Het kabinet heeft eerder in de Startnota al de budgettaire afspraken uit het coalitieakkoord en de begrotingsregels vastgelegd. In deze Voorjaarsnota worden de kaders definitief vastgesteld. In tabel 10 hieronder staat het definitieve uitgavenplafond weergegeven waar dit kabinet zich aan heeft gecommitteerd. In bijlage 2 is de uitsplitsing per deelplafond weergegeven.
Verwerking open punten Startnota
Zoals aangegeven bij de Startnota wordt bij deze Voorjaarsnota nog een aantal openstaande punten verwerkt. In navolging van het advies van de 16e Studiegroep Begrotingsruimte worden de EU-invoerrechten, met uitzondering van de perceptiekostenvergoeding voor het innen van de invoerrechten, buiten het uitgavenplafond geplaatst.
De ontvangsten en uitgaven van de belasting- en invorderingsrente en de boeteontvangsten worden verdeeld tussen de begroting van Financiën en die van de Sociale Fondsen (lastenkader). In de Startnota is aangekondigd dat de verdeelsystematiek hiervan wordt gecorrigeerd met ingang van 1 januari 2022. Dit leidt tot een aanpassing in de ramingen. Deze aanpassing is aangekondigd bij de Startnota en is budgetneutraal.
Vaststelling plafonds
Bij de Startnota is de budgettaire verwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord gepresenteerd. Er lag bij het schrijven van de Startnota echter nog geen volledige doorrekening van het coalitieakkoord. Daarom worden de uitgavenplafonds bij de Voorjaarsnota nu herijkt. De macro-economische doorwerking van de nieuwe economische raming, inclusief het effect van het voorgenomen beleid van het nieuwe kabinet, wordt hierbij verwerkt. Daarnaast wordt de uitvoeringsinformatie tussen de Startnota en de voorjaarsbesluitvorming meegenomen bij de definitieve vaststelling van de uitgavenplafonds en wordt de actualisatie voor toeslagenherstel en Groningen meegenomen.
De tabel hieronder bevat de opbouw van het totale uitgavenplafond, bestaande uit de plafonds Rijksbegroting, Sociale Zekerheid, Zorg en Investeringen. Deze tabel laat zien wat er is meegenomen bij de herijking van het plafond na de Startnota. Figuur 1 laat de ontwikkeling van de individuele plafonds zien. In bijlage 2 zijn de nader uitgewerkte tabellen weergegeven, met de opbouw van elk deelplafond.
(in miljoenen euro, - is onderschrijding) | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | plafond | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Uitgaven bij Startnota 2022 | 346.823 | 362.257 | 379.601 | 394.051 | 403.780 | 25.906 | |
2 | HGIS | 198 | 286 | 387 | 486 | 531 | 585 | R |
3 | RRF | 0 | 0 | 150 | 750 | 200 | 0 | R |
4 | EU-afdrachten | ‒ 102 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | R |
5 | Overheveling EU-invoerrechten buiten plafond | ‒ 3.475 | ‒ 3.544 | ‒ 3.615 | ‒ 3.687 | ‒ 3.761 | ‒ 3.836 | R |
6 | EU-afdrachten: Perceptiekosten | ‒ 275 | ‒ 304 | ‒ 341 | ‒ 372 | ‒ 388 | ‒ 389 | R |
7 | Rente-uitgaven | 426 | 825 | 1.275 | 1.566 | 1.792 | 1.853 | R |
8 | Valuta defensie | 51 | 72 | 89 | 109 | 76 | 60 | R |
9 | WW/Bijstand | ‒ 1.465 | ‒ 1.385 | ‒ 1.368 | ‒ 1.519 | ‒ 1.470 | ‒ 1.381 | S |
10 | MLT verwerking Zorg | 0 | 18 | 229 | 477 | 718 | 1.013 | Z |
11 | Uitvoeringsbeeld SZW | 62 | 45 | 101 | 66 | 90 | 71 | Divers |
12 | Uitvoeringsbeeld OCW | 35 | ‒ 265 | ‒ 246 | ‒ 252 | ‒ 157 | ‒ 105 | R |
13 | Uitvoeringsinformatie JenV | 30 | 151 | 226 | 239 | 351 | 343 | R |
14 | Toeslagenherstel | 50 | 122 | 34 | 6 | ‒ 2 | ‒ 2 | R |
15 | Huurtoeslag | ‒ 81 | 43 | 113 | 132 | 180 | 211 | R |
16 | Groningen schade en versterken | ‒ 200 | 280 | 145 | 60 | ‒ 36 | ‒ 68 | R |
17 | Gasbaten | ‒ 1.159 | ‒ 2.806 | ‒ 1.438 | ‒ 518 | ‒ 318 | ‒ 440 | R |
18 | Norg akkoord | 4.180 | 714 | 357 | 0 | 0 | 0 | R |
19 | Koopkrachtpakket | ‒ 507 | ‒ 965 | ‒ 165 | ‒ 65 | ‒ 225 | ‒ 42 | Divers |
20 | Oekraine | 273 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | Divers |
21 | Limburg | 86 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | Divers |
22 | Dividend Staatsdeelnemingen | ‒ 71 | 95 | 220 | 135 | 120 | 120 | R |
23 | BIR | 252 | 221 | 134 | 93 | 103 | 93 | R |
24 | Extrapolatie | 386.466 | Divers | |||||
25 | Loon- en prijsbijstelling | 2.313 | 8.897 | 14.117 | 18.856 | 23.350 | 29.749 | Divers |
26 | Accres | 1.725 | 2.848 | 3.908 | 4.961 | 3.053 | 3.421 | R |
27 | Totaal uitgaven tabel 7 (excl. Accres) | ‒ 769 | 1.212 | 2.368 | 2.316 | 2.314 | 2.412 | Divers |
28 | Totaalbeeld voorjaarsbesluitvorming tabel 8 | ‒ 3.154 | 1.438 | 349 | 2.047 | 612 | 268 | Divers |
29 | Herijking kasritme begrotingen | ‒ 2.810 | ‒ 2.032 | ‒ 1.641 | ‒ 1.944 | ‒ 798 | ‒ 445 | Divers |
30 | Eindejaarsmarge | 1.391 | 31 | 15 | 0 | 0 | 0 | Divers |
31 | In=uit taakstelling | ‒ 1.391 | ‒ 31 | ‒ 15 | 0 | 0 | 0 | Divers |
32 | Reguliere uitgaven bij Voorjaarsnota 2022 | 342.439 | 368.231 | 394.997 | 417.997 | 430.123 | 445.870 | |
33 | Uitgavenplafond Voorjaarsnota 2022 | 342.439 | 368.231 | 394.997 | 417.997 | |||
34 | Over/onderschrijding uitgavenplafond bij Voorjaarsnota | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
35 | Uitgavenniveau corona bij Voorjaarsnota | 22.755 | 4.737 | 54 | ‒ 32 | ‒ 51 | ‒ 31 | Divers |
36 | Totale uitgaven bij Voorjaarsnota | 365.194 | 372.968 | 395.052 | 417.965 | 430.071 | 445.839 |
Toelichtingen
2. HGISDe ODA-middelen (official development assistance) binnen de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) zijn, conform reguliere systematiek, bijgesteld op basis van de groeiverwachting van het BNI in het Centraal Economisch Plan (CEP).
3. Recovery and Resilience Facility (RRF) bijstellingDoordat de Nederlandse economie het beter heeft gedaan dan verwacht, wordt het bedrag dat Nederland vanuit het RRF ontvangt verlaagd. De definitieve reeks is nog niet vastgesteld en kan daarmee afwijken. De definitieve reeks hangt af van welke voorstellen uiteindelijk in het plan worden opgenomen. Aan dat plan wordt op dit moment nog gewerkt.
4. EU-afdrachtenJaarlijks vindt naar aanleiding van de ontwikkeling van het bruto nationaal inkomen (BNI) een nacalculatie plaats op de EU-afdrachten. De jaarlijkse lumpsumkorting is geactualiseerd aan de hand van de meest recente inflatiecijfers. Dit leidt tot een stijging van de raming van de Nederlandse BNI-afdrachten.
5. Overheveling EU-invoerrechten buiten plafondDe afdracht van de invoerrechten aan de EU is in principe neutraal voor het EMU-saldo: tegenover de uitgaven staan immers ook inkomsten. Om deze reden is op advies van de studiegroep begrotingsruimte besloten de invoerrechten, met uitzondering van de perceptiekostenvergoeding voor het innen van de invoerrechten, buiten het uitgavenplafond te plaatsen.
6. EU-afdrachten: actualisatie perceptiekostenvergoedingAls gevolg van een hogere raming van de EU-invoerrechten stijgen ook de perceptiekosten die Nederland hier over ontvangt.
7. Rente-uitgavenDe rentelasten stijgen in 2022 als gevolg van geactualiseerde rentestanden in het CEP 2022 van het CPB en de geactualiseerde verwachte financieringsbehoefte.
8. Valuta DefensieDe nieuwe raming van de euro/dollarkoers uit het CEP van het CPB leidt tot een tegenvaller op de uitgaven in dollars op het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Conform kabinetsafspraak komen mee- en tegenvallers als gevolg van valutaschommelingen direct ten gunste of ten laste van het EMU-saldo. De verwerking vindt plaats via een correctie van het uitgavenplafond.
9. WW/bijstandDe uitgaven aan de Werkloosheidswet (WW) en de bijstand vallen meerjarig lager uit door nieuwe, gunstigere werkloosheidsverwachtingen van het CPB en door de verwerking van realisatiecijfers uit 2021. In de WW wordt een lagere instroom en uitstroom verwacht in de komende jaren.
10. MLT verwerking zorgDeze bijstelling betreft de technische verwerking van de middellange termijnverkenning (MLT) 2022–2025 van het CPB. De MLT heeft het CPB geactualiseerd ten tijde van het CEP 2022.
11. Uitvoeringsbeeld SZWDe CEP-cijfers van het CPB zijn de eerste volledige doorrekening van het coalitieakkoord en een update van de economische vooruitzichten. Dit leidt tot een tegenvaller op de Kinderopvangtoeslag (KOT) en meevallers op de Toeslagenwet (TW), Inkomensvoorziening Oudere Werklozen (IOW) en het kindgebondenbudget (WKB). Daarnaast leidt de uitvoeringsinformatie uit 2021 tot een tegenvaller op de WIA, Wajong, verlofregelingen en de KOT (door hogere geboortecijfers), en tot meevallers op de TW, AOW, Compensatie Transitievergoeding bij Langdurige Arbeidsongeschiktheid (CTVLAO) en Ziektewet (ZW).
12. Uitvoeringsbeeld OCWDe meevaller op de OCW begroting wordt met name veroorzaakt door een per saldo meevaller op de leerlingen- en studentenraming en studiefinancieringsraming. Hier liggen vele bewegingen onder, waarvan de twee grootste zijn 1) meer geboorten waardoor er meer leerlingen in het primair onderwijs instromen dan vorig jaar geraamd en 2) minder instroom in de hbo-bachelor waardoor er in het hbo minder studenten zijn dan vorig jaar geraamd. Dit leidt in 2022 nog tot een tegenvaller, maar resulteert vanaf 2023 in meevallers op de OCW-begroting. Daarnaast doet zich op de renteraming een tegenvaller voor. De rente ontvangsten zijn in de eerste jaren omlaag bijgesteld als gevolg van de lage rentestand.
13. Uitvoeringsinformatie JenVDe uitwerkingsinformatie JenV uit middelen voor het dekken van Meerjarige Productie Prognose (MPP), uitgaven inzake het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ) en de Dienst Justitiële Inrichtingen, en uitgaven inzake goed werkgeverschap gedurende de periode 2022-2024.
14. ToeslagenherstelHet kabinet zet zich in voor mensen die gedupeerd zijn door de problemen met toeslagen en voor de mensen bij wie onterecht geen minnelijke schuldsanering natuurlijke personen (MSNP) is aangeboden. Om gedupeerden door de problemen met toeslagen recht te doen, is ruimhartige compensatie en emotioneel herstel cruciaal. Verschillende ontwikkelingen in de hersteloperatie toeslagen leiden de komende jaren naar verwachting tot een budgettair tekort. Hiervoor heeft het kabinet bij de Voorjaarsnota circa 500 miljoen euro extra beschikbaar gesteld. De additionele middelen zijn voor het apparaatsbudget voor het programma-DG Herstel, de uitwerking van de herijking, uitgaven aan toegezegd beleid voor emotioneel herstel en ongedekte apparaatskosten. Een gedeelte wordt in afwachting op definitieve besluitvorming als reservering opgenomen op de aanvullende post. Hiermee komen de verwachte totale kosten voor de toeslagenhersteloperatie op circa 5,8 miljard euro. Daarnaast zijn in de reservering zijn ook middelen opgenomen ter compensatie van mensen die ten onrechte geen schuldhulptraject hebben gekregen. In bijlage 5 is een uitsplitsing opgenomen per regeling.
15. HuurtoeslagIn de raming van de huurtoeslag is in 2022 sprake van een meevaller (81,2 miljoen euro), waarna dit omslaat in tegenvallers in 2023 tot en met 2027 (van 43,3 miljoen euro naar 211 miljoen euro). Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de ten opzichte van de vorige begroting naar boven bijgestelde inflatie. De hogere inflatie veroorzaakt een hogere huurontwikkeling en daarmee hogere uitgaven voor de huurtoeslag. Het effect wordt gedempt door de huurbevriezing in 2024.
16. Groningen schade en versterkenDe uitgavenraming voor de schade- en versterkingsoperatie wordt cumulatief tot en met 2028 met circa 1,3 miljard euro verhoogd. Deze kosten worden exclusief btw volledig doorbelast aan NAM en EBN. Daarnaast is er 350 miljoen euro gereserveerd voor toekomstige uitgaven in het kader van duurzaam herstel. Voor de snellere afhandeling van lopende en nieuwe dossiers en het langzamer afbouwen van de waardevermeerderingsregeling wordt tot en met 2028 330 miljoen euro extra beschikbaar gesteld. Hiervan wordt 195 miljoen euro gedekt vanuit de aanvullende post en de eindejaarsmarge en 135 miljoen euro generaal gecompenseerd.
17. GasbatenDe oorlog in Oekraïne zorgt voor fluctuaties op de gasmarkt. De raming voor de gasprijzen is hierdoor naar boven bijgesteld ten opzichte van de Miljoenennota 2022. Daarnaast is sprake van beperkte extra winning. Hierdoor zijn de geraamde gasbaten voor de overheid gestegen. De niet-belastinginkomsten van de gasbaten bestaan uit ontvangsten uit de Mijnbouwwet en ontvangsten uit dividenden (EBN en GasTerra). Door de hogere gasbaten verbetert ook de financiële positie van EBN, waardoor de vorig jaar geraamde kapitaalstorting tot en met 2027 met 1,7 miljard euro wordt verlaagd. In de Kamerbrief over de aanvullende koopkrachtmaatregelen 2022 van 11 maart jongstleden4 is aangekondigd dat een deel van de additionele ontvangsten uit de gasbaten wordt ingezet voor een eenmalige koopkrachtreparatie. Ook voor dit overige deel wordt het uitgavenplafond gecorrigeerd. Zodoende worden de extra kosten en opbrengsten (mutaties in gasbaten) als gevolg van de oorlog in Oekraïne gelijk behandeld.
18. Norg-akkoordConform de afspraken in het Norg-akkoord betaalt de Staat een vergoeding aan de NAM. Deze vergoeding is afhankelijk van de gasprijs, die op dit moment hoog is door de oorlog in Oekraïne. De berekenwijze van de vergoeding is vastgesteld in arbitrage. Btw is van toepassing op de vergoeding. De totale vergoeding bedraagt 8,85 miljard euro, inclusief btw. Hiervan komt 3,6 miljard euro weer terug via dividenden EBN en het winstaandeel NAM.
19. Koopkrachtpakket (uitgavendeel)Zoals in de Kamerbrief5 is aangegeven heeft het aanvullende koopkrachtpakket 2022 zowel effect op de uitgaven als ontvangsten. De reeks in de tabel laat het totale effect voor de uitgavenkant zien. Het totale koopkrachtpakket wordt meerjarig gedekt. Additioneel is besloten om de energietoelage voor gemeenten met 175 miljoen euro extra op te hogen. Dit is voor 75 miljoen euro gedekt aan de lastenkant, voor 87,5 miljoen euro uit de coalitieakkoord enveloppe armoedebestrijding en voor de resterende 12,5 miljoen euro uit de indexatie van de coalitieakkoord middelen (tranche 2022).
20. OekraïneParagraaf 5.3 en bijlage 6 van deze Voorjaarsnota gaan uitgebreid in op de budgettaire verwerking van de maatregelen die verband houden met de oorlog in Oekraïne. De uitgaven relevant voor het plafond Rijksbegroting worden in tabel 9 getoond. Deels kunnen deze middelen worden toegerekend aan ODA. Vanuit het ODA budget wordt 150 miljoen euro bijgedragen.
21. LimburgIn 2022 wordt bij de Voorjaarsnota rijksbreed 86 miljoen euro uitgegeven voor gemaakte kosten in de afhandeling van de schade als gevolg van de overstroming in Limburg.
22. Dividend StaatsdeelnemingenDe meest recente informatie over het verwachte dividend van de reguliere staatsdeelnemingen laat in de meeste jaren een tegenvaller zien. Enkele deelnemingen hebben te lijden onder de coronacrisis, waardoor hier voorlopig nog geen dividendafdracht verwacht kan worden en de raming naar beneden bijgesteld moet worden.
23. Aanpassing BIR-verdeelsystematiekDe ontvangsten en uitgaven van de belasting- en invorderingsrente en de boeteontvangsten worden verdeeld tussen de begroting van Financiën en die van de Sociale Fondsen (lastenkader). In de Startnota is aangekondigd dat de verdeelsystematiek hiervan wordt gecorrigeerd met ingang van 1-1-2022. Dit leidt tot een aanpassing in de ramingen.
24. Extrapolatie Onder de post Extrapolatie zijn de geraamde uitgaven voor het jaar 2027 vastgesteld.
25. Loon- en prijsbijstellingDe uitgaven die onder het uitgavenplafond vallen, past het kabinet aan voor de loon- en prijsontwikkeling. Deze zogenoemde nominale ontwikkeling is sterker dan het kabinet verwachtte bij de Miljoenennota vanwege de hogere inflatie.
26. AccresDe hoogte van de uitgaven van het Rijk werkt voor de jaren 2022 t/m 2025 via de normeringssystematiek door in de indexatie van het Gemeentefonds, Provinciefonds en in het plafond van het Btw-compensatiefonds (het accres). De actualisatie van het uitgavenbeeld leidt tot een stijging van het accres.
27. Totaal uitgaven tabel 7 paragraaf 4Het totaal aan de lastenkant van de maatregelen met betrekking tot Vpb, Box 3, AOW, Defensie en verhogen WML wordt meegenomen in de herijking van het plafond.
28. Totaalbeeld Voorjaarsbesluitvorming tabel 8Ook voor het totaalbeeld van de voorjaarsbesluitvorming (paragraaf 5.1) wordt het plafond herijkt.
29. Herijking kasritme begrotingenDeze post bevat de overige aanpassingen aan de begrotingsstanden. De grootste post hierin bestaat uit de aanpassingen in de kasritmes van verschillende fondsen onder het investeringsplafond.
30. Eindejaarsmarge en 31. In=uit taakstellingDepartementen kunnen een deel van de middelen die in 2021 niet zijn besteed via de eindejaarsmarge meenemen naar 2022. Bij deze Voorjaarsnota wordt de eindejaarsmarge toegevoegd aan de departementale begrotingen. Als tegenhanger van de eindejaarsmarge is toen ook een in=uittaakstelling geboekt op de aanvullende post. Het inboeken van een in=uittaakstelling voorkomt dat het uitkeren van de eindejaarsmarge leidt tot belasting van het uitgavenplafond. De gedachte achter de in=uittaakstelling is dat er aan het einde van dit jaar naar verwachting weer in min of meer dezelfde mate als in 2021 sprake zal zijn van onderbesteding op de begrotingen.
Figuur 2 laat de groei van de uitgaven onder de verschillende deelplafonds zien gedurende deze kabinetsperiode.
Figuur 2 Ontwikkeling per plafond (in miljarden euro)