Base description which applies to whole site

1: Primair onderwijs

Artikel

Algemene doelstelling

Het primair onderwijs zorgt dat leerlingen in de eerste fase van de doorlopende leerlijn hun talenten maximaal kunnen ontplooien en vervolgonderwijs kunnen volgen dat het beste past bij hun talenten. Het legt bovendien de basis voor de huidige en toekomstige deelname van deze leerlingen aan de samenleving.

Rol en verantwoordelijkheid

De minister is verantwoordelijk voor een primair onderwijsstelsel dat zodanig functioneert dat het onderwijs aansluit bij de talenten en de ambities van individuele leerlingen en bij de behoeftes van de maatschappij.

In het bijzonder is zij verantwoordelijk voor de toegankelijkheid van het onderwijs, de rechtmatige en doelmatige besteding van de middelen voor het onderwijs en het borgen van de onderwijskwaliteit. De instrumenten die zij tot haar beschikking heeft zijn het uitvaardigen van wet- en regelgeving, het verstrekken van bekostiging, subsidies en opdrachten, het houden van toezicht en het voeren van een dialoog met belanghebbenden, en zonodig actief voeren van regie.

Kengetallen

Indicatoren voor het primair onderwijsstelsel worden beschreven in het Onderwijsverslag 2011–2012 en in Trends in Beeld 2012 .

Tabel 1.1: Leerlingen primair onderwijs (x 1.000)
         

Realisatie

Raming

 

2008

2009

2010

2011

2012

2012

Leerlingen basisonderwijs

           

geen gewicht

1.316,6

1.344,3

1.338,5

1.330,8

1.322,7

1.328,1

0.25

37,5

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0.3

89,0

117,2

111,7

104,2

96,9

100,8

0.4

0,4

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0.7

0,7

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0.9

47,3

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

1.2

61,6

86,3

84,7

82,3

78,3

81,3

Subtotaal1

1.553,0

1.547,8

1.534,9

1.517,4

1.497,9

1.510,3

Leerlingen trekkende bevolking

0,4

0,5

0,4

0,4

0,4

0,4

Totaal1

1.553,5

1.548,3

1.535,3

1.517,9

1.498,3

1.510,7

Leerlingen in het speciaal basisonderwijs

44,1

43,3

42,8

41,8

39,9

41,0

Leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs

66,8

68,5

68,9

70,2

70,7

69,3

Ambulant begeleide leerlingen

39,4

42,3

38,9

40,5

39,8

42,3

NB: De gewichtenregeling is herzien per 1 augustus 2006. Hierdoor zijn twee nieuwe gewichten (0,3 en 1,2) ingevoerd. Per 1 oktober 2009 is de oude gewichtenregeling afgebouwd.

Bron: Referentieraming 2012, raming op teldatum 1 oktober van de respectievelijke jaren. De realisatie 2012 is op basis van een voorlopige telling.

1

(Sub)totalen kunnen een kleine afwijking vertonen door het afronden van de aantallen.

Tabel 1.2: uitgaven per leerling, excl. DUO en apparaatskosten (bedragen x € 1.000)
         

Realisatie

Raming

 

2008

2009

2010

2011

2012

2012

Primair onderwijs

5,4

5,7

5,7

5,8

6,0

5,9

Bron: Referentieraming 2012, op teldatum 1 oktober van de respectievelijke jaren. De realisatie 2012 is op basis van een voorlopige telling.

Beleidsconclusies

In 2012 is met de PO-raad een bestuursakkoord afgesloten. In dit bestuursakkoord zijn op sectorniveau afspraken gemaakt over de gedeelde ambities en streefwaarden voor het primair onderwijs. Om de ambities uit het Bestuursakkoord te realiseren hebben schoolbesturen in 2012 extra middelen ontvangen via de «prestatiebox». Schoolbesturen hebben daarnaast ondersteuning gekregen bij het werken aan de ambities uit het bestuursakkoord. Hiervoor is in 2012 het programma «School aan Zet» opgestart. Per brief van 1 november is de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang op de ambities uit de bestuursakkoorden (Kamerstuk 33 400 VIII, nr. 11).

Uit monitorgegevens blijkt dat bijna negen op de tien ondervraagde schoolbesturen positief tot zeer positief is over de «prestatiebox». Tweederde van de schoolbesturen zet het geld uit de prestatiebox in voor het bereiken van de ambities en streefwaarden uit het bestuursakkoord. Het bestuursakkoord en de «prestatiebox» lijken er ook toe te hebben geleid dat op de werkvloer het gesprek over onderwijskwaliteit is losgekomen. Circa 80% van de ondervraagde schoolbesturen en schoolleiders geeft aan dat met elkaar is overlegd over de geplande besteding van de extra middelen (CED-Groep/Kohnstamm, 2012).

In 2012 hebben zowel de Tweede als de Eerste Kamer ingestemd met het Wetsvoorstel «passend onderwijs» en het Wetsvoorstel «kwaliteit (v)so». In het Begrotingsakkoord 2013 is besloten de eerder voorgenomen bezuiniging van structureel € 300 miljoen op «passend onderwijs» niet door te voeren. Dit is in de begroting 2013 verwerkt. Ook krijgen scholen één schooljaar langer de tijd om de invoering van «passend onderwijs» voor te bereiden. Vanaf schooljaar 2014–2015 wordt «passend onderwijs» gefaseerd ingevoerd. Via halfjaarlijkse rapportages worden zowel de Tweede als de Eerste Kamer op de hoogte gehouden van de voortgang van de implementatie van «passend onderwijs».

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 1.3 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 (bedragen x € 1.000)
         

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2008

2009

2010

2011

2012

2012

2012

Verplichtingen

9.282.969

9.625.193

9.460.186

9.914.081

9.752.070

9.634.780

117.290

Waarvan garantieverplichtingen

       

48.850

0

48.850

Totale uitgaven

8.981.019

9.567.428

9.471.237

9.554.470

9.746.672

9.635.996

110.676

               

Programma-uitgaven

8.974.817

9.562.350

9.466.210

9.549.482

9.746.672

9.635.996

110.676

Personele bekostiging

7.411.429

7.873.478

7.824.174

7.822.355

7.934.682

7.717.687

216.995

Materiële bekostiging

1.089.307

1.145.841

1.142.896

1.154.479

1.166.070

1.148.598

17.472

Bekostiging Caribisch Nederland

0

0

0

10.563

11.949

10.782

1.167

Conciërgeregeling

0

0

0

9.724

21.830

21.700

130

Verbeteren binnenmilieu

1.354

1.775

105.555

1.454

528

2.103

– 1.575

Onderwijspersoneelsbeleid

4.603

6.432

3.314

2.204

9.179

5.083

4.096

Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs

1.963

5.529

7.440

8.196

9.996

10.000

– 4

Aanpak (zeer) zwakke scholen

180

989

1.616

1.037

1.989

2.080

– 91

Verbeteren van taal- en rekenopbrengsten

13.421

20.680

41.009

20.141

4.065

42.588

– 38.523

Invoering centrale eindtoets en verplicht leerling-onderwijsvolgsysteem

0

0

0

0

4.922

25.375

– 20.453

Excellentie en talentontwikkeling

920

2.970

3.698

2.840

260

11.711

– 11.451

Verbreding techniek in het basisonderwijs

7.875

8.071

5.407

15.300

18.569

11.300

7.269

Cultuur en school

16.774

18.119

27.949

18.659

0

9.500

– 9.500

Passend onderwijs en LGF

39.258

58.108

71.242

71.422

82.013

93.460

– 11.447

Onderwijsachterstandenbeleid

283.542

266.260

110.779

289.491

359.596

360.190

– 594

Onderwijsvoorzieningen voor jonggehandicapten

0

16.454

19.000

21.500

22.500

23.862

– 1.362

Veiligheid op school

21.614

22.217

22.594

23.886

25.591

23.417

2.174

Brede scholen

970

28.931

1.412

788

1.140

12.331

– 11.191

Overig

40.375

38.977

34.938

37.898

27.723

6.290

21.433

Dienst Uitvoering Onderwijs

41.232

47.518

43.187

37.546

44.070

44.859

– 789

               

0

Loon- en prijsbijstelling

0

0

0

0

0

53.079

– 53.079

               

Apparaatsuitgaven1

6.202

5.078

5.027

4.988

     

Ontvangsten

71.404

61.435

45.002

20.668

52.385

1.661

50.724

1

Met ingang van de begroting 2012 zijn de apparaatsuitgaven opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid in artikel 92 Apparaat Kerndepartement.

Toelichting:

De realisatie van de uitgaven in het primair onderwijs ligt € 110,7 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. De realisatie van de ontvangsten is € 50,7 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. Hieronder worden de grootste verschillen toegelicht.

Uitgaven

Toelichting op de instrumenten

  • Personele bekostiging: Het verschil met de begroting wordt grotendeels verklaard door de toevoeging van middelen voor loon- en prijsbijstelling (€ 53,1 miljoen), de tegemoetkoming voor werkgeverslasten (€ 34,8 miljoen) en de uitvoering van het «Actieplan Leerkracht» (€ 16,3 miljoen). Tevens zijn de middelen die vanaf 2012 via de «prestatiebox» beschikbaar worden gesteld aan de schoolbesturen onderdeel van de personele bekostiging (€ 132,5 miljoen, waarvan € 42,0 miljoen middelen voor het professionaliseren van leraren en schoolleiders). Tegenover deze toevoegingen staat een verlaging van € 23,8 miljoen, doordat er in 2012 minder leerlingen waren dan geraamd.

  • Materiële bekostiging: Het budget voor materiële bekostiging is per saldo verhoogd met € 17,5 miljoen. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door het toevoegen van de prijsbijstelling (€ 27,0 miljoen) aan de begroting. Hier staat een verlaging van de materiële bekostiging tegenover, doordat er in 2012 minder leerlingen waren dan geraamd (€ 3,2 miljoen) en door interne herschikkingen (€ 5,0 miljoen).

  • Onderwijspersoneelsbeleid: De verhoging van het budget voor onderwijspersoneelsbeleid is grotendeels het gevolg van een toevoeging van € 4,9 miljoen voor het Participatiefonds (zie ook de toelichting op de ontvangsten).

  • Verbeteren van taal- en rekenopbrengsten: Van het budget voor verbeteren taal- en rekenopbrengsten is € 38,5 miljoen beschikbaar gesteld via de «prestatiebox» (personele bekostiging).

  • Invoering centrale eindtoets en verplicht leerlingonderwijsvolgsysteem: Van het budget voor invoering centrale eindtoets en verplicht leerlingonderwijsvolgsysteem is € 20,5 miljoen beschikbaar gesteld via de «prestatiebox» (personele bekostiging).

  • Excellentie en talentontwikkeling: Van het budget voor excellentie en talentontwikkeling is € 11,5 miljoen beschikbaar gesteld via de «prestatiebox» (personele bekostiging).

  • Verbreding techniek in het onderwijs: De verhoging van € 7,3 miljoen van het budget voor verbreding techniek in het onderwijs is grotendeels veroorzaakt door de bijdragen van de artikelen 3 en 9 voor de projecten «School aan Zet» (€ 5,7 miljoen) en «Meer Betere Bèta’s» (€ 3,0 miljoen).

  • Cultuur en school: Het budget voor «Cultuur en school» is beschikbaar gesteld via de «prestatiebox» (personele bekostiging).

  • Passend Onderwijs en LGF: De verlaging van het budget voor «passend onderwijs» en «Leerling Gebonden Financiering» met € 11,4 miljoen wordt deels veroorzaakt door het later starten van projecten «passend onderwijs» (€ 3,6 miljoen) en de bijdrage aan artikel 3 voor de examenkosten van VSO-leerlingen in het voortgezet onderwijs (€ 0,9 miljoen). Daarnaast komt een deel van de stimuleringsregeling «passend onderwijs» in 2013 tot betaling (€ 3,0 miljoen). Het project «Herstart» is ten laste gebracht van het budget voor veiligheid op school (€ 2,3 miljoen).

  • Brede scholen: Het budget voor brede scholen is verlaagd door een overboeking naar het Gemeentefonds van € 11,2 miljoen voor het realiseren van combinatiefuncties in brede scholen.

  • Overig: Het verschil op het budget overig wordt grotendeels verklaard door de toevoeging van € 16,9 miljoen uit de Eindejaarsmarge voor dekking van overlopende verplichtingen van 2011 naar 2012. Daarnaast zijn op dit instrument uitgaven gedaan voor diverse projecten, zoals «Ouderbetrokkenheid» en «Vensters voor Verantwoording Primair Onderwijs».

  • Loon- en prijsbijstelling: De middelen voor loon- en prijsbijstelling zijn toegevoegd aan de personele bekostiging.

Ontvangsten

  • De ontvangsten zijn € 50,7 miljoen hoger dan geraamd.

    • Grootste oorzaak is dat gemeenten over de periode 2006–2010 onderwijsachterstandsmiddelen niet hebben besteed (€ 37,0 miljoen). Enerzijds is dit het gevolg van onderbesteding, anderzijds bleek een deel van de middelen niet exact aan de doelen van de specifieke uitkering te zijn besteed.

    • Er zijn voor € 8,8 miljoen hogere ontvangsten gerealiseerd dan geraamd door afhandeling van jaarrekeningen en afrekeningen van subsidies.

    • Voor € 4,9 miljoen is teruggevorderd bij scholen als gevolg van onterechte declaraties van wachtgeldkosten. Dit bedrag is weer beschikbaar gesteld aan het Participatiefonds.

Artikel

Licence