Algemene doelstelling
EL&I streeft naar een kwalitatief hoogwaardig voedselaanbod, een verantwoord consumptiepatroon en een hoog gezondheidsniveau van de Nederlandse veestapel.
Deze doelstelling richt zich op een verantwoorde productie en consumptie van voedsel. Dierhouders, producenten en consumenten hebben hierin een eigen verantwoordelijkheid. Dierhouders en producenten van voedsel zijn primair verantwoordelijk voor het waarborgen van de diergezondheid, voedselveiligheid en voedselkwaliteit. Consumenten hebben een eigen verantwoordelijkheid om op een zorgvuldige en veilige manier met voedsel en waarden rond voedsel om te gaan. EL&I heeft als taak om – veelal in internationaal en Europees verband – eisen en randvoorwaarden te stellen waar binnen partijen hun verantwoordelijkheid kunnen invullen.
Op basis van de Nota Duurzaam Voedsel (TK, 2008–2009, 31 532 nr. 18, Tweede Kamer) worden alle partijen in de keten, van producent tot bewuste consument, geacht hieraan een bijdrage te leveren. Met duurzaam wordt bedoeld een productie en consumptie met respect voor mens, dier en milieu. De vooraanstaande positie die Nederland op voedselgebied heeft in de wereld, wordt daarmee optimaal als kracht benut. In de eerste plaats is daarom ingezet op vergaande verduurzaming van de productie en het aanbod, waarbij de gehele keten is betrokken. Daarnaast is ingezet op het activeren van de consument om deze te verleiden tot een duurzame keuze. Ten slotte ligt internationaal de focus op het creëren van ruimte voor een duurzame Nederlandse agrofoodketen. De keten kan met zijn concurrentievermogen, innovatiekracht en duurzaamheidsambities optimaal bijdragen aan een duurzaam mondiaal voedselsysteem.
Halverwege 2011 is besloten tot een koerswijziging: het verduurzamen van de voedselproductie is de verantwoordelijkheid van de keten en dus van het bedrijfsleven. De overheid heeft dit proces een impuls gegeven en trekt zich daarna grotendeels terug. Dit past in de aanpak van het topsectorenbeleid, waarbij de agroketen als één van de negen topsectoren is aangewezen. Gezond voedsel is de verantwoordelijkheid van het Ministerie van VWS en de informatievoorziening verloopt via het Voedingscentrum. Het Convenant Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke producten, is eind 2011 afgesloten. Uit de evaluatie eind 2011 is gebleken dat het convenant erg succesvol was met betrekking tot het stimuleren van diervriendelijke producten, met onder andere het Beter Leven Kenmerk van de Dierenbescherming.
De door het Platform Verduurzaming Voedsel ingezette samenwerking met het bedrijfsleven heeft in 2011 geleid tot veel innovatieve pilots, bijvoorbeeld over verdere verduurzaming van de keten en projecten voor het verminderen van voedselverspilling (TK, 31 532 nr. 73 van 22 december 2011). De Monitor Duurzaam Voedsel over 2010 is in 2011 verschenen en liet een groei zien van bijna 30% aan aanbod van duurzame producten (Bijlage bij TK, 31 532 nr. 57). Ook is in 2011 de Voedselbalans verschenen, met daarin de stand van zaken ten aanzien van diverse aspecten van voedselbeleid.
Ook is de pilotregeling draagvlak duurzaam voedsel in 2011 geëvalueerd en aan de Tweede Kamer aangeboden (TK, 30 825 nr. 80). De regeling bleek succesvol en is in 2011 beëindigd.
Zoals in TK, 20 487 nr. 37 is aangegeven waren er in 2011 geen financiële middelen beschikbaar voor openstelling van de subsidieregeling maatschappelijke initiatieven als module van de RDN of de opvolger daarvan.
Op het terrein van voedselveiligheid is verder vorm gegeven aan modernisering van de vleeskeuring, waarbij onder andere in het kader van pilot projecten de inzet van de NVWA in de vleeskeuring wordt teruggebracht. Ook is nieuwe wetgeving op het gebied van dierlijke bijproducten geïmplementeerd, waarbij de administratieve lastendruk voor het bedrijfsleven is teruggebracht.
Voor veterinaire markttoegang (wegnemen van exportbelemmeringen) is samen met het bedrijfsleven een nieuwe strategie ontwikkeld, die uitgaat van scherpere prioritering, meer inzet van bedrijfsleven en een scherpere taakverdeling met de Europese Commissie.
Het afgelopen jaar is de mate van het vertrouwen van consumenten in voedsel vrijwel constant gebleven. Naast de overheid hebben ook het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties hier een verantwoordelijkheid. Het is van belang dat de sector blijft investeren in kwaliteit en veilig en gezond voedsel, daarover goed communiceert en dat ze de levensmiddelenregelgeving correct naleeft. Inzet van de overheid op onderwijs, voorlichting, transparantie en toezicht en controle van voedsel blijft geboden.
Ultimo 2011 is Nederland geconfronteerd met een nieuwe dierziekte, het Schmallenbergvirus. Dit zal zijn weerslag hebben in 2012.
Indicator | Basiswaarde | Peildatum | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Streefwaarde 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|
Output | ||||||
1. Mate van vertrouwen van consumenten in voedsel Bron: NVWA | 3,3 | 2008 | 3,5 | 3,4 | 3,4 | 3,5 |
2. EU-OIE vrije status Bron: EU en OIE | 7 | 2009 | 7 | 7 | 7 | 7 |
-
1) De realisatie 2011 is 3.4. De schaal loopt van 1 tot 5, waarbij 5 het hoogste is.
-
2) Nederland is vrij van een aantal dierziekten en heeft hier een officiële erkenning voor verkregen van de OIE en de EU. Om de door de EU en de OIE verleende erkenningen te behouden moeten bepaalde bewakingsonderzoeken worden uitgevoerd en moet direct actie worden ondernomen om Nederland vrij te houden van deze dierziekten. Het gaat om onderzoeken voor de volgende dierziekten: Brucella melitensis, Brucellose, Blauwtong, TSE (scrapie bij schapen/geiten en BSE bij runderen), KVP, AI en MKZ. In geval er in Nederland een uitbraak is van deze dierziekten moet dit gemeld worden aan de EU en de OIE. Voor 2011 is het streven om voor deze dierziekten de EU-status «vrij van dierziekten» te behouden gerealiseerd. De uitgaven en prestaties die samen met de uitvoering van deze en andere bewakings- en monitoringsprogramma’s en de in 2011 bestreden incidenten van besmettelijke dierziekten worden verantwoord in het het jaarverlag van het Diergezondheidsfonds.
Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Vastgestelde begroting 2011 | Verschil | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |||
Verplichtingen | 138 233 | 112 906 | 147 287 | 107 425 | 66 301 | 41 124 |
Uitgaven | 136 807 | 107 538 | 138 811 | 111 198 | 67 211 | 43 987 |
Programma-uitgaven | 45 797 | 30 723 | 75 576 | 26 720 | 30 428 | – 3 708 |
35.11 Bevorderen van kwalitatief hoogwaardig voedselaanbod en consumptiepatroon | 21 134 | 21 624 | 16 366 | 14 105 | 14 033 | 72 |
– Risicomanagement | 1 310 | 1 792 | 2 943 | 2 383 | 2 327 | 56 |
– Voedselveiligheid | 2 933 | 2 205 | 2 639 | 1 540 | 2 100 | – 560 |
– Consument, transparantie en ketenomkering | 3 774 | 3 596 | 7 576 | 9 399 | 8 276 | 1 123 |
– Destructie | 12 530 | 13 430 | 2 638 | |||
– Biotechnologie | 170 | 148 | 243 | 172 | 500 | – 328 |
– Overig | 417 | 453 | 327 | 611 | 830 | – 219 |
35.12 Handhaven diergezondheidsniveau | 24 663 | 9 099 | 59 210 | 12 615 | 16 395 | – 3 780 |
– Preventieve diergezondheid | 261 | 187 | 406 | 568 | 900 | – 332 |
– I&R | 307 | 225 | 5 | 3 | 100 | – 97 |
– Monitoring, early warning en bewaking | 4 771 | 2 444 | 4 454 | 4 858 | 5 200 | – 342 |
– Handhaving veterinaire veiligheid | 2 700 | 2 231 | 1 461 | 1 504 | 3 600 | – 2 096 |
– Crisisorganisatie en -management | 15 358 | 2 270 | 4 393 | 4 367 | 6 595 | – 2 228 |
– Q-koorts | 47 000 | |||||
– Overig (BSE, BTW-varkenspest, Vogelpest (AI), schikking fokverbod KVP, overig) | 1 266 | 1 742 | 1 491 | 1 315 | 0 | 1 315 |
Apparaatsuitgaven | 91 010 | 76 815 | 63 235 | 84 478 | 36 783 | 47 695 |
U35.21 Apparaat | 6 294 | 6 878 | 8 339 | 8 278 | 4 797 | 3 481 |
U35.22 Baten-lastendiensten | 84 716 | 69 937 | 54 896 | 76 200 | 31 986 | 44 214 |
– Dienst Regelingen | 1 975 | 1 969 | 6 | |||
– Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit | 74 225 | 30 017 | 44 208 | |||
Ontvangsten | 20 905 | 9 162 | 3 368 | 2 953 | 1 247 | 1 706 |
Uitvoering I&R | 600 | – 600 | ||||
BSE-laboratoria | 430 | – 430 | ||||
Overig | 2 953 | 217 | 2 736 |
Toelichting op de programma-uitgaven/verplichtingen
Operationele doelstelling: 35.11 Bevorderen van kwalitatief hoogwaardig voedselaanbod en consumptiepatroon
Consument, transparantie en ketenomkering
Overschrijding betreft met name projecten op het terrein van duurzaam voedsel en voedselverspilling die via het Platform Verduurzaming Voedsel zijn ingediend.
Indicator | Basiswaarde | Peildatum | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Raming 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|
Output | ||||||
Aantal basisscholen met smaaklessen Bron: landelijk Steunpunt Smaaklessen en SchoolGruiten Wageningen University | Beperkt aantal | 2005 | 2 150 | 24881 | 2 600 | |
Nalevingsniveau HACCP-verplichting Bron:NVWA | 80% | April 2009 | 80% | 80% | 80%2 | 90% |
De streefwaarde is 3 000 scholen in 2012. Het Steunpunt Smaaklessen verwacht dit nog steeds te gaan halen. Bij het aantal basisscholen met Smaaklessen gaat het om de bij het Steunpunt Smaaklessen geregistreerde scholen.
Indicator is gebaseerd op de jaarlijkse controleresultaten van een selecte steekproef van de doelgroep. Deze selectie wordt gemaakt op basis van een risico-inschatting, welke bedrijven een hoger nalevingsrisico hebben, de controlefrequentie en welke onderdelen van de HACCP verplichting gecontroleerd zullen worden. De indicator is gebaseerd op de audit-rapporten van de NVWA van deze selecte steekproef. Om op basis van de resultaten van dit onderzoek (selecte steekproef, hoger nalevingsrisicoprofiel etc.) een uitspraak te kunnen doen over het nalevingsniveau voor de gehele groep van bedrijven worden de verzamelde gegevens door een groep deskundigen besproken en geanalyseerd.
Operationele doelstelling: 35.12 Handhaven diergezondheidsniveau
Handhaving veterinaire veiligheid
De lagere realisatie houdt verband met een budgetoverheveling van € 1,6 mln in de Najaarsnota naar het Ministerie van Financiën voor extra controles door de Douane van passagiers en passagiersbagage om de insleep van dierziekten te voorkomen. Daarnaast heeft een budgetoverheveling plaats gevonden naar de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) voor de dekking van meerwerkosten voor onder andere Q-koorts (€ 0,3 mln).
Crisisorganisatie en -management
Vanuit dit instrument heeft een budgetoverheveling van € 2 mln plaats gevonden naar de NVWA voor financiering van aan NVWA verleende opdrachten en ter financiering van niet kostendekkende tarieven bij kleine slachterijen.
Overig
De overige uitgaven houden met name verband met het meerjarige onderzoeksproject ter bestrijding en voorkoming van Aviaire Influenza, in Indonesië («bestrijding aan de bron»). Het Ministerie van Buitenlandse zaken is hoofdfinancier van dit project. Tegenover de hogere uitgaven staan dan ook hogere ontvangsten.
Diergezondheidsfonds
De uitgaven en prestaties die samenhangen met de maatregelen om het diergezondheidsniveau te handhaven zoals de bewakings- en monitoringsprogramma’s en de maatregelen bij verdenkingen van besmettelijke dierziekten zijn verantwoord in het jaarverslag 2011 van het Diergezondheidsfonds.
Indicator | Basiswaarde | Peildatum | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Streefwaarde 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|
Output | ||||||
1. «early warning» bestrijdingsplichtige ziekten | 20 | 2005 | – | – | 4 | |
2. Vaccinbanken | 2 | 2006 | 2 | 2 | 2 | 3 |
3. Aantal beleidsdraaiboeken voor bestrijdingsplichtige ziekten en voedselkwaliteit | 5 | 2005 | 8 | 9 | 10 | 12 |
4. Aantal internationale «capacity building» projecten dierziekte-bestrijding | 2 | 2007 | 4 | 5 | 4 |
Bron: Ministerie van EL&I
Toelichting
-
1. Voor deze indicator is geen realisatiewaarde vermeld omdat het niet gelukt is om voor deze indicator betrouwbare realisatiegegevens te verkrijgen.
Deze indicator geeft het aantal dagen tussen (vermoedelijke) besmetting (vermeerderd met de ziekteafhankelijke incubatieperiode) en ontdekken aan. Besmetting wordt normaliter geconstateerd door de veehouder en/of dierenarts en moet voor aangewezen besmettelijke dierziekten verplicht bij de NVWA gemeld worden. Achtergrond van de indicator is dat het zo snel mogelijk ontdekken van een uitbraak van groot belang is om de ziekte zo snel en efficiënt mogelijk te kunnen bestrijden. De referentiewaarde ligt op 20 dagen, de streefwaarde is over de jaren bijgesteld naar 4. Vanuit EL&I is in de afgelopen jaren veel inspanning verricht om snel melden van besmettingen door veehouders te bevorderen. Bijvoorbeeld via voorlichting en instellen van early warning programma’s. Deze indicator heeft weliswaar een duidelijke intentie, maar is niet hard kwantificeerbaar aangezien er door de overheid slechts indirect op te sturen valt (door middel van bijvoorbeeld voorlichting).
-
2. EL&I beschikt permanent over vaccinbanken voor KVP en MKZ. In 2011 heeft EL&I ook voorzien in de beschikbaarheid van vaccin tegen Q koorts. Voor 2012 wordt de noodzaak hiertoe opnieuw bezien.
-
3. Meerdere draaiboeken zijn in concept gereed (AVP, Q koorts, paardenziekten). Afronding en accorderen hiervan is voorzien begin 2012. Dan wordt de streefwaarde van 12 gehaald.
-
4. Projecten in Indonesië, Turkije, Egypte en bij FAO in Rome.
Toelichting op de apparaatsuitgaven
35.21 Apparaat
De hogere uitgaven houden verband met interne verschuivingen van taken in het kader van de reorganisatie zoals extra taken op het terrein van voedselkwaliteit en duurzame voedselsystemen alsmede dierenwelzijn van gezelschapsdieren.
35.22 Baten-lastendiensten
De hogere bijdrage van ruim € 44 mln houdt verband met extra bijdragen aan de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit. Deze hogere bijdragen hebben onder andere betrekking op extra controles op het gebruik van antibiotica (€ 1 mln) alsmede op gederfde inkomsten (€ 3,4 mln) als gevolg van het niet kunnen doorberekenen van kosten boven het maximumplafond voor het roodvleesconvenant en bijdragen in tekorten op de niet-kostendekkende tarieven voor kleine slachterijen. De dekking is vrijgemaakt vanuit het OD 35.12 Handhaven diergezondheidsniveau.
Voorts is een bijdrage van € 6 mln aan de NVWA nodig gebleken voor dekking frictiekosten vanwege vertraging van de fusie. Daarnaast is het exploitatietekort van € 10,4 mln aangezuiverd. Het exploitatietekort ontstond onder andere door hogere werkelijke kosten ten gevolge van geringere uitstroom dan oorspronkelijk begroot.
Voor het afronden van de reorganisatie van de NVWA is een voorziening getroffen voor kosten van boventalligen. Aan deze reorganisatievoorziening is in 2011 door het Ministerie van VWS € 10 mln en door het Ministerie van EL&I € 12,5 mln bijgedragen. De dekking van EL&I voor het exploitatietekort en de voorziening is gevonden door een herschikking van budgetten in de tweede suppletoire begroting.
Toelichting op de ontvangsten
De hogere ontvangsten hebben betrekking op nagekomen bijdragen van de EU voor in voorgaande jaren gemaakte kosten voor onder andere Bluetongue en AI (€ 0,9 mln). Verder is de bijdrage van het Ministerie van Buitenlandse Zaken ontvangen voor het Aviaire Influenza project in Indonesië.
Soort onderzoek | Onderzoek onderwerp | OD | Start | Afgerond | Vindplaats |
---|---|---|---|---|---|
Effectenonderzoek ex-post | Evaluatie van de regeling inzake URA-categorie (Uitsluitend op Recept Afleveren) | 35.11 | 2010 | 2011 | TK, 29 683, nr. 68 |
Overig evaluatieonderzoek | Effect Smaaklessen | 35.11 | 2010 | 2012 | |
Preventiebeleid (algemeen) | 35.12 | 2011 | 2012 | ||
Grensoverschrijdende dierziekteoefening in Beneluxverband | 35.12 | 2010 | 2011 | TK, 29 683, nr. 67 | |
Evaluatie pilotregeling draagvlak duurzaam voedsel | 35.11 | 2011 | 2011 | TK, 30 825, nr. 80 | |
Evaluatie convenant Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke Producten | 35.11 | 2011 | 2011 | Bureau Bartels, 25 november 2011 |
Toelichting
-
– Er komt geen evaluatie voedselbeleid. Het voedselbeleid is/wordt wel op onderdelen geëvalueerd:effect smaaklessen, Voedingscentrum Nederland, Subsidieregeling draagvlak duurzaam voedsel en evaluatie Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke Producten.
-
– Effectmeting Smaaklessen wordt eind 2012 afgerond.
-
– Evaluatie Preventiebeleid (algemeen) wordt in 2012 afgerond.
-
– De evaluatie convenant Marktontwikkeling Verduurzaming Dierlijke Producten wordt voorjaar 2012 aan de Tweede Kamer aangeboden.