11.1 Inleiding
In deze bijlage wordt een kwalitatieve toelichting per fiscale regeling gegeven. Voor elke regeling bevat tabel 11.1 een korte beschrijving, het wetsartikel, de doelstelling van de regeling, het ministerie dat verantwoordelijk is voor het beleidsterrein waar de regeling betrekking op heeft, de meest recente beleidsevaluatie, of een horizonbepaling van toepassing is, en de ramingsgrond die gebruikt is voor de schatting van het budgettaire belang in bijlage 10, indien van toepassing.
Het departement dat bij elke regeling vermeld staat, is het departement dat verantwoordelijk is voor het beleidsterrein waar de regeling betrekking op heeft. De Staatsecretaris van Financiën en de bewindspersonen van het betreffende departement dragen ieder verantwoordelijkheid voor de regeling en de evaluatie daarvan, vanuit de invalshoek van hun eigen beleidsterrein. Het Ministerie van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de fiscale wetgeving, de uitvoering van het fiscale beleid en de budgettaire verantwoording. Conform de rijksbegrotingsvoorschriften wordt het budgettaire belang van de fiscale regelingen ook extracomptabel op de departementale begrotingen opgenomen.
Persoonsgebonden aftrek | |
---|---|
Regeling: | Aftrek voor scholingsuitgaven (studiekosten) |
Beschrijving: | Uitgaven boven een drempelbedrag ter zake van een opleiding of studie voor het verwerven van inkomen uit werk en woning kunnen onder voorwaarden worden afgetrokken tot een maximumbedrag. Als onderdeel van het Belastingplanpakket 2020 is voorgesteld de fiscale aftrek van scholingsuitgaven, conform de daarover gemaakte afspraak in het regeerakkoord af te schaffen. De regeling is inmiddels per 1 januari 2022 afgeschaft. Tegelijkertijd is de vervangende subsidieregeling (de Subsidieregeling STAP-budget) in werking getreden per 1 maart 2022. Op grond van overgangsrecht (artikel 10a.16 Wet IB 2001) kunnen scholingsuitgaven die voor 1 juli 2015 zijn gedaan en die destijds niet tot aftrek leidden omdat recht bestond op een prestatiebeurs, alsnog (forfaitair) in aftrek kunnen worden gebracht als scholingsuitgaven indien in een jaar – na afloop van de diplomatermijn - de prestatiebeurs definitief niet wordt omgezet in een gift. Dit overgangsrecht blijft in stand tot dit materieel is uitgewerkt (2031). |
Doelstelling: | Vergroten van de Nederlandse kennisinfrastructuur. |
Ministerie: | OCW, Artikel 4: Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. |
Wetsartikel: | Artikel 10a.16 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie aftrekpost scholingsuitgaven, CPB, 2016. Notitie Evaluatie aftrekpost scholingsuitgaven. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Realistaties t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. |
Regeling: | Giftenaftrek inkomstenbelasting |
Beschrijving: | Giften aan onder andere algemeen nut beogende instellingen (ANBI) zijn aftrekbaar. Periodieke giften geschieden op basis van een bij notariële of onderhandse akte vastgelegde verplichting om gedurende ten minste 5 jaren met onzekerheidsvereiste schenkingen te doen. Voor overige giften aan uitsluitend ANBI’s geldt een drempelpercentage en plafondpercentage van het verzamelinkomen. Er geldt een multiplier voor giften aan culturele ANBI’s. Met ingang van 2023 is de aftrek van periodieke giften beperkt. |
Doelstelling: | Bevorderen van schenkingen aan bepaalde instellingen. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 6.32 ‒ 6.39a van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie giftenaftrek 2016-2021, SEO, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 36 410-IX nr. 42. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Realistaties t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. |
Regeling: | Aftrek specifieke zorgkosten |
Beschrijving: | Bepaalde zorgkosten mogen worden afgetrokken. Hiervoor komt in aanmerking het deel van de kosten dat uitkomt boven het drempelbedrag en waarvoor geen vergoeding is gekregen van bijvoorbeeld de (aanvullende) zorgverzekering of de bijzondere bijstand. Onder omstandigheden geldt een verhoging van het in aftrek te brengen bedrag. |
Doelstelling: | Tegemoetkoming van chronisch zieken en gehandicapten. |
Ministerie: | VWS, Artikel 8: Tegemoetkoming specifieke kosten. |
Wetsartikel: | Artikel 6.16 ‒ 6.20 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie specifieke zorgkosten, Dialogic & Significant Public, 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 35 925-XVI nr. 204. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Realistaties t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. |
Regeling: | Onderhoudsverplichtingen aftrek |
Beschrijving: | Dit betreft het betalen en ontvangen van partneralimentatie. Omdat hierbij sprake is van inkomensoverheveling is betaalde alimentatie bij de alimentatieplichtige aftrekbaar en is ontvangen alimentatie bij de ontvanger van alimentatie belast. Ook de aftrekbaarheid van bepaalde andere onderhoudsverplichtingen zit verwerkt in de cijfers. |
Doelstelling: | Het aansluiten bij draagkracht. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 6.3 ‒ 6.7 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Realistaties t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. |
Regeling: | Belaste ontvangen alimentatie |
Beschrijving: | Dit betreft het betalen en ontvangen van partneralimentatie. Omdat hierbij sprake is van inkomensoverheveling is betaalde alimentatie bij de alimentatieplichtige aftrekbaar en is ontvangen alimentatie bij de ontvanger van alimentatie belast. Ook de aftrekbaarheid van bepaalde andere onderhoudsverplichtingen zit verwerkt in de cijfers. |
Doelstelling: | Het aansluiten bij draagkracht. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 3.105 en 3.108 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Realistaties t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. |
Inkomensvoorzieningen | |
Regeling: | Pensioen niet-belaste premie |
Beschrijving: | Het werkgeversdeel van de pensioenpremie wordt niet tot het belastbare loon van de werknemer gerekend en het werknemersdeel van de pensioenpremie wordt in mindering gebracht bij het bepalen van het belastbare loon. Daar staat tegenover dat de pensioenuitkeringen wel tot het belastbare loon worden gerekend en daarmee in de belastingheffing worden betrokken. Het opgebouwde pensioenvermogen valt niet in box 3. Deze faciliteiten gelden voor pensioenopbouw over pensioengevend loon tot de aftoppingsgrens. |
Doelstelling: | Het faciliteren/stimuleren van de opbouw van een oudedagsvoorziening. Met de uitgestelde heffing wordt tevens aangesloten bij de maatschappelijke inkomensbeleving. |
Ministerie: | SZW, Artikel 8: Oudedagsvoorziening. |
Wetsartikel: | Artikel 18 van de Wet op de loonbelasting 1964 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Uitkomsten van MIMOSI voor de pensioenpremies en pensioenuitkeringen. Gegevens van DNB voor pensioenvermogen. Realistaties t/m [t-12]. |
Regeling: | Pensioen belaste uitkering |
Beschrijving: | Het werkgeversdeel van de pensioenpremie wordt niet tot het belastbare loon van de werknemer gerekend en het werknemersdeel van de pensioenpremie wordt in mindering gebracht bij het bepalen van het belastbare loon. Daar staat tegenover dat de pensioenuitkeringen wel tot het belastbare loon worden gerekend en daarmee in de belastingheffing worden betrokken. Het opgebouwde pensioenvermogen valt niet in box 3. Deze faciliteiten gelden voor pensioenopbouw over pensioengevend loon tot de aftoppingsgrens. |
Doelstelling: | Het faciliteren/stimuleren van de opbouw van een oudedagsvoorziening. Met de uitgestelde heffing wordt tevens aangesloten bij de maatschappelijke inkomensbeleving. |
Ministerie: | SZW, Artikel 8: Oudedagsvoorziening. |
Wetsartikel: | Artikel 18 van de Wet op de loonbelasting 1964 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Uitkomsten van MIMOSI voor de pensioenpremies en pensioenuitkeringen. Gegevens van DNB voor pensioenvermogen. Realistaties t/m [t-12]. |
Regeling: | Pensioen vrijstelling box 3 |
Beschrijving: | Het werkgeversdeel van de pensioenpremie wordt niet tot het belastbare loon van de werknemer gerekend en het werknemersdeel van de pensioenpremie wordt in mindering gebracht bij het bepalen van het belastbare loon. Daar staat tegenover dat de pensioenuitkeringen wel tot het belastbare loon worden gerekend en daarmee in de belastingheffing worden betrokken. Het opgebouwde pensioenvermogen valt niet in box 3. Deze faciliteiten gelden voor pensioenopbouw over pensioengevend loon tot de aftoppingsgrens. |
Doelstelling: | Het faciliteren/stimuleren van de opbouw van een oudedagsvoorziening. Met de uitgestelde heffing wordt tevens aangesloten bij de maatschappelijke inkomensbeleving. |
Ministerie: | SZW, Artikel 8: Oudedagsvoorziening. |
Wetsartikel: | Artikel 18 van de Wet op de loonbelasting 1964 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Uitkomsten van MIMOSI voor de pensioenpremies en pensioenuitkeringen. Gegevens van DNB voor pensioenvermogen. Realistaties t/m [t-3]. |
Regeling: | Lijfrente premieaftrek |
Beschrijving: | Op grond van de Wet IB 2001 kunnen de voor een lijfrenteproduct betaalde premies als uitgaven voor inkomensvoorzieningen in box 1 in aftrek worden gebracht, binnen wettelijk bepaalde begrenzingen. Het opgebouwde vermogen valt niet in box 3. De uitkeringen worden belast in box 1. Onder lijfrenteproduct worden voorzieningen begrepen zoals een (tijdelijke) oudedagslijfrente, een nabestaandenlijfrente, lijfrenterekeningen, lijfrentebeleggingsrechten en lijfrenten voor meerderjarige invalide kinderen of kleinkinderen. Deze lijfrenteproducten dienen ter compensatie van een pensioentekort. De faciliteiten gelden voor lijfrenteopbouw over inkomen tot de aftoppingsgrens. |
Doelstelling: | Het faciliteren/stimuleren van de opbouw van een oudedagsvoorziening. Met de uitgestelde heffing wordt tevens aangesloten bij de maatschappelijke inkomensbeleving. |
Ministerie: | SZW, Artikel 8: Oudedagsvoorziening. |
Wetsartikel: | Artikel 3.124, eerste lid, van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Gegevens belastingdienst voor premieaftrek en uitkomsten MIMOSI voor ontwikkeling premies en uitkeringen. Vermogens geschat op basis van gegevens DNB voor pensioenvermogen. Realistaties t/m [t-2]. |
Regeling: | Lijfrente belaste uitkering |
Beschrijving: | Op grond van de Wet IB 2001 kunnen de voor een lijfrenteproduct betaalde premies als uitgaven voor inkomensvoorzieningen in box 1 in aftrek worden gebracht, binnen wettelijk bepaalde begrenzingen. Het opgebouwde vermogen valt niet in box 3. De uitkeringen worden belast in box 1. Onder lijfrenteproduct worden voorzieningen begrepen zoals een (tijdelijke) oudedagslijfrente, een nabestaandenlijfrente, lijfrenterekeningen, lijfrentebeleggingsrechten en lijfrenten voor meerderjarige invalide kinderen of kleinkinderen. Deze lijfrenteproducten dienen ter compensatie van een pensioentekort. De faciliteiten gelden voor lijfrenteopbouw over inkomen tot de aftoppingsgrens. |
Doelstelling: | Het faciliteren/stimuleren van de opbouw van een oudedagsvoorziening. Met de uitgestelde heffing wordt tevens aangesloten bij de maatschappelijke inkomensbeleving. |
Ministerie: | SZW, Artikel 8: Oudedagsvoorziening. |
Wetsartikel: | Artikel 3.124, eerste lid, van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Gegevens belastingdienst voor premieaftrek en uitkomsten MIMOSI voor ontwikkeling premies en uitkeringen. Vermogens geschat op basis van gegevens DNB voor pensioenvermogen. Geen realisaties. |
Regeling: | Lijfrente vrijstelling box 3 |
Beschrijving: | Op grond van de Wet IB 2001 kunnen de voor een lijfrenteproduct betaalde premies als uitgaven voor inkomensvoorzieningen in box 1 in aftrek worden gebracht, binnen wettelijk bepaalde begrenzingen. Het opgebouwde vermogen valt niet in box 3. De uitkeringen worden belast in box 1. Onder lijfrenteproduct worden voorzieningen begrepen zoals een (tijdelijke) oudedagslijfrente, een nabestaandenlijfrente, lijfrenterekeningen, lijfrentebeleggingsrechten en lijfrenten voor meerderjarige invalide kinderen of kleinkinderen. Deze lijfrenteproducten dienen ter compensatie van een pensioentekort. De faciliteiten gelden voor lijfrenteopbouw over inkomen tot de aftoppingsgrens. |
Doelstelling: | Het faciliteren/stimuleren van de opbouw van een oudedagsvoorziening. Met de uitgestelde heffing wordt tevens aangesloten bij de maatschappelijke inkomensbeleving. |
Ministerie: | SZW, Artikel 8: Oudedagsvoorziening. |
Wetsartikel: | Artikel 3.124, eerste lid, van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Gegevens belastingdienst voor premieaftrek en uitkomsten MIMOSI voor ontwikkeling premies en uitkeringen. Vermogens geschat op basis van gegevens DNB voor pensioenvermogen. Bevat geen realisaties. |
Regeling: | Nettopensioen en nettolijfrente |
Beschrijving: | Bij deze oudedagsvoorzieningen voor het inkomen boven de aftoppingsgrens is de waarde van de aanspraak vrijgesteld in box 3. Bij het nettopensioen en de nettolijfrente wordt de premie of inleg betaald uit het netto-inkomen of nettovermogen. De uit de aanspraak op een nettopensioen of nettolijfrente voortvloeiende uitkering wordt niet belast in box 1. |
Doelstelling: | Het faciliteren/stimuleren van de opbouw van een oudedagsvoorziening voor het inkomen boven de aftoppingsgrens. |
Ministerie: | SZW, Artikel 8: Oudedagsvoorziening. |
Wetsartikel: | Artikel 5.17 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie vrijstelling voor nettopensioen en nettolijfrente, Willis Towers Watson, 2020. Kamerstukken II 2019-2020, 32 043, nr. 547. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Gegevens AFM voor belegd vermogen in 2018, belastingdienst voor vermogensverdeling en vermogensontwikkeling uit MIMOSI. Realistaties t/m [t-6]. |
Regeling: | FOR aftrek |
Beschrijving: | De FOR (fiscale oudedagsreserve) is een voorziening die ondernemers die nog niet de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt (onder voorwaarden) kunnen gebruiken om een deel van de winst opzij te zetten om een oudedagsvoorziening op te bouwen. Uiterlijk bij staking van de onderneming kan deze FOR belastingvrij worden omgezet in een lijfrente. Toevoegingen aan de FOR zijn aftrekbaar bij de bepaling van de belastbare winst. De mogelijkheid om toe te voegen is afgeschaft per 2023. |
Doelstelling: | Het creëren van de mogelijkheid voor ondernemers om een oudedagsvoorziening binnen de onderneming op te bouwen. Als direct lijfrenten worden aangekocht, verlaat de premie de onderneming, ten koste van het ondernemingsvermogen. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Vervallen |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Gegevens Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Realistaties t/m [t-2]. Per 2023 afgeschaft. Raming na realisatiejaren volgt raming bij voorstel afschaffing. |
Regeling: | FOR belaste afneming |
Beschrijving: | De FOR (fiscale oudedagsreserve) is een voorziening die ondernemers die nog niet de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt (onder voorwaarden) kunnen gebruiken om een deel van de winst opzij te zetten om een oudedagsvoorziening op te bouwen. Uiterlijk bij staking van de onderneming kan deze FOR belastingvrij worden omgezet in een lijfrente. Toevoegingen aan de FOR zijn aftrekbaar bij de bepaling van de belastbare winst. De mogelijkheid om toe te voegen is afgeschaft per 2023. |
Doelstelling: | Het creëren van de mogelijkheid voor ondernemers om een oudedagsvoorziening binnen de onderneming op te bouwen. Als direct lijfrenten worden aangekocht, verlaat de premie de onderneming, ten koste van het ondernemingsvermogen. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Vervallen |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Gegevens Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Realistaties t/m [t-2]. Per 2023 afgeschaft. Raming na realisatiejaren volgt raming bij voorstel afschaffing. |
Regeling: | Arbeidsongeschiktheidsverzekering premieaftrek |
Beschrijving: | Op grond van de Wet IB 2001 kunnen de voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering betaalde premies als uitgaven voor inkomensvoorzieningen in box 1 in aftrek worden gebracht. De uitkeringen worden belast in box 1. |
Doelstelling: | Het faciliteren van de opbouw van een inkomensvoorziening ter zake van invaliditeit, ziekte of ongeval. |
Ministerie: | SZW, Artikel 3: Arbeidsongeschiktheid. |
Wetsartikel: | Artikel 3.124, eerste lid, van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Gegevens Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2] voor premieaftrek en loonontwikkeling uit MIMOSI. Realistaties t/m [t-3]. |
Regeling: | Arbeidsongeschiktheidsverzekering belaste uitkering |
Beschrijving: | Op grond van de Wet IB 2001 kunnen de voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering betaalde premies als uitgaven voor inkomensvoorzieningen in box 1 in aftrek worden gebracht. De uitkeringen worden belast in box 1. |
Doelstelling: | Het faciliteren van de opbouw van een inkomensvoorziening ter zake van invaliditeit, ziekte of ongeval. |
Ministerie: | SZW, Artikel 3: Arbeidsongeschiktheid. |
Wetsartikel: | Artikel 3.124, eerste lid, van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Gegevens Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2] voor premieaftrek en loonontwikkeling uit MIMOSI. Bevat geen realisaties. Raming grondslag volgt ontwikkeling premieaftrek. |
Regeling: | Reisaftrek OV |
Beschrijving: | Onder bepaalde voorwaarden mogen belastingplichtigen een forfaitair bedrag aan reiskosten voor per openbaar vervoer afgelegde woon-werkkilometers aftrekken in de inkomstenbelasting. Het forfait wordt verminderd met de ontvangen reiskostenvergoeding. |
Doelstelling: | Stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer voor woon-werkverkeer. |
Ministerie: | IenW, Artikel 16: Openbaar Vervoer en Spoor. |
Wetsartikel: | Artikel 3.80 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie reisaftrek OV, FIN, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 23 645 nr. 818. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. Realistaties t/m [t-2]. |
Regeling: | Onbelaste reiskostenvergoeding |
Beschrijving: | Een werkgever mag een onbelaste vergoeding van maximaal een bepaald aantal eurocent per kilometer geven voor alle zakelijke kilometers die een werknemer aflegt. Woon-werkkilometers tellen ook als zakelijke kilometers. Voor reizen met het openbaar vervoer mag een werkgever de werkelijke kosten onbelast vergoeden. De onbelaste reiskostenvergoeding is onderdeel van de werkkostenregeling. |
Doelstelling: | Het voorkomen dat de vergoeding die werknemers ontvangen ter compensatie van gemaakte zakelijke kosten als belastbaar loon wordt aangemerkt. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 31a, tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 |
Evaluatie: | Evaluatie onbelaste reiskostenvergoeding, CE Delft & Significance, 2023. Kamerstukken II 2022-2023, 36 202, nr. 155. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Schenk- en erfbelasting Eenmalige vrijstelling kinderen |
Beschrijving: | Voor schenkingen van ouders aan kinderen tussen de 18 en 40 jaar geldt een eenmalig verhoogde vrijstelling van schenkbelasting. Voorwaarde is dat het kind niet eerder een verhoogde vrijstelling heeft gebruikt voor een schenking van de ouder. Er is geen bestedingsdoel verbonden aan de vrijstelling. De eenmalig verhoogde vrijstelling kan extra worden verhoogd indien het geschonken bedrag is bestemd voor de betaling van kosten van een studie of opleiding, welke kosten aanzienlijk hoger zijn dan gebruikelijk. |
Doelstelling: | Ouders de mogelijkheid geven hun kind financiële ondersteuning te geven, bijvoorbeeld hulp bij de aankoop van een eigen woning, de inrichting van een woning, het opzetten van een eigen praktijk e.d. Oorspronkelijk was de vrijstelling gekoppeld aan het huwelijk van het kind maar door een amendement is dit losgekoppeld omdat de beperking bij huwelijk principieel onjuist werd geacht tegenover hen die niet (kunnen) huwen en ook eenmalige steun kunnen gebruiken. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 33 van de Successiewet 1956 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | De raming is gebaseerd op aangiftegegevens. Het gegeven budgettaire belang is het bedrag dat belastinplichtigen zouden moeten betalen als de vrijstelling niet van toepassing was geweest. Het is dus de fictief verschuldigde schenkbelasting over de schenkingen in dat jaar, gegeven de omvang van de schenkingen. Realistaties t/m [t-2]. |
Regeling: | Schenk- en erfbelasting kunstkorting |
Beschrijving: | De regeling zorgt ervoor dat erfbelasting ook met kunst kan worden betaald. De kwijtschelding van de erfbelasting bedraagt maximaal de waarde van het kunstvoorwerp, vermeerderd met 20%. Alleen kunstwerpen die van nationaal cultuurhistorisch of kunsthistorisch belang zijn komen in aanmerking voor de regeling. |
Doelstelling: | Behouden van cultureel belangrijke voorwerpen voor Nederland |
Ministerie: | OCW, Artikel 14: Cultuur. |
Wetsartikel: | Artikel 67, derde lid, van de Successiewet 1956 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Middelingsregeling |
Beschrijving: | Een belastingplichtige met wisselende jaarinkomens kan op verzoek inkomstenbelasting terugkrijgen door de verschuldigde belasting te herrekenen uitgaande van een gelijkmatige toedeling van het inkomen van drie opeenvolgende kalenderjaren aan die jaren. Teruggaaf wordt alleen verleend voor zover het verschil tussen de geheven belasting over het middelingstijdvak en de herrekende belasting over deze drie jaren meer bedraagt dan het drempelbedrag Als onderdeel van Belastingplan 2023 is de middelingsregeling per 2023 af geschaft. Dit betekent dat 2022-2024 het laatste tijdvak is waarover middeling kan worden toegepast. |
Doelstelling: | Beperken van het progressienadeel bij (sterk) wisselende jaarinkomens. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 10a.28 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie middelingsregeling, FIN, 2018. Kamerstukken II 2018-2019, 32 140, nr. 49. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aanslagen inkomstenbelasting t/m [t-1]. Budgettair belang is op kasbasis. Realistaties t/m [t-2]. |
Regeling: | Schenk- en erfbelasting jaarlijkse schenkingsvrijstelling kinderen |
Beschrijving: | Ouders kunnen jaarlijks een vast bedrag aan hun kind schenken zonder daar belasting over te hoeven betalen. Deze vrijstelling geldt ongeacht de leeftijd en de burgerlijke staat van het kind. |
Doelstelling: | Beperken van administratieve lasten |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 33 van de Successiewet 1956 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
(Eigen) woning | |
Regeling: | Hypotheekrenteaftrek |
Beschrijving: | Over eigenwoningschuld betaalde rente is aftrekbaar van het inkomen in box 1 (hypotheekrenteaftrek). De afgelopen jaren is een aantal beperkende maatregelen doorgevoerd: sinds 2013 dienen nieuwe leningen in dertig jaar volledig en minimaal annuïtair afgelost te worden om in aanmerking te komen voor renteaftrek en sinds 2014 wordt het maximale aftrektarief jaarlijks met 0,5%-punt gereduceerd. Vanaf 2020 wordt het maximale aftrektarief versneld afgebouwd met 3%-punt per jaar. Vanaf 2023 is het aftrektarief gelijk aan het tarief in de eerste schijf van de inkomstenbelasting. |
Doelstelling: | Het bevorderen van eigenwoningbezit. |
Ministerie: | VRO, Artikel 15: Woningmarkt. |
Wetsartikel: | Artikel 3.120, eerste lid, onderdeel a, van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie eigenwoningregeling, SEO en Panteia, 2019. Kamerstukken II 2019-2020, 32 847, nr. 583. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. |
Regeling: | Aftrek financieringskosten eigen woning |
Beschrijving: | Kosten van geldleningen die behoren tot de eigenwoningschuld zijn aftrekbaar van het inkomen in box 1. Sinds 2014 wordt het maximale aftrektarief jaarlijks met 0,5%-punt gereduceerd. Vanaf 2020 wordt het maximale aftrektarief versneld afgebouwd met 3%-punt per jaar. Vanaf 2023 is het aftrektarief gelijk aan het tarief in de eerste schijf van de inkomstenbelasting. |
Doelstelling: | Het bevorderen van eigenwoningbezit. |
Ministerie: | VRO, Artikel 15: Woningmarkt. |
Wetsartikel: | Artikel 3.120, eerste lid, onderdeel b, van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie eigenwoningregeling, SEO en Panteia, 2019. Kamerstukken II 2019-2020, 32 847, nr. 583. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. |
Regeling: | Aftrek periodieke betalingen erfpacht, opstal en beklemming |
Beschrijving: | Periodieke betalingen op grond van de rechten van erfpacht, opstal en beklemming, met betrekking tot de eigen woning zijn aftrekbaar van het inkomen. Sinds 2014 wordt het maximale aftrektarief jaarlijks met 0,5%-punt gereduceerd. Vanaf 2020 wordt het maximale aftrektarief versneld afgebouwd. Vanaf 2023 is het aftrektarief gelijk aan het tarief in de eerste schijf van de inkomstenbelasting. |
Doelstelling: | Het bevorderen van eigenwoningbezit. |
Ministerie: | VRO, Artikel 15: Woningmarkt. |
Wetsartikel: | Artikel 3.120, eerste lid, onderdeel c, van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie eigenwoningregeling, SEO en Panteia, 2019. Kamerstukken II 2019-2020, 32 847, nr. 583. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. |
Regeling: | Aftrek rente en kosten van geldleningen over restschuld vervreemde eigen woning |
Beschrijving: | Als aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning worden voor een periode van vijftien jaar na het tijdstip van vervreemding van een eigen woning mede aangemerkt de renten en kosten van geldleningen voor een restschuld van die vervreemde woning. Van een restschuld is sprake, wanneer bij een vervreemding van een eigen woning in de periode van 29 oktober 2012 tot en met 31 december 2017 de op deze woning betrekking hebbende schuld tot een negatief vervreemdingssaldo heeft geleid. De aftrek voor rente en kosten en geldleningen over restschuld vervreemde eigen woning betreft een tijdelijke crisismaatregel die afliep in 2017. De gevallen die al gebruik maakten van de regeling voor 2018 kunnen de aftrek nog maximaal vijftien jaar toepassen. Sinds 2014 wordt het maximale aftrektarief jaarlijks met 0,5%-punt gereduceerd. Vanaf 2020 wordt het maximale aftrektarief versneld afgebouwd. Vanaf 2023 is het aftrektarief gelijk aan het tarief in de eerste schijf van de inkomstenbelasting. |
Doelstelling: | Tijdelijke crisismaatregel ter bevordering van de doorstroming op de woningmarkt. |
Ministerie: | VRO, Artikel 15: Woningmarkt. |
Wetsartikel: | Artikel 3.120 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. |
Regeling: | Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld |
Beschrijving: | Aan eigenwoningbezitters zonder eigenwoningschuld of met een lage eigenwoningschuld wordt een aftrek toegekend ter hoogte van een deel van het verschil tussen het eigenwoningforfait en de daarop drukkende aftrekbare kosten. De regeling wordt vanaf 2019 in een periode van dertig jaar uitgefaseerd. |
Doelstelling: | Bevordering aflossing eigenwoningschuld en lastenverlichting eigenaar-bewoners met geen of een lage eigenwoningschuld. |
Ministerie: | VRO, Artikel 15: Woningmarkt. |
Wetsartikel: | Artikel 3.123a van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie eigenwoningregeling, SEO en Panteia, 2019. Kamerstukken II 2019-2020, 32 847, nr. 583. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. |
Regeling: | Schenk- en erfbelasting Eenmalige vrijstelling eigen woning |
Beschrijving: | Voor schenkingen aan personen tussen de 18 en 40 jaar ten behoeve van de eigen woning geldt een eenmalige vrijstelling van schenkbelasting. De vrijstelling is in 2023 verlaagd en met ingang van 2024 volledig afgeschaft. |
Doelstelling: | Verminderen van de eigenwoningschuld van Nederlandse huishoudens en beperken van het percentage onderwaterhypotheken. |
Ministerie: | VRO, Artikel 15: Woningmarkt. |
Wetsartikel: | Vervallen |
Evaluatie: | Evaluatie schenkingsvrijstelling eigen woning, SEO, 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 35 518 nr. G. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Raming is gebaseerd op aangiftegegevens. Realisaties t/m [t-3]. Het gegeven budgettaire belang is het bedrag dat belastingplichtigen in dat jaar zouden moeten betalen als de vrijstelling niet van toepassing was geweest. Het is dus de fictief verschuldigde schenkbelasting over de schenkingen in dat jaar, gegeven de omvang van de schenkingen. |
Regeling: | Eigenwoningforfait |
Beschrijving: | Huishoudens met een eigen woning dienen een percentage van de WOZ-waarde van hun woning bij het belastbaar inkomen in box 1 op te tellen. Dit percentage is afhankelijk van de hoogte van de WOZ-waarde en wordt jaarlijks vastgesteld. Het eigenwoningforfait staat los van de aftrekbaarheid van rente en kosten voor de eigen woning, die ook in box 1 valt. Deze regeling is de keerzijde van de aftrekbaarheid van rente en kosten voor de eigen woning. |
Doelstelling: | Het doelmatig belasten van het voordeel in natura (het woongenot) van een eigen woning, door een forfaitaire benadering. |
Ministerie: | VRO, Artikel 15: Woningmarkt. |
Wetsartikel: | Artikel 3.112 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie eigenwoningregeling, SEO en Panteia, 2019. Kamerstukken II 2019-2020, 32 847, nr. 583. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste bijtelpost is. |
Regeling: | OVB Verlaagd tarief woning niet-starters |
Beschrijving: | In 2021 is de tariefdifferentiatie in de overdrdachtsbelasting ingevoerd waardoor woningen bestemd voor hoofdbewoning onder een laag tarief vallen en woningen niet bestemd voor hoofdbewoning onder het algemene tarief vallen. Voor niet-starters is het lage overdrachtsbelasting tarief van toepassing. Dit tarief is uitsluitend van toepassing op de verkrijging van woningen. |
Doelstelling: | Structureel bevorderen van de doorstroming op de woningmarkt. |
Ministerie: | VRO, Artikel 15: Woningmarkt. |
Wetsartikel: | Artikel 15, eerste lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | Evaluatie verlaging overdrachtsbelasting 2011-2012, CPB, 2020. Evaluatie verlaging overdrachtsbelasting 2011-2012. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Macro-raming opbrengsten ovb, gegevens van het Kadaster. Realisaties voor 2022 en 2023. |
Regeling: | OVB Vrijstelling woning starters |
Beschrijving: | Eenmalige vrijstelling voor aankoop van een woning onder de woningwaardegrens door een persoon die meerderjarig is en jonger is dan 35 jaar en de woning zelf gaat bewonen. |
Doelstelling: | De positie van starters op de woningmarkt verbeteren ten opzichte van andere kopers. |
Ministerie: | VRO, Artikel 15: Woningmarkt. |
Wetsartikel: | Artikel 15, eerste lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Macro-raming opbrengsten ovb, gegevens van het Kadaster. Realisaties voor 2022 en 2023. |
Regeling: | OVB Vrijstelling terugkoop VoV woningen |
Beschrijving: | Het terugkopen van een VoV (verkoop onder voorwaarden)-woning van een particulier door een VoV-aanbieder wordt onder specifieke voorwaarden vrijgesteld van overdrachtsbelasting. |
Doelstelling: | Het aantrekkelijk houden voor VoV-aanbieders om, ook na invoering van de wet differentiatie overdrachtsbelasting, VoV-woningen met gunstige voorwaarden te verkopen aan koopstarters. |
Ministerie: | VRO, Artikel 15: Woningmarkt. |
Wetsartikel: | Artikel 15, eerste lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers van Stichting Opmaat, raming vanaf 2022. |
Verlaging lastendruk op inkomsten uit vermogen | |
Regeling: | Vermindering verhuurderheffing |
Beschrijving: | Deze regeling is beschikbaar voor belastingplichtigen in het kader van de verhuurderheffing, die onder andere investeren in huurwoningen met een huurprijs onder de liberalisatiegrens. Het bedrag aan heffingsvermindering dat genoemd is in de investeringsverklaring van RVO, wordt van de verhuurderheffing afgetrokken. Het budget is € 698,5 miljoen over de jaren 2014 tot en met 2021. Met ingang van 2019 is een nieuwe heffingsvermindering geïntroduceerd. Het doel hiervan is het stimuleren van de verduurzaming van huurwoningen door verhuurders. Het beschikbare budget voor deze nieuwe heffingsvermindering loopt jaarlijks op met € 26 miljoen tot structureel € 104 miljoen in 2022. Per 2020 is in de verhuurderheffing aanvullend een structurele heffingsvermindering van € 100 miljoen per jaar opgenomen voor nieuwbouw van woningen in regio’s waar de druk op de woningmarkt het grootst is. De verhuurderheffing is per 2023 afgeschaft. Hierdoor vervalt per 2023 ook het recht op heffingsverminderingen. |
Doelstelling: | Stimulering van maatschappelijk gewenste investeringen (zoals sloop, renovatie, transformatie en nieuwbouw van huurwoningen). |
Ministerie: | VRO, Artikel 15: Woningmarkt. |
Wetsartikel: | Vervallen |
Evaluatie: | Eindrapport Evaluatie heffingsverminderingen verhuurderheffing (bijlage bij de Rapportage verhuurderheffing 2020 en evaluatie heffingsverminderingen), Ecorys, 2020. Kamerstukken II 2019-2020, 34 652 nr. H. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst t/m [t-1]. Realistaties t/m [t-2]. |
Regeling: | Kamerverhuurvrijstelling |
Beschrijving: | Indien de inkomsten uit verhuur - anders dan voor korte duur - van woonruimte die geen zelfstandige woning vormt en onderdeel is van het hoofdverblijf van de verhuurder, niet meer bedragen dan een maximumbedrag per jaar, blijft het verhuurde deel van de eigen woning vallen onder de fiscale behandeling van de eigen woning, in plaats van de forfaitaire vermogensrendementsheffing in box 3. Het maximumhuurbedrag wordt jaarlijks op basis van de huurontwikkeling geïndexeerd. |
Doelstelling: | Vergroten van het particuliere kameraanbod, met name voor studenten. |
Ministerie: | VRO, Artikel 15: Woningmarkt. |
Wetsartikel: | Artikel 3.114 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Rapport evaluatie kamerverhuurvrijstelling, BZK, 2017. Kamerstukken II 2017-2018, 33 104, nr. 12. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Raming zonder recente gegevensbron. Laatst gebruikte bron betreft cijfers VROM uit 2006 over aantal kamers. Kosten geraamd op basis van inschattingen over aantal kamers en van o.a. gemiddelde WOZ-waarde, EWS, rente, en belasting box 3 in het betreffende belastingjaar. |
Regeling: | Heffingvrij vermogen/inkomen box 3 |
Beschrijving: | Een algemene vrijstelling in box 3. Bij een rendementsgrondslag groter dan het heffingvrije vermogen, wordt alleen het voordeel uit het meerdere in de heffing betrokken. Het bedrag aan heffingvrij vermogen wordt jaarlijks geïndexeerd en is per 2023 beleidsmatig verhoogd. |
Doelstelling: | Doelmatigheid (vermindering van aantal belastingplichtigen). |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 5.5 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | De raming is gebaseerd op MIMOSI, het microsimulatiemodel voor belastingen, sociale zekerheid, loonkosten en koopkracht. Cijfers worden jaarlijks geüpdatet. Cijfers van [t-3] en verder terug in de tijd worden als realisatie beschouwd. |
Regeling: | Vrijstelling rechten op bepaalde kapitaalsuitkeringen, waaronder KEW, box 3 |
Beschrijving: | In het overgangsrecht van de Wet IB 2001 zijn vrijstellingen voor bepaalde kapitaalverzekeringen, spaarrekeningen en beleggingsrechten opgenomen. Onder voorwaarden geldt een box 1-vrijstelling voor het voordeel (de uitgekeerde rente of het rendement op de premie/inleg) uit een kapitaalverzekering eigen woning (KEW), spaarrekening eigen woning (SEW) en beleggingsrecht eigen woning (BEW) waardoor deze niet in box 3 vallen. Per 1 april 2013 is de faciliteit vervallen en voor bestaande contracten ondergebracht in het overgangsrecht. Het kapitaal dan wel de inleg kunnen niet meer worden verhoogd en de looptijd kan niet worden verlengd. Tevens gelden er onder bepaalde voorwaarden vrijstellingen voor andersoortige kapitaalverzekeringen waarvan de inkomsten vrijgesteld waren onder de Wet IB 1964. |
Doelstelling: | Eerbiedigen van bestaande rechten op bepaalde vrijstellingen kapitaalsuitkeringen. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 10bis.1 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 voor KEW, SEW en BEW. Hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel AN van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 voor de andersoortige kapitaalverzekeringen waarvan de inkomsten vrijgesteld waren onder de Wet IB 1964. |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Extrapoleren van gegevens van DNB (tot en met 2015) en het Verbond van Verzekeraars (tot en met 2016) over levensverzekeringen. Realistaties t/m [t-7]. |
Regeling: | Vrijstelling rechten op kapitaalsuitkering bij overlijden box 3 |
Beschrijving: | Rechten op prestaties uit levensverzekering in verband met het overlijden van de belastingplichtige worden tot een maximumbedrag vrijgesteld van de rendementsgrondslag. De prestaties kunnen de vorm hebben van een kapitaalsuitkering of een uitkering in natura (het verzorgen van de uitvaart van de verzekeringnemer). |
Doelstelling: | Sociaal beleid (aangezien sprake is van financiering van een begrafenis of crematie) en doelmatigheid (het voorkomen van administratieve lasten voor polissen met een financieel beperkte omvang). |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 5.10, onderdeel a, van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatierapport Vrijstelling rechten op kapitaalsuitkeringen bij overlijden in box 3, FIN, 2005. Kamerstukken II 2005-2006, 30 375, nr. 2. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Extrapoleren van gegevens van DNB over overlijdensverzekeringen t/m [t-6]. Realistaties t/m [t-7] |
Regeling: | Vrijstelling groen beleggen box 3 |
Beschrijving: | Op grond van deze regeling is een maximumbedrag aan groene beleggingen vrijgesteld van de rendementsgrondslag van de vermogensrendementsheffing. Beleggers met een fiscale partner hebben gezamenlijk recht op een vrijstelling dubbel dit maximumbedrag. Het bedrag van de vrijstelling wordt jaarlijks geïndexeerd. |
Doelstelling: | Kapitaal van particuliere spaarders en beleggers trekken en deze beschikbaar maken voor de financiering van risicovolle projecten die het milieu- en natuurbeleid ten goede komen en die anders niet zouden worden gerealiseerd. |
Ministerie: | IenW, Artikel 21: Circulaire Economie. |
Wetsartikel: | Artikel 5.13-5.14 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Beleidsevaluatie Regeling groenprojecten 2010-2017: eindrapport, RVO, 2020. Kamerstukken II 2019-2020, 30 196, nr. 709. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Voorspellingen obv cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-3] en jaarcijfers RVO voor ontwikking grondslag groene beleggingen. |
Regeling: | Heffingskorting groen beleggen box 3 |
Beschrijving: | De heffingskorting voor groene beleggingen sluit aan op de vrijstelling in box 3 voor groene beleggingen. De korting bedraagt van een percentage van het bedrag dat is vrijgesteld van de vermogensrendementsheffing. |
Doelstelling: | Kapitaal van particuliere spaarders en beleggers trekken en deze beschikbaar maken voor de financiering van risicovolle projecten die het milieu- en natuurbeleid ten goede komen en die anders niet zouden worden gerealiseerd. |
Ministerie: | IenW, Artikel 21: Circulaire Economie. |
Wetsartikel: | Artikel 8.19 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Beleidsevaluatie Regeling groenprojecten 2010-2017: eindrapport, RVO, 2020. Kamerstukken II 2019-2020, 30 196, nr. 709. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Voorspellingen obv cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-3] en jaarcijfers RVO voor ontwikking grondslag groene beleggingen. |
Regeling: | Vrijstelling voorwerpen van kunst en wetenschap box 3 |
Beschrijving: | Voorwerpen van kunst en wetenschap vallen niet in de rendementsgrondslag van de vermogensrendementsheffing ook indien deze niet voor persoonlijke doeleinden worden gebruikt. Voorwerpen van kunst en wetenschap die hoofdzakelijk ter belegging worden aangehouden, vallen niet onder de vrijstelling om een ongerechtvaardigde bevoordeling ten opzichte van andere beleggingen te voorkomen. |
Doelstelling: | Het particuliere kunstbezit en de kunstuitleen van particulieren aan musea in Nederland stimuleren. |
Ministerie: | OCW, Artikel 14: Cultuur. |
Wetsartikel: | Artikel 5.8 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Vrijstelling bos- en natuurterreinen box 3 |
Beschrijving: | Deze regeling bewerkstelligt dat voor de forfaitaire rendementsheffing de volgende bezittingen van de grondslag worden uitgezonderd: bossen, bepaalde natuurterreinen en de volgens de Natuurschoonwet als zodanig aangewezen landgoederen. Gebouwde eigendommen vallen niet onder de vrijstelling. |
Doelstelling: | Ontwikkeling en instandhouding van bos en natuur. |
Ministerie: | LVVN, Artikel 22: Natuur, visserij en gebiedsgericht werken. |
Wetsartikel: | Artikel 5.7, eerste lid, van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie van de fiscale vrijstellingen bos en natuur, Wageningen University & Research, 2017. Kamerstukken II 2016-2017, 33 576, nr. 106. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Fiscale faciliteiten Natuurschoonwet |
Beschrijving: | De Natuurschoonwet 1928 voorziet in fiscale tegemoetkomingen in de schenk- en erfbelasting, overdrachtsbelasting, inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en onroerendzaakbelasting aan eigenaren van onroerende zaken als deze eigenaren hun onroerend goed als landgoed in stand houden en daarmee het natuurschoon bevorderen. Er zijn extra faciliteiten indien het landgoed voor het publiek wordt opengesteld. |
Doelstelling: | Het natuurschoon en cultureel erfgoed behouden door landgoederen als geheel te bewaren en versnippering tegen te gaan. Stimuleren van particulier natuurbeheer en realisatie van nieuwe natuur en bos door particulieren op landbouwgrond. Openstelling van landgoederen voor het publiek. |
Ministerie: | LVVN, Artikel 22: Natuur, visserij en gebiedsgericht werken. |
Wetsartikel: | Artikel 7-9a van de Natuurschoonwet 1928 en o.a. artikel 5.7, eerste lid, onderdeel c van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en artikel 220d, eerste lid, onderdeel d van de Gemeentewet. |
Evaluatie: | Beleidsevaluatie van de Natuurschoonwet 1928, Ecorys, 2016. Kamerstukken II 2016-2017, 33 576, nr. 90. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Aantal gerangschikte landgoederen volgens RVO t/m [t-1]. Geen aangiftecijfers beschikbaar, dus het budgettaire belang wordt voor alle jaren geraamd aan de hand van inschattingen van de Belastingdienst. |
Regeling: | Keuzeregeling partiële buitenlandse belastingplicht |
Beschrijving: | Op grond van deze regeling kunnen werknemers die gebruikmaken van de 30%-regeling ervoor kiezen om voor de heffing in de inkomstenbelasting voor box 2 en box 3 behandeld te worden als buitenlands belastingplichtige, ondanks dat zij in Nederland wonen. Hierdoor worden in het buitenland gerealiseerde inkomsten uit box2 en box3 niet in de heffing betrokken. Via een amendement op BP2024 is de regeling met ingang van 2025 afgeschaft. Er geldt overgangsrecht tot en met 2026 voor degenen die vóór 1 januari 2024 gebruik maakten van de 30%-regeling. |
Doelstelling: | Deze regeling zorgt ervoor dat het Nederlandse fiscale stelsel geen belemmering vormt om in Nederland te komen werken. Dit zal met name aan de orde zijn in de situatie waarin een werknemer over relatief veel vermogen in het buitenland beschikt dan wel vermogensinkomsten in het buitenland heeft. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 2.6 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Box 2- en box 3 inkomsten belastingplichtingen, geraamd met nederlandse belastingplichtigen met vergelijkbare looninkomsten. Reeks bevat geen realisaties. |
Regeling: | Koningshuisregeling in inkomstenbelasting |
Beschrijving: | N.v.t |
Doelstelling: | N.v.t |
Ministerie: | BZK, Artikel 1: Openbaar bestuur en democratie. |
Wetsartikel: | Artikel 40 van de Grondwet |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Koningshuisregeling in de schenk- en erfbelasting |
Beschrijving: | De door het koningshuis ontvangen uitkeringen ten laste van het Rijk, alsmede de vermogensbestanddelen welke dienstbaar zijn aan de uitoefening van hun functie, zijn vrijgesteld van persoonlijke belastingen. |
Doelstelling: | Voorkomen van belastingheffing op arbeids- en vermogensinkomsten die verband houden met de functie van de uitkeringsgerechtigde leden van het Koninklijk Huis. |
Ministerie: | BZK, Artikel 1: Openbaar bestuur en democratie. |
Wetsartikel: | Artikel 33, eerste lid, van de Successiewet 1956 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Verlaging lastendruk in de winstsfeer | |
Regeling: | Zelfstandigenaftrek |
Beschrijving: | De zelfstandigenaftrek is een aftrek van een vast bedrag in de IB. Ondernemers hebben recht op de zelfstandigenaftrek als zij voldoen aan het urencriterium. Na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd wordt de zelfstandigenaftrek gehalveerd. Vanaf 2020 wordt de zelfstandigenaftrek stapsgewijs verlaagd. |
Doelstelling: | Stimuleren ondernemerschap, steun voor kleine zelfstandigen, het mogelijk maken van investeringen en reserveringen en lastenverlichting voor het MKB |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 3.76 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Eindrapport evaluatie fiscale ondernemerschapsregelingen, SEO & Dialogic, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 32 140 nr. 199. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. Realistaties t/m [t-2]. |
Regeling: | Extra zelfstandigenaftrek starters |
Beschrijving: | Startende ondernemers in de IB die in één of meer van de vijf voorgaande jaren geen ondernemer waren en bij wie in die periode niet meer dan tweemaal de zelfstandigenaftrek is toegepast, hebben recht op een extra zelfstandigenaftrek. |
Doelstelling: | Stimuleren ondernemerschap, bevorderen bereidheid lopen startersrisico en stimuleren starten onderneming vanuit arbeidsongeschiktheid. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 3.76, derde lid, van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Eindrapport evaluatie fiscale ondernemerschapsregelingen, SEO & Dialogic, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 32 140 nr. 199. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. Realistaties t/m [t-2]. |
Regeling: | Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid |
Beschrijving: | De startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid in de IB is een faciliteit voor startende ondernemers die een arbeidsongeschiktheidsuitkering kunnen krijgen. Deze ondernemers hoeven niet te voldoen aan het normale urencriterium, maar er geldt wel een verlaagd urencriterium. De aftrekpost bedraagt een vast bedrag voor het eerste jaar en wordt lager de jaren daarna. De aftrek kan niet hoger zijn dan de genoten winst. |
Doelstelling: | Stimuleren van het starten van een onderneming vanuit een uitkering inzake arbeidsongeschiktheid. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei & SZW, Artikel 3: Arbeidsongeschiktheid. |
Wetsartikel: | Artikel 3.78a van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Eindrapport evaluatie fiscale ondernemerschapsregelingen, SEO & Dialogic, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 32 140 nr. 199. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Meewerkaftrek |
Beschrijving: | Indien de partner van een ondernemer in de IB meewerkt in diens onderneming zonder hiervoor een vergoeding te ontvangen, heeft de ondernemer die voldoet aan het urencriterium recht op de meewerkaftrek. De aftrek is afhankelijk van het aantal door de partner gewerkte uren in de onderneming. |
Doelstelling: | Fiscaal faciliteren van arbeid in de onderneming van de partner zonder de verplichting tot het aangaan van een arbeidsovereenkomst. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 3.78 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Eindrapport evaluatie fiscale ondernemerschapsregelingen, SEO & Dialogic, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 32 140 nr. 199. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. |
Regeling: | Stakingsaftrek |
Beschrijving: | Bij de staking van een onderneming of een deel ervan is van de behaalde stakingswinst een maximumbedrag vrijgesteld van belastingheffing in de IB. Op de in een kalenderjaar berekende stakingsaftrek wordt de in het verleden genoten stakingsaftrek in mindering gebracht. |
Doelstelling: | De stakingsaftrek beoogt een verzachting van belastingheffing te geven over de stakingswinst. De stakingsaftrek is de voortzetting – zij het op een lager niveau – van de stakingsvrijstelling van de Wet IB 1964. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 3.79 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Eindrapport evaluatie fiscale ondernemerschapsregelingen, SEO & Dialogic, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 32 140 nr. 199. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. Realistaties t/m [t-2]. |
Regeling: | Aftrek speur- en ontwikkelingswerk |
Beschrijving: | Ondernemers in de IB die voldoen aan het urencriterium en in het kalenderjaar ten minste 500 uur hebben besteed aan werk dat bij een zogenoemde S&O-verklaring kwalificeert als speur- en ontwikkelingswerk, hebben recht op een vast bedrag als aftrek. Voor starters wordt deze aftrek onder voorwaarden verhoogd. |
Doelstelling: | Bevorderen van technologische vernieuwingen. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 3.77 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie WBSO 2011–2017, Dialogic, 2019. Kamerstukken II 2018-2019, 32 637, nr. 358. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. Realistaties t/m [t-3]. |
Regeling: | Willekeurige afschrijving starters |
Beschrijving: | Startende ondernemers in de IB kunnen op basis van deze regeling willekeurig afschrijven op bedrijfsmiddelen die zijn aangeschaft in een kalenderjaar waarover voor hen de extra zelfstandigenaftrek starters van toepassing was. |
Doelstelling: | Stimuleren ondernemerschap, bevorderen bereidheid lopen startersrisico en bevorderen investeringen |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 3.34 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Eindrapport evaluatie fiscale ondernemerschapsregelingen, SEO & Dialogic, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 32 140 nr. 199. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Raming zonder gegevensbron, de budgettaire kosten zijn gebaseerd op een veronderstelling van het aantal gebruikers en hun investeringen. Realistaties t/m [t-7]. |
Regeling: | Willekeurige afschrijving zeeschepen |
Beschrijving: | Deze regeling in de IB en Vpb biedt de mogelijkheid om vervroegd af te schrijven op zeeschepen. De regeling kan uitsluitend worden toegepast indien niet wordt gekozen voor de forfaitaire winstbepaling en bedraagt per jaar een maximumpercentage van de af te schrijven aanschaffings- en voortbrengingskosten. |
Doelstelling: | Versterken van het maritieme cluster, het bevorderen van werkgelegenheid verbonden aan het varen onder Nederlandse vlag en het versterken van de Nederlandse concurrentiepositie |
Ministerie: | IenW, Artikel 18: Scheepvaart en Havens. |
Wetsartikel: | Artikel 3.34 van de Wet inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie van de fiscale maatregelen in het Nederlandse zeescheepvaartbeleid in de periode 2014 tot en met 2019, Deloitte, 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 31 409, nr 357. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Tonnageregeling winst uit zeescheepvaart |
Beschrijving: | Op verzoek van de belastingplichtige wordt, in afwijking van het algemeen systeem van winstbepaling in de IB en Vpb, de winst uit zeescheepvaart op basis van deze regeling forfaitair bepaald. Uitgangspunt hierbij vormt de tonnage van de schepen waarmee die winst wordt behaald. Als voor een schip voor de tonnageregeling wordt gekozen, geldt dit voor een periode van 10 jaar. |
Doelstelling: | Versterken van het maritieme cluster, het bevorderen van werkgelegenheid verbonden aan het varen onder Nederlandse vlag en het versterken van de Nederlandse concurrentiepositie |
Ministerie: | IenW, Artikel 18: Scheepvaart en Havens. |
Wetsartikel: | Artikel 3.22-3.24 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie van de fiscale maatregelen in het Nederlandse zeescheepvaartbeleid in de periode 2014 tot en met 2019, Deloitte, 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 31 409, nr 357. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Tot 2020 raming zonder actuele gegevensbron. Met ingang van 2020: Cijfers Belastingdienst aangifte vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang wordt bepaald door verschil in berekende belasting met en zonder de fiscale regeling. |
Regeling: | Doorschuiving stakingswinst |
Beschrijving: | Op verzoek is onder voorwaarden doorschuiving van stakingswinst zonder inkomstenbelastingheffing mogelijk in het kader van overdracht van (een deel van) de onderneming. Hiervan is sprake in geval van overlijden, echtscheiding, overdracht van de onderneming aan alle medeondernemers die gedurende drie jaar een gezamenlijke onderneming drijven, of in geval van inbreng van de onderneming in een naamloze vennootschap of besloten vennootschap. De belastingplichtige voor wiens rekening de onderneming zal worden voortgezet, is verplicht de oude boekwaarden van de overgedragen vermogensbestanddelen over te nemen. |
Doelstelling: | Ondersteunen van de continuïteit van de onderneming, in het kader van liquiditeitsproblemen die kunnen ontstaan als gevolg van de fiscale claim die rust op een bedrijfsoverdracht. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 3.98 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie fiscale regelingen gericht op bedrijfsoverdracht, CPB, 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 35 925 IX, nr 30. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Raming zonder gegevensbron, gebaseerd op rekenveronderstellingen. |
Regeling: | Doorschuifregelingen inkomen uit aanmerkelijk belang box 2 |
Beschrijving: | Onder voorwaarden wordt (op verzoek) een overgang krachtens huwelijksvermogensrecht, erfrecht of schenking, van een aanmerkelijk belang niet als vervreemding aangemerkt. De verkrijgingprijs van de aandelen van de overdrager wordt dan doorgeschoven naar de overnemer. |
Doelstelling: | Het waarborgen van de continuïteit van de onderneming, doordat op het moment van overgang niet hoeft te worden afgerekend over het verschil tussen de waarde in het economische verkeer en de verkrijgingsprijs van de aandelen. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 3.98 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie fiscale regelingen gericht op bedrijfsoverdracht, CPB, 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 35 925 IX, nr 30. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Raming zonder gegevensbron, gebaseerd op rekenveronderstellingen. |
Regeling: | Schenk- en erfbelasting Bedrijfsopvolgingsfaciliteit |
Beschrijving: | Voor een geërfde of geschonken onderneming geldt, indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan, een voorwaardelijke vrijstelling van erfbelasting respectievelijk schenkbelasting voor het ondernemingsvermogen. Indien de geërfde of geschonken onderneming voor een periode van vast aantal jaar wordt voortgezet, wordt de voorwaardelijke vrijstelling definitief. De vrijstelling bedraagt een vast percentage van de going-concernwaarde van de onderneming tot een maximumbedrag. Voor het meerdere geldt een vrijstelling van een lager percentage. |
Doelstelling: | Voorkomen dat belastingheffing bij overdracht de continuïteit van bedrijven in gevaar brengt. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 35b van de Successiewet 1956 |
Evaluatie: | Evaluatie fiscale regelingen gericht op bedrijfsoverdracht, CPB, 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 35 925 IX, nr 30. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Realistaties t/m [t-4]. De raming is gebaseerd op aangiftegegevens. Het gegeven budgettaire belang is het bedrag dat belastinplichtigen zouden moeten betalen als de (gedeeltelijke) vrijstelling niet van toepassing was geweest, verminderd met de verschuldigde belasting onder de (gedeeltelijke) vrijstelling. |
Regeling: | Schenk- en erfbelasting Faciliteiten ANBI’s |
Beschrijving: | ANBI’s zijn per 2006 geheel vrijgesteld van schenk- en erfbelasting. Voor sociaal belang behartigende instellingen (SBBI’s) is de vrijstelling ingegaan per 2010. |
Doelstelling: | Bevorderen van schenken en nalaten aan ANBI’s en SBBI’s. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 32 van de Successiewet 1956 |
Evaluatie: | Evaluatie van de praktijk rondom ANBI’s en SBBI’s, Dialogic, 2017. Kamerstukken II 2016-2017, 34552 nr. N. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Raming gebaseerd op diverse bronnen: cijfers Belastingdienst over giftenaftrek en cijfers uit de studie Geven in Nederland (gebaseerd op jaarverslagen goede doelen). Het gegeven budgettaire belang is het bedrag dat belastinplichtigen zouden moeten betalen als de vrijstelling niet van toepassing was geweest. Realisaties t/m 2005. |
Regeling: | Aftrek kenbaar fondswervende activiteiten ANBI's |
Beschrijving: | ANBI's en fondswervers komen onder voorwaarden in aanmerking voor aftrek voor kenbaar fondswervende activiteiten. Een ANBI mag de winst die behaald is met kenbaar fondswervende activiteiten aftrekken van de totale winst. |
Doelstelling: | Stimulering van fondswerving voor en door goededoelenorganisaties. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 9a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Aftrek fictieve personeelskosten ANBI's |
Beschrijving: | Een ANBI of een organisatie die een sociaal belang behartigt (SBBI) komt in aanmerking voor aftrek van fictieve personeelskosten. Fictieve personeelskosten zijn fictieve kosten voor arbeid door vrijwilligers . Deze kosten zijn aftrekbaar op basis van het minimumloon. |
Doelstelling: | Ter bevordering van het maatschappelijke belang van vrijwilligers. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 9a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Vrijstelling vpb voor stichtingen en vereningen met lage winst |
Beschrijving: | Stichtingen en verenigingen die een onderneming drijven zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting als hun fiscale winst niet meer bedraagt dan een maximumbedrag. Dit betekent dat stichtingen en verenigingen die met kleinschalige commerciële activiteiten de markt betreden zijn vrijgesteld. |
Doelstelling: | Doelmatigheid van belastingheffing / beperken administratieve lasten. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 6 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Faciliteit geven uit vennootschap |
Beschrijving: | Giften aan onder andere ANBI's zijn aftrekbaar. De totale aftrek in de Vpb bedraagt een percentage van de winst tot een maximumbedrag. Als de giften aftrekbaar zijn voor de Vpb worden zij tevens niet gezien als uitdeling in box 2. Er geldt een multiplier voor giften aan culturele ANBI’s. |
Doelstelling: | Bevorderen van schenkingen aan bepaalde instellingen. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 16 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en Artikel 4.13, vierde lid, van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie giftenaftrek 2016-2021, SEO, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 36 410-IX nr. 42. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Gegevens Belastingdienst aangifte vennootschapsbelasting t/m [t-3]. Realistaties t/m [t-4]. Daarna ontwikkeling grondslag volgens bbp en raming uitbreiding geven uit vennootschap in Belastingplan 2024. |
Regeling: | Mkb-winstvrijstelling |
Beschrijving: | De mkb-winstvrijstelling is een vrijstelling van een deel van de winst voor ondernemers in de IB. De mkb-winstvrijstelling is een percentage van de winst nadat de winst is verminderd met de ondernemersaftrek. |
Doelstelling: | Stimuleren ondernemerschap en gelijktrekken effectieve belastingdruk bij IB-ondernemers met bv/DGA's |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 3.79a van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Eindrapport evaluatie fiscale ondernemerschapsregelingen, SEO & Dialogic, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 32 140 nr. 199. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. Realistaties t/m [t-2]. |
Regeling: | Terbeschikkingstellingsvrijstelling |
Beschrijving: | De terbeschikkingstellingsvrijstelling bedraagt een vast percentage van het gezamenlijke bedrag van het resultaat uit terbeschikkingstellingswerkzaamheden, te weten het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan een verbonden onderneming, werkzaamheid of vennootschap. |
Doelstelling: | Het voorkomen van arbitrage tussen de verschillende boxen en een beter evenwicht in fiscale behandeling tussen enerzijds ondernemers en anderzijds houders van een aanmerkelijk belang. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 3.99b van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Eindrapport evaluatie fiscale ondernemerschapsregelingen, SEO & Dialogic, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 32 140 nr. 199. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomstenbelasting t/m [t-2]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. Realistaties t/m [t-2]. |
Regeling: | Laag vpb-tarief |
Beschrijving: | Voor winsten tot een vast maximumbedrag geldt een verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting. |
Doelstelling: | Lager belasten van fiscale winsten tot en met een maximumbedrag. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 22 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 |
Evaluatie: | Gepland 2024 |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte vennootschapsbelasting t/m [t-3]. CPB-raming (KMEV) basis voor ramingen. |
Regeling: | Innovatiebox |
Beschrijving: | Op verzoek en onder voorwaarden worden winsten uit zelf-ontwikkelde immateriële activa belast in de vennootschapsbelasting. Het tarief in de innovatiebox is tussen 2017 en 2021 in twee stappen verhoogd van 5% naar 9%. Bij toerekening van winsten aan een immaterieel activum kan gekozen worden voor een forfaitaire regeling voor maximaal 3 jaar. Hierbij wordt van een belastingplichtige met een zelf-ontwikkeld immaterieel activum van een vast percentage van de winst aangemerkt als winsten uit immateriële activa met een maximumbedrag. |
Doelstelling: | Primair het bevorderen van het vestigingsklimaat voor innovatieve ondernemingen in Nederland en secundair het stimuleren, aantrekken en behouden van speur- en ontwikkelingswerk. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 12b-12bg van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 |
Evaluatie: | Evaluatie van de Innovatiebox 2010-2019, Dialogic & SEO, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 36 418 nr. 127. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte vennootschapsbelasting t/m [t-3]. |
Regeling: | Liquidatie- en stakingsverliesregeling |
Beschrijving: | Onder toepassing van de deelnemingsvrijstelling zijn winsten en verliezen die een belastingplichtige behaalt door middel van een deelneming vrijgesteld in de vennootschapsbelasting. De liquidatieverliesregeling vormt een uitzondering hierop op grond waarvan het verlies op een deelneming – onder voorwaarden – toch in aftrek kan worden gebracht als de deelneming wordt ontbonden. |
Doelstelling: | Het kunnen verrekenen van verliezen van deelnemingen en op deze wijze bevorderen vestigingsklimaat. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 13d van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Bedragen tot en met 2022 gebaseerd op voorlopige realisaties. Het bedrag van 2023 is gebaseerd op het gemiddelde van 2021 en 2022 vanwege de overgangstermijn in de Wet aanpassing liquidatieverliesregeling. De bedragen van 2024 en 2025 zijn gebaseerd op het verwachte gebruik na volledige inwerkingtreding van het wetsvoorstel. |
Regeling: | Herinvesteringsreserve |
Beschrijving: | De boekwinst bij vervreemding van een bedrijfsmiddel kan onder voorwaarden worden gereserveerd door middel van de herinvesteringsreserve (HIR). De betreffende boekwinst wordt daardoor niet meteen belast. Om gebruik te maken van de HIR dient de boekwinst te worden aangewend voor een vervangend bedrijfsmiddel binnen 3 jaar na het jaar van vervreemding. Bij aanschaf van het vervangend bedrijfsmiddel wordt de HIR vervolgens in mindering gebracht op de aanschafprijs, hetgeen toekomstige afschrijvingen op het nieuwe bedrijfsmiddel beperkt. Wanneer (een deel van) de HIR niet tijdig wordt aangewend voor een vervangend bedrijfsmiddel, wordt deze (of het restant van de HIR) opgeteld bij de winst. |
Doelstelling: | Voorkomen dat belastingheffing bij realisatie van boekwinst op investeringen de continuïteit van de bedrijfsvoering in gevaar brengt. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 3.54 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomsten- en vennootschapsbelasting t/m [t-3]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. |
Regeling: | Verhuisvergoeding ondernemer |
Beschrijving: | Bij verhuizing in het kader van een onderneming mag de ondernemer de kosten voor het overbrengen van de inboedel vermeerderd met een vast bedrag in aftrek brengen. Dit bedrag betreft kosten van herinrichting, stoffering en overigeverhuiskosten. Het voorkomt discussie over de zakelijkheid van verhuis- en inrichtingskosten en stimuleert arbeidsmobiliteit. Daarnaast zit er een verhuiskostenvergoeding in de WKR voor hetzelfde bedrag. |
Doelstelling: | Nader te onderzoeken |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 3.17 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Uitstelfaciliteiten bij verkoop in kader aandelenfusie, juridische splitsing, juridische fusie |
Beschrijving: | In de wetgeving zijn diverse faciliteiten opgenomen om zonder belastingheffing te kunnen herstructureren in het kader van een aandelenfusie, bedrijfsfusie, juridische fusie en juridische splitsing. Deze faciliteiten bestaan in de inkomstenbelasting (IB-winst en box 2), vennootschapsbelasting en overdrachtsbelasting. De faciliteiten zijn gebaseerd op de Europese Fusierichtlijn. |
Doelstelling: | Voorkomen fiscale belemmeringen bij aandelenfusie, bedrijfsfusie, juridische splitsing of juridische fusie (in overeenstemming met de Europese Fusierichtlijn) |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 3.55-3.57 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek |
Beschrijving: | De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek vormt, als onderdeel van de investeringsaftrek in de IB en Vpb, een extra aftrek over een gedeelte van het investeringsvolume. De hoogte van de aftrek is afhankelijk van de hoogte van de investering. |
Doelstelling: | Bevorderen van investeringen van relatief geringe omvang, die in het algemeen gedaan zullen worden in het midden- en kleinbedrijf. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 3.41 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie fiscale ondernemerschapsregelingen, SEO, 2017. Kamerstukken II 2016-2017, 31 311, nr. 186. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomsten- en vennootschapsbelasting t/m [t-3]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. Realistaties t/m [t-4]. Geraamde endogene groei vanaf 2021 is gelijk aan groei investeringen overige vaste activa volgens de CEP 2023 raming van het CPB. |
Regeling: | Energie-investeringsaftrek (EIA) |
Beschrijving: | De EIA vormt, als onderdeel van de investeringsaftrek in de IB en Vpb, een extra aftrek op de fiscale winst verleend voor door de Minister van EZK aangewezen investeringen in nieuwe energiebesparende bedrijfsmiddelen en maatregelen. De EIA is een gebudgetteerde regeling met een systematiek van meerjarige budgetegalisatie. |
Doelstelling: | Stimuleren van investeringen ten behoeve van een doelmatig energiegebruik. |
Ministerie: | KGG, Artikel 31: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering.. |
Wetsartikel: | Artikel 3.42 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Eindrapport evaluatie EIA 2017-2021, SEO & CE Delft, 2023. Kamerstukken II 2022-2023, 36 202, nr. 158. |
Horizonbepaling: | Ja, tot 2029. |
Ramingsgrond: | Investeringsbedragen volgens RVO t/m [t-2] en rekenveronderstellingen. Realisties t/m [t-1] daarna budget. Het budget wordt door de politiek vastgesteld, de raming wordt hierop afgestemd. |
Regeling: | Milieu-investeringsaftrek (MIA) |
Beschrijving: | De MIA vormt, als onderdeel van de investeringsaftrek in de IB en Vpb, een extra aftrek op de fiscale winst voor milieu-investeringen die bij ministeriële regeling worden aangewezen. Er zijn drie verschillende categorieën op de Milieulijst, waarbij drie verschillende percentages van het investeringsbedrag in mindering kan worden gebracht op de winst. De MIA is een gebudgetteerde regeling met een systematiek van meerjarige budgetegalisatie. |
Doelstelling: | Stimulering investeringen in innovatieve milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen |
Ministerie: | IenW, Artikel 21: Circulaire Economie. |
Wetsartikel: | Artikel 3.42a van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie MIA/Vamil 2017-2021, Witteveen + Bos & CE Delft & KplusV, 2023. Kamerstukken II 2022-2023, 36 202 nr. 159. |
Horizonbepaling: | Ja, tot 2029. |
Ramingsgrond: | Investeringsbedragen volgens RVO t/m [t-2] en rekenveronderstellingen. Realisties t/m [t-1] daarna budget. Het budget wordt door de politiek vastgesteld, de raming wordt hierop afgestemd. |
Regeling: | VAMIL |
Beschrijving: | Op basis van de willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) mag willekeurig worden afgeschreven op door de Minister van IenW aangewezen milieu-investeringen (Milieulijst) tot een vast percentage van de aanschaf- of voortbrengingskosten. Deze regeling in de IB en Vpb leidt voor de belastingplichtige tot een liquiditeits- en rentevoordeel. De VAMIL is een gebudgetteerde regeling met een systematiek van meerjarige budgetegalisatie. |
Doelstelling: | Stimulering investeringen in innovatieve milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen |
Ministerie: | IenW, Artikel 21: Circulaire Economie. |
Wetsartikel: | Artikel 3.31 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie MIA/Vamil 2017-2021, Witteveen + Bos & CE Delft & KplusV, 2023. Kamerstukken II 2022-2023, 36 202 nr. 159. |
Horizonbepaling: | Ja, tot 2029. |
Ramingsgrond: | Investeringsbedragen volgens RVO t/m [t-2] en rekenveronderstellingen. Realisties t/m [t-1] daarna budget. Het budget wordt door de politiek vastgesteld, de raming wordt hierop afgestemd. |
Regeling: | Landbouwvrijstelling in de winstsfeer |
Beschrijving: | Op grond van deze regeling worden voordelen uit een landbouwbedrijf die verband houden met de waardeverandering van de grond, niet tot de fiscale winst (IB en Vpb) gerekend. De regeling is niet van toepassing als de waardeverandering optreedt in het kader van de bedrijfsuitoefening. Een waardestijging van de grond die de gebruikelijke waarde binnen een landbouwbedrijf te boven gaat is belast. |
Doelstelling: | Twee typen eigenaren van landbouwgrond (eigenaar die de grond zelf bewerkt en de eigenaar die de grond verpacht) fiscaal gelijk behandelen. |
Ministerie: | LVVN, Artikel 21: Land- en tuinbouw. |
Wetsartikel: | Artikel 3.12 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie landbouwvrijstelling, SEO, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 36 418 nr. 137. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte inkomsten- en vennootschapsbelasting t/m [t-3]]. Bijbehorend budgettair belang is berekend op grond van de rekenregel dat het de laatste aftrekpost is. Realistaties t/m [t-4]. |
Regeling: | Vrijstelling vergoeding bos- en natuurbeheer |
Beschrijving: | Deze regeling in de IB en Vpb voorziet in een (gedeeltelijke) vrijstelling voor aangewezen subsidieregelingen ten behoeve van de ontwikkeling en instandhouding van bos en natuur (SVNL en SKNL). |
Doelstelling: | Ontwikkeling en instandhouding van bos en natuur. |
Ministerie: | LVVN, Artikel 22: Natuur, visserij en gebiedsgericht werken. |
Wetsartikel: | Artikel 3.13 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie van de fiscale vrijstellingen bos en natuur, Wageningen University & Research, 2017. Kamerstukken II 2016-2017, 33 576, nr. 106. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Subsidiebedragen provincies SVNL en SKNL tot en met [t-1]. Cijfer [t] en [t+1] is het budget van de regelingen. |
Regeling: | Bosbouwvrijstelling |
Beschrijving: | Deze regeling in de IB en Vpb houdt in dat voor- en nadelen uit bosbouwbedrijf niet tot de winst worden gerekend. Het staat de belastingplichtige vrij te opteren voor het buiten toepassing laten van de vrijstelling. Toepassing van de facultatieve regeling blijft, indien gebruik wordt gemaakt van de optie, gelden voor een periode van ten minste 10 jaar. |
Doelstelling: | Ontwikkeling en instandhouding van bos en natuur. |
Ministerie: | LVVN, Artikel 22: Natuur, visserij en gebiedsgericht werken. |
Wetsartikel: | Artikel 3.11 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie van de fiscale vrijstellingen bos en natuur, Wageningen University & Research, 2017. Kamerstukken II 2016-2017, 33 576, nr. 106. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Dividendbelasting dooruitdelingskorting DB |
Beschrijving: | Vennootschappen die aanspraak maken op de deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting kunnen ten hoogste 3% van de buitenlandse ingehouden bronbelasting, indien deze minstens 5% bedraagt en niet verrekend kan worden in de vennootschapsbelasting, in mindering brengen op de dividendbelasting bij dooruitdeling. De regeling geldt voor situaties waarbij een belang van ten minste 25% wordt gehouden in een dochtermaatschappij die is gevestigd in een verdragsland of op Aruba, Curaçao, Sint Maarten of op de BES-eilanden. |
Doelstelling: | Met de regeling wordt bereikt dat de belastingdruk op deelnemingsdividenden die onder inhouding van bronbelasting worden ontvangen uit verdragslanden wordt verzacht bij dooruitdeling van deze dividenden. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 11 van de Wet op de dividendbelasting 1965 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Raming is gebaseerd op aangiftegegevens van de belastingdient. Hierbij is de gemiddelde dooruitdeling over de afgelopen 10 jaar genomen als ramingsgrond |
Regeling: | Dividendbelasting vrijstelling inkoop van eigen aandelen |
Beschrijving: | De inkoop van eigen aandelen is belast als een opbrengst voor de dividendbelasting, tenzij deze gehouden worden ter tijdelijke belegging. Onder strikte voorwaarden is de inkoop van eigen aandelen door een beursfonds vrijgesteld van dividendbelasting. |
Doelstelling: | Voorkomen dat de dividendbelasting drukt op de inhoudingsplichtige en versteviging van de Nederlandse concurrentiepositie. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 4c van de Wet op de dividendbelasting 1965 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Dividendbelasting overige |
Beschrijving: | De dividend belasting kent naast de dooruitdelingsfaciliteit en de inkoopfaciliteit ook nog een aantal fiscale regelingen die beogen om bijvoorbeeld administratieve lasten te verminderen of die grotendeels volgen uit EU-richtlijnen zoals in de inhoudingsvrijstelling. |
Doelstelling: | Onder andere het gelijk speelveld bevorderen en het voorkomen van administratieve lasten en uitvoeringskosten |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Diverse artikelen |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Loonbelasting | |
Regeling: | Afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk WBSO |
Beschrijving: | De afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) is van toepassing op werknemers die direct betrokken zijn bij speur- en ontwikkelingswerk. De afdrachtvermindering bedraagt een vast percentage van het S&O-loon van die werknemers (met een hoger percentage voor starters). Als het S&O-loon meer bedraagt dan een maximumbedrag , is het percentage verlaagd. De WBSO is een gebudgetteerde regeling. Eventuele overschrijdingen of onderuitputtingen van het budget uit [t-1] worden ten laste/bate van het budget in [t+1] gebracht. Vanaf 2016 is het budget van de RDA geïntegreerd in de WBSO. |
Doelstelling: | Bevordering van speur- en ontwikkelingswerk in het bedrijfsleven en het vestigingsklimaat voor S&O-bedrijvigheid verbeteren |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 3.77 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Evaluatie WBSO 2011–2017, Dialogic, 2019. Kamerstukken II 2018-2019, 32 637, nr. 358. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst uit loonbelastingaangiften over gebruik WBSO t/m [t-2]. Realisaties t/m [t-1], daarna budget. |
Regeling: | Afdrachtvermindering zeevaart |
Beschrijving: | Deze vermindering mag worden toegepast ter zake van het loon van zeevarenden die werken op een Nederlands schip. De vermindering bedraagt een vast percentage van het loon voor zeevarenden die in Nederland of in een ander EU- of EER-land wonen. Voor overige zeevarenden die onderworpen zijn aan de loonbelasting of premieplichtig zijn voor de volksverzekeringen is er een lager percentage vastgesteld. |
Doelstelling: | Zeevaartsector in staat stellen te concurreren op de internationale markt en zeevaartbedrijven aan ons land binden. |
Ministerie: | IenW, Artikel 18: Scheepvaart en Havens. |
Wetsartikel: | Artikel 17-20 van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen |
Evaluatie: | Evaluatie van de fiscale maatregelen in het Nederlandse zeescheepvaartbeleid in de periode 2014 tot en met 2019, Deloitte, 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 31 409, nr 357. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst aangifte loonbelasting t/m [t-1]. Realistaties t/m [t-1], daarna inschatting obv ontwikkeling kosten in de afgelopen jaren. |
Regeling: | Werkkostenregeling |
Beschrijving: | Met de werkkostenregeling kunnen werkgevers binnen bepaalde grenzen zelf bepalen wat zij onbelast aan werknemers vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen. Daarvoor staat hen de zogenoemde vrije ruimte ter beschikking De vrije ruimte is vast percentage van de fiscale loonsom tot een maximumbedrag. Boven dit bedrag is er een verlaagd percentage. Als de vrije ruimte wordt overschreden betaalt de werkgever eindheffing over het meerdere. Sommige zaken die aan werknemers worden toegekend worden aangemerkt als een gerichte vrijstelling; die kunnen ook onbelast worden toegekend, maar tellen niet mee in de vrije ruimte. Sommige voorzieningen die met het werk of de werkplek te maken hebben worden gewaardeerd op nihil en zijn daarmee ook onbelast. |
Doelstelling: | De doelstelling van de werkkostenregeling was te komen tot een administratieve lastenverlichting voor werkgever met betrekking tot kostenvergoedingen en loon in natura en irritaties bij werkgevers rondom het detailgehalte van het voorgaande systeem van vrije vergoedingen en verstrekkingen weg te nemen. De wetgever trachtte deze doelstellingen onder meer te bereiken door: 1) Uit te gaan van een sterk forfaitair karakter van de regeling; 2) Slechts een beperkt aantal gerichte vrijstellingen op te nemen; 3)Vergoedingen en verstrekkingen die binnen de vrije ruimte vallen hoeven niet meer op werknemersniveau geadministreerd te worden. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 31a van de Wet op de loonbelasting 1964 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | 30%-regeling |
Beschrijving: | De werkgever mag aan ingekomen en uitgezonden werknemers onder voorwaarden een forfaitaire onbelaste vergoeding geven van maximaal 30% van het loon inclusief die vergoeding. Deze forfaitaire vergoeding komt in de plaats van de mogelijkheid om de werkelijke extraterritoriale kosten onbelast te vergoeden. Naast deze forfaitaire vergoeding kan de werkgever aan deze werknemers ook de schoolgelden voor internationale scholen onbelast vergoeden of verstrekken. Vanaf 2019 is de maximale looptijd van de 30%-regeling ingekort tot vijf jaar. Voor werknemers die vóór 1 januari 2019 gebruik maakten van de 30%-regeling geldt overgangsrecht tot 1 januari 2021. Vanaf 2024 is de grondslag waarover de 30%-regeling wordt toegepast gemaximeerd op de WNT-norm. Voor degenen die vóór 1 januari 2023 gebruik maakten van de 30%-regeling is er overgangsrecht tot 1 januari 2026. |
Doelstelling: | De 30%-regeling dient ter compensatie van extra kosten van tijdelijk verblijf buiten het land van herkomst in het kader van de dienstbetrekking van ingekomen en uitgezonden werknemers. De regeling heeft als doel: 1) het aantrekken van werknemers uit het buitenland met een specifieke deskundigheid die op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of schaars aanwezig is; 2) een bijdrage leveren aan het aantrekkelijk en competitief houden van het Nederlandse vestigingsklimaat; en 3) verminderen van administratieve lasten voor werkgevers en werknemers. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 10ea-10ej van de Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 |
Evaluatie: | Evaluatie 30%-regeling, Dialogic, 2017. Kamerstukken II 2016-2017, 34 552, nr. 84. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst t/m [t-1]. De opbrengst bij afschaffing van de regeling is lager dan het vermelde budgettair belang, aangezien zonder de regeling de werkelijke kosten belastingvrij vergoed kunnen worden. Realistaties t/m [t-1]. |
Regeling: | 30% regeling: voor uitgezonden werknemers |
Beschrijving: | De werkgever mag aan uitgezonden werknemers onder voorwaarden een forfaitaire onbelaste vergoeding geven van maximaal 30% van het loon inclusief die vergoeding. Deze forfaitaire vergoeding komt in de plaats van de mogelijkheid om de werkelijke extraterritoriale kosten onbelast te vergoeden. Naast deze forfaitaire vergoeding kan de werkgever aan deze werknemers ook de schoolgelden voor internationale scholen onbelast vergoeden of verstrekken. Vanaf 2019 is de maximale looptijd van de 30%-regeling ingekort tot vijf jaar. Voor werknemers die vóór 1 januari 2019 gebruik maakten van de 30%-regeling geldt overgangsrecht tot 1 januari 2021. Vanaf 2024 is de grondslag waarover de 30%-regeling wordt toegepast gemaximeerd op de WNT-norm. Voor degenen die vóór 1 januari 2023 gebruik maakten van de 30%-regeling is er overgangsrecht tot 1 januari 2026. |
Doelstelling: | De 30%-regeling dient ter compensatie van extra kosten van tijdelijk verblijf buiten het land van herkomst in het kader van de dienstbetrekking van uitgezonden werknemers. De regeling heeft als doel: 1) het aantrekken van werknemers uit het buitenland met een specifieke deskundigheid die op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of schaars aanwezig is; 2) een bijdrage leveren aan het aantrekkelijk en competitief houden van het Nederlandse vestigingsklimaat; en 3) verminderen van administratieve lasten voor werkgevers en werknemers. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 10e van de Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Vergoeding voor extraterritoriale kosten |
Beschrijving: | De werkgever mag aan ingekomen werknemers werkelijke extraterritoriale kosten onbelast vergoeden. |
Doelstelling: | De regeling dient ter compensatie van extra kosten van tijdelijk verblijf buiten het land van herkomst in het kader van de dienstbetrekking van ingekomen werknemers. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 31a van de Wet op de loonbelasting 1964 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Vrijstelling uitkering wegens 25- of 40-jarig dienstverband |
Beschrijving: | De werkgever mag onder voorwaarden maximaal een maandsalaris belastingvrij uitkeren na het bereiken van een diensttijd van ten minste 25 jaar en opnieuw na een diensttijd van ten minste 40 jaar. |
Doelstelling: | Sociaal beleid (uitkering bij jubilea buiten de heffing te laten). |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 11, eerste lid, onderdeel o, van de Wet op de loonbelasting 1964 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Raming zonder gegevensbron, gebaseerd op rekenveronderstellingen en CBS-tabellen over banen, leeftijdsklassen en anciënniteit. |
Regeling: | Fiscale regeling aandelenoptierechten |
Beschrijving: | Wanneer een werknemer loon krijgt in de vorm van aandelenoptierechten vindt heffing in beginsel plaats op het moment waarop de werknemer de aandelenoptie kan verhandelen of als de aandelenoptie wordt vervreemd. De werknemer kan er echter op het moment van uitoefening van de aandelenopties ook voor kiezen om het heffingsmoment te verplaatsen naar het moment dat de aandelenoptie uitgeoefend wordt. De werknemer kan gebruik maken van deze keuzeregeling als de aandelenopties nog niet verhandelbaar zijn op het moment van uitoefening. |
Doelstelling: | De doelstelling is om het verstrekken van aandelenoptierechten als beloning aantrekkelijker te maken. Door op een later moment te heffen is het meer aannemelijk dat er voldoende liquide middelen aanwezig zijn om de verschuldigde belastingen te voldoen. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 10a van de Wet op de loonbelasting 1964 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Vrijwilligersregeling |
Beschrijving: | De vrijwilligersregeling is bedoeld voor onverplicht en onbetaald werk voor organisaties met een maatschappelijk nut. Met deze regeling wordt voorzien in een ruimhartige forfaitaire kostenvergoedingsregeling op basis waarvan er tot een jaarlijks te indexeren maximumbedrag per jaar en per maand sprake is van een kostenvergoeding en niet van loon en derhalve niet wordt belast. |
Doelstelling: | Het beperken van de administratieve lasten van vrijwilligersorganisaties en vrijwilligers. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 2 van de Wet op de loonbelasting 1964 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Heffingskortingen | |
Regeling: | Algemene heffingskorting |
Beschrijving: | De algemene heffingskorting is een heffingskorting op de inkomstenbelasting en de premie voor de volksverzekeringen. Iedereen heeft recht op de korting, maar de hoogte is inkomensafhankelijk. Vanaf 2025 wordt deze korting afgebouwd met het verzamelinkomen, daarvoor was dat met het inkomen uit werk en woning. Boven een bepaald verzamelinkomen bedraagt de korting nul. |
Doelstelling: | Gerichte inkomensondersteuning. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 8.10 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Eindrapport Evaluatie heffingskortingen en tariefstructuur, Centerdata, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 32 140 nr. 185. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | De raming is gebaseerd op MIMOSI, het microsimulatiemodel voor belastingen, sociale zekerheid, loonkosten en koopkracht. Cijfers worden jaarlijks geüpdatet. Cijfers van [t-3] en verder terug in de tijd worden als realisatie beschouwd. |
Regeling: | Arbeidskorting |
Beschrijving: | De arbeidskorting is een heffingskorting op de inkomstenbelasting en de premie voor de volksverzekeringen voor werkenden. De hoogte van de korting hangt af van de hoogte van het arbeidsinkomen. De korting bedraagt nul vanaf een specifiek arbeidsinkomen. |
Doelstelling: | Stimuleren van arbeidsparticipatie, stimuleren van gewerkte uren en gerichte inkomensondersteuning voor werkenden. |
Ministerie: | SZW, Artikel 1: Arbeidsmarkt. |
Wetsartikel: | Artikel 8.11 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Eindrapport Evaluatie heffingskortingen en tariefstructuur, Centerdata, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 32 140 nr. 185. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | De raming is gebaseerd op MIMOSI, het microsimulatiemodel voor belastingen, sociale zekerheid, loonkosten en koopkracht. Cijfers worden jaarlijks geüpdatet. Cijfers van [t-3] en verder terug in de tijd worden als realisatie beschouwd. |
Regeling: | Inkomensafhankelijke combinatiekorting |
Beschrijving: | De inkomensafhankelijke combinatiekorting is een heffingskorting voor ouders met een arbeidsinkomen boven een bepaalde drempel. Boven de drempel bouwt de korting op met het arbeidsinkomen, tot een bepaald maximum. Een ouder komt in aanmerking als deze een werkende alleenstaande is of de minstverdienende van twee werkende partners, en als deze in het belastingjaar ten minste zes maanden een kind dat aan het begin van het belastingjaar jonger dan 12 jaar oud was, op zijn woonadres heeft staan ingeschreven. |
Doelstelling: | Stimuleren van arbeidsparticipatie van ouders met jonge kinderen en stimuleren om meer uren te werken. |
Ministerie: | SZW, Artikel 1: Arbeidsmarkt. |
Wetsartikel: | Artikel 8.14a van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Eindrapport Evaluatie heffingskortingen en tariefstructuur, Centerdata, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 32 140 nr. 185. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | De raming is gebaseerd op MIMOSI, het microsimulatiemodel voor belastingen, sociale zekerheid, loonkosten en koopkracht. Cijfers worden jaarlijks geüpdatet. Cijfers van [t-3] en verder terug in de tijd worden als realisatie beschouwd. |
Regeling: | Jonggehandicaptenkorting |
Beschrijving: | De jonggehandicaptenkorting is een heffingskorting voor belastingplichtigen die recht hebben op een uitkering volgens de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong-uitkering) of op ondersteuning bij het vinden van werk volgens de wet Wajong. De korting vervalt als de belastingplichtige ouderenkorting krijgt. |
Doelstelling: | Inkomensondersteuning jonggehandicapten. |
Ministerie: | SZW, Artikel 4: Jonggehandicapten. |
Wetsartikel: | Artikel 8.16a van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Eindrapport Evaluatie heffingskortingen en tariefstructuur, Centerdata, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 32 140 nr. 185. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | De raming is gebaseerd op MIMOSI, aangevuld met CBS-data van Statline. MIMOSI wordt gebruikt voor het gemiddelde verzilverde bedrag per individu, het aantal met recht op deze korting volgt uit de CBS-data. |
Regeling: | Ouderenkorting |
Beschrijving: | De ouderenkorting is een heffingskorting voor belastingplichtigen die op 31 december van het belastingjaar de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt. De korting bedraag een vast bedrag voor verzamelinkomens tot een maximumbedrag en wordt voor verzamelinkomens daarboven afgebouwd tot € 0. |
Doelstelling: | Inkomensondersteuning ouderen. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 8.17 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Eindrapport Evaluatie heffingskortingen en tariefstructuur, Centerdata, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 32 140 nr. 185. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | De raming is gebaseerd op MIMOSI, het microsimulatiemodel voor belastingen, sociale zekerheid, loonkosten en koopkracht. Cijfers worden jaarlijks geüpdatet. Cijfers van [t-3] en verder terug in de tijd worden als realisatie beschouwd. |
Regeling: | Alleenstaande ouderenkorting |
Beschrijving: | De alleenstaande ouderenkorting is een heffingskorting voor belastingplichtigen die een AOW-uitkering voor een alleenstaande ontvangen, of die een AOW-uitkering voor een alleenstaande zouden ontvangen als ze minimaal één jaar verzekerd zouden zijn geweest voor de AOW. |
Doelstelling: | Inkomensondersteuning alleenstaande ouderen. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 8.18 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Eindrapport Evaluatie heffingskortingen en tariefstructuur, Centerdata, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 32 140 nr. 185. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | De raming is gebaseerd op MIMOSI, het microsimulatiemodel voor belastingen, sociale zekerheid, loonkosten en koopkracht. Cijfers worden jaarlijks geüpdatet. Cijfers van [t-3] en verder terug in de tijd worden als realisatie beschouwd. |
Belastingen op milieugrondslag | |
Regeling: | EB Verlaagd tarief glastuinbouw |
Beschrijving: | Voor verbruik van aardgas in de glastuinbouw geldt in de eerste twee schijven een verlaagd tarief in de energiebelasting. |
Doelstelling: | Het voorkomen van een onbedoelde lastenverzwaring voor de relatief kleinschalige energie-intensieve glastuinbouwsector bij de invoering van de energiebelasting, zoals deze met de degressieve tariefstructuur werd bereikt voor de andere energie-intensieve sectoren. |
Ministerie: | LVVN, Artikel 21: Land- en tuinbouw. |
Wetsartikel: | Artikel 60 van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | Evaluatie van de energiebelasting. Terugkijken (1996-2019) en vooruitzien (2020-2030), CE Delft, 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 31 239, nr. 330. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst t/m [t-2]. Realistaties t/m [t-2]. Raming op basis van KEV22 prognose + aanvullend beleid t/m Belastingplan 2025. |
Regeling: | EB Salderingsregeling |
Beschrijving: | De salderingsregeling in de energiebelasting geldt voor kleinverbruikers die duurzame energie opwekken, bijvoorbeeld met zonnepanelen. Per kalenderjaar wordt de van het net afgenomen elektriciteit weggestreept tegen de teruggeleverde elektriciteit. Voor salderen is de bovengrens het eigen jaarlijkse verbruik. Voor de geproduceerde elektriciteit boven het eigen verbruik ontvangt de kleinverbruiker van zijn energieleverancier een terugleververgoeding. |
Doelstelling: | Stimuleren van energieopwekking middels zonnepanelen en het in overeenstemming brengen van de toepassing van energiebelasting met de praktijk van terugdraaimeters. |
Ministerie: | KGG, Artikel 31: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering.. |
Wetsartikel: | Artikel 64, eerste lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | De historische impact van salderen, PwC, 2017. Kamerstukken II 2016-2017, 31 239, nr. 251. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | CBS realisatiecijfers over saldering bij kleinverbruikers. Realistaties t/m [t-2]. Raming op basis van cijfers PBL over elektriciteitsproductie uit zon-PV. |
Regeling: | EB Belastingvermindering per aansluiting |
Beschrijving: | Per elektriciteitsaansluiting geldt een belastingvermindering. De vermindering geldt alleen voor onroerende zaken met een verblijfsfunctie (zoals een huis of kantoor). |
Doelstelling: | Ondersteunen van de basisbehoefte aan energie en ter compensatie van de invoering van het capaciteitstarief (een vast tarief voor transport van elektriciteit in plaats van een tarief per kWh). |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 63 van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | Evaluatie van de energiebelasting. Terugkijken (1996-2019) en vooruitzien (2020-2030), CE Delft, 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 31 239, nr. 330. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst t/m [t-2], inclusief teruggaafregeling. Raming op basis van groei aantal woningen uit PBL raming KEV2022. |
Regeling: | EB Stadsverwarmingsregeling |
Beschrijving: | De stadsverwarmingsregeling geldt voor installaties voor stadsverwarming die grotendeels gebruik maken van restwarmte. De stadsverwarmingsregeling regelt dat het degressieve tarief in de energiebelasting van toepassing is op het aardgas dat wordt gebruikt voor deze installaties voor stadsverwarming. Zonder de regeling zou dat aardgas worden belast tegen het (hogere) blokverwarmingstarief. |
Doelstelling: | Stimuleren van nuttige inzet restwarmte. |
Ministerie: | KGG, Artikel 31: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering.. |
Wetsartikel: | Artikel 59, derde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | Evaluatie van de energiebelasting. Terugkijken (1996-2019) en vooruitzien (2020-2030), CE Delft, 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 31 239, nr. 330. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Realisatie [t-3] op basis van Vesta MAIS model. Raming jaarlijkse groei stadsverwarming op basis van KEV2023 raming. |
Regeling: | EB Degressieve tariefsstructuur elektriciteit |
Beschrijving: | De energiebelasting op elektriciteit kent een degressieve tariefstructuur met vier verbruiksschijven |
Doelstelling: | Het voorkomen van concurrentienadeel bij grootverbruikers in Nederland ten opzichte van grootverbruikers in het buitenland waar veelal vergelijkbare belastingverlagingen gelden. |
Ministerie: | KGG, Artikel 31: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering.. |
Wetsartikel: | Artikel 59, eerste lid, onderdeel c, van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Realisatiecijfers t/m [t-2] van de Belastingdienst en cijfers van het CBS. Prognose op basis va KEV2022 aangevuld met relevante beleidsmutaties tussentijdse ontwikkelingen in energiverbruik in 2023 en 2024. |
Regeling: | EB Degressieve tariefsstructuur gas |
Beschrijving: | De energiebelasting op gas kent een degressieve tariefstructuur met vier verbruiksschijven |
Doelstelling: | Het voorkomen van concurrentienadeel bij grootverbruikers in Nederland ten opzichte van grootverbruikers in het buitenland waar veelal vergelijkbare belastingverlagingen gelden. |
Ministerie: | KGG, Artikel 31: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering.. |
Wetsartikel: | Artikel 59, eerste lid, onderdeel a, van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Realisatiecijfers t/m [t-2] van de Belastingdienst en cijfers van het CBS. Prognose op basis van de KEV aangevuld met relevante beleidsmutaties tussentijdse ontwikkelingen in energiverbruik in 2023 en 2024. |
Regeling: | EB Verlaagd tarief openbare laadpalen |
Beschrijving: | Voor elektriciteit geleverd aan laadpalen met een zelfstandige aansluiting geldt tot een maximale hoeveelheid kWh tijdelijk het lagere tarief van de tweede schijf in plaats van het hogere reguliere tarief van de eerste schijf. |
Doelstelling: | De oorspronkelijk doelstelling van het voorstel was de businesscase voor openbare laadpalen verbeteren. In het amendement bij het Belastingplan 2023 wordt daarnaast de doelstelling genoemd om de belasting op elektrisch rijden laag te houden. |
Ministerie: | KGG, Artikel 31: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering.. |
Wetsartikel: | Artikel 60a van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | EB verlaagd tarief waterstof |
Beschrijving: | Voor energetisch gebruikt van waterstof geldt een verlaagd tarief ten opzichte van aardgas. |
Doelstelling: | Verduurzaming |
Ministerie: | KGG, Artikel 31: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering.. |
Wetsartikel: | Artikel 59, eerste lid, onderdeel d, van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen realisatie. Raming is gebaseerd op ingroei van waterstof uit het IBO klimaat 2023 (2 PJ in 2030) |
Regeling: | EB Teruggaaf kerkgebouwen en non-profit |
Beschrijving: | Non-profitinstellingen en kerkgebouwen die ten dienste staan van de openbare eredienst of het houden van openbare bezinningsbijeenkomsten van levensbeschouwelijke aard, hebben recht op teruggaaf van de helft van de betaalde energiebelasting. |
Doelstelling: | Bieden van compensatie aan de beheerders van dergelijke gebouwen, aangezien kerken e.d. weinig betaald personeel hebben en geen vennootschapsbelasting betalen waardoor enig voordeel in de vorm van een terugsluis deze doelgroep niet bereikt. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 69 van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | Evaluatie van de energiebelasting. Terugkijken (1996-2019) en vooruitzien (2020-2030), CE Delft, 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 31 239, nr. 330. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst t/m [t-1]. Realisaties t/m [t-1]. Raming op basis van KEV prognose aardgasgebruik gebouwde omgeving. |
Regeling: | EB teruggaafregeling voor gebruik aardgas als brandstof voor vaartuigen op communautaire wateren (inclusief visserij, exclusief particuliere pleziervaartuigen) |
Beschrijving: | Exploitanten van commerciële schepen die aardgas als brandstof gebruiken voor de vaart op communautaire wateren komen in aanmerking voor teruggave van energiebelasting. Deze teruggave is van toepassing op aardgas dat wordt gebruikt als brandstof voor vaartuigen, inclusief die van de visserij, en geldt niet voor particuliere pleziervaartuigen. |
Doelstelling: | Internationale concurrentiepositie (verplicht onbelast op basis van de Richtlijn energiebelastingen) |
Ministerie: | IenW, Artikel 18: Scheepvaart en Havens. |
Wetsartikel: | Artikel 70a van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | EB vrijstelling aardgas ander gebruik dan brandstof (incl. teruggaaf) |
Beschrijving: | Het gebruik van aardgas anders dan als brandstof is niet belast onder de energiebelasting. Gebruikers kunnen hiervoor een vrijstelling vooraf krijgen of een teruggaaf achteraf |
Doelstelling: | Scope energiebelasting beperken tot brandstoffen |
Ministerie: | KGG, Artikel 31: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering.. |
Wetsartikel: | Artikel 64, vijfde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | CBS realisatiecijfers t/m [t-1]. Omvang constant verondersteld. |
Regeling: | EB Vrijstellingen voor energie-intensieve processen |
Beschrijving: | Deze post omvat de vrijstelling voor verbruik van aardgas voor metallurgische en mineralogische procedés in de energiebelasting, de vrijstelling voor verbruik van elektriciteit voor metallurgische en elektrolytische processen en chemische reductie in de energiebelasting. |
Doelstelling: | Beschermen van internationale concurrentiepositie. |
Ministerie: | KGG, Artikel 31: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering.. |
Wetsartikel: | Artikel 64, tweede lid en derde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | Evaluatie van de energiebelasting. Terugkijken (1996-2019) en vooruitzien (2020-2030), CE Delft, 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 31 239, nr. 330. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Realisatiecijfers t/m [t-2] op basis van cijfers CBS over energieverbruik. Cijfers uit impactanalyses door Trinomics (2023) en CE Delft (2024) gebruikt voor raming 2025 en verder. |
Regeling: | EB Raffinaderijvrijstelling |
Beschrijving: | Restgassen die ontstaan bij raffinaderijen en binnen die raffinaderij worden ingezet voor de vervaardiging van aardgas en minerale oliën zijn vrijgesteld van energiebelasting. |
Doelstelling: | Voorkomen dubbele belasting (verplicht onbelast op basis van de Richtlijn energiebelastingen) |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 51 van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | EB vrijstelling voor restgassen die op eigen inrichting zijn ontstaan en daar weer worden ingezet |
Beschrijving: | In de energiebelasting is een nihiltarief opgenomen voor restgassen de zijn ontstaan op de inrichting waar ze worden verbruikt. |
Doelstelling: | Voorkomen dubbele belasting (verplicht onbelast op basis van de Richtlijn energiebelastingen) |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 59, vierde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Inputvrijstelling energiebelasting voor elektriciteitsopwekking |
Beschrijving: | Aardgas of kolen die worden gebruikt als brandstof voor het opwekken van elektriciteit in een installatie met een elektrisch rendement van minstens 30% en een elektrisch vermogen van tenminste 60 kilowatt zijn vrijgesteld van energie- en kolenbelasting. De gedachte hierachter is dat de opgewekte elektriciteit bij levering is belast met energiebelasting. |
Doelstelling: | Voorkomen van dubbele energiebelasting. Opgewekte elektriciteit bij levering is belast met energiebelasting. |
Ministerie: | KGG, Artikel 31: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering.. |
Wetsartikel: | Artikel 64, eerste lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | Evaluatie van de energiebelasting. Terugkijken (1996-2019) en vooruitzien (2020-2030), CE Delft, 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 31 239, nr. 330. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Realisatiecijfers t/m [t-2] op basis van cijfers CBS over energieverbruik en gegevens van Trinomics (2023 &2024) gebruikt in het onderzoek naar de impact van afschaffing. Raming van toekomstig verbruik op basis van Trinomics(2024) naar impact van beperking |
Regeling: | Inputvrijstelling kolenbelasting voor elektriciteitsopwekking |
Beschrijving: | Aardgas of kolen die worden gebruikt als brandstof voor het opwekken van elektriciteit in een installatie met een elektrisch rendement van minstens 30% en een elektrisch vermogen van tenminste 60 kilowatt zijn vrijgesteld van energie- en kolenbelasting. De gedachte hierachter is dat de opgewekte elektriciteit bij levering is belast met energiebelasting. |
Doelstelling: | Voorkomen van dubbele energiebelasting. Opgewekte elektriciteit bij levering is belasting met energiebelasting. |
Ministerie: | KGG, Artikel 31: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering.. |
Wetsartikel: | Artikel 44, tweede lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Realisatiecijfers t/m [t-1] op basis van cijfers CBS over energieverbruik. Lineaire raming naar 0 in 2030 vanwege sluiting kolencentrales. |
Regeling: | Inputvrijstelling kolenbelasting voor duaal verbruik |
Beschrijving: | Voor kolen die duaal (als brandstof én voor een ander doel) worden gebruikt geldt een vrijstelling in de kolenbelasting. |
Doelstelling: | Beschermen van internationale concurrentiepositie. |
Ministerie: | KGG, Artikel 31: Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering.. |
Wetsartikel: | Artikel 44, derde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Realisatiecijfers t/m [t-3] op basis van cijfers CBS over energieverbruiken impactstudie van Kalavasta naar afschaffing fossiele subsidies. Omvang wordt constant verondersteld. |
Regeling: | Vrijstelling leidingwaterbelasting voor grootgebruikers |
Beschrijving: | Afnemer van leidingwater betalen door het heffingsplafond geen leidingwaterbelasting over de afname boven een vaste hoeveelheid m3 per aansluiting per jaar. |
Doelstelling: | Leidingwaterbelasting laten neerslaan bij kleinverbruikers. |
Ministerie: | IenW, Artikel 11: Integraal Waterbeleid. |
Wetsartikel: | Artikel 14, eerste lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | Rapport belasting op leidingwater. Dit betreft een verkenning en geen evaluatie van een fiscale regeling., Sterk Consulting, 2022. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Op basis van cijfer van het CBS wordt het verbruik bepaald en dit wordt vermenigvuldigd met het tarief. Reeks bevat geen realisatiecijfers. |
Regeling: | Vrijstelling leidingwaterbelasting voor brandkranen, sprinklerinstallaties en dergelijke indien deze gebruikt worden in buitengewone omstandigheden. |
Beschrijving: | Over water gebruikt in brandkranen, sprinklerinstallaties en dergelijke wordt geen leidingwaterbelasting betaald. |
Doelstelling: | Voorkomen van problemen met betrekking tot vaststellen verbruik |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 19 van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Vrijstelling zuiveringsslib afvalstoffenbelasting |
Beschrijving: | Onder specifieke voorwaarden en beperkingen wordt een vrijstelling van afvalstoffenbelasting verleent voor het verbranden van zuiveringsslib. De vrijstelling geldt als het zuiveringsslib binnen drie jaar na afgifte aan de inrichting wordt verbrand en aan andere gestelde voorwaarden wordt voldaan. |
Doelstelling: | Doel is om het zuiveren van afvalwater te stimuleren. Hoe schoner het water, hoe meer zuiveringsslib ontstaat. Door het zuiveringsslib vrij te stellen, wordt zuivering gestimuleerd. |
Ministerie: | IenW, Artikel 22: Omgevingsveiligheid en Milieurisico's. |
Wetsartikel: | Artikel 29a van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Vrijstelling asbest afvalstoffenbelasting |
Beschrijving: | Het storten van asbest dat is gebruikt als dakbedekking is vrijgesteld van afvalstoffenbelasting. Dit geldt alleen voor afzonderlijk aangeboden en onvermengd asbest dat uitsluitend toegepast is als dakbedekking. Het asbest moet door een gecertifieerd asbestverwijderingsbedrijf zijn gesaneerd én gemeld in het LAVS (Landelijk Asbestvolgsysteem). |
Doelstelling: | Het doel van de maatregel is om een vrijstelling van afvalstoffenbelasting op te nemen voor de verwijdering van asbest en asbesthoudende producten afkomstig van asbestdaken. Hiermee wil men het saneringsbeleid ondersteunen en voorkomen dat de hoge kosten van sanering een knelpunt vormen voor eigenaren. Tevens beoogt de maatregel illegale dumping van asbest in de natuur tegen te gaan. |
Ministerie: | IenW, Artikel 22: Omgevingsveiligheid en Milieurisico's. |
Wetsartikel: | Artikel 29b van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | Ja, tot Q2 2025. |
Ramingsgrond: | Op basis van jaarlijkse rapportage van RWS met realisatiecijfers t/m [t-2]. |
Regeling: | Vrijstelling baggerspecie afvalstoffenbelasting |
Beschrijving: | Het storten van baggerspecie is vrijgesteld van afvalstoffenbelasting. |
Doelstelling: | Doel is om de verwerking ervan te stimuleren zodat daarmee het beslag op schaarse stortruimte alsmede het beslag op schaarse primaire grondstoffen zoveel mogelijk kan worden beperkt. |
Ministerie: | IenW, Artikel 22: Omgevingsveiligheid en Milieurisico's. |
Wetsartikel: | Artikel 29 van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Op basis van jaarlijkse rapportage van RWS met realisatiecijfers t/m [t-2]. |
Regeling: | Transferpassagiers buiten de grondslag van de vliegbelasting |
Beschrijving: | Transferpassagiers betalen geen vliegbelasting op vliegtickets. |
Doelstelling: | Bescherming de netwerkconnectiviteit van Nederland en voorkomen van dubbele belastingheffing, omdat transferpassagiers de vliegbelasting 2 keer zouden moeten betalen. |
Ministerie: | IenW, Artikel 17: Luchtvaart. |
Wetsartikel: | Artikel 73, tweede lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Omzetbelasting | |
Regeling: | Btw Verlaagd tarief voedingsmiddelen en water |
Beschrijving: | In plaats van het algemene btw-tarief geldt voor bepaalde leveringen en diensten met betrekking tot water en de levering van voedingsmiddelen (eet- en drinkwaren voor menselijke consumptie, inclusief niet-alcoholhoudende dranken) een verlaagde btw-tarief. |
Doelstelling: | Ondersteunen basisbehoefte aan voeding en water en verlagen van de belastingdruk voor minder draagkrachtigen |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Tabel 1 van de Wet op de omzetbelasting 1968 |
Evaluatie: | Evaluatie van het verlaagde btw-tarief, Dialogic & Significant Public, 2023. Kamerstukken II 2022-2023, 32 140, nr. 151. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Bestedingscijfers CBS t/m [t-4] definitief, t/m [t-1] voorlopig. |
Regeling: | Btw Verlaagd tarief geneesmiddelen en hulpmiddelen |
Beschrijving: | In plaats van het algemene btw-tarief geldt voor leveringen van geneesmiddelen die voldoen aan de definitie uit de Geneesmiddelenwet, voorbehoedsmiddelen, infusievloeistoffen en voor geneeskundige doeleinden bestemde inhalatiegassen het lage btw-tarief van 9%. Ook geldt voor specifiek genoemde medische hulpmiddelen een verlaagd btw-tarief. |
Doelstelling: | Ondersteunen basisbehoefte aan zorg en verlagen van de belastingdruk voor minder draagkrachtigen |
Ministerie: | VWS, Premie Gefinancierde Zorguitgaven. |
Wetsartikel: | Tabel 1 van de Wet op de omzetbelasting 1968 |
Evaluatie: | Evaluatie van het verlaagde btw-tarief, Dialogic & Significant Public, 2023. Kamerstukken II 2022-2023, 32 140, nr. 151. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Bestedingscijfers CBS t/m [t-4] definitief, t/m [t-1] voorlopig. |
Regeling: | Btw Verlaagd tarief culturele en recreatieve goederen en diensten |
Beschrijving: | In plaats van het algemene btw-tarief geldt voor leveringen van specifieke culturele goederen of diensten een verlaagde btw-tarief. Het gaat bijvoorbeeld om de (elektronische) levering en uitleen van boeken, tijdschriften, week- en dagbladen en kunstvoorwerpen en toegangverlening tot musea, kermissen, attractieparken, sportwedstrijden en -accommodatie, circussen, bioscopen, theaters, concerten, e.d. |
Doelstelling: | Diversen, waaronder instandhouding van het nationaal kunstbezit, bescherming van kunsthandel, compensatie voor de wijziging in de Arbeidstijdenwet in 1996 en vergrijzing, voorkomen van concurrentieverstoringen, erkenning van maatschappelijke functie van sport, en stimulering van werkgelegenheid in de dagrecreatiesector. |
Ministerie: | OCW, Artikel 14: Cultuur. |
Wetsartikel: | Tabel 1 van de Wet op de omzetbelasting 1968 |
Evaluatie: | Evaluatie van het verlaagde btw-tarief, Dialogic & Significant Public, 2023. Kamerstukken II 2022-2023, 32 140, nr. 151. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Bestedingscijfers CBS t/m [t-4] definitief, t/m [t-1] voorlopig. |
Regeling: | Btw Verlaagd tarief arbeidsintensieve diensten |
Beschrijving: | In plaats van het algemene btw-tarief geldt voor bepaalde arbeidsintensieve diensten een verlaagd btw-tarief. Het gaat om de diensten van kappers, fietsenmakers, schoenmakers, kleermakers en schoonmakers van woningen. Het verlaagde btw-tarief geldt tevens voor het schilderen, stukadoren, isoleren en behangen van woningen ouder dan twee jaar. |
Doelstelling: | Diversen, waaronder bevorderen van werkgelegenheid in de desbetreffende sectoren, aanpakken problemen op de woningmarkt, bestrijding van het zwarte circuit, aanpakken van problemen op de woningmarkten stimuleren reparatie goederen. |
Ministerie: | SZW, Artikel 1: Arbeidsmarkt. |
Wetsartikel: | Tabel 1 van de Wet op de omzetbelasting 1968 |
Evaluatie: | Evaluatie van het verlaagde btw-tarief, Dialogic & Significant Public, 2023. Kamerstukken II 2022-2023, 32 140, nr. 151. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Bestedingscijfers CBS t/m [t-4] definitief, t/m [t-1] voorlopig. |
Regeling: | Btw Verlaagd tarief Personenvervoer |
Beschrijving: | In plaats van het algemene btw-tarief geldt voor leveringen van diensten die betrekking hebben op vervoer van personen een verlaagde tarief. Hieronder valt onder meer het openbaar vervoer en vervoer per taxi. |
Doelstelling: | Verlichting van de druk van omzetbelasting voor minder draagkrachtigen en stimuleren en ondersteunen van het openbaar vervoer. |
Ministerie: | IenW, Artikel 16: Openbaar Vervoer en Spoor. |
Wetsartikel: | Tabel 1 van de Wet op de omzetbelasting 1968 |
Evaluatie: | Evaluatie van het verlaagde btw-tarief, Dialogic & Significant Public, 2023. Kamerstukken II 2022-2023, 32 140, nr. 151. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Bestedingscijfers CBS t/m [t-4] definitief, t/m [t-1] voorlopig. |
Regeling: | Btw Verlaagd tarief Sierteelt |
Beschrijving: | In plaats van het algemene btw-tarief geldt voor leveringen van sierteeltproducten een verlaagd tarief. Hierbij gaat het onder meer om bloembollen, bloemen en sommige planten en verschillende producten van boomkwekerijen. |
Doelstelling: | Bloemen en planten betaalbaarder maken voor lagere inkomens en hogere werkgelegenheid en omzet. |
Ministerie: | LVVN, Artikel 21: Land- en tuinbouw. |
Wetsartikel: | Tabel 1 van de Wet op de omzetbelasting 1968 |
Evaluatie: | Evaluatie van het verlaagde btw-tarief, Dialogic & Significant Public, 2023. Kamerstukken II 2022-2023, 32 140, nr. 151. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Bestedingscijfers CBS t/m [t-4] definitief, t/m [t-1] voorlopig. |
Regeling: | Btw Verlaagd tarief Logiesverstrekking |
Beschrijving: | In plaats van het algemene btw-tarief geldt voor leveringen van deze diensten een verlaagd tarief. |
Doelstelling: | Stimuleren van (internationaal) toerisme en ondersteunen van de sector. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Tabel 1 van de Wet op de omzetbelasting 1968 |
Evaluatie: | Evaluatie van het verlaagde btw-tarief, Dialogic & Significant Public, 2023. Kamerstukken II 2022-2023, 32 140, nr. 151. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Bestedingscijfers CBS t/m [t-4] definitief, t/m [t-1] voorlopig. |
Regeling: | Btw Verlaagd tarief overig |
Beschrijving: | In plaats van het algemene btw-tarief geldt voor bepaalde goederen en diensten een verlaagd btw-tarief. |
Doelstelling: | Verscheidene doelstellingen, bij agrarische goederen gaat het om preventie van cumulatie bij landbouwers en wegnemen concurrentieverstoringen bij rechtstreekse leveringen aan particulieren en bij leveringen tussen landbouwers onderling. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Tabel 1 van de Wet op de omzetbelasting 1968 |
Evaluatie: | Evaluatie van het verlaagde btw-tarief, Dialogic & Significant Public, 2023. Kamerstukken II 2022-2023, 32 140, nr. 151. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Bestedingscijfers CBS t/m [t-4] definitief, t/m [t-1] voorlopig. |
Regeling: | Btw Nultarief zonnepanelen |
Beschrijving: | In plaats van het algemene btw-tarief geldt voor de levering en installatie van zonnepanelen en zonnepanelen als dakbedekking op of in de onmiddelijke nabijheid van woningen het btw-nultarief. |
Doelstelling: | Verminderen uitvoeringslast voor zonnepaneeleigenaren en Belastingdienst. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Tabel 2.a.10 van de Wet op de omzetbelasting 1968 |
Evaluatie: | Kamerbrief monitoring btw-nultarief zonnepanelen, FIN, 2024. Kamerstukken II 2023-2024, 36 418 nr. 142. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers btw-aangifte en aanvullende informatie over installaties van zonnepanelen |
Regeling: | BTW Nultarief internationaal personenvervoer |
Beschrijving: | In plaats van het algemene btw-tarief geldt voor het vervoer van personen met schepen en luchtvaartuigen als de plaats van bestemming of de plaats van vertrek buiten Nederland ligt, het nultarief in de btw. Het nultarief geldt ook voor de diensten voor door de passagiers meegenomen bagage, personenauto's en motoren en bij bemiddeling bij de genoemde diensten. |
Doelstelling: | Nultarief uit praktische overwegingen, ter voorkoming van administratieve lasten. Het deel van internationale boot- en vliegreizen dat over Nederlands grondgebied gaat is over het algemeen te verwaarlozen. |
Ministerie: | IenW, Artikel 17: Luchtvaart & IenW, Artikel 18: Scheepvaart en Havens. |
Wetsartikel: | Tabel 2.b.3 van de Wet op de omzetbelasting 1968 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Btw Kleineondernemersregeling |
Beschrijving: | Per 1 januari 2020 is de nieuwe KOR in werking getreden. Deze kent een facultatieve vrijstelling van omzetbelasting bij een omzet van een maximumbedrag. De kleine ondernemers die hiervoor kiezen zijn ontheven van het doen van btw-aangifte en de daarbij horende administratieve verplichtingen. |
Doelstelling: | Stimuleren van kleine ondernemers, verminderen van administratieve lasten voor ondernemers en verminderen uitvoeringslasten voor de Belastingdienst. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 25 van de Wet op de omzetbelasting 1968 |
Evaluatie: | Onderzoeksrapport invoering nieuwe kleineondernemersregeling, FIN, 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 35 033, nr. 9. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst Beheer van Relaties, aanduiding gebruik KOR in de betreffende belastingjaren. Kosten aantal keren aanduiding x geraamde gemiddelde kosten per belastingplichtige. |
Regeling: | BTW Vrijstelling sport |
Beschrijving: | Vrijgesteld zijn de diensten van niet-winstbeogende organisaties die zich de beoefening van sport of de bevordering daarvan ten doel stellen. Het gaat met name om contributie en lesgelden. Deze vrijstelling is binnen de Europese Unie verplicht. Per 2019 is de sportvrijstelling verruimd zodat deze ook van toepassing is op sportgerelateerde prestaties door niet-winstbeogende sportorganisaties aan niet-leden, zoals het ter beschikking stellen van sportaccommodaties. |
Doelstelling: | Stimuleren c.q. ondersteunen van sportorganisaties en sportclubs en verminderen van administratieve lasten. |
Ministerie: | VWS, Artikel 6: Sport en bewegen. |
Wetsartikel: | Artikel 11 van de Wet op de omzetbelasting 1968 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | BTW Vrijstelling post |
Beschrijving: | Vrijgesteld zijn diensten met betrekking tot de levering van brieven tot een bepaald gewicht, bedoeld in artikel 16 van de Postwet 2009. De vrijstelling geldt alleen voor een verlener van de universele postdienst. Binnen de Europees Unie is een vrijstelling voor openbare postdiensten verplicht. |
Doelstelling: | Voorkomen van administratieve lasten en ondersteunen van het algemene belang van openbare nutsvoorzieningen. |
Ministerie: | EZ, Artikel 1: Goed functionerende economie en markten. |
Wetsartikel: | Artikel 11 van de Wet op de omzetbelasting 1968 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | BTW Vrijstelling werkgevers- en werknemersorganisaties, alsmede politieke, godsdienstige, levensbeschouwelijke en liefdadige organisaties |
Beschrijving: | Vrijgesteld zijn de diensten en daarmee nauw samenhangende leveringen door werkgevers- en werknemersorganisaties, alsmede door organisaties van politieke, godsdienstige, vaderlandslievende, levensbeschouwelijke of liefdadige aard aan hun leden tegen een statutair vastgestelde contributie. Deze vrijstelling is binnen de Europese Unie verplicht. |
Doelstelling: | Stimuleren of ondersteunen van instellingen zonder winstoogmerk die handelen in het collectief, maatschappelijk belang van hun leden en verminderen van administratieve lasten |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 11 van de Wet op de omzetbelasting 1968 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | BTW Vrijstelling fondswerving |
Beschrijving: | Deze regeling voorziet in een vrijstelling voor bijkomstige activiteiten van reeds vrijgestelde organisaties. Het gaat met name om activiteiten die zij ontplooien ter verwerving van de benodigde middelen voor hun vrijgestelde doelstelling. Om te waarborgen dat deze prestaties geen ernstige verstoring van concurrentieverhoudingen veroorzaken, is de vrijstelling beperkt tot een omzetgrens voor leveringen en diensten. |
Doelstelling: | Stimuleren of ondersteunen van bedoelde organisaties en instellingen en verminderen van administratieve lasten. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 11 van de Wet op de omzetbelasting 1968 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | BTW Vrijstellingen medische zorg |
Beschrijving: | Vrijgesteld van btw zijn medische handelingen die gericht zijn op de persoonlijke gezondheidskundige verzorging van de mens, alsmede voor de zorg verleend door instellingen waar men is opgenomen en de zorg op grond van de Wmo 2015 en de Jeugdwet. |
Doelstelling: | Stimuleren of ondersteunen van bedoelde organisaties en instellingen en verminderen van administratieve lasten. Ter voorkoming van cumulatie van belasting (verouderd). |
Ministerie: | VWS, Premie Gefinancierde Zorguitgaven. |
Wetsartikel: | Artikel 11 van de Wet op de omzetbelasting 1968 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | BTW Vrijstelling componisten, schrijvers en journalisten |
Beschrijving: | Vrijgesteld van btw zijn diensten die naar hun aard diensten zijn door een journalist, schrijver of componist. |
Doelstelling: | Stimuleren of ondersteunen van bedoelde organisaties en instellingen en verminderen van administratieve lasten. |
Ministerie: | OCW, Artikel 14: Cultuur. |
Wetsartikel: | Artikel 11 van de Wet op de omzetbelasting 1968 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | BTW Vrijstelling voor uitvaartondernemers |
Beschrijving: | De diensten van uitvaartondernemers zijn vrijgesteld van btw. Het gaat hier alleen om diensten die worden verricht na het overlijden van een persoon, niet van een (huis)dier. Het kan bijvoorbeeld gaan om de volgende diensten:het verzorgen en opbaren van de overledene, het verzorgen van de uitvaart, het dragen van de lijkkist, het verzorgen van de begrafenis of crematie (inclusief de asverstrooiing) |
Doelstelling: | Stimuleren of ondersteunen van bedoelde organisaties en instellingen en verminderen van administratieve lasten. Voorkomen belastingheffing op uitgaven die rechtstreeks verband houden met het leed van mensen. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 11 van de Wet op de omzetbelasting 1968 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | BTW Vrijstellingen overig |
Beschrijving: | Deze categorie «overig» ziet onder andere op de btw-vrijstelling voor verhuur van onroerende zaken, betalingsverkeer, handelingen inzake waardepapieren, beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen. |
Doelstelling: | Diversen, bijvoorbeeld om de moeilijkheden in verband met de vaststelling van de belastbare grondslag te verhelpen of omdat het elders belast is. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 11 van de Wet op de omzetbelasting 1968 |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Auto | |
Regeling: | IB/LB Korting op de bijtelling voor nulemissieauto's |
Beschrijving: | Bij privégebruik van een auto van de zaak geldt voor auto’s een bijtelling in de loon- en/of inkomstenbelasting met een vast percentage van de catalogusprijs. Bij privégebruik van een nulemissieauto van de zaak geldt een korting op deze bijtelling tot 2026. |
Doelstelling: | Stimulering van emissievrij rijden. |
Ministerie: | IenW, Artikel 14: Wegen en Verkeersveiligheid. |
Wetsartikel: | Artikel 13bis, tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 en artikel 3.20, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 |
Evaluatie: | Tussenevaluatie fiscale regelingen emissieloze voertuigen en plug-in-hybrides, Dialogic & Decisio & EVConsult, 2022. Kamerstukken II 2022-2023, 32 813 nr. 1179. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Data over nieuwverkopen van de RDW tot en met [t-1], cijfers uit de publicatie «Mobiliteit in Cijfers Auto’s 2023/24» van de Stichting BOVAG-RAI. De raming is een PxQ met ontwikkeling op basis van de geraamde ontwikkelingen in SPARK. Realisaties tot en met [t-1]. |
Regeling: | MRB Korting voor nulemissievoertuigen |
Beschrijving: | Voor personenauto's met een CO2– uitstoot van 0 gram per kilometer geldt in de MRB een korting tot 2031. Voor overige voertuigen met een CO2– uitstoot van 0 gram per kilometer geldt dit tot 2026. |
Doelstelling: | Stimuleren van emissievrij rijden. |
Ministerie: | IenW, Artikel 14: Wegen en Verkeersveiligheid. |
Wetsartikel: | Artikel 23b, eerste lid, en artikel 31, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 |
Evaluatie: | Tussenevaluatie fiscale regelingen emissieloze voertuigen en plug-in-hybrides, Dialogic & Decisio & EVConsult, 2022. Kamerstukken II 2022-2023, 32 813 nr. 1179. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst over juni t/m [t], ramingen met behulp van de geraamde ontwikkelingen in SPARK. De raming is een PxQ op basis van de cijfers voor de maand juni. Realisatie tot en met [t-1]. |
Regeling: | MRB Verlaagd tarief bestelauto ondernemers |
Beschrijving: | Voor ondernemers die een bestelauto meer dan bijkomstig in het kader van hun onderneming gebruiken, geldt een verlaagd tarief in de MRB. |
Doelstelling: | Stimulering ondernemerschap. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 24b van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 |
Evaluatie: | Evaluatierapport 'Bijzondere regelingen MRB en BPM', SEO, 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 32 800, nr. 76. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst over juni t/m [t-1]. De raming is een PxQ op basis van de cijfers voor de maand juni met ontwikkeling op basis van het verleden. Realisatie tot en met [t-1]. |
Regeling: | MRB Verlaagd tarief bestelauto gehandicapten |
Beschrijving: | Een verlaagd MRB-tarief is van toepassing op een bestelauto die wordt gebruikt voor het vervoer van een gehandicapte persoon in de cabine van het voertuig en voor het gelijktijdig vervoeren van een niet-opvouwbare rolstoel van die persoon. |
Doelstelling: | Tegemoetkoming voor gehandicapten. |
Ministerie: | VWS, Premie Gefinancierde Zorguitgaven. |
Wetsartikel: | Artikel 24a van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 |
Evaluatie: | Evaluatierapport 'Bijzondere regelingen MRB en BPM', SEO, 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 32 800, nr. 76. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst over juni t/m [t-1]. De raming is een PxQ op basis van de cijfers voor de maand juni met ontwikkeling op basis van het verleden. Realisatie tot en met [t-1]. |
Regeling: | MRB Halftarief plug-in hybride auto’s |
Beschrijving: | Voor auto’s met een CO2– uitstoot van meer dan 0 gram per kilometer maar minder dan 50 gram per kilometer geldt een halftarief in de MRB tot 2025, in 2025 geldt een driekwarttarief, vanaf 2026 krijgen deze auto's geen korting meer in de MRB. |
Doelstelling: | PHEV's aantrekkelijker maken voor de Nederlandse tweedehands markt |
Ministerie: | IenW, Artikel 14: Wegen en Verkeersveiligheid. |
Wetsartikel: | Artikel 23b, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 |
Evaluatie: | Tussenevaluatie fiscale regelingen emissieloze voertuigen en plug-in-hybrides, Dialogic & Decisio & EVConsult, 2022. Kamerstukken II 2022-2023, 32 813 nr. 1179. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst over juni t/m [t]. De raming is een PxQ op basis van de cijfers voor de maand juni met ontwikkeling op basis van de geraamde ontwikkelingen in SPARK. Realisatie tot en met [t-1]. |
Regeling: | MRB Kwarttarief en halftarief |
Beschrijving: | Voor kampeerauto’s, voertuigen voor particulier paardenvervoer, kermis- en circusvoertuigen, rijdende werktuigen en rijdende werkplaatsen geldt een kwarttarief in de MRB. Het overgrote deel hiervan betreft kampeerauto’s. Voor kampeerauto's geldt vanaf 2026 een halftarief. Voor paardenvervoer vervalt de korting in de MRB vanaf 2026. |
Doelstelling: | Ontzien van voertuigen waarmee beperkt gebruik wordt gemaakt van de weg. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 23a. en artikel 30, eerste lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 |
Evaluatie: | Evaluatierapport 'Bijzondere regelingen MRB en BPM', SEO, 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 32 800, nr. 76. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst over juni t/m [t]. De raming is een PxQ op basis van de cijfers voor de maand juni met ontwikkeling op basis van het verleden. Realisatie tot en met [t-1]. |
Regeling: | MRB Vrijstelling taxi's en openbaar vervoer |
Beschrijving: | De MRB-vrijstelling geldt onder voorwaarden voor personenauto’s die zijn bestemd om geheel of nagenoeg geheel te worden gebruikt voor het verrichten van openbaar vervoer of taxivervoer. |
Doelstelling: | Stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer en taxivervoer. |
Ministerie: | IenW, Artikel 16: Openbaar Vervoer en Spoor. |
Wetsartikel: | Artikel 72, eerste lid, onderdeel n, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 |
Evaluatie: | Evaluatierapport 'Bijzondere regelingen MRB en BPM', SEO, 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 32 800, nr. 76. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst over juni t/m [t-1]. De raming is een PxQ op basis van de cijfers voor de maand juni met ontwikkeling op basis van het verleden. Realisatie tot en met [t-1]. |
Regeling: | MRB Vrijstelling motorrijtuigen ouder dan 40 jaar |
Beschrijving: | Motorrijtuigen van 40 jaar en ouder zijn vrijgesteld van MRB. Deze vrijstelling geldt vanaf 1 januari 2028 alleen nog voor voertuigen die vóór 1988 zijn gebouwd. |
Doelstelling: | Stimulering behoud van mobiel historisch erfgoed. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 72, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 |
Evaluatie: | Evaluatierapport 'Bijzondere regelingen MRB en BPM', SEO, 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 32 800, nr. 76. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst over juni t/m [t-1]. De raming is een PxQ op basis van de cijfers voor de maand juni met ontwikkeling op basis van het verleden. Realisatie tot en met [t-1]. |
Regeling: | MRB Vrijstelling diverse voertuigen |
Beschrijving: | In de BPM en MRB geldt voor diverse voertuigen een vrijstelling of teruggaafregeling. In de MRB betreft dit (voertuigen voor) politie, defensie, brandweer, ambulance, vervoer van een stoffelijk overschot, dierenambulances, vuilniswagens, aftrek voor het gewicht van een voor rolstoelinstallatie en voertuigen waar gewoonlijk slechts over een geringe afstand van de weg gebruikt gemaakt wordt. In de BPM betreft het (voertuigen voor) politie, defensie, brandweer, ambulance, vervoer van een stoffelijk overschot, dierenambulances, invalidenwagens en vervoer van rolstoelgebruikers in groepsverband. |
Doelstelling: | Deze regelingen kennen diverse doelstellingen, waaronder het dienen van het algemeen belang. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 71, eerste lid, en artikel 72, eerste lid, onderdeel a en c-n, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 |
Evaluatie: | Evaluatierapport 'Bijzondere regelingen MRB en BPM', SEO, 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 32 800, nr. 76. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst over juni t/m [t-1]. De raming is een PxQ op basis van de cijfers voor de maand juni met ontwikkeling op basis van het verleden. Realisatie tot en met [t-1]. |
Regeling: | MRB Overgangsregeling motorrijtuigen vanaf bouwjaar 1988 |
Beschrijving: | Voor personen- en bestelauto’s rijdend op benzine, motorrijwielen, bussen en vrachtauto’s die op 1 januari 2014 26 jaar of ouder zijn maar nog geen 40 jaar, geldt een kwarttarief van een maximumbedrag onder de voorwaarde dat er in de maanden januari, februari en december niet van de openbare weg gebruik wordt gemaakt. |
Doelstelling: | Behouden van cultureel rijdend erfgoed in deze leeftijdsgroep waarmee niet dagelijks gebruik wordt gemaakt van de weg. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 84a van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 |
Evaluatie: | Evaluatierapport 'Bijzondere regelingen MRB en BPM', SEO, 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 32 800, nr. 76. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst over juni t/m [t-1]. De raming is een PxQ op basis van de cijfers voor de maand juni met ontwikkeling op basis van het verleden. Realisatie tot en met [t-1]. |
Regeling: | BZM Teruggaaf belasting zware motorrijtuigen bij gecombineerd vervoer (spoor, binnenwateren of zee) |
Beschrijving: | Vrachtwagens die zijn betrokken bij het goederenvervoer tussen lidstaten van de Europese Unie waarbij het begin en/of eindvervoer over de weg wordt verricht en voor het overige gebruik wordt gemaakt van het spoor, binnenwateren, of van een zeetraject kunnen om teruggaaf van bzm (Eurovignet) verzoeken. Van belang voor de teruggaaf van het eurovignet is het feit dat er slechts sprake is van gecombineerd vervoer indien voor het traject dat per spoor of over water wordt afgelegd een vervoersalternatief over de weg aanwezig is. Het zogenoemde deep sea vervoer komt niet voor de teruggaaf in aanmerking, het short sea vervoer onder bepaalde voorwaarden wel. Tevens moet aan bepaalde administratieve eisen worden voldaan om de uitvoering door de belastingdienst mogelijk te maken. De terminals (plaatsen van in- of uitlading bij het spoor) die betrokken zijn bij het begin- en/of het eindvervoer dienen aan deze eisen te voldoen anders kan geen teruggaaf van het eurovignet worden verleend. De terminals dienen voorts in Nederland te zijn gelegen. |
Doelstelling: | Het handhaven en versterken van de logistieke functie van de Nederlandse economie onder optimale milieutechnische voorwaarden. Met de maatregel is beoogd het marktaandeel van milieuvriendelijke vervoerswijzen in het goederenvervoer te versterken en de efficiency en bereikbaarheid in het wegvervoer te verhogen. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 14a van de Wet belasting zware motorrijtuigen |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | BPM Teruggaaf diverse voertuigen |
Beschrijving: | In de BPM en MRB geldt voor diverse voertuigen een vrijstelling of teruggaafregeling. In de MRB betreft dit (voertuigen voor) politie, defensie, brandweer, ambulance, vervoer van een stoffelijk overschot, dierenambulances, vuilniswagens, aftrek voor het gewicht van een voor rolstoelinstallatie en voertuigen waar gewoonlijk slechts over een geringe afstand van de weg gebruikt gemaakt wordt. In de BPM betreft het (voertuigen voor) politie, defensie, brandweer, ambulance, vervoer van een stoffelijk overschot, dierenambulances, invalidenwagens en vervoer van rolstoelgebruikers in groepsverband. |
Doelstelling: | Deze regelingen kennen diverse doelstellingen, waaronder het dienen van het algemeen belang. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 15, eerste lid, en artikel 15a, van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 |
Evaluatie: | Evaluatierapport 'Bijzondere regelingen MRB en BPM', SEO, 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 32 800, nr. 76. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst t/m [t-1]. De raming is een PxQ met ontwikkeling op basis van het verleden. Realisatie tot en met [t-1]. |
Regeling: | BPM Vrijstelling nulemissievoertuigen |
Beschrijving: | Voertuigen met een CO2– uitstoot van 0 gram per kilometer zijn vrijgesteld van BPM tot 2025. |
Doelstelling: | Stimuleren van emissievrij rijden. |
Ministerie: | IenW, Artikel 14: Wegen en Verkeersveiligheid. |
Wetsartikel: | Artikel 9c van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 |
Evaluatie: | Tussenevaluatie fiscale regelingen emissieloze voertuigen en plug-in-hybrides, Dialogic & Decisio & EVConsult, 2022. Kamerstukken II 2022-2023, 32 813 nr. 1179. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Data over nieuwverkopen van de RDW tot en met [t-1], cijfers uit de publicatie «Mobiliteit in Cijfers Auto’s 2023/24» van de Stichting BOVAG-RAI. De raming is een PxQ met ontwikkeling op basis van de geraamde ontwikkelingen in SPARK. Realisaties tot en met [t-1]. |
Regeling: | BPM Vrijstelling bestelauto ondernemers |
Beschrijving: | Voor ondernemers die een bestelauto meer dan bijkomstig in het kader van hun onderneming gebruiken, geldt tot 2025 een vrijstelling van BPM. |
Doelstelling: | Stimulering ondernemerschap. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 13, eerste lid, van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 |
Evaluatie: | Evaluatierapport 'Bijzondere regelingen MRB en BPM', SEO, 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 32 800, nr. 76. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst t/m juni [t] en cijfers van catalogusprijzen in het wagenpark van de RDW t/m juni [t]. De raming is een PxQ met ontwikkeling op basis van het verleden. Realisatie tot en met [t-1]. |
Accijns | |
Regeling: | Accijns verlaagd tarief kleine brouwerijen |
Beschrijving: | Het tarief van de bieraccijns wordt voor kleine brouwerijen is lager dan het algemene tarief . |
Doelstelling: | In het belastingstelsel van voor 1992 betaalden kleine brouwerijen relatief veel belasting, het verlaagde tarief was een compensatie hiervoor. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 7, tweede lid, van de Wet op de accijns |
Evaluatie: | Evaluatierapport Belastinguitgaven op het terrein van de accijnzen, FIN, 2008. Kamerstukken II 2007-2008, 31 200 IXB, nr. 18. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Accijns teruggaaf LPG glastuinbouw |
Beschrijving: | Voor het gebruik van LPG in de glastuinbouw geldt een teruggaafregeling in de accijns. |
Doelstelling: | Bevorderen ondernemerschap |
Ministerie: | LVVN, Artikel 21: Land- en tuinbouw. |
Wetsartikel: | Artikel 71e van de Wet op de accijns |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Accijns vrijstelling gebruik van stookolie (met name zeevaart) |
Beschrijving: | Op grond van artikel 14, eerste lid, onderdeel c, van Richtlijn 2003/96/EG moet voor leveringen van motorbrandstof aan de commerciële zeescheepvaart vrijstelling van accijns worden verleend. Op grond van een internationaal verdrag, de Akte van Mannheim, moet vrijstelling van accijns ook worden verleend voor motorbrandstof voor de commerciële scheepvaart op de binnenwateren van de verdragslanden. |
Doelstelling: | Voorkomen van verstoring van de internationale concurrentieverhoudingen veroorzaakt door accijnzen op brandstof voor vaartuigen. |
Ministerie: | IenW, Artikel 18: Scheepvaart en Havens. |
Wetsartikel: | Artikel 66, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de accijns |
Evaluatie: | Evaluatierapport Belastinguitgaven op het terrein van de accijnzen, FIN, 2008. Kamerstukken II 2007-2008, 31 200 IXB, nr. 18. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Accijns vrijstelling gebruik van gasolie (voor binnenvaart) |
Beschrijving: | De accijnsvrijstelling voor het gebruik van gasolie in de binnenvaart is een facultatieve vrijstelling in de Richtlijn energiebelastingen. De vrijstelling van accijns voor gasolie is in Nederland gebaseerd op het Gasolieprotocol 1952 bij de Akte van Mannheim. Dit betreft dus het deel wat niet in de Europese Richtlijn energiebelastingen is vastgelegd. |
Doelstelling: | Voorkomen van verstoring van de Europese concurrentieverhoudingen veroorzaakt door accijnzen op brandstof voor vaartuigen. |
Ministerie: | IenW, Artikel 18: Scheepvaart en Havens. |
Wetsartikel: | Artikel 66, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de accijns |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | CBS realisatiecijfers t/m [t-3] definitief, t/m [t-1] voorlopig. CBS data over het verbruik van gasolie in de binnenvaart. |
Regeling: | Accijns vrijstelling gebruik van kerosine in het internationale luchtverkeer |
Beschrijving: | Op grond van artikel 14, eerste lid, onderdeel b, van Richtlijn 2003/96/EG en internationale verdragen moet voor motorbrandstof voor de commerciële luchtvaart vrijstelling van accijns worden verleend. Binnenlandse vluchten kunnen wel worden belast, hetgeen in Nederland in de periode van 1 januari 2005 tot 1 januari 2012 ook gebeurde. |
Doelstelling: | Voorkomen van verstoring van de internationale concurrentieverhoudingen veroorzaakt door accijnzen op brandstof voor luchtvaartuigen. |
Ministerie: | IenW, Artikel 17: Luchtvaart. |
Wetsartikel: | Artikel 66, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op de accijns |
Evaluatie: | Afbouw vrijstelling accijnzen bunkerbrandstoffen: quickscan van de effecten voor de luchtvaart en scheepvaart, CE Delft, 2023. Kamerstukken II 2022-2023. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | Accijns raffinaderijvrijstelling |
Beschrijving: | De vrijstelling voor minerale oliën die in de raffinaderij zelf worden geproduceerd en energetisch worden ingezet, is verplicht onder de Richtlijn energiebelastingen. Dit betreft het deel van de vrijstelling voor minerale oliën die extern worden ingekocht en vervolgens direct energetisch in het proces worden ingezet. Dit deel is een facultatieve vrijsteling onder de Richtlijn energiebelastingen en kan dus op nationaal niveau worden afgeschaft. |
Doelstelling: | |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 2, negende lid, van de Wet op de accijns |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Realisatiecijfers van CBS t/m [t-3] definitief, t/m [t-1] voorlopig. CBS data over het verbruik van aardolieproducten en restgassen door raffinaderijen. |
Regeling: | Accijns vrijstelling tabak, alcohol en motorbrandstof diplomatiek personeel en medewerkers internationale organisaties |
Beschrijving: | Diplomatiek en consulair personeel en medewerkers van internationale organisaties (IO’s) genieten in Nederland bepaalde fiscale privileges, waaronder, afhankelijk van de functie van de betreffende functionaris en onder toepassing van quota, vrijstellingen van accijns op tabak, alcohol en motorbrandstof. Waar bepaalde fiscale privileges verplicht door Nederland dienen te worden verleend, geldt dat niet voor deze specifieke vrijstellingen. Dit zijn zogenoemde courtoisieprivileges. |
Doelstelling: | Attractiviteit van Nederland als gastland voor diplomatieke missies en IO’s en hun personeel bevorderen. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 69, eerste lid, onderdeel a en b, van de Wet op de accijns |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Assurantiebelasting | |
Regeling: | ASB Vrijstelling Brede Weersverzekering |
Beschrijving: | De brede weersverzekering is een instrument voor agrariërs om weerrisico’s af te dekken. Deze verzekering is met ingang van 2020 vrijgesteld van assurantiebelasting. |
Doelstelling: | Met de introductie van de vrijstelling van assurantiebelasting wordt beoogd de deelname van agrariërs aan de brede weersverzekering te stimuleren. |
Ministerie: | LVVN, Artikel 21: Land- en tuinbouw. |
Wetsartikel: | Artikel 24 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | Evaluatie van de Subsidieregeling Brede Weersverzekering, Ecorys & Wageningen University, 2024. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Expertraming subsidiebenutting voor de premie brede weersverzekering op basis van informatie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) |
Regeling: | ASB Vrijstelling levensverzekeringen |
Beschrijving: | Levensverzekeringen zijn vrijgesteld van de assurantiebelasting . |
Doelstelling: | Het niet belasten van verzekeringen met een sociaal karakter, voorkomen van ontmoediging van sparen en voorkomen moeilijkheden in de uitvoering. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 24 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Jaarverslag van het Verbond van Verzekeraars |
Regeling: | ASB Vrijstelling ongevallen-, invaliditeits- en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen |
Beschrijving: | Ongevallen-, invaliditeits-, en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen zijn vrijgesteld van assurantiebelasting. |
Doelstelling: | Het niet belasten van verzekeringen met een sociaal karakter. |
Ministerie: | SZW, Artikel 3: Arbeidsongeschiktheid. |
Wetsartikel: | Artikel 24 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Rapport over de omvang van de verzekeringsmarkt van het Verbond van Verzekeraars |
Regeling: | ASB Vrijstelling ziekte- en ziektekostenverzekering, zorgverzekering ZVW |
Beschrijving: | Ziekte- en ziektekostenverzekeringen zijn vrijgesteld van de assurantiebelasting. |
Doelstelling: | Het niet belasten van verzekeringen met een sociaal karakter. |
Ministerie: | VWS, Premie Gefinancierde Zorguitgaven. |
Wetsartikel: | Artikel 24 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Evaluatierapport assurantiebelasting Dialogic (2020) |
Regeling: | ASB Vrijstelling werkloosheidsverzekeringen |
Beschrijving: | Werkloosheidsverzekeringen zijn vrijgesteld van de assurantiebelasting. |
Doelstelling: | Het niet belasten van verzekeringen met een sociaal karakter. |
Ministerie: | SZW, Artikel 5: Werkloosheid. |
Wetsartikel: | Artikel 24 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | ASB Vrijstelling zeeschepen |
Beschrijving: | Verzekeringen van zeeschepen zijn vrijgesteld van de assurantiebelasting. Het gaat om cascoverzekeringen (het zeeschip zelf, niet de inhoud daarvan) en de risico’s die de reder heeft door het varen van een zeeschip. |
Doelstelling: | Voorkomen van verstoring van de internationale concurrentieverhoudingen |
Ministerie: | IenW, Artikel 18: Scheepvaart en Havens. |
Wetsartikel: | Artikel 24 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | Eindrapport Evaluatie Assurantiebelasting, Dialogic, 2020. Kamerstuk 2019-2020, 35 302 nr. 76. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Op basis van evaluatierapport assurantiebelasting (2020) en jaarcijfers over de moniale premie-volume in de maritieme sector |
Regeling: | ASB Vrijstelling transportverzekeringen |
Beschrijving: | Transportverzekeringen zijn vrijgesteld van de assurantiebelasting. Dit zijn verzekeringen tegen risico’s van schade als gevolg van vervoer van goederen over zee, land, binnenwateren en door de lucht. Het gaat ook om aansprakelijkheidsverzekeringen van |
Doelstelling: | Voorkomen van verstoring van de internationale concurrentieverhoudingen en vermijden dat bestaande handelsgebruiken worden doorbroken als gevolg van de heffing van assurantiebelasting. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 24 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | Eindrapport Evaluatie Assurantiebelasting, Dialogic, 2020. Kamerstuk 2019-2020, 35 302 nr. 76. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Op basis van evaluatierapport assurantiebelasting (2020) en financieel jaarverslag verzekeringsbranche |
Regeling: | ASB Vrijstelling exportkredietverzekeringen |
Beschrijving: | Exportkredietverzekeringen zijn vrijgesteld van de assurantiebelasting. De vrijstelling geldt voor zowel publieke als private exportkredietverzekeringen. |
Doelstelling: | Beschermen van de internationale concurrentiepositie van Nederlandse exporteurs. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 24 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | Eindrapport Evaluatie Assurantiebelasting, Dialogic, 2020. Kamerstuk 2019-2020, 35 302 nr. 76. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Op basis van jaarverslagen Atradius en Dutch State business |
Regeling: | ASB Vrijstelling luchtvaartuigen |
Beschrijving: | Verzekeringen van luchtvaartuigen zijn vrijgesteld van de assurantiebelasting. Het gaat om cascoverzekeringen (het luchtvaartuig zelf, niet de inhoud daarvan). |
Doelstelling: | Voorkomen van verstoring van de internationale concurrentieverhoudingen |
Ministerie: | IenW, Artikel 17: Luchtvaart. |
Wetsartikel: | Artikel 24 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | Eindrapport Evaluatie Assurantiebelasting, Dialogic, 2020. Kamerstuk 2019-2020, 35 302 nr. 76. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Overdrachtsbelasting | |
Regeling: | OVB Vrijstelling cultuurgrond |
Beschrijving: | Vrijgesteld is de verkrijging van cultuurgrond – daaronder begrepen de rechten van erfpacht of beklemming daarop – die ten behoeve van de landbouw bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd. Voorwaarde is dat de exploitatie van de cultuurgrond voor een aaneensluitende periode van tien jaar wordt voortgezet. |
Doelstelling: | Landbouwstructuur verbeteren en voorkomen belasten van verplaatsing van land- en tuinbouwbedrijven als gevolg van overheidsingrijpen |
Ministerie: | LVVN, Artikel 21: Land- en tuinbouw. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | IBO Agro-, visserij- en voedselketens, Fin, 2015. Kamerstukken II 2014-2015, 30 991, nr 25. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst t/m [t-9]. Vanaf [t-9] raming aan de hand van lange termijn ontwikkeling |
Regeling: | OVB Vrijstelling bedrijfsoverdracht in familiesfeer |
Beschrijving: | Vrijgesteld van overdrachtsbelasting is de verkrijging door een familielid van goederen die behoren tot en dienstbaar zijn aan (de continuering) van een onderneming. De regeling vindt slechts toepassing indien de overdragende ondernemer een ouder of grootouder betreft en de onderneming in haar geheel (al dan niet in fasen) wordt voortgezet door het verkrijgende familielid. |
Doelstelling: | Versnippering van de onderneming voorkomen en stimuleren bedrijfsopvolging tijdens leven. |
Ministerie: | EZ, Artikel 2: Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | Eindrapport Evaluatie fiscale regelingen gericht op bedrijfsoverdracht, SEO, 2016. Kamerstukken II 2015-2016, 34 302 nr. R. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Cijfers Belastingdienst t/m [t-9]. Vanaf [t-9] raming aan de hand van lange termijn ontwikkeling |
Regeling: | OVB Vrijstelling wijkontwikkelingsmaatschappijen |
Beschrijving: | Wijkontwikkelingsmaatschappijen zijn tijdelijke samenwerkingsverbanden ter bevordering van stedelijke herstructurering. Door de vrijstelling kunnen betrokken partijen onder strikte voorwaarden onroerende zaken overdragen aan een WOM en later weer terug geleverd krijgen zonder verschuldigdheid van overdrachtsbelasting. |
Doelstelling: | Stimulering van stedelijke herstructurering. |
Ministerie: | VRO, Artikel 15: Woningmarkt. |
Wetsartikel: | Artikel 15, eerste lid, onderdeel o en onderdeel oa, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | Evaluatie WOM-regeling, Companen, 2017. Kamerstukken II 2016-2017, 34 552, nr. 79. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB Vrijstelling wooninvesteringsfondsen |
Beschrijving: | Woningcorporaties kunnen ter financiering van stedelijke herstructureringsprojecten woningen verkopen aan het speciaal daarvoor opgerichte Wooninvesteringsfonds. Die verkrijging is onder voorwaarden vrijgesteld. |
Doelstelling: | Stimulering van stedelijke herstructurering. |
Ministerie: | VRO, Artikel 15: Woningmarkt. |
Wetsartikel: | Artikel 15, eerste lid, onderdeel n, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB Vrijstelling inrichting landelijk gebied |
Beschrijving: | Vrijgesteld zijn verkrijgingen krachtens de Wet inrichting landelijk gebied. De vrijstelling bevordert de overdracht van de onroerende zaken via kavelruil en herverkaveling doordat de overdracht zonder overdrachtsbelasting kan plaatsvinden. Dit maakt het eenvoudiger om wegen, waterlopen en overige infrastructuur aan te leggen en gronden van eigenaren kunnen zo dichter bij elkaar worden gebracht. |
Doelstelling: | Bevorderen structuurverbetering van het landelijk gebied door de aankoop en ruil van gronden te faciliteren. |
Ministerie: | LVVN, Artikel 22: Natuur, visserij en gebiedsgericht werken. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | Evaluatie van de fiscale vrijstellingen bos en natuur, Wageningen University & Research, 2017. Kamerstukken II 2016-2017, 33 576, nr. 106. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB Vrijstelling Bureau Beheer Landbouwgronden |
Beschrijving: | Vrijgesteld zijn verkrijgingen door het Bureau Beheer Landbouwgronden.Vanaf 2019 is het Bureau Beheer Landbouwgronden gestopt met zijn werkzaamheden. |
Doelstelling: | Structuurverbetering van het landelijk gebied. |
Ministerie: | LVVN, Artikel 22: Natuur, visserij en gebiedsgericht werken. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB Vrijstelling natuurgrond |
Beschrijving: | Vrijgesteld is de verkrijging van natuurgrond, daaronder begrepen de rechten van erfpacht of beklemming daarop. De vrijstelling is beperkt tot grond. Voor zover er opstallen aanwezig zijn, is de vrijstelling daarop niet van toepassing. Als voorwaarde voor de vrijstelling geldt dat tot minimaal tien jaar na de verkrijging de natuurgrond nog steeds behouden en ontwikkeld wordt. |
Doelstelling: | Bevorderen en behoud van natuurschoon in handen van private partijen. |
Ministerie: | LVVN, Artikel 22: Natuur, visserij en gebiedsgericht werken. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | Evaluatie van de fiscale vrijstellingen bos en natuur, Wageningen University & Research, 2017. Kamerstukken II 2016-2017, 33 576, nr. 106. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB Vrijstelling inbreng of omzetting van een onderneming |
Beschrijving: | Als er sprake is van inbreng van onroerende zaken in een maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap of als een onderneming wordt omgezet in een nv of bv is onder voorwaarden een vrijstelling van toepassing. |
Doelstelling: | Het rechtsverkeer niet belemmeren voor ondernemers. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB vrijstelling verdeling of vereffening vermogen van een onderneming/vennootschap (f) |
Beschrijving: | Een verkrijging krachtens verdeling of vereffening van het vermogen van een onderneming/vennootschap is vrijgesteld wanneer aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Deze vrijstelling betreft de keerzijde van de vrijstelling voor inbreng of omzetting. |
Doelstelling: | Het rechtsverkeer niet belemmeren voor ondernemers. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB vrijstelling verdeling gemeenschap samenwoners |
Beschrijving: | Een verkrijging krachtens verdeling van een gemeenschap tussen samenwoners is vrijgesteld mits aan de voorwaarden wordt voldaan. |
Doelstelling: | Het voorkomen van situaties die niet rechtvaardig worden geacht. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB vrijstelling juridische fusie |
Beschrijving: | Wanneer sprake is van een juridische fusie is onder voorwaarden een vrijstelling van toepassing |
Doelstelling: | Het rechtsverkeer niet belemmeren voor ondernemers. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB vrijstelling bedrijfsfusie |
Beschrijving: | Wanneer sprake is van een bedrijfsfusie is onder voorwaarden een vrijstelling van toepassing |
Doelstelling: | Het rechtsverkeer niet belemmeren voor ondernemers. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB vrijstelling interne reorganisatie |
Beschrijving: | Bij een interne reorganisatie is onder voorwaarden een vrijstelling van toepassing. |
Doelstelling: | Het rechtsverkeer niet belemmeren voor ondernemers. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB vrijstelling juridische splitsing |
Beschrijving: | Bij een juridische splitsing is onder voorwaarden een vrijstelling van toepassing. |
Doelstelling: | Het rechtsverkeer niet belemmeren voor ondernemers. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB vrijstelling taakoverdracht tussen vereniging of ANBI |
Beschrijving: | Wanneer sprake is van een taakoverdracht door een vereniging of algemeen nut beogende instelling is onder voorwaarden een vrijstelling van toepassing. |
Doelstelling: | Het rechtsverkeer niet belemmeren. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB vrijstelling door verkrijger aangebrachte zaken |
Beschrijving: | Wanneer een zaak wordt verkregen die is aangebracht door of in opdracht en voor rekening van de verkrijger is de verkrijging van de zaak vrijgesteld, voor zover de waarde van de verkregen onroerende zaak door de verkrijging van de zelf aangebrachte zaak is toegenomen. |
Doelstelling: | Het voorkomen van situaties die niet rechtvaardig worden geacht. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB vrijstelling bodembestanddelen |
Beschrijving: | Wanneer bodembestanddelen zoals zand, grind, veen en terpaarde als gevolg van een beding geacht worden niet te zijn geleverd is hierover geen OVB verschuldigd. |
Doelstelling: | Het voorkomen van situaties die niet rechtvaardig worden geacht. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB vrijstelling kabels en leidingen |
Beschrijving: | Als een netwerk voor transport van stoffen, energie of informatie wordt verkregen is dit vrijgesteld. |
Doelstelling: | Het voorkomen van situaties die niet rechtvaardig worden geacht. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB vrijstelling publiekrechtelijke lichamen |
Beschrijving: | Verkrijging van onroerende zaken door publiekrechtelijke lichamen (o.a. de Staat, provincie, gemeente, waterschap) is vrijgesteld van overdrachtsbelasting. |
Doelstelling: | Het afbakenen van de grondslag. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB vrijstelling onderwijs |
Beschrijving: | Er geldt in bepaalde gevallen een vrijstelling als een onroerende zaak die bestemd is voor onderwijs wordt verkregen door een onderwijsinstelling. |
Doelstelling: | Het afbakenen van de grondslag. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB vrijstelling herstel art.19 |
Beschrijving: | Op basis van art. 19 WBR kan op verzoek teruggaaf worden verleend als de toestand vóór een verkrijging feitelijk en rechtens wordt hersteld als gevolg van een vervulling van een ontbindende voorwaarde, nietigheid of vernietiging en ontbinding wegens niet-nakoming van een verbintenis. Voor het geval een situatie als bedoeld in art. 19 WBR leidt tot teruglevering, is de verkrijging vrijgesteld. |
Doelstelling: | Het voorkomen van situaties die niet rechtvaardig worden geacht. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB vrijstelling staatsbosbeheer |
Beschrijving: | De verkrijging van bepaalde objecten door Staatsbosbeheer is vrijgesteld zolang het niet gaat om bedrijfsondersteunende onroerende zaken. |
Doelstelling: | Het afbakenen van de grondslag. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB vrijstelling samenloop omzetbelasting |
Beschrijving: | Voorkomt dat er in bepaalde situaties zowel overdrachtsbelasting als omzetbelasting verschuldigd is. Wanneer de levering van het onroerend goed van rechtswege is belast met btw is er geen overdrachtsbelasting verschuldigd. |
Doelstelling: | Het voorkomen van dubbele belastingheffing. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Regeling: | OVB vrijstelling wilsrecht |
Beschrijving: | Een verkrijging krachtens erfrecht is geen belastbare verkrijging op grond van artikel 3 lid 1 WBR. Een verkrijging krachtens uitoefening van een wilsrecht als bedoeld in de artikelen 19, 20, 21 en 22 van boek 4 van het Burgerlijk Wetboek is wel een belastbare verkrijging, maar deze is vrijgesteld. |
Doelstelling: | Het voorkomen van dubbele belastingheffing. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Bankenbelasting | |
Regeling: | Drempelbedrag bankenbelasting |
Beschrijving: | De bankenbelasting kent een doelmatigheidsvrijstelling. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op de belastbare som, doch niet verder dan tot nihil. |
Doelstelling: | Het doel is ten eerste een gelijker speelveld creëren tussen grote en kleine banken. Dat speelveld was in het voordeel van grote banken dankzij schaalvoordelen en goedkopere leningen dankzij de impliciete overheidsgarantie. Het tweede doel is het beperken van de administratieve lasten bij banken en de uitvoeringslasten bij de Belastingdienst. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 9 van de Wet bankenbelasting |
Evaluatie: | Evaluatie bankenbelasting 2021, FIN, 2021. Kamerstukken II 2021-2022, 32 545, nr. 151. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Kansspelbelasting | |
Regeling: | Kleine prijzenvrijstelling/Vrijstelling prijzen onder 449 euro |
Beschrijving: | Loterijen betalen kansspelbelasting over uitgekeerde prijzen. Prijzen tot € 449 zijn volledig vrijgesteld. |
Doelstelling: | Kleine prijzen buiten de kansspelbelasting houden en organisatoren van kansspelen niet op zadelen met veel administratieve lasten voor kleine prijzen. |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 4 van de Wet op de kansspelbelasting |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Geen raming. |
Verbruiksbelasting | |
Regeling: | Vrijstellingen mineraalwater |
Beschrijving: | Over mineraalwater wordt geen verbruiksbelasting alcoholvrije dranken betaald. |
Doelstelling: | Stimuleren gezond gedrag |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 6 van de Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Op basis van aangiftecijfers van de belastingdienst kan de omvang geschat worden. Wanneer de vrijstelling wordt ingevoerd is deze informatie niet meer beschikbaar. Reeks bevat geen realisaties. |
Regeling: | Vrijstellingen melk |
Beschrijving: | Over zuivel wordt geen verbruiksbelasting alcoholvrije dranken betaald |
Doelstelling: | Stimuleren gezond gedrag |
Ministerie: | Fin, Artikel 1: Belastingen. |
Wetsartikel: | Artikel 9, derde lid, onderdeel a (;en onderdeel b voor soja), van de Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken |
Evaluatie: | N.v.t. |
Horizonbepaling: | N.v.t. |
Ramingsgrond: | Op basis van cijfers van het RIVM kan bepaald worden hoe groot de zuivelconsumptie is. Dit wordt vermenigvuldig met het tarief van de verbruiksbelasting alcoholvrije dranken. Reeks bevat een realisaties. |
Afkortingen | |
ASB | Assurantiebelasting |
BPM | Belasting van personenauto’s en motorrijwielen |
BTW | Belasting over de toegevoegde waarde |
EB | Energiebelasting |
IB | Inkomstenbelasting |
LB | Loonbelasting |
MIMOSI | Microsimulatiemodel van het Centraal Planbureau (CPB) |
MRB | Motorrijtuigenbelasting |
OVB | Overdrachtsbelasting |
VPB | Vennootschapsbelasting |