In miljoenen euro | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal uitgaven | 77.849 | 83.108 | 88.106 | 92.565 | 97.348 | 102.772 | |
Totaal ontvangsten | 205 | 245 | 282 | 306 | 337 | 349 | |
1 | Arbeidsmarkt | ||||||
Uitgaven | 580 | 609 | 562 | 197 | 205 | 215 | |
Ontvangsten | |||||||
3 | Arbeidsongeschiktheid | ||||||
Uitgaven | 14.194 | 15.065 | 15.701 | 16.213 | 17.182 | 18.057 | |
Ontvangsten | |||||||
5 | Werkloosheid | ||||||
Uitgaven | 3.588 | 4.189 | 4.790 | 5.130 | 5.698 | 6.106 | |
Ontvangsten | 205 | 245 | 282 | 306 | 337 | 349 | |
6 | Ziekte en verlofregelingen | ||||||
Uitgaven | 4.925 | 5.204 | 5.462 | 5.726 | 6.029 | 6.367 | |
Ontvangsten | |||||||
8 | Oudedagsvoorziening | ||||||
Uitgaven | 51.920 | 55.219 | 58.660 | 62.231 | 64.985 | 68.627 | |
Ontvangsten | |||||||
9 | Nabestaanden | ||||||
Uitgaven | 347 | 355 | 357 | 361 | 373 | 376 | |
Ontvangsten | |||||||
11 | Uitvoeringskosten | ||||||
Uitgaven | 2.295 | 2.467 | 2.573 | 2.708 | 2.877 | 3.025 | |
Ontvangsten |
Algemeen
De weergegeven uitgavenontwikkeling is in tegenstelling tot de meeste andere begrotingen inclusief loon- en prijsontwikkeling. Dit verklaart een groot deel van de stijging. Bij een schoning voor loon- en prijsontwikkeling laten vooral de uitgaven aan de Algemene Ouderdomswet (AOW) en aan de Werkloosheidswet (WW) een stijging zien. De AOW-uitgaven stijgen in de periode 2024 ‒ 2029 met circa 16 miljard euro als gevolg van een toename van het aantal personen die een AOW-uitkering genieten. Daarnaast stijgen de uitkeringslasten aan de WW. Dit is het gevolg door het CPB geraamde oploop van de werkloze beroepsbevolking richting de evenwichtswerkloosheid.
Toelichting per artikel
Artikel 1. Arbeidsmarkt
De uitgaven op artikel 1 arbeidsmarkt komen voort uit de compensatieregeling transitievergoeding. De uitgaven in de periode 2024 ‒ 2029 nemen af met circa 305 miljoen euro, ondanks een stijging van uitgaven van circa 39 miljoen euro vanwege indexatie van de arbeidsmarktregelingen. De afnemende uitgaven vanaf 2026 komen door de maatregel uit het Hoofdlijnenakkoord om alleen nog kleine werkgevers (minder dan 25 werknemers) te compenseren. Grote werkgevers (meer dan 25 werkgevers) worden dan niet meer gecompenseerd.
Artikel 3. Arbeidsongeschiktheid
De uitgaven aan arbeidsongeschiktheidsverzekeringen WIA, WAO en WAZ stijgen in de periode 2024-2029 naar verwachting met ruim 4 miljard euro, waarvan circa 3,5 miljard euro aan indexatie. Deze stijging komt voornamelijk door een stijging van het aantal uitkeringsjaren in de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen WGA (gedeeltelijk arbeidsongeschikten) en IVA (volledig arbeidsongeschikten). Dit zijn ingroeiende regelingen die hun structurele niveau nog niet hebben bereikt. Daarnaast leidt een hogere AOW-leeftijd en een toenemend aandeel ouderen en vrouwen (met hoger AO-risico) in de beroepsbevolking tot een stijging van de uitkeringsjaren.
Artikel 5. Werkloosheid
De WW-uitkeringslasten ontwikkelen zich in lijn met de verwachte volumeontwikkeling van de werkloosheid van het CPB. De komende jaren wordt een stapsgewijze groei richting evenwichtswerkloosheid verwacht. Daarnaast stijgen de WW-uitgaven voor circa 1,1 miljard euro door indexatie van de hoogte van de uitkering. Hierdoor komen de WW-uitkeringslasten in totaal in 2029 zo’n 2,5 miljard euro hoger uit dan in 2024.
Artikel 6. Ziekte en verlofregelingen
In de periode 2024 ‒ 2029 nemen de premiegefinancierde uitgaven aan de verlofregelingen naar verwachting toe met circa 209 miljoen euro. De stijging hangt samen met een verwachte toename van het aantal geboorten, zoals door het CBS geprognosticeerd. Daarnaast stijgen de uitgaven ook met circa 631 miljoen euro vanwege indexatie van de verlofregelingen. De uitgaven voor de Ziektewet in de periode 2024 ‒ 2029 stijgen met circa 69 miljoen euro met als voornaamste reden een forse toename in het aantal eindedienstverbanders en het aantal zieke personen met een no-riskpolis. Daarnaast stijgen de uitgaven van de Ziektewet in diezelfde periode met circa 530 miljoen euro voor indexatie van de regeling.
Artikel 8. Oudedagsvoorziening
Op dit artikel staan premiegefinancierde uitgaven aan de Algemene Ouder domswet (AOW) en de Inkomensondersteuning AOW (IOAOW). De uitgaven aan de AOW stijgen in de periode 2024-2029 met 16 miljard euro. De voornaamste verklaring is de toename van het aantal personen met een AOW-uitkering. Het resterende deel van de stijging is het gevolg van indexatie van de uitkeringen, de kosten hiervan voor de periode 2024-2029 bedragen circa 11,3 miljard euro.
Artikel 9. Nabestaanden
Op dit artikel staan premiegefinancierde uitgaven aan de Algemene Nabestaandewet (Anw). Tussen 2024 en 2029 stijgen de uitgaven hieraan met 22 miljoen euro. Deze stijging is voornamelijk het gevolg de toename van nominale ontwikkeling, deze bedraagt circa 58 miljoen euro in 2029. Ook neemt de instroom in de Anw regeling af, omdat de arbeidsparticipatie van vrouwen leidt tot minder afhankelijkheid van inkomensondersteuning na het overlijden van de partner. Dit zorgt voor lagere uitgaven, tot bijna ‒ 38 miljoen in 2029. Per saldo zorgt de lagere instroom in de Anw gezamenlijk met de indexatie van de Anw voor een relatief beperkte groei van de uitgaven op artikel 9 nabestaanden.
Artikel 11. Uitvoeringskosten
Op dit artikel staan de uitvoeringskosten voor UWV en SVB aan premiege financierde regelingen. De uitvoeringskosten nemen tussen 2024 en 2029 toe met bijna 700 miljoen euro. Dit wordt grotendeels verklaard doordat de nominale ontwikkeling toeneemt, de kosten hiervan bedragen circa 506 miljoen euro. Ook nemen de uitvoeringskosten bij UWV en SVB toe met circa 172 miljoen euro als gevolg van de stijgende uitgaven aan de door UWV en SVB uitgevoerde regelingen.