Dit hoofdstuk begint met een korte toelichting op de ramingsmethodiek, gevolgd door een horizontale toelichting op de ontwikkeling van de inkomsten tussen 2018 en 2021. Vervolgens worden voor 2021 de belangrijkste mutaties ten opzichte van de Miljoenennota 2021 toegelicht en uitgesplitst naar belastingsoort.
De inkomstenraming is een belangrijke bouwsteen voor het bepalen van het begrotingssaldo en de financieringsbehoefte van het Rijk. De inkomsten zijn sterk gevoelig voor economische ontwikkelingen. Daarom worden diverse macro-economische variabelen als input voor het ramingsmodel benut, zoals de groei van het bbp, de werkgelegenheid en de lonen. De ontwikkeling van deze economische variabelen wordt geschat door het CPB9. Via een econometrisch model wordt wat er in de economie gebeurt vertaald naar een verwachte ontwikkeling van de opbrengst per belastingsoort: de endogene ontwikkeling. Om vervolgens te komen tot een raming van de ontvangsten, wordt die informatie gecombineerd met recente realisaties van de ontvangsten, de effecten van nieuw beleid en eventuele specifieke bijstellingen (bijvoorbeeld vanwege relevante uitvoeringsinformatie).
De totale belasting- en premieontvangsten ontwikkelen zich van 285 miljard euro aan het begin van de kabinetsperiode in 2018 tot naar verwachting 312 miljard euro in 2021. Tabel 4.1 laat zien dat in 2019 de ontvangsten sterk groeiden, waarna in 2020 juist sprake was van lichte krimp – gerelateerd aan de effecten van de coronapandemie. De inkomsten nemen naar verwachting weer toe in 2021 vanwege het economisch herstel.
(in miljarden euro) | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|
Belastingen en premies volksverzekeringen | 221,2 | 234,1 | 230,0 | 238,7 |
waarvan belastingen | 178,6 | 194,7 | 193,3 | 200,7 |
waarvan premies volksverzekeringen | 42,7 | 39,5 | 36,7 | 38,0 |
Premies werknemersverzekeringen | 63,8 | 68,3 | 69,8 | 73,0 |
Totaal | 285,1 | 302,4 | 299,8 | 311,7 |
Tabel 4.2 toont dat de geraamde inkomsten voor 2021 fors opwaarts bijgesteld zijn ten opzichte van de stand Miljoenennota 2021, namelijk met 18,6 miljard euro. Bijlage 2 bevat een uitsplitsing van de raming naar belastingsoort, op zowel EMU- als kasbasis.
(in miljarden euro) | Miljoenennota 2021 | Voorjaarsnota 2021 | Mutatie |
---|---|---|---|
Belastingen en premies volksverzekeringen | 220,9 | 238,7 | 17,7 |
waarvan belastingen | 183,9 | 200,7 | 16,8 |
waarvan premies volksverzekeringen | 37,1 | 38,0 | 0,9 |
Premies werknemersverzekeringen | 72,1 | 73,0 | 0,9 |
Totaal | 293,0 | 311,7 | 18,6 |
De verklaring voor de opvallend grote bijstelling van 18,6 miljard euro is te vinden in de grote onzekerheid over de (economische gevolgen van de) coronapandemie. De inkomsten in 2020 zijn minder gedaald dan verwacht werd ten tijde van de publicatie van de Miljoenennota 2021. Bij die raming werd nog rekening gehouden met economische krimp van 5,0% in 2020, terwijl die uiteindelijk relatief meeviel met 3,7%. De hogere opbrengsten in 2020 werken direct door in de raming van de inkomsten in 2021, aangezien de basis daarvoor wordt gevormd door de inkomsten in het voorgaande jaar. Uit tabel 4.3 blijkt dat de bijstelling voor 2021 meer dan volledig (19,3 miljard euro) wordt verklaard door het economisch beeld inclusief de doorwerking uit 2020. Dit betreft voor 16,5 miljard euro de doorwerking van de hogere ontvangsten uit 2020.
Nieuw beleid sinds de Miljoenennota 2021 heeft juist een neerwaarts effect van 0,7 miljard euro op de verwachte totale opbrengsten. Dit heeft bijvoorbeeld te maken met coronagerelateerde btw-vrijstellingen. Daarnaast mogen aanmerkelijkbelanghouders die te maken hebben met een omzetdaling van minimaal 30% hun gebruikelijk loon lager vaststellen.
(in miljarden euro) | Inkomsten |
---|---|
Stand Miljoenennota 2021 | 293,0 |
Mutatie | 18,6 |
waarvan economisch beeld (inclusief doorwerking 2020) | 19,3 |
waarvan beleid | ‒ 0,7 |
Stand Voorjaarsnota 2021 | 311,7 |
Tabel 4.4 laat zien dat vrijwel alle grote belastingsoorten naar boven bijgesteld zijn ten opzichte van de Miljoenennota 2021. De vennootschapsbelasting en loon- en inkomensheffing springen het meest in het oog. De vennootschapsbelasting is van nature zeer conjunctuurgevoelig, waardoor veranderingen in de (verwachte) economische ontwikkeling direct een groot effect hebben op de te verwachten ontvangsten. De loon-en inkomensheffing heeft met een opbrengst van circa 107 miljard het grootste aandeel in de totale belasting- en premieontvangsten. De bijstelling van de endogene ontwikkeling met 5,7 miljard euro is vooral gerelateerd aan (fors) optimistischere ramingen over het verloop van de werkloosheid en de contractloonontwikkeling ten opzichte van de Miljoenennota 2021.
(in miljoenen euro) | Totale mutatie | waarvan beleid | waarvan endogeen |
---|---|---|---|
Vennootschapsbelasting | 7.787 | ‒ 3 | 7.790 |
Loon- en inkomensheffing | 5.062 | ‒ 674 | 5.736 |
Omzetbelasting | 2.397 | ‒ 519 | 2.916 |
Dividendbelasting | 1.271 | 590 | 681 |
Premies werknemersverzekeringen | 918 | 4 | 913 |
Successierechten | 632 | ‒ 5 | 637 |
Overdrachtsbelasting | 459 | 51 | 408 |
Overig | 110 | ‒ 117 | 227 |
Totaal | 18.637 | ‒ 672 | 19.308 |