Base description which applies to whole site

Artikel 9. Handhaving en toezicht

9.1 Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Artikel 9. Handhaving en toezicht
(x € 1 000)
 

Realisatie 2006

Realisatie 2007

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Vastgestelde begroting 2010

Verschil 2010

Verplichtingen:

61 044

60 961

62 172

65 301

69 646

57 703

11 943

Uitgaven:

57 479

61 693

63 183

63 549

67 208

57 690

9 518

Programma:

17 801

20 441

21 394

15 356

16 828

19 648

– 2 820

 

Bevorderen naleving wetgeving voor Wonen, Wijken en Integratie

9 410

11 719

1 177

501

802

731

71

        
 

Bevorderen naleving wetgeving voor Milieu en Ruimte

1 296

1 066

10 131

7 713

8 043

9 386

– 1 343

        
 

Bevorderen samenwerking methodiek en strategie

909

1 578

1 556

1 202

1 290

2 604

– 1 314

        
 

Crisismanagement organiseren

5 774

5 388

7 059

5 687

5 941

5 778

163

        
 

Opsporen en bestrijden van fraude

412

690

1 471

253

752

1 149

– 397

Apparaat art 9 (IG)

39 678

41 252

41 789

48 193

50 380

38 042

12 338

Ontvangsten:

2 214

1 739

1 881

1 602

620

882

– 262

Toelichting

Verplichtingen

Het verschil is circa € 12,0 mln overuitputting. Dit resultaat wordt door een groot aantal mutaties bepaald, waarvan de meeste al zijn toegelicht bij de 1e en 2e suppletoire begroting 2010. De hoofdoorzaken zijn:

  • Meerdere budgetkortingen en generieke omslagen konden in tempo en aard niet adequaat worden gevolgd in verlaging van de uitgavenniveaus. Dit betekende een zeer forse budgetterugval in verband met bijdrage VI ten behoeve van VROM brede budgettaire problematiek;

  • Het later realiseren van de personele taakstelling alsmede hogere huisvesting- en ICT kosten.

Uitgaven

Het verschil van circa € 9,5 mln overuitputting wordt zoals bovenstaand beschreven eveneens door deze mutaties veroorzaakt. Ook hiervoor is reeds een toelichting gegeven bij de 1e en 2e suppletoire begroting 2010. De mutaties per instrument betekenden op het programmabudget een aanzienlijke onderuitputting. Halverwege het jaar is besloten tot bezuinigingen in verband met het voorziene tekort op de apparaatuitgaven.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn lager doordat de inning van legeskosten is vertraagd naar aanleiding van de opheffing van het ministerie van VROM alsmede de fusie tussen de VROM-Inspectie en de Inspectie van Verkeer en Waterstaat.

9.2 Slotwet
(Bedragen x € 1 000)

Artikel 9. Handhaving en toezicht

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Stand 2e suppletoire begroting 2010

63 819

63 806

882

Mutaties Slotwet 2010

5 827

3 402

– 262

Stand Slotwet 2010 (realisatie)

69 646

67 208

620

Toelichting

Het verschil bij de verplichtingen en de uitgaven is ontstaan door onderuitputting bij de programma-uitgaven en overuitputting bij de apparaatskosten. De oorzaken zijn:

  • Hogere kosten van externe inhuur (wel binnen de norm van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties);

  • Hogere loonkosten van eigen personeel (beloningsscheefheid);

  • Een niet gerealiseerde personele taakstelling;

  • Meer huisvesting- en ICT-kosten;

  • De programma-uitgaven zijn lager uitgevallen doordat halverwege het jaar besloten is bezuinigingen door te voeren om het voorziene tekort op de apparaatuitgaven te verkleinen.

Licence