Inleiding
Het werkterrein van de Huurcommissie wordt gevormd door het gereguleerde deel van de markt voor huurwoonruimte. Als huurders en verhuurders er onderling niet uitkomen, doet de Huurcommissie op verzoek uitspraken in geschillen tussen huurders en verhuurders omtrent de hoogte van huurprijzen en servicekosten. Duidelijke informatie over de huurprijswetgeving kan verschillen van mening tussen huurders en verhuurders in een vroeg stadium oplossen en zo procedures bij de Huurcommissie voorkomen. Via vernieuwde verzoekformulieren, de internetsite en de telefonische helpdesk heeft de Huurcommissie die informatie in 2012 verschaft. Daarnaast beantwoordt de Huurcommissie verzoeken van de Belastingdienst over de redelijkheid van huurprijzen in het kader van de uitvoering van de huurtoeslag door de Belastingdienst.
De Huurcommissie is een landelijk functionerend ZBO. Dit ZBO wordt ondersteund door de Dienst van de Huurcommissie (DHC), die de status van baten-lastendienst heeft. Hierdoor wordt het mogelijk om het verband te leggen tussen de kostprijzen enerzijds en de kwantiteit en kwaliteit van de diensten anderzijds.
Jaarlijks verstrekt de directie Woningmarkt (DG Woning en Bouw, DGWB) een opdracht aan DHC voor de uitvoering van de huurgeschilbeslechtings- en overige werkzaamheden. Het leeuwendeel van die werkzaamheden wordt afgerekend op basis van het aantal afgewikkelde zaken en de daarvoor geldende tarieven; deze tarieven behoeven goedkeuring door de eigenaar, de DG Woning en Bouw.
In 2012 is een reorganisatie doorgevoerd die een ingrijpende verandering van de inhoud van functies en werkprocessen inhoudt. De oude organisatie kende een sterke scheiding tussen de verschillende processtappen en daardoor veel overdrachten tussen medewerkers. Gebleken is dat die overdrachtsmomenten het risico op fouten groter maakten en het behandelingsproces vertraagden. In de nieuwe organisatie zijn functies verbreed en behandelen medewerkers een groter deel van het behandelingsproces. Door de combinatiefuncties zijn medewerkers flexiber inzetbaar. Hierdoor kunnen ondermeer kleine pieken in de werklast makkelijker opgevangen worden zonder externe medewerkers in te huren.
Exploitatie
(1) | (2) | (3)=(2)–(1) | (4) | |
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2011 |
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 18.426 | 14.085 | – 4.341 | 15.078 |
Omzet overige departementen | 0 | 0 | ||
Omzet derden | 1.353 | 986 | – 367 | 954 |
Rentebaten | 0 | 0 | 2 | |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 804 | |
Bijzondere baten | 453 | 1.498 | 1.045 | 2.434 |
Totaal baten | 20.232 | 16.569 | – 3.663 | 19.272 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 20.859 | 12.783 | – 8.076 | 14.785 |
– personele kosten | 12.406 | 7.030 | – 5.376 | 8.382 |
– materiële kosten | 8.453 | 5.753 | – 2.700 | 6.403 |
Afschrijvingskosten | 1.372 | 1.104 | – 268 | 1.205 |
– immaterieel | 803 | 1.007 | 204 | 949 |
– materieel | 569 | 97 | – 472 | 256 |
Overige lasten | 579 | 5.166 | 4.587 | 2.693 |
– dotaties voorzieningen | 0 | 2.781 | 2.781 | 0 |
– rentelasten | 126 | 0 | – 126 | 0 |
– bijzondere lasten | 453 | 2.385 | 1.932 | 2.693 |
Nog op te lossen problematiek | – 2.578 | 2.578 | ||
Totaal lasten | 20.232 | 19.053 | – 1.179 | 18.683 |
Saldo van baten en lasten | 0 | – 2.484 | – 2.484 | 589 |
Toelichting op de staat van baten en lasten
Baten
Omzet moederdepartement
De voornaamste bate van DHC bestaat uit de vergoeding door de opdrachtgevende beleidsdirectie Woningmarkt voor het aantal gerealiseerde zaken. Deze vergoeding wordt bepaald door de gerealiseerde aantallen geschilzaken respectievelijk redelijkheiduitspraken te vermenigvuldigen met het tarief per soort zaak.
Over 2012 is de opbrengst als volgt berekend:
Soort zaken | aantal | tarief | vergoedingen |
---|---|---|---|
Huurprijsgeschillen | 4.938 | € 1.609 | 7.945.242 |
Servicekostengeschillen | 2.801 | € 1.694 | 4.744.894 |
Huurverhogingsgeschillen | 629 | € 1.726 | 1.085.654 |
Redelijkheid huurprijzen | 245 | € 995 | 243.775 |
WOHV-geschillen1 | 5 | € 13.018 | 65.090 |
Totaal | 8.618 | 14.084.655 |
Het negatieve verschil tussen de begrote en gerealiseerde vergoeding is voornamelijk het gevolg van een lagere productie dan geraamd, wat weer veroorzaakt is door een lagere instroom van verzoeken dan verwacht. In de DHC-begroting 2012 was verondersteld dat in 2012 het beleidsvoornemen om 5% extra huurverhoging voor huishoudens met een inkomen vanaf € 43.000 mogelijk te maken, kracht van wet zou krijgen. Verwacht werd dat als gevolg hiervan extra geschillen aan de Huurcommissie voorgelegd zouden worden. Het desbetreffende wetsvoorstel is evenwel in 2012 niet ingevoerd en de verwachte extra verzoeken om geschilbeslechting zijn dan ook niet ingediend bij de Huurcommissie. Ook bij de overige zaken was er sprake van een lagere instroom en als gevolg daarvan een lagere productie dan verwacht.
Omzet derden
De opbrengst van de leges is lager dan bij de begroting de inschatting was. Dit is veroorzaakt door enerzijds de eerder genoemde lagere productie als gevolg van een lagere instroom en anderzijds een gemiddeld genomen lagere legesopbrengst per uitspraak dan verwacht.
Bijzondere baten
Ten behoeve van een aantal specifieke projecten heeft het moederdepartement in 2011 een specifieke bijdrage toegezegd en bij wijze van voorschot betaald. Jaarlijks wordt de definitieve hoogte van deze bijdrage bepaald en (na afloop van het desbetreffend jaar in rekening gebracht) op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten, die in 2012 hoger waren dan ten tijde van de begrotings-voorbereiding waren geraamd (zie lasten). In 2012 zijn kosten gemaakt in verband met de reorganisatie in 2009, waarvoor per ultimo 2011 een voorziening op de balans was opgenomen. Deze voorziening is grotendeels aangesproken ter financiering van deze kosten.
Lasten
Apparaatskosten: personele kosten
De personele kosten waren in 2012 lager dan begroot. Een voorname oorzaak hiervan was een lagere inhuur van externe medewerkers in samenhang met de lagere instroom van verzoeken dan verwacht.
Apparaatskosten: materiële kosten
Ook deze kosten waren lager dan begroot. Deels hangt dit samen met de lagere instroom van verzoeken dan verwacht, deels is dit het gevolg van in 2011 en 2012 getroffen doelmatigheids- en versoberingsmaatregelen alsmede meevallende kosten.
Dotaties voorzieningen
De voorzieningen zijn verhoogd in verband met de kosten als gevolg van de reorganisaties in 2012; zie verder de toelichting op de balanspost «Voorzieningen».
Bijzondere lasten
In 2012 zijn kosten gemaakt voor het nieuwe ICT-systeem, voor het verbeteren van de website van de Huurcommissie, ter voorbereiding van de behandeling van huishoudinkomensgeschillen en de verbetering van de digitale dienstverlening. Tevens zijn kosten gemaakt die voortvloeien uit de reorganisaties van 2009 en 2012. Ook de waardevermindering van onderhanden werk wordt onder deze post verantwoord.
Saldo van baten en lasten
Met het oog op kosten die in 2013 en verder gemaakt zullen worden voor de in 2012 doorgevoerde reorganisatie, zijn de voorzieningen met bijna € 2,8 mln. verhoogd. Vooral als gevolg hiervan is over 2012 een negatief exploitatieresultaat behaald van bijna € 2,5 mln. Ook de kosten van deze reorganisatie in 2012 zelf waren een kostenpost in 2012, waarmee in de begroting geen rekening was gehouden. In verband met deze kosten heeft het moederdepartement eind 2011 een bedrag van € 2,9 mln. toegekend en betaald. Omdat per ultimo 2011 de voornemens ter zake nog niet waren vervat in formele besluiten, kon genoemde bijdrage nog niet worden benut ter financiering van een dotatie aan de voorziening en is deze toegevoegd aan het eigen vermogen. Thans is die € 2,9 mln. alsnog aangewend voor het oorspronkelijke doel.
De reguliere lasten (dat wil zeggen exclusief de lasten die voortvloeien uit de reorganisatie) bedroegen € 14,814 mln., de reguliere baten bedroegen € 15,834 mln. Het saldo van reguliere baten en lasten was derhalve positief (€ 15,834 mln. – € 14,814 mln. = € 1,02 mln.).
Balans
Balans 2012 | Balans 2011 | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële activa | 3.323 | 3.773 |
Materiële activa | 113 | 203 |
– grond en gebouwen | 0 | 0 |
– installaties en inventarissen | 112 | 139 |
– overige materiële vaste activa | 1 | 64 |
Voorraden | 2.915 | 3.357 |
Debiteuren | 516 | 777 |
Nog te ontvangen | 78 | 70 |
Liquide middelen | 13.345 | 8.679 |
Totaal activa | 20.290 | 16.859 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 2.011 | 3.895 |
– exploitatiereserve | 4.495 | 3.306 |
– onverdeeld resultaat | – 2.484 | 589 |
Voorzieningen | 2.832 | 786 |
Leningen bij het MvF | 0 | 0 |
Crediteuren | 165 | 100 |
Nog te betalen | 15.282 | 12.078 |
Totaal passiva | 20.290 | 16.859 |
DHC stelt voor het bedrijfsresultaat ad – € 2,484 mln. ten laste van de exploitatiereserve te brengen.
Toelichting op de balans
Activa
Immateriële activa
De immateriële activa bestaan uit aangeschafte software en het Themis bedrijfssoftwarepakket dat in opdracht van de Huurcommissie door derden in 2010 is ontwikkeld en in januari 2011 in gebruik is genomen. Op bedragen van de post Themis wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname, dus vanaf 2011.
Materiële activa
De materiële activa bestaan uit inventaris, hardware, installaties en verbouwingen die in de afgelopen jaren zijn gedaan aan het kantoor Den Haag van DHC. DHC huurt haar kantoorruimten, deze panden staan daarom niet op de balans als activa.
Het grootste deel van de activa is begin deze eeuw aangeschaft waardoor de restwaarde beperkt is. Veel activa worden nog gebruikt terwijl ze inmiddels afgeschreven zijn.
Voorraden
Dit betreft het onderhanden werk.
Passiva
Eigen vermogen
Het eigen vermogen wordt gevormd door enerzijds de exploitatiereserve en anderzijds het onverdeeld resultaat over 2012. De exploitatiereserve is gevormd door de beginstand per 1 januari 2012 ad € 3,895 mln. en de eenmalige bijdrage van het moederdepartement ad € 0,6 mln. voor het treffen van een voorziening voor de aanpassing van systemen en procedures in verband met de wijziging van wet- en regelgeving inzake de huurprijswetgeving. Deze bijdrage ging niet gepaard met een betaling van het desbetreffend bedrag, maar bestond uit het als eenmalige bijdrage herbestemmen van een bedrag ad € 0,6 mln. dat in 2011 te veel was bevoorschot in het kader van de opdracht-2011. Omdat bij nader inzien de verslagleggingsregels het niet toestaan voor het aanpassen van systemen en processen een voorziening te treffen (een dergelijke aanpassing wordt beschouwd als behorend tot de normale bedrijfsvoering), is de bijdrage te beschouwen als een versterking van het eigen vermogen.
Het onverdeeld resultaat over 2012 bedroeg, zoals hiervoor vermeld en toegelicht – € 2,484 mln.
Als gevolg hiervan is het eigen vermogen gedaald tot € 2,011 mln. Niettemin is het eigen vermogen daarmee nog niet gedaald onder het in de Regeling baten-lastendiensten 2011 vermelde maximum van 5% van de gemiddelde jaaromzet in de jaren 2010–2012, zoals het voornemen was. Dit maximum bedraagt € 0,807 mln. Dit zal naar verwachting in 2013 wel het geval zijn.
Leningen bij het Ministerie van Financiën
In 2012 is bij het Ministerie van Financiën in afwijking van het voornemen geen initiële lening opgenomen ter financiering van de betaling aan het moederdepartement voor de overgenomen activa. In 2012 is het Ministerie van Financiën akkoord gegaan met het voorstel die betaling te financieren uit de liquide middelen van DHC. Evenmin is een lening opgenomen ter financiering van de investeringen, deze konden gefinancierd worden uit de beschikbare liquide middelen.
Voorzieningen
De voorziening die op de balans staat betreft kosten in verband met de reorganisaties in 2009 en 2012.
Stand per 1-1-2012 | Onttrekking | Vrijval | Dotatie | Saldo per 31-12-2012 | |
---|---|---|---|---|---|
Reorganisatie 2009 | 786 | 735 | 151 | 202 | |
Reorganisatie 2012 | 0 | 2.630 | 2.630 | ||
Totaal | 786 | 735 | 0 | 2.781 | 2.832 |
De verhoging van de voorziening door de dotatie komt via de verlies- en winstrekening ten laste van het resultaat.
Crediteuren
Dit betreft in 2012 ontvangen maar per ultimo 2012 nog niet betaalde facturen voor gemaakte kosten die betrekking hebben op 2012.
Nog te betalen
Deze post bestaat uit nog te ontvangen facturen, legesvoorschotten, vooruitontvangen vergoedingen door de opdrachtgever en het moederdepartement, alsmede verplichtingen jegens het personeel.
Onder deze post is ook de schuld aan het moederdepartement voor de overgenomen activa opgenomen.
Kasstroomoverzicht
Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (3)=(2)–(1) | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2012 | 3.340 | 8.679 | 5.339 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 1.372 | 5.230 | 3.858 |
Totaal investeringen (–/–) | – 1.372 | – 564 | 808 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 1.372 | – 564 | 808 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (–/–) | – 1.372 | 0 | 1.372 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 1.372 | 0 | – 1.372 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2012 (=1+2+3+4) | 3.340 | 13.345 | 10.005 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Ten tijde van het opstellen van de begroting is verondersteld dat de reguliere bedrijfsvoering de liquide middelen zou genereren die nodig zijn voor het aflossen van de lening die in 2012 zou worden opgenomen bij het Ministerie van Financiën. In 2012 is evenwel geen beroep gedaan op de leenfaciliteit, en was er derhalve ook geen sprake van aflossingen. De uitgaven voor de investeringen konden gefinancierd worden uit de liquide middelen.
Het saldo liquide middelen is ten opzichte van de beginbalans gestegen. Dit is veroorzaakt door vergoeding voor nog te ontvangen facturen (kosten die al wel gemaakt zijn maar nog niet betaald) en vooruitontvangen bedragen voor productie en projecten. Zie ook de toelichting op de post «Nog te betalen» van de Balans.
Zoals vermeld in de toelichting op het eigen vermogen, heeft het moederdepartement in 2012 een eenmalige bijdrage ad € 0,6 mln. toegekend. Deze bijdrage ging niet gepaard met een betaling van het desbetreffend bedrag, maar bestond uit het herbestemmen van een bedrag dat in 2011 in het kader van de opdracht-2011 te veel was bevoorschot. Dit bedrag maakte derhalve al deel uit van de rekening-courant bij de Rijkshoofdboekhouding per 1 januari 2012 en is daarom niet opgenomen op de regel «Eenmalige storting door het moederdepartement».
Doelmatigheid
Doorlooptijden
Voor de doorlooptijden van geschilbeslechting staat in de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte een termijn van vier maanden. Zoals hiervoor is aangegeven, is in 2011 een nieuw ICT-systeem ingevoerd met behulp waarvan de doorlooptijden verkort kunnen worden. De in de begroting vermelde streefwaarden voor 2012 zijn als volgt gerealiseerd:
Realisatie | Begroting | |
---|---|---|
% huurprijsgeschillen afgerond binnen 5 maanden | 80% | 66% |
% servicekostengeschillen afgerond binnen 5 maanden | 80% | 57% |
% huurverhogingsgeschillen afgerond binnen 5 maanden | 80% | 95% |
De beoogde versnelling van de doorlooptijden is bij de reguliere huurprijs- en de servicekosten-geschillen in 2012 nog niet gehaald. De oorzaak hiervan is dat DHC 2012 is gestart met relatief veel verzoeken die al langere tijd in behandeling waren. Deze verzoeken zijn met voorrang afgehandeld. In de loop van 2012 zijn de doorlooptijden sterk verbeterd. Eind 2012 lagen deze op een niveau dat de voor 2013 beoogde verdere verkorting van de doorlooptijden (ten minste 90% afgehandeld binnen 4 maanden) mogelijk maakt. Op basis van de werkelijke kosten over 2012 en de werkelijke aantallen afgehandelde zaken, zijn de integrale kostprijzen per product bepaald.
Integrale kostprijzen | Raming | Realisatie |
---|---|---|
Geschil Huurprijs | € 1.804 | € 1.581 |
Geschil Servicekosten | € 1.889 | € 1.706 |
Verklaring redelijkheid huurprijs | € 995 | € 885 |
WOHV-geschillen | € 13.018 | € 19.571 |
De gerealiseerde integrale kostprijzen van de behandeling van huurprijs- en servicekostengeschillen en verzoeken van de Belastingdienst over de redelijkheid van huurprijzen zijn lager dan geraamd met name als gevolg van de lagere apparaatskosten. De kosten voor de behandeling van WOHV-geschillen lagen daarentegen hoger dan geraamd. 2012 was het eerste jaar waarin deze geschillen voorgelegd konden worden aan de Huurcommissie, er waren derhalve geen ervaringscijfers beschikbaar bij het opstellen van de raming. De behandeling van deze geschillen is bewerkelijker en vraagt meer tijd dan aanvankelijk is verondersteld.
Personeel
Het aantal medewerkers in vaste dienst (uitgedrukt in fte) en de ontwikkeling daarvan in de loop der jaren is geen doelmatigheidsindicator, maar een kengetal.
Ultimo 2010 | Ultimo 2011 | Ultimo 2012 |
---|---|---|
62 | 74 | 66 |