Artikel
Algemene doelstelling
Het stelsel van studiefinanciering biedt studenten in het hoger onderwijs en deelnemers in de beroepsopleidende leerweg van het middelbaar beroepsonderwijs (vanaf 18 jaar) de financiële mogelijkheden om in Nederland en daarbuiten onderwijs te kunnen volgen.
Rol en verantwoordelijkheid
De minister is verantwoordelijk voor de doeltreffende en doelmatige werking van het stelsel van studiefinanciering, zoals geregeld in de Wet studiefinanciering 2000. De financiële toegankelijkheid is gewaarborgd: er zijn geen onoverkomelijke financiële belemmeringen om te gaan studeren. Tegelijkertijd wordt recht gedaan aan het principe dat studeren ook investeren is.
De minister heeft verschillende financiële instrumenten ter beschikking om de financiële toegankelijkheid van het onderwijs te waarborgen. Dit zijn de basisbeurs, de aanvullende beurs, de reisvoorziening, het collegegeldkrediet en de rentedragende lening. De overheid zet haar middelen voor studiefinanciering zo in dat het onderwijs voor iedereen toegankelijkheid is, ook voor mensen met een lager inkomen. Ook bij de ouders van studerenden ligt een verantwoordelijkheid: van hen wordt verwacht dat zij bijdragen aan de financiering van de studie van hun kinderen. Indien de ouders onvoldoende inkomen hebben, verstrekt de overheid een aanvullende beurs. Bij de studerende ligt de verantwoordelijkheid om zelf ook een bijdrage aan de studie te leveren, omdat de studie een investering in de eigen toekomst is.
Beleidsconclusies
In 2012 is het wetsvoorstel Studeren is investeren ingediend. Na de val van het kabinet Rutte I is dit wetsvoorstel controversieel verklaard. Daarom zijn de invoering van een sociaal leenstelsel in de masterfase en de verlenging van de aflossingstermijn van studieleningen van 15 naar 20 jaar niet doorgevoerd. Het recht op de reisvoorziening (OV-kaart) is wel beperkt van de nominale studieduur plus één uitloopjaar in plaats van drie uitloopjaren.
Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2012 | 2012 | |
Verplichtingen | 3.782.267 | 3.617.833 | 3.790.873 | 4.131.887 | 3.807.055 | 3.746.891 | 60.164 |
Totale uitgaven | 3.782.267 | 3.617.833 | 3.790.873 | 4.131.887 | 3.807.055 | 3.746.891 | 60.164 |
Basisbeurs | 992.566 | 963.997 | 1.198.484 | 1.041.952 | 1.176.404 | 1.266.547 | – 90.143 |
• Gift (R) | 640.966 | 711.397 | 808.120 | 873.052 | 915.853 | 1.021.900 | – 106.047 |
• Prestatiebeurs (NR) | 351.600 | 252.600 | 390.364 | 168.900 | 260.551 | 244.647 | 15.904 |
Aanvullende beurs | 589.700 | 578.100 | 629.379 | 583.500 | 612.222 | 671.230 | – 59.009 |
• Gift (R) | 471.100 | 473.400 | 523.731 | 489.800 | 499.865 | 514.517 | – 14.652 |
• Prestatiebeurs (NR) | 118.600 | 104.700 | 105.648 | 93.700 | 112.357 | 156.714 | – 44.357 |
Reisvoorziening | 596.475 | 440.630 | 450.811 | 803.237 | 292.937 | 196.608 | 96.330 |
Bijdrage aan vervoersbedrijven (R) | 852.893 | 672.178 | 672.346 | 996.331 | 539.319 | 374.318 | 165.001 |
• Gift (R) | 277.925 | 355.754 | 425.909 | 463.234 | 497.253 | 520.583 | – 23.330 |
• Prestatiebeurs (R) | – 534.342 | – 587.303 | – 647.443 | – 656.328 | – 743.635 | – 698.294 | – 45.341 |
Leenvoorzieningen | 1.219.326 | 1.255.007 | 1.294.051 | 1.354.449 | 1.423.416 | 1.463.482 | – 40.066 |
• Rentedragende lening | 1.174.713 | 1.187.857 | 1.207.497 | 1.252.579 | 1.300.675 | 1.277.663 | 23.012 |
• Collegegeldkrediet | 44.613 | 67.150 | 86.554 | 101.870 | 122.741 | 185.819 | – 63.078 |
Overige uitgaven | 305.064 | 303.500 | 125.645 | 260.235 | 188.783 | 60.596 | 128.187 |
Overige uitgaven relevant | 37.456 | 52.265 | 77.392 | 70.448 | 98.457 | 88.753 | 9.704 |
Overige uitgaven niet-relevant | 267.608 | 251.235 | 48.253 | 189.787 | 90.326 | – 28.157 | 118.483 |
Programma-uitgaven overig | 78.228 | 76.600 | 92.503 | 88.514 | 113.293 | 88.428 | 24.865 |
• Dienst Uitvoering Onderwijs (R) | 78.228 | 76.600 | 92.503 | 88.514 | 113.293 | 88.428 | 24.865 |
Totaal programma-uitgaven | 3.781.359 | 3.617.833 | 3.790.873 | 4.131.887 | 3.807.055 | 3.746.891 | 60.164 |
• Waarvan relevant | 1.824.225 | 1.754.292 | 1.952.557 | 2.325.051 | 1.920.405 | 1.910.206 | 10.199 |
• Waarvan niet-relevant | 1.957.134 | 1.863.541 | 1.838.316 | 1.806.836 | 1.886.650 | 1.836.685 | 49.965 |
Apparaatsuitgaven | 908 | ||||||
Totale ontvangsten | 473.015 | 541.891 | 629.024 | 662.979 | 694.980 | 755.386 | – 60.406 |
• Terugontvangen hoofdsom (NR) | 226.918 | 276.081 | 337.562 | 360.611 | 384.348 | 414.046 | – 29.698 |
• Ontvangen rente en relevante hoofdsom (R) | 170.717 | 198.092 | 223.869 | 240.832 | 234.426 | 277.345 | – 42.919 |
• Kortlopende vorderingen (R) | 75.379 | 67.718 | 67.593 | 61.536 | 76.206 | 63.995 | 12.211 |
Totale ontvangsten | 473.015 | 541.891 | 629.024 | 662.979 | 694.980 | 755.386 | – 60.406 |
• Waarvan relevant | 246.097 | 265.810 | 291.462 | 302.368 | 310.632 | 341.340 | – 30.708 |
• Waarvan niet-relevant | 226.918 | 276.081 | 337.562 | 360.611 | 384.348 | 414.046 | – 29.698 |
Toelichting:
Zowel voor de uitgaven als de ontvangsten wordt een onderscheid gemaakt tussen relevant en niet-relevant. Relevant betekent: relevant voor het begrotingstekort/EMU-saldo. De relevante uitgaven worden hoofdzakelijk gevormd door studiefinanciering die meteen als gift wordt toegekend en uitgekeerde prestatiebeurs die wordt omgezet in een gift (na behalen diploma binnen tien jaar). Onder de niet-relevante uitgaven vallen vooral de prestatiebeurs (zolang die nog niet is omgezet in een gift) en de rentedragende leningen.
De relevante ontvangsten worden vooral gevormd door de ontvangen rente op leningen. De niet-relevante ontvangsten betreffen hoofdzakelijk aflossingen op de hoofdsom van rentedragende leningen.
Uitgaven
Het verschil tussen de oorspronkelijke begroting en de uitgavenrealisatie in 2012 is € 60,2 miljoen, waarvan € 10,2 miljoen relevant en € 50,0 miljoen niet-relevant.
Ontvangsten
Het verschil tussen de oorspronkelijke begroting en de ontvangstenrealisatie in 2012 is – € 60,4 miljoen, waarvan – € 30,7 miljoen relevant en – € 29,7 miljoen niet-relevant. De verschillen tussen de begrotingsramingen en realisaties 2012 worden hierna bij de instrumenten toegelicht.
Het verschil tussen raming en realisatie bij de programma-uitgaven voor de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is € 24,9 miljoen. In 2011 is € 7,5 miljoen doorgeschoven naar 2012 voor de vernieuwing van de studiefinancieringssystemen en voor hetzelfde doel is bij Najaarsnota 2012 € 10,0 miljoen extra beschikbaar gekomen. Daarnaast is er op de DUO-budgetten op artikel 12 en 13 een onderuitputting van in totaal € 4,5 miljoen en deze uitgaven zijn om administratieve redenen gedaan ten laste van artikel 11. Voor de uitvoering van het Actieplan aanpak misbruik uitwonendenbeurs zijn de uitgaven in 2012 met € 2,5 miljoen verhoogd.
Toelichting op de instrumenten
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2012 | 2012 | |
Studerenden met een basisbeurs | 568.549 | 580.795 | 606.390 | 618.730 | 629.184 | 641.200 | – 12.016 |
bol | 210.186 | 210.670 | 219.110 | 220.271 | 223.172 | 241.700 | – 18.528 |
hbo | 242.882 | 249.435 | 260.442 | 266.876 | 271.003 | 277.100 | – 6.097 |
wo | 115.481 | 120.690 | 126.838 | 131.583 | 135.009 | 122.400 | 12.609 |
Alleen (nul)lening | 64.550 | 70.269 | 97.841 | 99.020 | 101.745 | 119.800 | – 18.055 |
bol | 0 | 1.438 | 1.752 | 2.146 | 4.632 | 1.900 | 2.732 |
hbo | 30.681 | 32.588 | 42.647 | 43.151 | 44.706 | 46.100 | – 1.394 |
wo | 33.869 | 36.243 | 53.442 | 53.723 | 52.407 | 71.800 | – 19.393 |
Totaal | 633.099 | 651.064 | 704.231 | 717.750 | 730.929 | 761.000 | – 30.071 |
Bron: realisatiegegevens DUO
Toelichting:
Het aantal studerenden met een vorm van studiefinanciering is in 2012 totaal 30.071 lager dan geraamd. Bij de studerenden met een basisbeurs ligt dit aantal per saldo ruim 12.000 lager. Bij het ho stijgt het aantal nog licht, maar met name bij de bol is de realisatie over 2012 veel lager dan de raming.
Het aantal studerenden zonder beurs maar met een rentedragende lening en/of de reisvoorziening is 18.055 lager dan de raming. Voor het wo is in de raming van een te hoog aantal uitgegaan.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2012 | 2012 | |
bol direct gift (bol 1/2 en 3/4 met diploma) | 141,8 | 124,2 | 119,4 | 112,5 | 107,0 | 126,7 | – 18,8 |
bol omzettingen prestatiebeurs in gift | 35,8 | 86,6 | 138,6 | 159,2 | 173,8 | 209,8 | – 36,8 |
ho omzettingen prestatiebeurs in gift | 463,4 | 500,6 | 550,1 | 601,3 | 635,0 | 685,4 | – 50,3 |
Totaal | 641,0 | 711,4 | 808,1 | 873,1 | 915,9 | 1.021,9 | – 106,0 |
Bron: realisatiegegevens DUO
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2012 | 2012 | |
bol toekenningen | 178,4 | 201,4 | 219,1 | 222,0 | 222,5 | 238,3 | – 15,7 |
bol omzettingen | – 35,8 | – 86,1 | – 137,9 | – 158,5 | – 173,0 | – 210,1 | 37,1 |
ho toekenningen | 759,6 | 799,2 | 853,1 | 873,0 | 884,5 | 895,7 | – 11,1 |
ho omzettingen | – 550,7 | – 662,0 | – 543,9 | – 767,7 | – 673,5 | – 679,2 | 5,6 |
Totaal | 351,6 | 252,6 | 390,4 | 168,9 | 260,6 | 244,6 | 15,9 |
Bron: realisatiegegevens DUO
Toelichting:
In de bol is in 2012 € 36,8 miljoen minder basisbeurs in gift omgezet dan geraamd. Daarnaast is in totaal € 34,5 miljoen minder aan basisbeurs uitbetaald dan geraamd, waarvan € 18,8 miljoen minder toegekend in de bol direct gift (bol 1/2 en 3/4 met diploma) en € 15,7 miljoen minder als prestatiebeurs toegekend aan deelnemers op bol-niveau 3 en 4.
In het ho is er ten opzichte van de raming 2012 € 50,3 miljoen minder basisbeurs omgezet in gift. Ten opzichte van 2011 is wel meer omgezet, maar de groei is minder sterk geweest dan geraamd. Daarnaast is er € 11,1 miljoen minder basisbeurs als prestatiebeurs toegekend dan geraamd.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2012 | 2012 | |
bol | 104.374 | 100.541 | 103.455 | 102.301 | 103.469 | 114.100 | – 10.631 |
hbo | 80.978 | 79.269 | 82.102 | 81.252 | 81.821 | 89.500 | – 7.679 |
wo | 25.250 | 24.672 | 25.997 | 25.785 | 26.133 | 28.700 | – 2.567 |
Totaal | 210.602 | 204.482 | 211.554 | 209.338 | 211.423 | 232.300 | – 20.877 |
Bron: realisatiegegevens DUO
Toelichting:
Het aantal verstrekte aanvullende beurzen is in 2012 lager dan geraamd. In het verlengde van het aantal studerenden met basisbeurs (zie tabel 11.2) is ook het aantal aanvullende beurzen lager dan geraamd. Bij de bol is het verschil tussen raming en realisatie 2012 het grootst.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2012 | 2012 | |
bol gift | 153,1 | 124,4 | 121,6 | 113,6 | 117,0 | 135,6 | – 18,6 |
bol prestatiebeurs | 115,9 | 143,5 | 188,0 | 198,7 | 209,2 | 238,8 | – 29,6 |
ho | 202,2 | 205,5 | 214,2 | 177,5 | 173,6 | 140,1 | 33,5 |
Totaal | 471,1 | 473,4 | 523,8 | 489,8 | 499,9 | 514,5 | – 14,6 |
Bron: realisatiegegevens DUO
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2012 | 2012 | |
bol toekenningen | 105,9 | 124,1 | 188,7 | 137,7 | 145,5 | 157,1 | – 11,6 |
bol omzettingen | – 17,2 | – 52,4 | – 136,2 | – 103,2 | – 110,9 | – 122,6 | 11,7 |
ho toekenningen | 173,2 | 171,5 | 140,6 | 217,4 | 233,1 | 269,9 | – 36,8 |
ho omzettingen | – 143,4 | – 138,4 | – 87,4 | – 158,2 | – 155,3 | – 147,7 | – 7,6 |
Totaal | 118,6 | 104,7 | 105,6 | 93,7 | 112,4 | 156,7 | – 44,3 |
Bron: realisatiegegevens DUO
Toelichting:
In de bol is in 2012 € 29,6 miljoen minder aanvullende beurs omgezet in gift dan geraamd. Daarnaast is in de bol totaal € 30,2 miljoen minder aan aanvullende beurs uitbetaald dan geraamd, waarvan € 18,6 miljoen minder toegekend als direct gift (bol 1/2 en 3/4 met diploma) en € 11,6 miljoen minder toegekend aan deelnemers op bol-niveau 3 en 4 in de vorm van prestatiebeurs. Deze realisaties zijn in lijn met het lagere aantal studerenden met een aanvullende beurs (zie tabel 11.5).
In het ho is er ten opzichte van de raming 2012 € 33,5 miljoen meer aanvullende beurs omgezet in gift. In vergelijking met de raming bleek er in het ho minder recht op aanvullende beurs in de vorm van prestatiebeurs te zijn en zijn de uitgaven € 36,8 miljoen lager uitgevallen.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2012 | 2012 | |
Aantal gebruikers van het reisrecht | 589.717 | 607.052 | 618.274 | 644.700 | 656.510 | 669.900 | – 13.390 |
bol | 185.547 | 188.093 | 186.234 | 192.548 | 194.599 | 215.600 | – 21.001 |
ho | 404.170 | 418.959 | 432.040 | 452.152 | 461.911 | 454.300 | 7.611 |
Aantal RBS | 15.129 | 16.308 | 17.671 | 17.828 | 18.964 | 19.100 | – 136 |
bol | 2.615 | 2.571 | 2.595 | 2.418 | 2.609 | 3.000 | – 391 |
ho | 12.514 | 13.738 | 15.076 | 15.410 | 16.355 | 16.100 | 255 |
Totaal | 604.846 | 623.360 | 635.945 | 662.528 | 675.474 | 689.000 | – 13.526 |
Bron: realisatiegegevens DUO
Toelichting:
Het aantal studenten met een reisvoorziening («OV-kaart») is in 2012 per saldo 13.526 lager dan geraamd. In het ho is er ten opzichte van de raming een stijging met 7.611 kaarthouders. In de bol is in 2012 ten opzichte van voorgaande jaren een kleine stijging zichtbaar. Ten opzichte van raming zijn er echter 21.001 minder kaarthouders. Deze daling is in lijn met de lagere realisatie van het aantal basisbeursgerechtigden (tabel 11.2).
Het aantal studenten met een financiële vergoeding voor studeren in het buitenland is in 2012 nagenoeg gelijk aan het geraamde aantal.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2012 | 2012 | |
Betaling aan vervoersbedrijven | 852,9 | 672,2 | 672,3 | 996,3 | 539,3 | 374,3 | 165,0 |
bol prestatiebeurs | – 126,2 | – 151,4 | – 170,0 | – 174,3 | – 200,4 | – 190,7 | – 9,7 |
bol omzettingen | 31,1 | 72,4 | 106,3 | 118,0 | 129,7 | 141,2 | – 11,5 |
ho prestatiebeurs | – 408,2 | – 435,9 | – 477,5 | – 482,0 | – 543,3 | – 507,6 | – 35,7 |
ho omzettingen | 230,9 | 265,9 | 300,1 | 325,7 | 343,9 | 359,0 | – 15,2 |
RBS en overig | 15,9 | 17,4 | 19,5 | 19,5 | 23,7 | 20,3 | 3,4 |
Totaal reisvoorziening | 596,5 | 440,6 | 450,8 | 803,2 | 292,9 | 196,6 | 96,4 |
Bron: realisatiegegevens DUO
Toelichting:
De realisatie 2012 van de uitgaven reisvoorziening is per saldo € 96,4 miljoen hoger dan begroot. Bij de betaling aan vervoersbedrijven is het verschil tussen begroting en realisatie 2012 per saldo € 165,0 miljoen. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door kasschuiven van 2012 naar 2011 en van 2013 naar 2012. In december 2012 is € 221,5 miljoen van de voorlopige vergoeding 2013 aan de OV-bedrijven vooruit betaald, waarmee een bijdrage is geleverd aan de optimalisatie van het kasritme van de Staat.
De reisvoorziening is voor de meeste studerenden onderdeel van de prestatiebeurs. Er is in 2012 € 45,4 miljoen minder reisvoorziening als prestatiebeurs toegekend (bol – € 9,7 miljoen; ho – € 35,7 miljoen).
Hoewel er een stijging is ten opzichte 2011, zijn de omzettingen naar gift in 2012 € 26,6 miljoen lager dan de raming voor 2012 (bol – € 11,5 miljoen, ho – € 15,1 miljoen).
Er is in 2012 € 3,4 miljoen minder aan reisvergoeding voor studerenden in het buitenland betaald dan geraamd.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2012 | 2012 | |
Rentedragende lening | 1.122,9 | 1.135,1 | 1.131,5 | 1.169,1 | 1.212,8 | 1.181,7 | 31,1 |
Omzettingen prestatiebeurs naar rentedragende lening | 51,9 | 52,8 | 76,0 | 83,4 | 87,9 | 96,0 | – 8,1 |
collegegeldkrediet | 44,6 | 67,1 | 86,6 | 101,9 | 122,7 | 185,8 | – 63,1 |
Totaal | 1.219,3 | 1.255,0 | 1.294,1 | 1.354,4 | 1.423,4 | 1.463,5 | – 40,1 |
Bron: realisatiegegevens DUO
Toelichting:
Per saldo is er in 2012 € 40,1 miljoen minder uitbetaald aan studieleningen dan geraamd. De uitgaven aan de reguliere studielening zijn in 2012 € 31,1 miljoen hoger dan geraamd. Bij het collegegeldkrediet is de realisatie lager uitgevallen, vooral omdat met het vervallen van de langstudeerdersregeling er geen langstudeerderskrediet nodig is geweest. Net als bij de omzetting van basis- en aanvullende prestatiebeurs en OV-prestatiebeurs in gift (zie voorgaande tabellen) is er in 2012 ook minder prestatiebeurs omgezet in een rentedragende lening.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2012 | 2012 | |
Hoofdsom (NR) | 226,9 | 276,1 | 337,6 | 360,6 | 384,3 | 414,0 | – 29,7 |
Relevante rentedragende lening | 21,9 | 17,2 | 12,3 | 8,5 | 5,5 | 6,6 | – 1,1 |
Rente ontvangsten | 143,6 | 175,4 | 206,4 | 227,5 | 223,8 | 266,9 | – 43,1 |
Renteloos voorschot | 5,2 | 5,5 | 5,1 | 4,9 | 5,1 | 3,9 | 1,2 |
Totaal ontvangsten | 397,6 | 474,2 | 561,4 | 601,4 | 618,8 | 691,4 | – 72,6 |
Bron: realisatiegegevens DUO
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2012 | 2012 | |
Achterstallig Lager Recht (ALR) | 60,3 | 48,6 | 47,6 | 45,2 | 48,1 | 58,1 | – 10,0 |
Reisvergoeding | 14,5 | 18,8 | 19,6 | 16,1 | 16,9 | 5,6 | 11,3 |
Overig | 0,5 | 0,3 | 0,4 | 0,2 | 11,2 | 0,4 | 10,8 |
Totaal Kortlopende vorderingen | 75,4 | 67,7 | 67,6 | 61,5 | 76,2 | 64,1 | 12,1 |
Bron: realisatiegegevens DUO
Toelichting:
In vergelijking met de raming is er in 2012 minder terugbetaald: € 43,1 miljoen aan rente en € 29,7 miljoen aan hoofdsom studielening. Vooral de extra aflossingen, die naast de verplichte aflossingen worden gedaan, zijn lager dan geraamd. Dit laatste valt lastig te ramen.
2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | |
---|---|---|---|---|---|
Renteloze voorschotten t/m 1986 | 37,3 | 33,2 | 30,2 | 28,2 | 27,5 |
Rentedragende leningen verstrekt voor 1992 | 82,5 | 59,8 | 44,4 | 33,1 | 25,7 |
Rentedragende leningen verstrekt na 1992 | 7.760,9 | 8.744,9 | 9.703,4 | 10.645,4 | 11.598,0 |
Collegegeldkrediet | 55,8 | 124,9 | 208,2 | 296,7 | 397,7 |
Totaal | 7.936,5 | 8.962,8 | 9.986,2 | 11.003,4 | 12.048,9 |
Bron: realisatiegegevens DUO
Toelichting:
De tabel geeft de vorderingstanden aan het einde van het jaar. Het betreft de vorderingen op oud-studenten en op actieve studenten exclusief de prestatiebeursleningen.
Artikel