Realisatie 2007 | Realisatie 2008 | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Vastgestelde begroting 2011 incl. ISB | Verschil 2011 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen: | 7 971 324 | 7 417 181 | 5 961 095 | 6 090 076 | 6 581 962 | 6 852 756 | – 270 794 | |
Uitgaven: | ||||||||
Programma-uitgaven totaal | 7 032 238 | 7 585 224 | 6 192 226 | 6 239 635 | 6 749 305 | 7 041 889 | – 292 584 | |
3.1 | Nederlandse afdrachten aan de EU1 | 6 858 625 | 7 394 668 | 5 990 672 | 6 022 099 | 6 566 670 | 6 830 880 | – 264 210 |
3.2 | Ondersteuning bij pre- en post-accessie | 11 288 | 11 000 | 8 558 | 8 887 | 5 862 | 9 428 | – 3 566 |
3.3 | EOF Europees ontwikkelingsfonds | 149 580 | 166 792 | 179 829 | 195 228 | 163 233 | 189 133 | – 25 900 |
3.4 | Nederlandse positie in de EU | 3 442 | 3 585 | 3 678 | 3 752 | 3 860 | 3 145 | 715 |
3.5 | Raad van Europa | 9 303 | 9 179 | 9 489 | 9 669 | 9 680 | 9 303 | 377 |
Ontvangsten | 627 005 | 674 689 | 2 789 303 | 576 496 | 656 972 | 609 669 | 47 303 | |
3.10 | Perceptiekostenvergoedingen | 627 005 | 674 689 | 2 789 183 | 576 496 | 656 729 | 609 669 | 47 060 |
3.40 | Restitutie Raad van Europa | 0 | 0 | 120 | 0 | 243 | 0 | 243 |
Verplichtingen
De wijziging houdt verband met de hieronder toegelichte uitgaven waarbij aangetekend dat voor het Europees Ontwikkelingsfonds geen nieuwe verplichtingen zijn aangegaan.
Uitgaven
Begroting | Realisatie | Verschil | |
---|---|---|---|
Uitgaven: | |||
Vierde eigen middel EU | 4 040 806 | 3 644 179 | – 396 627 |
BTW-afdrachten | 351 398 | 341 056 | – 10 342 |
Landbouwheffingen | 303 000 | 255 846 | – 47 154 |
Invoerrechten | 2 135 676 | 2 325 589 | 189 913 |
Totaal uitgaven | 6 830 880 | 6 566 670 | – 264 210 |
Artikel 3.1
De Nederlandse afdrachten aan de EU zijn voor 2011 met ruim EUR 264 miljoen gedaald.
De EU-afdrachten bestaan uit vier componenten: BNI-afdrachten, BTW-afdrachten, invoerrechten en landbouwheffingen. De belangrijkste oorzaak voor de lagere afdrachten betreft een lagere BNI-afdracht (Vierde eigen middel EU). Vanwege bijgestelde BNI- en BTW-grondslagen is er nog een surplus aan BNI- en BTW-afdrachten over 2010 verwerkt. Deze zijn verrekend in de begroting 2011 waardoor per saldo minder afdrachten in 2011 zijn ontstaan.
Artikel 3.2
De uitgaven voor het MATRA-programma voor Europese samenwerking zijn verlaagd met ruim EUR 3 miljoen, omdat het besluit was genomen om de nieuwe verplichting voor het MES-programma pas in 2012 aan te gaan. Bovendien bleek dat de uitputting van het MES-programma 2011 lager uitviel dan verwacht. Tot slot heeft het programma MATRA Training Europese samenwerking (MTES), dat door het Agentschap NL zou worden uitgevoerd, vertraging opgelopen vanwege een rechtszaak over de aanbesteding.
Artikel 3.3
De uitgaven aan het Europees Ontwikkelingsfonds zijn verlaagd met EUR 25,9 miljoen. De financieringsbehoefte van de Commissie is voor 2011 lager dan verwacht en daarmee de bijdrage van Nederland. Deze lagere uitputting is het gevolg van vertragingen in regionale programma’s, vertragingen bij de invoering van het MDG-Initiatief en uitkeringen die om uiteenlopende redenen niet zijn doorgegaan.
Ontvangsten
Perceptiekostenvergoedingen zijn vergoedingen die Nederland ontvangt voor het innen van landbouwheffingen en invoerrechten. De vergoeding bedraagt 25 procent van de geïnde middelen. Door een per saldo stijging van het totaal van landbouwheffingen en invoerrechten stijgen ook de perceptiekostenvergoedingen.
Beleidsartikel 3
Onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid: overzicht met betrekking tot onderzoek geprogrammeerd voor afronding in 2011
Operationele doelstelling | Titel van de evaluatie | Jaar van afronding |
---|---|---|
Beleidsdoorlichtingen | ||
3.5 | Vijf jaar top van Warschau1 | 2011 |
Effectenonderzoek ex post | ||
– | – | – |
Overig evaluatieonderzoek | ||
– | – | – |
Algemene toelichting:
Nadere informatie, inclusief (waar beschikbaar) de tekst van de evaluatieonderzoeken zelf, is te vinden op de website van het ministerie van Buitenlandse Zaken:
http://www.minbuza.nl en klik op de banner evaluatie.
Specifieke toelichting:
De Nederlandse afdrachten aan de EU onder OD 3.1 vallen onder de evaluatieverantwoordelijkheid van de EU en maken geen onderdeel uit van de evaluatieprogrammering van het ministerie van Buitenlandse Zaken.