Base description which applies to whole site

2. Algemene kaders

2.1 Infrastructuur als instrument

Het ministerie maakt binnen de rijksinfrastructuur, en daarmee binnen het Infrastructuurfonds, een onderscheid tussen transportinfrastructuur (hoofdwegennet, spoorwegen en hoofdvaarwegennet) en hoofdwatersystemen. Bij transportinfrastructuur wordt ernaar gestreefd om de bereikbaarheid te verbeteren binnen (wettelijke) kaders van verkeersveiligheid en kwaliteit van de leefomgeving. Voor hoofdwatersystemen (waterbeheren- en waterkeringsprojecten) staat allereerst het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land centraal.

De manier waarop IenM met de rijksinfrastructuur omgaat, kent drie vaste elementen:

  • 1. Voor beheer en onderhoud van de bestaande infrastructuur is de vastgestelde basiskwaliteit het uitgangspunt.

  • 2. Om de capaciteit van de bestaande infrastructuur te verhogen worden vervolgens maatregelen getroffen om de hoofdwegen, spoorwegen en vaarwegen beter te benutten.

  • 3. Als dat ontoereikend is, wordt tenslotte nieuwe infrastructuur aangelegd. Het gaat dan zowel om uitbreidingen binnen de bestaande netwerken, bijvoorbeeld door verbreding van wegen, als om uitbreidingen in de vorm van volledig nieuwe tracés.

2.2 Mobiliteitsaanpak

Samen met de decentrale overheden is invulling gegeven aan het actieprogramma Regionaal OV, is het Nationaal Databank Wegverkeersgegevens (NDW) opgericht en zijn via het actieprogramma Groei op het Spoor de treinfrequenties toegenomen en vele stationsfietsenstallingen vernieuwd en/of uitgebreid. Ook is met de afspraken over en financiering van de Quickscan Decentraal Spoor invulling gegeven aan de motie Anker/Koopmans (TK 31 200 XII, nr. 55) en het amendement Cramer (TK 31 474 XII, nr. 10). Voorts is via de Bestuurlijke overleggen invulling gegeven aan de uitvoering van de impuls vaarwegen en het actieprogramma Wegen en is besluitvorming afgerond ten aanzien van diverse aanlegprojecten (TK 32 123-A, nr. 113 en TK 32 500-A, nr. 12).

Op 4 juni 2010 is een voorkeursbeslissing genomen over de invulling van het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) (TK 32 404, nr. 1). Het betreft een besluit over de 4 planstudies PHS, exclusief het deel voor Noord Nederland (€ 160 mln) en OV SAAL (€ 1,4 mld).

Op 29 juni 2010 is een hoofdlijnenbrief over de uitkomsten van de Nationale Markt- en Capaciteits Analyse (NMCA) aan de Kamer gezonden (TK 31 305, nr. 80). Het betreft hier een analyse op nationaal niveau waarbij de oplossingsrichtingen zijn gelaten aan het huidige kabinet. Voor conclusies op regionaal niveau is de Kamer een regionale uitwerking toegezegd.

2.3 MIRT

De toenmalige minister van VenW heeft samen met de toenmalige minister van VROM in het voorjaar van 2010 de bestuurlijke overleggen MIRT gevoerd. De uitkomsten van de MIRT-overleggen zijn aan de Tweede Kamer per brief van 15 juni gemeld (TK 32 123 A, nr. 113).

In het najaar van 2010 vonden de bestuurlijke overleggen MIRT plaats met de nieuwe bewindspersonen van het nieuw gevormde ministerie van IenM. Hierbij was tevens het nieuwe ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie vertegenwoordigd. De overleggen in het najaar stonden in het teken van het kennismaken met de nieuwe bewindspersonen van het ministerie van IenM en het bespreken van de hoofdpunten van het Regeerakkoord. De uitkomsten van de overleggen zijn per brief van 29 november aan de Tweede Kamer gemeld (TK 32 500 A, nr. 12) en besproken in het notaoverleg MIRT op 6 (infrastructuur) en 13 (water) december 2010.

Besluitvorming over programma’s en projecten geschiedt conform de Spelregels van het MIRT die vanaf 1 januari 2009 van kracht zijn. De Spelregels van het MIRT hebben het karakter van een ontwikkelproces. Door het controversieel verklaren van de geplande actualisatie van de spelregels, door de vaste Kamercommissie van VenW (d.d. 17 maart 2010), is de oorspronkelijke planning om vóór het zomerreces 2010 een geactualiseerde versie naar de Tweede Kamer te sturen aangepast. Wel is verder gewerkt aan het uitwerken van het MIRT onderzoek. De Tweede Kamer is hierover per brief van 15 juni 2010 geïnformeerd (TK 32 123 A, nr. 113, bijlage 2).

Eind 2010 is besloten om de actualisatie van de spelregels van het MIRT te koppelen aan de herziene Tracéwet. Dit omdat anders de Spelregels kort na elkaar wederom zouden moeten worden aangepast.

2.4 Aanvullend Beleidsakkoord en Coalitie-enveloppen

Teneinde de economie te stimuleren tijdens een economische neergang, heeft het vorige kabinet voor 2009 en 2010 op het terrein van VenW in totaal 543 miljoen euro uitgetrokken (waarvan 368 miljoen euro versneld en 175 miljoen euro extra).

In de onderstaande tabel is de verdeling van de voor 2010 beschikbare middelen (incl. saldo 2009) over de netwerken Hoofdwegennet (HWN), Hoofdwatersystemen (HWS) en Hoofdvaarwegennet (HVWN) alsmede de realisatie in 2010 inzichtelijk gemaakt. Onder de tabel is een nadere toelichting opgenomen.

Aanvullend beleidsakkoord (x € 1 mln.)

beschikbaar 2010

realisatie

reeds verplicht

saldo

HWS

Zandsuppleties

100

31

69

0

HWS

Steenbestortingen

23

8

11

4

HWN

Vorstschade wegen *

62

62

0

0

HWN

Onderhoud dicht asfaltbeton

39

39

0

0

HWN

Regulier onderhoud kunstwerken

30

24

6

0

HVWN

Kosmos (vaarwegen)

19

19

0

0

HVWN

Quick Wins Binnenhavens

50

25

25

0

HVWN

Lith e.a.

20

20

0

0

HVWN

Baggeren

40

35

5

0

 

totaal

383

263

116

4

*

Bij de behandeling van het MIRT 2009 is bij amendement Koopman/Roefs (32 132 A, nr. 31) € 17 mln. van de middelen voor het Aanvullend Beleidsakkoord ingezet t.b.v. (mede)financiering van enkele regionale projecten. Hiervan is € 10 mln. gevonden in de aanbestedingsmeevaller bij het herstel van de vorstschade. De overige € 7 mln. is in mindering gebracht op de middelen voor "Onderhoud dicht asfaltbeton".

Zandsuppleties

Van het voor 2010 beschikbare bedrag (incl. saldo 2009) van € 100 mln. is € 70 mln. van de ABA-middelen besteed aan suppleties in Zeeuws-Vlaanderen, Ameland en Voorne. Hiervan is € 31 mln. uitgegeven en € 39 mln. verplicht. Het verplichte deel zal in 2011 worden gerealiseerd. Bij de aanbesteding is afgesproken dat de aannemers de vrijheid hebben om de suppletiewerkzaamheden over twee jaar te spreiden.

Daarnaast is vanuit de ABA-middelen € 30 mln. verplicht als bijdrage aan de zandmotor. Oplevering van het werk is gepland in het voorjaar 2012.

Steenbestortingen

Het voor 2010 beschikbare bedrag (incl. saldo 2009) bedraagt € 23 mln.. Hiervan is in 2010 € 7,4 mln. uitgegeven ten behoeve van bestortingen cluster 1. Het betreft zeer urgente bestortingen in de Westerschelde en in de Oosterschelde.

De realisatie van cluster 2 (urgente bestortingen) zal deels uit ABA-middelen worden gefinancierd. Hiervoor zal de locatie Hoedekenskerke worden gerealiseerd. Ten behoeve van cluster 2 is in 2010 € 0,4 mln. uitgegeven. Voor de periode ná 2010 is een bedrag van € 11 mln. verplicht (incl. risicoreservering à € 0,9 mln.).

Vorstschade wegen

De voor 2010 beschikbare ABA-middelen à € 62 mln. zijn volledig besteed aan verhardingsonderhoud.

Onderhoud dicht asfaltbeton (DAB)

De beschikbare ABA-middelen voor DAB bedroegen € 39 mln. Vanwege het winterweer 2009/2010 is een groot deel van deze middelen, met prioriteit, gebruikt voor ZOAB-reparaties a.g.v. vorstschade. Het restant is besteed aan onderhoud DAB.

Regulier onderhoud kunstwerken

De beschikbare ABA-middelen (€ 30 mln.) zijn nagenoeg geheel uitgegeven. Bij één van de projecten (Contactliggerproblematiek diverse viaducten) is meer voorbereidingstijd nodig waardoor de uitvoering van het onderhoud doorschuift naar 2011 e.v.. De betreffende middelen (€ 6,5 mln.) zijn al wel verplicht.

Quick Wins Binnenhavens

In 2010 is er op het gebied van binnenhavens uitvoering gegeven aan de eerder bestuurlijk toegekende quick wins projecten. Sinds 2009 zijn er nu in totaal 61 projecten beschikt voor een totaal bedrag van € 82 mln. In 2010 zijn er vijf projecten opgeleverd, waaronder verbeteringen in de haven van Smallingerland, uitdieping van de haven van Roermond en de uitbreiding van de containerterminal te Hengelo. Daarnaast is ook de verdieping van het Makkumerdiep gerealiseerd. De uitvoering wordt voortgezet in de periode tot 2013.

Daarnaast is in 2010 de quick winregeling geëvalueerd; de Tweede Kamer is hierover begin 2010 geïnformeerd. Dankzij de quick wins is er tot 2020 voldoende capaciteit om de verwachte groei in vervoer op te vangen. Aanbevolen werd de resterende middelen in te zetten op een beperkt aantal projecten dat het landelijk netwerk van binnenhavens en terminals kan versterken.

Lith e.a.

In 2010 is verder gewerkt aan stuw Lith en de realisatie van de ligplaatsen in de IJssel (oplevering ligplaats Eefde in 2010; oplevering ligplaats IJsseloord in 2e kwartaal 2011). De beschikbare middelen zijn volledig besteed.

Kosmos (vaarwegen)

De beschikbare middelen zijn besteed aan het versneld aanpakken van het onderhoud van de natte kunstwerken (zoals sluizen, stuwen en bruggen). Het betreft o.a. de Grevelingensluis, de stuw en brug bij Borgharen en de Overlaatbrug.

Baggeren

De extra baggerwerkzaamheden die vanuit het Aanvullend Beleidsakkoord zijn gefinancierd, hebben o.a. betrekking op de volgende projecten: Euro-Maasgeul (bereikbaarheid Rotterdam), Twentekanalen, Zeeland (Krabbebeek, Zoutkom en Westbuitenhaven) en bereikbaarheid haven Moerdijk. Ook zijn er verplichtingen aangegaan voor baggerwerkzaamheden aan de Brabantse kanalen die deels uit de ABA-middelen worden gefinancierd (€ 5 mln.).

2.5 Publiek Private Samenwerking (PPS)

Algemeen

In de Infrastructuurbegroting 2010 is gemeld dat het project Schiphol–Amsterdam–Almere als PPS naar de markt zou gaan. In de voorbereiding van de aanbesteding is ervoor gekozen dit grote project op te delen in 5 deelprojecten welke opeenvolgend op de markt gebracht zullen worden. Het ontwikkelen van een integrale visie op de Afsluitdijk en de PPS-mogelijkheden voor het Deltaprogramma is eveneens in volle gang.

PPC-meerwaardetoets

Een aantal projecten heeft een zogenaamde PPC-meerwaardetoets doorlopen om te bekijken of PPS meerwaarde kan opleveren.

Het project A28 Utrecht-Amersfoort is aanbesteed onder de Spoedwet.

Een groot aantal PPC’s is opgestart en ook al afgerond. DBFM biedt meerwaarde bij:

  • 1. A12/A15 bereikbaarheid Arnhem–Nijmegen (4%)

  • 2. N18 Varsseveld Enschede (ruim 3%) 5

  • 3. A12 Ede- Grijsoord (ca. 1%)

  • 4. A13/A16/A20 Rotterdam (3%)

  • 5. Sluis IJmuiden (ook bekend als Zeetoegang IJmond, 6,4%)

  • 6. Wilhelminakanaal Tilburg (1%)

  • 7. Julianakanaal (ca. 2%)

Toelichting:

Een uitgebreide toelichting op de besluitvorming over de PPC’s c.q. een toelichting op de keuze voor DBFM of een andere contractvorm, wordt gegeven in de DBFM(O)-voortgangsrapportage.

DBFM-projecten in voorbereiding

Eind 2010 is de keuze gemaakt om de volgende projecten in DBFM uit te gaan voeren:

  • A12/A15 bereikbaarheid Arnhem–Nijmegen

  • A12 Ede-Grijsoord

  • N18 Varsseveld–Enschede

Na analyse van het hele netwerk is de onderhoudsscope bij al deze drie projecten breder getrokken dan de aanlegopgave. Hiermee wordt voorkomen dat een lappendeken aan contracten ontstaat op het netwerk.

Samen met de volgende projecten heeft RWS daarmee 9 DBFM-projecten in voorbereiding:

  • N33 Assen–Zuidbroek: De in 2009 gestarte voorbereidingen van de aanbesteding zijn in vergevorderd stadium zodat de aanbesteding in de eerste helft van 2011 zal starten.

  • Vier deelprojecten van Schiphol–Amsterdam–Almere

  • Zeetoegang IJmond

DBFM-projecten in realisatie

Drie DBFM-projecten zijn in de realisatiefase. Het gaat om de volgende projecten:

  • 1. Tweede Coentunnel: De uitvoering loopt in lijn met de bestuurlijke afspraken.

  • 2. A12 Lunetten–Veenendaal: Op 23 september 2010 heeft de financial close plaatsgevonden met het door BAM geleide consortium Poort van Bunnik. De gerealiseerde PSC-meerwaarde is 21%.

  • 3. A15–Maasvlakte–Vaanplein: Op 14 december 2010 was de Financial close. Daarmee is het contract nu definitief en kan het consortium A-Lanes A15 starten met de voorbereiding van de werkzaamheden. De gerealiseerde PSC-meerwaarde is 20%.

5

Niet opgenomen in de Infrastructuurbegroting 2010 omdat het een update betreft van een reeds eerder uitgevoerde PPC.

Licence