Base description which applies to whole site

BELEIDSARTIKEL 3: ZORG EN BESCHERMING

Algemene doelstelling

Kinderen die ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd, krijgen zorg en worden, indien nodig, in bescherming genomen, zodat zij veilig kunnen opgroeien en zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige burgers.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1 000
 

Realisatie 2008

Realisatie 2009

Realisatie 2010

Vastgestelde begroting 2010

Verschil 2010

Verplichtingen

1 715 052

1 962 380

1 888 636

1 801 884

86 752

      

Uitgaven

1 550 179

1 699 073

1 842 971

1 808 123

34 848

      

Programma-uitgaven

1 550 179

1 699 073

1 842 971

1 808 123

34 848

1. Tijdige en effectieve hulp bij een zorgaanbieder

1 224 685

1 308 330

1 442 594

1 373 578

69 016

2. Snelle inzet van de meest adequate hulpmiddelen

322 469

386 872

393 642

425 245

– 31 603

3. Campussen

3 025

3 871

6 735

9 300

– 2 565

      

Ontvangsten

15 074

18 901

19 384

12 698

6 686

Toelichting programma-uitgaven:

De algemene doelstelling van dit beleidsartikel is vertaald in drie operationele doelstellingen:

  • 1. kinderen met ernstige opgroei- en opvoedproblemen en hun ouders/verzorgers krijgen op tijd effectieve hulp bij een zorgaanbieder;

  • 2. snelle inzet van de meest adequate hulpmiddelen om hulp op gang te brengen indien dit niet op vrijwillige basis kan en kinderen in hun opvoeding en ontwikkeling ernstig worden bedreigd;

  • 3. jongeren die (om andere reden dan ziekte of verzorging) niet naar school gaan, geen baan hebben en ook niet op zoek zijn naar werk of scholing, krijgen een intensief scholingstraject, dat hen weer terug kan leiden naar werk of opleiding.

Hieronder zijn de belangrijkste verschillen tussen begroting en realisatie verklaard. De gegevens betreffen de mutaties bij 1e en 2e suppletoire begroting en Slotwet.

3.1 Tijdige en effectieve hulp bij een zorgaanbieder

Stand vastgestelde begroting (bedragen x € 1 000)

1 373 578

Mutaties 1e suppletoire begroting:

 

1. Stimuleringsmaatregel bouw en onderhoud jeugdzorginstellingen

In het aanvullende beleidsakkoord 2009–2015 van het kabinet is een reeks van maatregelen opgenomen om de economische ontwikkeling in 2009 en 2010 te stimuleren. Daarbij zijn incidentele middelen beschikbaar gekomen voor bouw en onderhoud van jeugdzorginstellingen. Het gaat in totaal om € 80 miljoen, te verdelen over de jaren 2009 en 2010. Van dit bedrag is € 70 miljoen bestemd voor de provinciaal gefinancierde jeugdzorg en € 10 miljoen voor de gesloten jeugdzorg. In de tweede suppletoire begroting 2009 is een lijst met instellingen en maximumbedragen voor 2009 opgenomen. In deze eerste suppletoire begroting 2010 volgen de bedragen voor 2010 (zie paragraaf 2.2 eerste suppletoire begroting 2010 Jeugd en Gezin).

45 000

2. Stimuleringsmaatregel bouw en onderhoud jeugdzorginstellingen (zie ook mutatie 1).

10 000

3. Overheveling instellingssubsidies voor 't Anker voor één jaar en Overberg voor twee jaar van het ministerie van Justitie naar de «Uitvoeringseenheid Gesloten Jeugdzorg» verrekend met de vergoeding van Jeugd en Gezin aan Justitie voor de tijdelijke overgang van de twee instellingen.

13 852

4. Betreft uitkeren prijsbijstelling tranche 2009 van artikel 99.

3 254

5. In 2009 is met het Interprovinciaal overleg (IPO) een nieuw afsprakenkader gemaakt voor 2010 en 2011 hetgeen heeft geleid tot een eenmalige verhoging.

20 000

6. Overige mutaties

3 213

Stand 1e suppletoire begroting

1 468 897

Mutaties 2e suppletoire begroting:

 

1. Overboeking naar het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW). Het betreft de bijdrage voor 2010 van Jeugd en Gezin voor de onderwijskosten die samenhangen met de capaciteitsuitbreiding van scholen voor voortgezet speciaal onderwijs aan zeer moeilijk opvoedbare kinderen met een vestiging die fungeert als gesloten jeugdzorg waarbinnen onderwijs georganiseerd moet worden.

– 2 100

2. Deze budgettaire ruimte is met name ontstaan door minder behoefte aan nieuw te bouwen capaciteit gesloten jeugdzorg in 2010 dan oorspronkelijk voorzien. Verder is deze budgettaire ruimte ook ontstaan als gevolg van vertraging in opdrachtverlening.

– 10 300

3. Overige mutaties

– 481

Stand 2e suppletoire begroting

1 456 016

Slotwetmutaties:

 

1. Overboeking verhoging doeluitkering voor Justitiële taken naar artikel 3, operationele doelstelling 2.

– 3 933

2. De budgettaire ruimte is met name ontstaan door een lagere groei in de gesloten jeugdzorg dan geraamd.

– 7 295

3. Overige mutaties

– 2 194

Stand Realisatie 2010

1 442 594

3.2 Snelle inzet van de meest adequate hulpmiddelen

Stand vastgestelde begroting (bedragen x € 1 000)

425 245

Mutaties 1e suppletoire begroting:

 

1. De groei van de instroom in jeugdbescherming lijkt in 2009 afgezwakt te zijn. Op basis van de realisaties 2009 zijn voor de nieuwe raming de volgende groeipercentages gehanteerd: 2010 +3 %, 2011 +2 %, 2012 +1 %, 2013 e.v. +1 %. Daarnaast is de raming aangepast voor vertraging van de voorziene versnelling van de doorlooptijden.

– 5 800

2. Betreft uitkeren prijsbijstelling tranche 2009 van artikel 99.

1 443

3. Overige mutaties

1 500

Stand 1e suppletoire begroting

422 388

Mutaties 2e suppletoire begroting:

 

1. De budgettaire ruimte is ontstaan door een lagere groei in de jeugdbescherming dan geraamd.

– 15 000

2. Overige mutaties

95

Stand 2e suppletoire begroting

407 483

Slotwetmutaties:

 

1. Overboeking verhoging doeluitkering voor Justitiële taken van artikel 3, operationele doelstelling 1.

3 933

2. De budgettaire ruimte is ontstaan door een lagere groei in de jeugdbescherming dan geraamd en daardoor een lager beroep op de hardheidsclausule van voorzien.

– 17 706

3. Overige mutaties

– 68

Stand Realisatie 2010

393 642

3.3 Campussen

Stand vastgestelde begroting (bedragen x € 1 000)

9 300

Mutaties 1e suppletoire begroting:

 

1. Verlenging pilot campussen

4 000

2. Voor het Internaat voor Veiligheid en Vakmanschap (IVV) stond in 2009 € 0,5 miljoen gereserveerd die niet tot besteding is gekomen. Jeugd en Gezin stelt voor deze middelen over te hevelen naar 2010, zodat in 2010 € 5,5 miljoen voor het IVV beschikbaar is 1.

500

3. Overige mutaties

100

Stand 1e suppletoire begroting

13 900

Mutaties 2e suppletoire begroting:

 

1. Overboeking van art. 3 OD 3 naar artikel 98 (De verzameluitkering Jeugd en Gezin) in verband met de bijdrage van Jeugd en Gezin aan het project School2Care van de gemeente Amsterdam.

– 2 000

2. Overboeking van artikel 3 OD 3 naar artikel 98 (De verzameluitkering Jeugd en Gezin) in verband met de bijdrage van Jeugd en Gezin aan het project vervolg Quickscan.

– 3 000

3. Deze budgettaire ruimte is ontstaan door lager uitgevallen subsidieverzoeken binnen de pilot Campussen.

– 1 700

Stand 2e suppletoire begroting

7 200

Slotwetmutaties:

 

1. Budgettaire ruimte is ontstaan omdat een aantal activiteiten is doorgeschoven.

– 465

Stand realisatie 2010

6 735

1

Dit internaat is een afzonderlijke instelling die los staat van de reguliere campussen.

Toelichting ontvangsten

Stand vastgestelde begroting (bedragen x € 1 000)

12 698

Mutaties 1e suppletoire begroting:

 

1. Overige mutaties

595

Stand 1e suppletoire begroting

13 293

Mutaties 2e suppletoire begroting:

 

Geen mutaties

0

Stand 2e suppletoire begroting

13 293

Slotwetmutaties:

 

1. Extra ontvangsten met name door toename geïnde ouderbijdragen Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) en inhaalslag verrekening kosten interim functievervullingen bij de Raad van de Kinderbescherming.

5 893

2. Overige mutatie

198

Stand realisatie 2010

19 384

(Evaluatie-)onderzoeken

 

Onderzoek

onderwerp

Nummer

AD of OD

Start

Afgerond

Vindplaats

Beleidsdoorlichting

Beleidsdoorlichting

jeugdstelsel

2.1, 3.1, 3.2

2009

2010

TK 32 385, nr. 1

Effectenonderzoek ex post

Evaluatie pilots campussen

3.3

2007

2010

TK 31 001, nr. 22

TK 31 001, nr. 95

Overig Evaluatieonderzoek

Evaluatie implementatie nieuwe werkwijze gezinsvoogdij

3.2

2009

2010

www.rijksoverheid.nl onderzoek van het Kohnstam Instituut «Implementatie en doelmatigheid van de Deltamethode Gezinsvoogdij' .

TK 32 202, nr. 6

Licence