Base description which applies to whole site

Beleidsprioriteiten

Inleiding

In 2012 werd de buitenland-agenda in belangrijke mate beïnvloed door de financieel-economische crisis en de internationale politieke ontwikkelingen. Zo bleef de Arabische regio volop in beweging en werden de zorgen over het nucleaire programma van Iran groter. Het regeerakkoord van de regering Rutte–Asscher legde voor het buitenlands beleid de nadruk op internationale rechtsorde, mensenrechten, veiligheid, welvaart en economische diplomatie. Aan de hand hiervan is bepaald hoe en wanneer te reageren of anticiperen op ontwikkelingen in het buitenland. In de regering Rutte–Asscher is een minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking benoemd en hieraan gekoppeld werd besloten tot het overgaan van het DG Buitenlandse Economische Betrekkingen (DGBEB) van het ministerie van Economische Zaken naar het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hiermee maakte de regering een vuist van buitenlands en economisch beleid. De regering vergroot zo de kansen voor het midden- en kleinbedrijf in het buitenland en maakt nieuwe coalities tussen bedrijven, NGO's en particulieren mogelijk. In 2012 was er in dit kader veel aandacht voor Rusland, Turkije, China en Brazilië. Deze landen werden met grote regelmaat bezocht op politiek niveau, om de relatie met Nederland te bevorderen. Afgelopen jaar vroeg de aanpak van de voortdurende Europese schuldencrisis onverminderd aandacht. Nederland ijverde voor een betere interne markt om de concurrentiekracht van Europese economieën te versterken. Verder speelde het ministerie van Buitenlandse Zaken een prominente rol bij de onderhandelingen over de meerjarenbegroting van de Europese Unie (MFK). Nederland bevorderde ook in 2012 de internationale rechtsorde en stabiliteit. Het vredesproces in het Midden-Oosten Vredesproces bleef een belangrijk en terugkerend thema. Verder kregen ontwikkelingssamenwerking en het mensenrechtenbeleid in 2012 een compacter, duidelijker profiel. Nederland heeft voor het OS-beleid de vier speerpunten (veiligheid en rechtsorde, water, voedselzekerheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten) verder vorm gegeven. Het jaar 2012 stond in het teken van operationalisering en intensivering van de programma’s onder de speerpunten. De bezuinigingen en hervormingen verliepen in 2012 volgens planning. In 2012 zijn de bezuinigingen behaald door te centraliseren, te versoberen, door efficiënter te werken en door posten te sluiten en te verkleinen. Er waren echter ook investeringen. Zo opende Buitenlandse Zaken een aantal nieuwe posten en werd geïnvesteerd in kennis en beleidsprioriteiten.

Veiligheid

Nederland heeft zich in 2012 ingezet voor de bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit. De krijgsmacht, politie, justitie en andere civiele specialisten zijn actief ingezet voor internationale crisesbeheersing. Hierbij werd gewerkt volgens de geïntegreerde benadering.

In Afghanistan heeft de Nederlandse politiemissie bijvoorbeeld een groot aantal agenten getraind. We hadden hierbij speciale aandacht voor de positie van vrouwen bij de Afghaanse politie en justitie. Door de Nederlandse missie werkt de Afghaanse politie in Kunduz nu professioneler en zijn de inspanningen van de politie steeds meer op de belangen van de bevolking gericht. Met betrekking tot de crisis in Syrië, heeft Nederland besloten om gevolg te geven aan het verzoek van NAVO-bondgenoot Turkije om, in samenwerking met Duitsland en de VS, Patriot raketsystemen bij de Turks-Syrische grens te plaatsen, ter verdediging van het bondgenootschappelijk grondgebied. Verder heeft Nederland aangedrongen op een strategic review van de rule of law missie EULEX in Kosovo, die in 2012 ook heeft plaatsgevonden.

Iran

In 2012 namen de zorgen over de nucleaire plannen van Iran verder toe. Gesprekken met Iran leverden weinig op. Nederland was in de EU een pleitbezorger van sancties tegen Iran. Deze sancties moeten de druk op het Iraanse regime verhogen, zodat het land resoluties van de VN-Veiligheidsraad en het International Atomic Energy Agency (IAEA) naleeft en volledige openheid geeft over zijn nucleaire programma.

Piraterij

Ook in 2012 zette Nederland breed in op piraterijbestrijding, voornamelijk in de golf van Aden bij Somalië, onder meer door inzet op zee en door ondersteuning van economische initiatieven en capaciteitsopbouw. Dat deed Nederland in EU- en NAVO-verband.

MOVP

Het Midden-Oosten Vredesproces (MOVP) bleef een terugkerend thema. Nederland drong er bij beide partijen op aan geen stappen te zetten die een terugkeer naar de onderhandelingstafel compliceren, zoals de uitbreiding van de Israëlische nederzettingen. Nederland heeft zich daarom ook onthouden van stemming over de resolutie voor Palestijnse statusverhoging in de AVVN. Op 12 december stuurde minister Timmermans een brief aan de Tweede Kamer over het MOVP-beleid van de regering. Nederland gaf aan te blijven inzetten op een vredesakkoord op basis van de twee-statenoplossing en bouwt voort op de bestaande goede banden met zowel Israël als de Palestijnse Autoriteit. Nederland droeg in 2012 financieel bij aan de Palestijnse Gebieden en richtte zich hierbij op de twee speerpunten voedselzekerheid & private sector ontwikkeling en veiligheid & rechtsorde. De helft van het bedrag werd besteed aan humanitaire hulp ten behoeve van Palestijnse vluchtelingen. Tevens zette Nederland in 2012 belangrijke stappen ter voorbereiding van de plaatsing van containerscanners bij de grens West Bank-Jordanië en bij de grensovergang van Israël met Gaza om zodoende een duurzame bijdrage te leveren aan de verbetering van de economische positie van de Palestijnse Autoriteit.

Op het gebied van non-proliferatie en nucleaire ontwapening was Nederland actief tijdens de voorbereidende bijeenkomst van de 2015 Toetsingsconferentie van het Non-Proliferatie Verdrag (NPV). Daarnaast begon Nederland met de voorbereidingen van de NSS-top in 2014 in Den Haag. Ook was Nederland actief op het gebied van terrorismebestrijding (o.m. Nederlandse deelname binnen het Global Counter-Terrorism Forum) en cybersecurity (inzet ten behoeve van de EU-cyber strategie).

Welvaart en economische diplomatie

De Wereldhandelsorganisatie (WTO) versterkte in 2012 zijn positie als regelgever voor de wereldhandel. In augustus 2012 trad de Russische Federatie toe en daarmee zijn alle grote economieën nu lid van de WTO. De EU startte daarnaast voorbereidingen voor een handelsovereenkomst op het gebied van diensten. Hierbij zijn naast de EU 20 landen betrokken, waaronder de VS, Japan, Chili, Pakistan en Zwitserland. De EU rondde verder in december 2012 onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord met Singapore af. Hiermee is de deur geopend voor verdere onderhandelingen met de ASEAN regio.

Andere belangrijke momenten in 2012 waren:

  • 1. De start van onderhandelingen met Georgië, Armenië, Moldavië en Vietnam.

  • 2. De ondertekening van de vrijhandelsakkoorden met Colombia, Peru en Centraal Amerika.

  • 3. De voorbereidingen voor onderhandelingen met Japan, de Verenigde Staten en Marokko.

Naast onderhandelingen in multilateraal verband, wordt ook via missies en trouble shooting vorm gegeven aan economische diplomatie. Zo worden in het meldpunt handelsbelemmeringen individuele zaken van ondernemers in het buitenland behandeld (ca. 50 per jaar). De keuze voor te bezoeken landen wordt afgewogen in het kader van de strategische reisagenda. Rusland, Turkije, China en Brazilië worden met grote regelmaat op politiek niveau bezocht. Met het oog op krimp van de economie, is het des te belangrijker om met energie en optimisme pijlen te richten op het bevorderen van internationaal ondernemen in de brede zin van het woord (niet alleen export en uitgaande investeringen, maar ook import en inkomende investeringen). De topsectoren hebben eind 2012 hun internationale agenda gedefinieerd. Dit is een belangrijk uitgangspunt voor de aandachtspunten van het bilaterale werk. Het beleid wordt dan ook goed afgestemd in samenwerking met het ministerie van Economische Zaken en de topsectoren. Hun internationale agenda’s zijn belangrijke input voor het werk op de posten en de missies. Ten slotte wordt de internationalisering van het MKB gestimuleerd, onder andere door aandacht te schenken aan exportkredietverzekering.

Vrijheid en mensenrechten

In 2012 koos Nederland voor een mensenrechtenbeleid met een duidelijk profiel, met een gerichte inzet van het mensenrechtenfonds en tal van bilaterale en multilaterale initiatieven. De nadruk lag op onderwerpen waar Nederland het verschil wilde en kon maken, waaronder godsdienstvrijheid, internetvrijheid en rechten van vrouwen en LHBT (Lesbisch, Homo-, Bi-, en Transseksueel).

Zo zette Nederland zich in voor de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging door te pleiten voor een ambitieuze EU-opstelling, door bilaterale activiteiten te ondersteunen (uitbreiding van de pilot godsdienstvrijheid naar tien landen) en tijdens de reizen van de mensenrechtenambassadeur hier aandacht voor te vragen.

Ons land heeft daarnaast een voortrekkersrol gespeeld op het gebied van internetvrijheid. Nederland was in 2012 in tal van fora actief als voorzitter van de Freedom Online Coalitie. Deze coalitie werd afgelopen jaar uitgebreid met drie nieuwe leden. De tweede conferentie van de coalitie in Nairobi werd succesvol afgesloten.

Nederland steunde ook de gelijke rechten en kansen voor vrouwen en diende tijdens de AVVN (Algemene Vergadering van de Verenigde Naties) een resolutie in over geweld tegen vrouwen. Deze resolutie werd aangenomen. Verder vroeg Nederland in samenwerking met gelijkgezinde partners aandacht voor de rechten van LHBT, onder andere in landen als Rusland, Oekraïne en Oeganda. Ook steunde Nederland verdedigers van mensenrechten en hun organisaties en zette het zich in voor de relatie tussen mensenrechten en maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Internationale rechtsorde

Om de rechtsorde in de wereld te verbeteren heeft Nederland zich sterk gemaakt voor effectievere internationale instellingen. Bijzondere aandacht ging uit naar de uitbreiding van de rechtsmacht van de internationaalrechtelijke instellingen in Den Haag. Tijdens de Vergadering van de Statenpartijen van het Internationaal Strafhof zette Nederland zich met succes in voor concrete voorstellen ter verbetering van de effectiviteit van het Hof. De positie van hoven en tribunalen is daarbij verder geconsolideerd.

Daarnaast blijft hervorming van de VN een van de grootste uitdagingen voor internationale samenwerking. Nederland wil de VN-begroting versoberen door de contributieschalen te herzien. Hoewel de overeengekomen nulgroei van de begroting een goed resultaat is, moesten wij accepteren dat de methodiek van de huidige contributieschalen nog een aantal jaren ongewijzigd blijft.

Naast de versterking van de instituties is ook de uitwerking van algemeen geaccepteerde regels van groot belang voor de internationale rechtsorde. Zo was de operationalisering van het principe van Responsibility to Protect een grote uitdaging, mede geïnspireerd door de ontwikkelingen in Libië en Syrië. Nederland spande zich als co-voorzitter van de Group of Friends on Responsibility to Protect in voor de verbetering van preventie en non-militaire interventie door de internationale gemeenschap en het zoeken van de dialoog met kritische landen. Dit onderwerp stond centraal in het jaarlijks rapport van de SGVN en het daarop volgende debat in de AVVN. Daarnaast werkte Nederland aan de uitwerking van een beleidskader voor de bescherming van de burgerbevolking bij conflicten. Tenslotte groeide de steun voor het Nederlandse initiatief voor een multilateraal verdrag over internationale rechtshulp bij internationale misdrijven.

De Arabische regio

De Arabische wereld bleef in 2012 volop in beweging. De regio vertoonde een divers beeld. In een aantal landen was sprake van voorzichtige positieve ontwikkelingen in de richting van democratisering, in andere landen wisselde vooruitgang zich af met stagnatie. De roep om democratie in Syrië en de reactie daarop van het Syrische regime mondde uit in schrikbarend geweld tussen het regime van Assad en de opstandelingen. De VN-Veiligheidsraad bleef in 2012 verdeeld over de aanpak van deze crisis. De inspanningen van de Speciaal Vertegenwoordigers van de VN en de Arabische Liga, Kofi Annan en Lakhdar Brahimi, brachten geen politieke oplossing. Nederland voerde samen met andere landen de druk op Syrië op onder meer door het instellen van EU-sancties, steun aan de oppositie en aandacht voor wederopbouwhulp op het gebied van de watersector en het opbouwen van lokaal bestuur. Daarnaast leverde Nederland een humanitaire hulpbijdrage aan Syrische vluchtelingen in de buurlanden en behoeftigen binnen Syrië.

Nederland steunde de democratische transitie in de Arabische regio, onder andere via het in 2012 ingevoerde Matra-Zuid programma. De steun concentreerde zich onder meer op ondersteuning van het ontluikende maatschappelijk middenveld, ondersteuning van politieke partijontwikkeling, bevordering van werkgelegenheid van jongeren en training van ambtenaren in Egypte, Tunesië, Marokko en Jordanië. Nadat het bewind van Khadaffi in de tweede helft van 2011 was gevallen kwam Libië hierbij. Na de democratische verkiezing in Egypte van president Morsi en de installatie van een burgerregering, heeft de EU additionele transitiesteun aangeboden. Daarnaast is Nederland binnen het Matra-Zuid programma gestart met een samenwerkingsverband tussen de Nederlandse en Egyptische overheid. Daarbij is het de inzet van de regering en de EU om de situatie in Egypte voortdurend te monitoren en de samenwerkingsmiddelen daar waar mogelijk in te zetten om de ontwikkeling van de democratie, rechtsstaat en mensenrechten te bevorderen.

Nederland heeft zich ook in 2012 ingezet voor verdere uitwerking en uitvoering van het nieuwe Europese Nabuurschapsbeleid, om zo effectieve steun van de EU voor de transitieprocessen te bewerkstelligen. Nederland wilde vooral betere markttoegang voor producten uit de Arabische regio. De Europese Commissie is inmiddels gestart met verkennende gesprekken over diepgaande vrijhandelsakkoorden met Egypte, Jordanië, Marokko en Tunesië.

Ontwikkelingssamenwerking

Nederland spitste in 2012 de ontwikkelingssamenwerking verder toe op vier speerpunten: veiligheid en rechtsorde, water, voedselzekerheid en seksuele gezondheid. In alle speerpunten was er ook een rol weggelegd voor milieu, goed bestuur, gelijke rechten en kansen voor vrouwen. Maar bovenal was er aandacht voor de combinatie tussen handel en ontwikkelingssamenwerking. Nederland streefde naar meer investeringen van bedrijven, meer aandacht voor verbetering van het investeringsklimaat en meer aandacht voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Daarnaast heeft Nederland tijdens de Rio+20 conferentie over duurzame ontwikkeling er mede voor gezorgd dat over water, voedselzekerheid, duurzame landbouw en duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen goede afspraken zijn gemaakt.

Nederland heeft vorig jaar ook gewerkt aan een duidelijke inzet en visie voor de internationale discussie over de toekomst van ontwikkelingssamenwerking en de post-2015 agenda.

Veiligheid en rechtsorde

Conflicten zoals in Mali en Oost-Congo laten zien hoe belangrijk het is om het vroegtijdig uitbreken en escalatie van conflicten te voorkomen. Dit kan door onderliggende oorzaken zoals zwak bestuur en ongelijkheid aan te pakken. Het verbeteren van (lokaal) bestuur, veiligheid, de rechtsstaat en economische kansen, is essentieel.

Water

In 2012 had Nederland meer aandacht voor het waterprobleem in de wereld. We werkten wereldwijd samen met Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. Het Fonds Duurzaam Water behandelde voorstellen voor Public Private Partnerships (PPP’s). Deze leiden naar verwachting tot investeringen in de watersector ter waarde van EUR 100 miljoen, waarvan de helft door private partijen is gefinancierd.

Op basis van Nederlandse financiering kregen ruim 6 miljoen mensen toegang tot sanitaire voorzieningen en ruim 2 miljoen tot veilig drinkwater. Met UNICEF is een partnerschap ondertekend voor een groot water en sanitatie programma in West en Centraal Afrika, dat ongeveer 5 miljoen mensen zal voorzien van veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen. De aanbevelingen die IOB deed in haar evaluatie van het drinkwater- en sanitatieprogramma zijn opgevolgd in de vorm van duurzaamheidsclausules in nieuw afgesloten overeenkomsten. In december werden succesvolle post-2015 consultaties voor drinkwater en sanitatie in Den Haag gehouden; de consultaties hebben in een heldere boodschap geresulteerd voor ontwikkeling na 2015.

Voedselzekerheid

In 2012 is het thema voedselzekerheid verder uitgebouwd. Zowel op posten als in Den Haag is gekozen voor versterking van voedselzekerheid door onder meer ondersteuning van mondiale initiatieven en publiek-private partnerschappen. De focus lag op een viertal terreinen:

  • 1. Toename van duurzame productie van voedselgewassen.

  • 2. Verbetering van de toegang tot voedsel van goede kwaliteit.

  • 3. Beter functionerende markten.

  • 4. Verbetering van het ondernemingsklimaat.

De eerste resultaten worden in 2013 bekend gesteld.

Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten

Nederland droeg in 2012 op vier manieren bij aan het halen van de Millenniumdoelen over seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR):

  • 1. Meer kennis en keuzevrijheid van jongeren over hun seksualiteit.

  • 2. Verbeterde toegang tot voorbehoedmiddelen en medicijnen.

  • 3. Betere gezondheidszorg rond zwangerschap en bevalling inclusief veilige abortus.

  • 4. Meer respect voor seksuele en reproductieve rechten van groepen aan wie deze rechten worden onthouden.

Om uitvoering te geven aan de in mei 2012 gepubliceerde beleidsbrief, werd een SRGR fonds gelanceerd voor nieuwe activiteiten van (inter)nationale NGO’s. Een diverse en innovatieve portefeuille van elf activiteiten gaat bijdragen aan de vier resultaatgebieden. Daarbij is veel aandacht voor jongeren, de integratie SRGR en hiv/aids, samenwerking met de private sector en religieuze leiders en de mensenrechtenbenadering.

Partnerlanden

In de 15 partnerlanden in 2012 is begonnen met zowel de uitvoering van de programma’s als met de rapportage van de eerste resultaten op de speerpunten. Nog niet alle programma’s zijn volledig ontwikkeld. Over de resultaten is een Kamerbrief gestuurd. Hierin wordt onder andere aangegeven dat de ambassades sinds de zomer 2012 beschikken over de vereiste omvang en expertise voor het ontwikkelen en uitvoeren van het speerpuntenbeleid. En dat ook Nederlandse vakdepartementen en kennisinstellingen actief zijn betrokken bij de uitwerking van de strategische plannen. Daarnaast is een monitoringskader ontwikkeld voor het in kaart brengen van de resultaten van de speerpunten en de dwarsdoorsnijdende thema’s. Over de voortgang van de strategie van de exit-landen is eveneens een Kamerbrief gestuurd. Hierin wordt onder meer toegelicht dat de uitfasering op verantwoorde wijze gebeurd. Dit doet Nederland onder andere door voldoende middelen beschikbaar te stellen, zodat programma’s niet abrupt worden afgebroken.

Nederland in Europa

Ook het afgelopen jaar vroeg de aanpak van de voortdurende Europese schuldencrisis veel aandacht. Juist voor de open Nederlandse economie is een stabiele Europese afzetmarkt van het grootste belang. In 2012 werkten we aan het uitvoeren van het aangescherpte Stabiliteits- en Groeipact, betere controle op nationale statistieken en begrotingen en de het opsporen van macro-economische onevenwichtigheden. Het Europees Semester zorgde voor coördinatie van het economische beleid van de verschillende lidstaten. Ook heeft Nederland aandacht gevraagd voor het belang van voortgaande structurele hervormingen op nationaal niveau om de concurrentiekracht van Europese lidstaten te vergroten. Verder zijn met het Stabiliteitsverdrag de afspraken over begrotingsdiscipline verscherpt. De Europese Raad riep in juni 2012 Europees bankentoezicht in het leven om beter toezicht te houden op de Europese financiële sector. Dit bankentoezicht moet de verstrengeling tussen nationale banken en nationale overheden doorbreken. In 2012 is verder het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) in werking getreden. De regering presenteerde ten slotte eind 2012 haar visie op de toekomst van de EMU. Komend jaar wordt de regulering van de financiële sector verder uitgewerkt. Een crisisbeheersingsmechanisme is het sluitstuk van deze aanpak, om in het uiterste geval onder strenge voorwaarden bijstand te verlenen.

Interne markt

De concurrentiekracht van Europese economieën moet sterker. Daarom heeft Nederland samen met gelijkgezinde landen gewerkt aan een betere interne markt. Hierbij keek Nederland vooral naar diensten en de digitale interne markt. Een mijlpaal is het in december 2012 bereikte akkoord tussen Raad en Europees Parlement over het zogenaamde unitair octrooipakket. Hierdoor zijn de kosten voor het registreren van een octrooi in Europa aanzienlijk verminderd. Dit is essentieel voor het versterken van het innovatievermogen van bedrijven. Nederland speelde een voortrekkersrol bij de totstandkoming van dit octrooipakket.

Begroting EU

Het ministerie van Buitenlandse Zaken speelde een grote rol bij de onderhandelingen over de meerjarenbegroting (het Meerjarig Financieel Kader 2014 – 2020) van de Europese Unie. Tijdens het hele jaar zijn zware onderhandelingen gevoerd. Nederland drukte met een aantal gelijkgestemde landen een zware stempel op deze onderhandelingen. Op de Europese Raad van 22 en 23 november 2012 kwamen de landen – die bij aanvang nog ver uiteen lagen – dicht bij elkaar, maar tot een akkoord kwam het nog niet.

Staat van de Unie

De Staat van de Europese Unie 2011–2012 is samen met BZ-begrotingsstukken op 20 september 2011 aan de Staten-Generaal aangeboden. Op 9 februari 2012 vond het debat daarover plaats met de Tweede Kamer en op 3 april volgde de jaarlijkse Algemene Europese beschouwingen met de Eerste Kamer. Door nieuwe afspraken met de Eerste en Tweede Kamers over timing en opzet van de Staat, verscheen in 2012 geen nieuwe editie van de Staat.

EDEO

Hoge Vertegenwoordiger Ashton en de EDEO zijn belangrijke instrumenten om de Nederlandse en Europese belangen mondiaal te bevorderen. Door het gewicht van de EU kunnen Nederlandse belangen internationaal krachtiger worden behartigd. De Hoge vertegenwoordiger en de EDEO dragen bij aan de stabiliteit en veiligheid van de EU, inclusief Nederland, en bevorderen de internationale rechtsorde en mensenrechten. Dit zijn doelen van het Nederlandse buitenlands beleid. Het is goed dat de EDEO in 2013 een evaluatie houdt en hierbij te onderzoeken op welke punten het functioneren van de EDEO verder kan worden verbeterd en te kijken naar mogelijkheden om de synergie tussen de EDEO en het postennet van lidstaten te vergroten. Dit is zowel in het belang van lidstaten als in het belang van EDEO zelf. Ook blijft het van belang dat de lidstaten de Hoge Vertegenwoordiger voldoende ruimte en vertrouwen geven. Nederland blijft alert op de kosten en de plaatsing van Nederlanders bij EDEO. Er werken nu 82 Nederlanders bij de EDEO (3,74% van het totaal). Van de 140 EU-delegaties worden er zeven geleid door Nederlanders (5% van het totaal).

Consulaire diplomatie

Nederlanders in het buitenland hebben een eigen verantwoordelijkheid, maar als zij in nood zijn moeten ze kunnen rekenen op onze hulp. Dat was de kern van de consulaire dienstverlening in 2012. Daarnaast was er aandacht voor een meer slagvaardige reactie in het geval van een crisis in het buitenland en digitale dienstverlening aan burgers.

Migratie en terugkeer

Het ministerie helpt bij het personenverkeer tussen landen. Buitenlandse Zaken geeft visa af, houdt de vinger aan de pols in risicovolle landen en maakt afspraken over migratie met staten buiten de EU mogelijk. Het ministerie werkte intensief samen met het ministerie van Veiligheid & Justitie om migratie en terugkeer goed te laten verlopen. Soms waren harde maatregelen nodig. Zo is Ghana gekort op de ontwikkelingshulp, omdat zij structureel weigerden mee te werken aan de terugkeer van eigen onderdanen. Gesprekken met Irak verliepen juist constructief. Er werd een bedrag toegezegd voor de re-integratie van terugkerende vreemdelingen. Op dit moment is het nog te vroeg om de effectiviteit van deze maatregelen te bepalen.

Internationaal cultuurbeleid

In 2012 werd de koers voor het internationaal cultuurbeleid die in 2011 met de Kamerbrief «Meer dan Kwaliteit» was ingezet nader gepreciseerd: op 24 april 2012 stuurden de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van OCW een brief naar de Tweede Kamer waarin onder meer de economische focus voor het internationaal cultuurbeleid en het belang van culturele diplomatie uiteen werden gezet.

Nederlandse kunst en cultuur zijn een succesvol en opvallend exportproduct. De nauwe samenwerking in het kader van de strategische agenda voor economische diplomatie tussen departementen, bedrijfsleven en ambassades leverde meer verbindingen op tussen cultuur, economie, handel en toerisme. Dit bleek bijvoorbeeld tijdens de grote economische missie in 2012 naar Brazilië met prominente deelname van ontwerpers en vertegenwoordigers uit de creatieve industrie. De opening van belangrijke design tentoonstellingen tijdens de missie zorgde niet alleen voor een verbeterde marktpositie van de sector en grotere naamsbekendheid van Nederlandse ontwerpers, maar ook voor een positieve uitstraling van Nederland in het algemeen.

Het buitenlands succes van Nederlandse topinstellingen werd in 2012 aangegrepen om in het kielzog van deze instellingen minder bekende namen op de buitenlandse markt te introduceren. Zo trok de tentoonstelling van het Mauritshuis in Tokio 1,2 miljoen bezoekers die «en passant» ook een parallelle expositie van jonge Nederlandse ontwerpers konden bezoeken. Het Rijksmuseum begon in 2012 aan een wereldtour om de aandacht te vestigen op de heropening in april 2013. Samen met deze en andere instellingen zetten diplomatieke vertegenwoordigingen zich in om de Nederlandse culturele zichtbaarheid te vergroten in landen die vanuit cultureel, economisch en politiek oogpunt voor Nederland belangrijk zijn.

Nederland–Turkije 400 jaar

De viering van 400 jaar diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en Turkije zorgde voor veel (nieuwe) contacten tussen overheid, bedrijfsleven en de cultureel-maatschappelijke sector. Het koninklijk huis en bewindspersonen brachten bezoeken over en weer. Deze bezoeken, vaak gecombineerd met handel en cultuur, introduceerden veel Nederlandse bedrijven op de Turkse markt. Talloze maatschappelijke en culturele instellingen organiseerden evenementen in beide landen (veelal gefinancierd uit eigen middelen). Ook gemeenten met grote gemeenschappen Nederlanders van Turkse afkomst (zoals Schiedam en Deventer) waren actief en maakten Turks-Nederlands talent zichtbaar.

Internationale organisaties in Nederland

De problemen rond de kosten van de tijdelijke huisvesting van het Internationaal Strafhof zijn in 2012 opgelost. Het terrein van de voormalige Alexanderkazerne werd bouwrijp opgeleverd voor de nieuwbouw van het Internationaal Strafhof. De voorbereiding van de nieuwbouw voor Eurojust verloopt volgens schema.

De (deel)vestiging in Den Haag van het Restmechanisme voor het Joegoslavië- en het Rwandatribunaal (ICTY en ICTR), dat de resttaken van beide tribunalen overneemt na afloop van hun respectieve mandaten, werd voorbereid. Onderhandelingen over het zetelverdrag en over de huisvesting zijn gaande. Omdat het Restmechanisme van het Rwanda Tribunaal al in juli 2012 in werking trad is een tijdelijke overeenkomst gesloten. Er werd daarnaast overeenstemming bereikt over een zetelovereenkomst met het International Institute for Democracy and Electoral Assistance (IDEA) dat sinds september 2012 een vestiging in Den Haag heeft.

Het Joint Forces Command in Brunssum blijft in Nederland gevestigd. Over het NAVO Communication and Information Agency in Den Haag neemt de NAVO in 2013 een besluit. De onderhandelingen over het oprichtingsverdrag van het European Air Transport Command (EATC), waren aan het einde van 2012 nog niet afgerond door een meningsverschil tussen de statenpartijen.

Bezuinigingen

In 2012 zijn de bezuinigingen en hervormingen volgens planning verlopen. Onder meer door centralisatie, versobering en meer efficiëntie op het kerndepartement en het openen en sluiten van posten, zijn de voor 2012 geplande bezuinigingen die voortkomen uit Rutte I en Balkenende IV behaald. Leidraad voor de invulling van deze bezuiniging is de Kamerbrief Modernisering Diplomatie. Van de tien posten zijn er in 2012 vijf gesloten: Montevideo, Quito, Yaoundé, Asmara en het Consulaat-Generaal Barcelona. In 2013 sluiten ook Guatemala, Managua, La Paz, Ouagadougou en Lusaka. Tegenover deze bezuinigingen staan investeringen. We openden twee posten in 2012: Panama en Juba. Een slanker en sterker postennet biedt niet alleen financiële voordelen, maar ook een flexibele en moderne wereldwijde inzet door het ministerie van Buitenlandse Zaken ten behoeve van de vier landen van het Koninkrijk der Nederlanden.

Het budget voor ontwikkelingssamenwerking (ODA) is vanaf 2010 structureel afgenomen van 0,8 procent van het BNP naar 0,7 procent van het BNP. Dit betekende een bezuiniging van EUR 900 miljoen. Er is onder meer bezuinigd op onderwijs, begrotingssteun en gezondheidszorg. Ook tegenover deze bezuiniging stonden investeringen: er kwam meer budget vrij voor de vier speerpunten en de ontwikkeling van de private sector.

Ook het budget van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) moest omlaag. In HGIS spelen, naast Buitenlandse Zaken, ook de ministeries van Economische Zaken, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Veiligheid en Justitie een rol. Buitenlandse Zaken bezuinigde in 2012 EUR 8 miljoen op HGIS door het zogenaamde TCX-fonds van ontwikkelingsbank FMO te korten. De bezuiniging op de zogenaamde vrijwillige bijdragen stijgt tot EUR 40 miljoen in 2015, mede door een versobering van MATRA. De andere HGIS-ministeries hebben in 2012 samen EUR 2 miljoen bezuinigd. Dit bedrag loopt op tot EUR 10 miljoen in 2015.

De bezuinigingen van de regering Rutte–Verhagen worden in 2013 meer merkbaar. Daar komen de bezuinigingen van de regering Rutte–Asscher nog bij. Deze bezuinigingen zullen in een brief aan de Tweede Kamer worden voorgelegd, en in de begroting 2014 worden verwerkt.

Realisatie beleidsdoorlichtingen

Artikel

Realisatie

   

Toelichting

Vindplaats

 

20101

2011

2012

   

Artikel 1 versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

         

>

   

>

Conform begroting 2012 en planning periodieke beleidsdoorlichtingen

 

Artikel 2 Grote veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuurd

         

1. De Nederlandse inzet t.b.v. een effectiever en meer politiek functioneren van de NAVO

   

Afgerond (TK 28 676, nr. 169), conform melding aan de Tweede Kamer in Jaarverslag 2011

Rapport

4. Energievoorzieningszekerheid

   

Afgerond (TK 31 271, nr. 7) conform melding aan de Tweede Kamer in Jaarverslag 2011

Rapport

Artikel 3 Europese samenwerking

         

2. OS beleid van de Unie

   

X

De afronding van dit onderzoek vergt meer tijd dan voorzien. Het onderzoek wordt naar verwachting < juni 2013 met een beleidsreactie van de minister aan de Tweede Kamer gestuurd.

3. Vijf jaar top van Warschau

 

 

Afgerond (TK 21501–20, nr. 597)

Rapport

Artikel 4 Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede

         

2. Begrotingssteun

   

Afgerond (TK 31 271, nr. 6)

Rapport

Artikel 5 Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling

         

1. Basic Education

 

 

Afgerond (TK 31 271, nr 4)

Rapport

Artikel 6 Duurzaam water- en milieubeheer

         

2. Duurzame toegang tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen

   

Afgerond (TK 31 271, nr. 5)

Rapport

Artikel 7 Welzijn en veiligheid van Nederlanders in buitenland en regulering personenverkeer

         

1./2. Beleidskader consulaire dienstverlening

 

 

Afgerond (TK 32 734, nr. 10)

Rapport

Artikel 8 Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland

         

>

   

>

Conform begroting 2012 en planning periodieke beleidsdoorlichtingen

 
1

conform begrotingen en planning periodieke beleidsdoorlichtingen zijn in 2010 met name effectenonderzoeken afgerond die een input vormen voor ingeplande beleidsdoorlichtingen

Licence