De raming van het EMU-saldo in 2022 bedraagt ‒1,0% bbp. Dit is een verslechtering van 0,1% bbp ten opzichte van het saldo gepresenteerd tijdens de Miljoenennota 2023. Deze verslechtering van het EMU-saldo komt voornamelijk door een daling van de reguliere belasting- en premie-inkomsten. De inkomsten uit de solidariteitsheffing hebben daarentegen een positieve impact op het EMU-saldo. Tegenover deze inkomsten staan hogere uitgaven aan energiemaatregelen die het EMU-saldo belasten. Verder dragen de kastransverschillen en enkele overige correcties bij aan de verslechtering van het EMU-saldo. Kastransverschillen ontstaan doordat het EMU-saldo wordt berekend op transactiebasis (het moment dat een verplichting tot betaling of ontvangst wordt aangegaan), terwijl de Rijksbegroting wordt opgesteld op kasbasis (het moment dat het geld daadwerkelijk wordt uitbetaald of ontvangen). In dit geval gaat het om lagere dividenden van EBN in latere jaren als gevolg van de solidariteitsheffing die moeten worden toegerekend aan het EMU-saldo van 2022. Daarnaast gaat het om het uitbetaalde voorschot aan energiemaatschappijen voor het tijdelijk prijsplafond dat wordt toegerekend aan het EMU-saldo van 2023. Tot slot vallen de uitgaven aan coronamaatregelen lager uit dan verwacht bij Miljoenennota 2023.
Bij het Financieel Jaarverslag Rijk in het voorjaar van 2023 wordt het EMU-saldo over 2022 definitief vastgesteld.
(in procenten bbp; + is saldoverbetering) | 2022 | |
---|---|---|
EMU-saldo Miljoenennota 2023 | ‒ 0,9% | |
Inkomsten (regulier) | ‒ 0,4% | |
Inkomsten (solidariteitsheffing) | 0,7% | |
Uitgaven energiemaatregelen | ‒ 0,5% | |
Kastransverschillen en overige correcties relevant voor het EMU-saldo | ‒ 0,2% | |
waarvan EBN-deel solidariteitsheffing | ‒ 0,3% | |
waarvan Voorschot tijdelijk prijsplafond | 0,2% | |
Nood- en steunmaatregelen corona | 0,2% | |
EMU-saldo Najaarsnota 2022 | ‒ 1,0% |
De huidige raming van de overheidsschuld bedraagt 50,4% bbp. De raming van de schuld is 0,6% bbp hoger dan bij de Miljoenennota 2023. Het verschil tussen de raming voor het EMU-saldo en de EMU-schuld komt door de technische verwerking van de solidariteitsheffing. Op transactiebasis worden de opbrengsten toegerekend aan het EMU-saldo in 2022, maar op kasbasis worden deze opbrengsten pas in latere jaren met vertraging ontvangen. Voor de schuld wordt gerekend met de opbrengsten op kasbasis.
(in procenten bbp; + is toename schuld) | 2022 |
---|---|
EMU-schuld Miljoenennota 2023 | 49,8% |
EMU-saldo | 0,1% |
Mutatie schuld ultimo 2021 | 0,0% |
Schatkistbankieren | 0,1% |
Kastransverschil solidariteitsheffing | 0,3% |
Overig | 0,1% |
EMU-schuld Najaarsnota 2022 | 50,4% |
In het Financieel Jaarverslag Rijk 2021 werd de EMU-schuld eind 2021 vastgesteld op 448,1 miljard euro. Eind dit jaar komt de schuld naar verwachting 22,6 miljard euro hoger uit op 470,7 miljard euro. In termen van procenten bbp daalt de EMU-schuld echter van 52,1% naar 50,4% als gevolg van het noemereffect. Het bbp stijgt namelijk naar verwachting met 72 miljard euro van 861 miljard euro naar 933 miljard euro.