Het kabinet Rutte-Verhagen startte in oktober 2010, nadat de ontwerpbegrotingen nog door het vorige kabinet waren gepresenteerd. Het jaar 2011 stond vooral in het teken van het uitwerken van de regeerakkoordplannen en behandeling van de maatregelen in het parlement. Verschillende maatregelen zijn door het parlement aangenomen en zijn in 2012 in werking getreden. Met deze maatregelen wordt een aanzienlijke bijdrage geleverd aan het op orde brengen van de overheidsfinanciën.
De dubbele heffingskorting in het referentieminimumloon is afgeschaft. Hiermee is voorkomen dat de bijstandsuitkering op termijn hoger wordt dan het wettelijk minimumloon. Werken moet immers lonen.
De bijstand is activerender gemaakt. Er zijn scherpere verplichtingen ingesteld om op zoek te gaan naar een baan. Uitgangspunt is dat iedereen zelf zoveel mogelijk in zijn eigen inkomen voorziet.
Er zijn diverse maatregelen getroffen in de kindregelingen. In het kindgebonden budget is een vermogenstoets ingevoerd. Daarnaast worden de bedragen deze kabinetsperiode niet geïndexeerd. De kinderopvangtoeslag is gekoppeld aan het aantal gewerkte uren en er heeft een proportionele aanpassing van de toeslagtabel plaatsgevonden.
In 2011 zijn grote stappen gemaakt in de uitwerking van de plannen voor een steviger aanpak van fraude door burgers en bedrijven. Mensen die onterecht een uitkering ontvangen, benadelen anderen die onnodig hogere belasting en premies moeten opbrengen. Werkgevers die hun verplichtingen om te zorgen voor verantwoorde arbeidsomstandigheden niet naleven, zorgen voor oneerlijke concurrentie en kunnen de gezondheid en veiligheid van werknemers in gevaar brengen. Het kabinet neemt daarom een aantal stevige maatregelen om fraude op het gehele terrein van SZW te ontmoedigen en te bestrijden.