EMU-saldo
Het overheidssaldo, ook wel het EMU-saldo genaamd, komt in 2021 naar verwachting uit op ‒ 7,5 procent van het bbp. Dit is een verslechtering van 2,1 procentpunt ten opzichte van de verwachting bij het opstellen van de Miljoenennota 2021.
(+ is overschot) | Miljarden euro | Procenten bbp |
---|---|---|
EMU-saldo 2021 Miljoenennota | ‒ 44,9 | ‒ 5,5% |
Noemereffect | 0,1% | |
Belasting- en premie-inkomsten | 18,6 | 2,3% |
Loon- en prijsontwikkeling uitgaven | ‒ 0,6 | ‒ 0,1% |
Niet-beleidsmatige mutatie WW en Bijstand | 1,6 | 0,2% |
Besluitvorming netto-uitgaven onder het plafond | ‒ 4,5 | ‒ 0,5% |
Nood- en steunmaatregelen corona (uitgaven kasbasis) | ‒ 28,7 | ‒ 3,5% |
Kastransactieverschillen nood- en steunmaatregelen corona | ‒ 2,3 | ‒ 0,3% |
Stortingen en onttrekkingen begrotingsreserves | ‒ 0,6 | ‒ 0,1% |
Overige netto-uitgaven niet onder het plafond en correcties van het saldo | ‒ 1,3 | ‒ 0,2% |
EMU-saldo 2021 Voorjaarsnota | ‒ 62,5 | ‒ 7,5% |
Sinds de Miljoenennota zijn zowel de inkomsten als de uitgaven onder het plafond gestegen. Deze mutaties zijn in de voorgaande paragrafen toegelicht. De uitgaven aan de nood- en steunmaatregelen zijn gestegen door aanvullingen aan de steun- en herstelpakketten sinds de Miljoenennota. Daarnaast zijn ook de kastransactieverschillen van de nood- en steunmaatregelen toegenomen; dit zijn uitgaven aan de steunmaatregelen die op kasbasis niet plaatsvinden in 2021 maar wel betrekking hebben op 2021 en daarom worden toegerekend aan het EMU-saldo van 2021. In totaal wordt er voor 0,6 miljard onttrokken uit de begrotingsreserves; dit bestaat grotendeels uit een onttrekking uit de SDE-reserve. Onder overige netto-uitgaven niet onder het plafond en correcties van het saldo zijn de overige kastransactieverschillen opgenomen.
EMU-schuld
Naar verwachting komt de overheidsschuld uit op 60,0 procent van het bbp. Dit is 1,1 procentpunt lager ten opzichte van de verwachting zoals gepresenteerd in de Miljoenennota 2021. In tabel 5.2 is een uitsplitsing van deze ontwikkeling van Miljoenennota 2021 tot Voorjaarsnota 2021 opgenomen.
(+ is toename schuld) | Miljarden euro | Procenten bbp |
---|---|---|
EMU-schuld 2021 Miljoenennota | 502,0 | 61,1% |
Noemereffect | ‒ 0,5% | |
Doorwerking schuld 2020 | ‒ 27,8 | ‒ 3,4% |
Mutatie EMU-saldo | 17,6 | 2,1% |
Kastransactieverschil belastingen | 4,6 | 0,6% |
Coronaleningen | 1,3 | 0,2% |
Overig | ‒ 0,4 | 0,0% |
EMU-schuld 2021 Voorjaarsnota | 497,3 | 60,0% |
De doorwerking van de schuld 2020 heeft een schuldverlagend effect van 27,8 miljard euro. De uiteindelijke schuld eind 2020 was namelijk lager dan werd verwacht bij de Miljoenennota. Dit werkt door in de raming van de schuld in 2021. Het noemereffect heeft ook een schuldverlagend effect, dit is het gevolg van een hoger bbp dan bij Miljoenennota 2021 werd verwacht. Daardoor is de schuld uitgedrukt in procenten bbp nu lager dan in de Miljoenennota. De mutatie in het EMU-saldo is toegelicht in tabel 5.1. Het kastransactieverschil belastingen bestaat voornamelijk uit belastinguitstel. Dit uitstel van belastinginkomsten verhoogt de EMU-schuld in 2021. Naar verwachting wordt dit uitstel latere jaren voor een groot deel terugbetaald. De beschikaar gestelde coronaleningen zijn ten opzichte van de Miljoenennota met 1,3 miljard euro gestegen in 2021, hieronder valt bijvoorbeeld het deel van de lening van KLM dat niet meer in 2020 tot uitbetaling is gekomen.