EMU-schuld.

Tabel 8.2 Opbouw EMU-schuld collectieve sector

(in miljoenen euro, min = kasoverschot)

2024

2025

2026

2027

2028

2029

EMU-schuld begin jaar

480.671

498.801

548.432

613.820

646.760

680.983

Financieringssaldo Rijksoverheid

17.507

48.981

65.011

32.386

33.493

35.552

EMU-saldo decentrale overheden

623

650

677

705

730

756

EMU-saldo rest centrale overheid

0

0

0

0

0

0

Overig

0

0

‒ 300

‒ 150

0

0

EMU-schuld einde jaar

498.801

548.432

613.820

646.760

680.983

717.290

Tabel 8.3 toont de ontwikkeling van de EMU-schuld uitgedrukt als percentage van het bbp. Dit wordt de EMU-schuldquote genoemd. Behalve het begrotingstekort of -overschot heeft ook de ontwikkeling van het bbp zelf invloed op de schuldquote. Als het bbp groeit, daalt ceteris paribus de schuldquote. Dit is het noemereffect.

Tabel 8.3 Opbouw EMU-schuldquote

(in procenten bbp, plus = toename schuld)

2024

2025

2026

2027

2028

2029

EMU-schuldquote begin jaar

46,5

44,2

46,6

50,1

50,7

51,6

Noemereffect bbp

‒ 3,9

‒ 1,8

‒ 1,9

‒ 2,0

‒ 1,7

‒ 1,8

Financieringssaldo Rijksoverheid

1,6

4,2

5,3

2,5

2,5

2,6

EMU-saldo decentrale overheden

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

EMU-saldo rest centrale overheid

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Overig

0,0

0,0

‒ 0,0

‒ 0,0

0,0

0,0

EMU-schuldquote einde jaar

44,2

46,6

50,1

50,7

51,6

52,5

De EMU-schuld komt eind 2025 naar verwachting uit op 46,6% van het bbp. Vergeleken met de verwachte EMU-schuld eind 2024 betekent dit per saldo een verhoging van de schuld. Voor deze verhoging zijn verschillende oorzaken. Deze oorzaken zijn uitgesplitst in tabel 8.4.

Tabel 8.4 Horizontale toelichting EMU-schuld

(plus = toename schuld)

Miljarden euro

Procenten bbp

EMU-schuld ultimo 2024

498,8

44,2%

Noemereffect

 

‒ 1,8%

EMU-saldo

32,6

2,8%

Lening TenneT

14,2

1,2%

Schatkistbankieren

‒ 0,5

0,0%

Aan- en verkoop staatsdeelnemingen

0,5

0,0%

Studieleningen

1,9

0,2%

Opbrengst/kosten derivaten

0,0

0,0%

Overige kastransverschillen

0,9

0,1%

Overige financiële transacties

0,1

0,0%

EMU-schuld ultimo 2025

548,4

46,6%

Tabel 8.5 toont dat de raming van de verwachte schuld naar beneden is bijgesteld sinds de Voorjaarsnota 2024. Dit komt voornamelijk door het hogere bbp. Hierdoor wordt de schuld uitgedrukt in bbp kleiner. De verwachte schuld aan het eind van 2025 wordt nu geraamd op 46,6% en de schuldverwachting voor het eind van 2029 bedraagt 52,5% van het bbp.

Tabel 8.5 Verticale toelichting EMU-schuld

(in procenten bbp, plus = toename schuld)

2024

2025

2026

2027

2028

2029

EMU-schuld Voorjaarsnota 2024

47,2%

49,3%

51,4%

52,3%

53,7%

55,0%

Noemereffect

‒ 1,7%

‒ 1,9%

‒ 2,0%

‒ 2,2%

‒ 2,2%

‒ 2,2%

Doorwerking schuld t-1

0,0%

‒ 1,2%

‒ 0,7%

0,7%

0,6%

0,1%

Mutatie EMU-saldo

‒ 0,7%

0,1%

‒ 0,1%

‒ 0,1%

‒ 0,5%

‒ 0,5%

Opbrengst/kosten derivaten

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

Aan- en verkoop deelnemingen

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

Schatkistbankieren

‒ 0,2%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

Lening TenneT

0,0%

0,2%

1,4%

0,0%

0,0%

0,0%

Studieleningen (netto)

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

Kastransactieverschillen

‒ 0,2%

0,2%

0,2%

0,1%

0,0%

0,0%

Overige financiële transacties

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

EMU-schuld Miljoenennota 2025

44,2%

46,6%

50,1%

50,7%

51,6%

52,5%

Tabel 8.6 geeft een overzicht van de gerealiseerde EMU-schuld vanaf 2009 en de verwachte EMU-schuld tot en met het jaar 2029, uitgedrukt in zowel miljarden euro als in procenten van het bbp.

Tabel 8.6 Historisch overzicht EMU-schuld

(in miljarden euro)

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

EMU-schuld

355

379

401

432

447

456

446

Bruto binnenlands product

625

639

650

653

660

672

690

EMU-schuld (in procenten bbp)

56,8

59,3

61,7

66,2

67,7

67,9

64,6

        
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

EMU-schuld

438

420

406

395

435

449

480

Bruto binnenlands product

708

738

774

813

797

871

959

EMU-schuld (in procenten bbp)

61,9

57,0

52,4

48,5

54,7

51,7

50,1

        
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

EMU-schuld

481

499

548

614

647

681

717

Bruto binnenlands product

1034

1128

1176

1225

1275

1320

1367

EMU-schuld (in procenten bbp)

46,5

44,2

46,6

50,1

50,7

51,6

52,5

Licence