Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 8 Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland

A. Algemene doelstelling

De inzet op de internationale belangen van Nederland en Nederlanders is de basis van de communicatieactiviteiten van het ministerie van Buitenlandse Zaken, in binnen- en buitenland. Met culturele diplomatie wordt de Nederlandse positie in het buitenland versterkt, zowel in cultureel, buitenlandpolitiek als economisch opzicht.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De uitvoering van het Internationaal Cultuurbeleid (ICB) is een gedeelde verantwoordelijkheid van de minister van Buitenlandse Zaken en OCW. Communicatie over het buitenlandbeleid is de primaire verantwoordelijkheid van Buitenlandse Zaken. Beeldvorming over Nederland raakt regerings-brede onderwerpen. Buitenlandse Zaken werkt dan ook nauw met andere departementen samen om een realistisch beeld over Nederland in het buitenland uit te dragen.

De minister is verantwoordelijk voor:

  • Het communicatie- en mediabeleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken en de coördinatie van de communicatie over de beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken, waaronder ontwikkelingssamenwerking en Europese Zaken. De communicatie is hierbij altijd gericht op de inhoud van beleid.

  • Aansturing van de posten.

  • Verdeling van publieksdiplomatie- en cultuurmiddelen over de posten.

  • Financiering voor grootschalige manifestaties in het buitenland.

  • Buitenlandse bezoekersprogramma’s.

  • Synergie tussen cultuur en het buitenlandpolitieke en economisch beleid.

  • Ondersteuning van cultuur in ontwikkelingslanden.

  • Het bestendigen van Den Haag als goede vestigingsstad voor internationale organisaties, in goede samenwerking met andere betrokkenen, zoals de gemeente Den Haag.

De minister is samen met de minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap ook verantwoordelijk voor:

  • Beleidsvorming en uitvoering ten aanzien van het Internationaal Cultuurbeleid.

  • De promotie van Nederlandse kunst in het buitenland en identificatie van internationale kansen en ontwikkelingen voor de Nederlandse culturele sector.

  • Aansturing van het Nederlands-Vlaams Huis «deBuren».

  • Afstemming met de SICA, fondsen en ondersteunende instellingen over internationale activiteiten. De algemene aansturing van fondsen en ondersteunende instellingen is de verantwoordelijkheid van de staatssecretaris OCW.

  • Beleidsvorming en uitvoering op het gebied van Gemeenschappelijk Cultureel Erfgoed.

De viering van 400 jaar diplomatieke betrekkingen met Turkije in 2012 kende een prominente culturele pijler, gericht op het opbouwen van duurzame relaties met Turkse counterparts. Betrokkenheid en ondersteuning vanuit het bedrijfsleven was groot; de top van Nederlandse en Turkse bedrijven liet zich graag associëren met culturele presentaties als een Gouden Eeuw tentoonstelling en een optreden van het Koninklijk Concertgebouworkest in Istanbul. Om de Turkse vraag naar Nederlandse cultuur te stimuleren, was Nederland gastland op diverse boekenbeurzen in Turkije en vonden onder de naam «Dutch Delight» optredens van Nederlandse podiumkunsten plaats op alle belangrijke Turkse podia. De culturele banden met Turkije zijn onmiskenbaar versterkt.

In 2012 werd verder het cultuurprogramma voor het bilaterale jaar in 2013 met Rusland voorbereid. Rusland zoekt meer aansluiting bij de internationale cultuurwereld en creatieve industrie. Op die vraag naar meer professionalisering en internationalisering wil de Nederlandse culturele en creatieve sector inspelen. Daarom wordt in nauwe samenwerking tussen Nederlandse en Russische lokale partners ingezet op een breed en gevarieerd programma van culturele evenementen en uitwisseling van professionals, voornamelijk gericht op Moskou en Sint Petersburg.

Aandacht voor Nederlandse podiumkunsten was er onder andere in de VS met het vier maanden durend «Distinctively Dutch Festival» in Pittsburgh. Door samenwerking tussen het Consulaat Generaal in New York en het bedrijfsleven werden rond het festival ook economische activiteiten georganiseerd.

Het jaar 2012 was het laatste jaar van het vierjarenprogramma Dutch Design Fashion and Architecture (Dutch DFA). Internationalisering van het topgebied creatieve industrie blijft belangrijk, juist nu de binnenlandse vraag nog altijd afneemt. Op verzoek van het Topteam creatieve industrie gaven de ministeries van Buitenlandse Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het Fonds voor de Creatieve Industrie in 2012 de opdracht te komen met een voorstel voor een nieuw programma voor de internationalisering van de ontwerpsector.

In 2012 hebben het ministerie van Buitenlandse Zaken en Departement Internationaal Vlaanderen besloten elkaars buitenlandse successen te versterken en gezamenlijk cultuur uit «de Lage Landen» te presenteren. Dit programma gaat van start met een presentatie van Nederlandse en Vlaamse literatuur in zes Britse steden.

Op het gebied van sport zet een coalitie van de Nederlandse Sportalliantie Internationaal, Koninklijke Nederlandse Voetbalbond en Right to Play in acht landen de samenwerking voort die was opgebouwd op basis van de beleidsnotitie «Kans voor open doel»

C. Beleidsconclusies

Het gedeeld cultureel erfgoed beleid (GCE) werd op basis van een positieve tussenevaluatie geactualiseerd. Grotere zichtbaarheid en verbinding met de economische belangen van Nederland zijn toegevoegd als doelstellingen, naast duurzame instandhouding van het erfgoed en versterking van internationale samenwerking op erfgoedterrein.

Daarnaast werd het gastlandbeleid structureel afgestemd via de daarvoor ingerichte interdepartementale fora. Handhaven en verbeteren van een goed vestigingsklimaat is van belang in het huidige economische klimaat. Uit contacten met de vertegenwoordigers van internationale organisaties, zowel al hier gevestigde als mogelijke nieuwe, blijkt dat de Nederlandse inspanningen worden gezien en gewaardeerd.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 8 Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland (x 1.000)
   

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Vastgestelde begroting 2012

Verschil 2012

Verplichtingen:

105.638

74.326

53.691

46.019

7.672

             

Uitgaven:

         
             

Programma-uitgaven totaal

87.268

92.833

76.310

81.892

– 5.582

             

8.1

Grotere buitenlandse bekendheid met de nederlandse cultuur

23.944

27.187

18.574

20.418

– 1.844

             

8.2

Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland

14.133

14.114

18.571

17.775

796

             

8.3

Vergroten van begrip en/of steun voor Nederlandse zienswijze, standpunten en beleid in het buitenland en het versterken van het draagvlak in eigen land voor het buitenlandbeleid

49.191

51.532

39.165

43.699

– 4.534

             

Ontvangsten

922

774

774

790

– 16

             

8.30

Doorberekening Defensie diversen

922

774

774

790

– 16

E. Toelichting

Verplichtingen

De hogere verplichtingenrealisatie is een saldo van mutaties. Hogere verplichtingen zijn gerealiseerd voor het Internationaal Strafhof waaraan een bijdrage in de huur voor de periode 2013–2015 werd toegezegd en een nieuwe verplichting voor het Nederlands-Vlaams Huis de Buren. Hier staat tegenover een daling van het budget voor Cultuur en ontwikkeling omdat de verplichting voor het Prins Clausfonds voor de periode 2012–2016 in 2011 is aangegaan en lagere verplichtingen als gevolg van de beëindiging van het Europafonds.

Uitgaven

Artikel 8.3

In verband met de demissionaire status van de regering waren er minder communicatieactiviteiten dan in eerste instantie werd voorzien.

Licence