Base description which applies to whole site

11. BATEN-LASTENDIENST DIENST VASTGOED DEFENSIE

Staat van baten en lasten van de baten-lastendienst Dienst Vastgoed Defensie

(Bedragen x € 1.000)

1

2

3=2–1

 

Oorspronkelijke vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde

begroting

Realisatie 2011

Baten

     

Omzet moederdepartement

66.361

78.321

11.960

76.126

Omzet inzake programmafacturen

instandhouding

137.065

151.033

13.968

126.460

Omzet huisvesting

20.454

8.919

– 11.535

10.526

Omzet overige departementen

 

1.373

1.373

558

Omzet derden

 

12

12

10

Mutatie onderhanden werk

 

– 2.954

– 2.954

– 7.659

Rentebaten

   

0

Rentebaten huisvestingsactiviteiten

   

0

Vrijval uit voorzieningen

 

37

37

142

Bijzondere baten

 

3.358

3.358

1.837

Totaal baten

223.880

240.099

16.219

208.000

Lasten

       

Apparaatskosten

       

– personele kosten

55.224

54.201

– 1.023

62.415

– uitbesteding

1.000

3.909

2.909

2.626

– materiële kosten

19.508

13.589

– 5.919

11.736

– programmagelden instandhouding

137.065

153.889

16.824

125.128

Rentelasten investeringen DVD

1.222

1.217

– 5

1.233

Rentelasten huisvestingsactiviteiten Defensie

13.860

6.737

– 7.123

7.603

Rentelasten rekening-courant

 

4

4

38

Afschrijvingskosten

     

– materieel

1.402

903

– 499

1.272

– materieel huisvestingsactiviteiten

6.594

2.123

– 4.471

2.722

Effect reorganisatiemaatregelen

– 11.995

 

11.995

Overige lasten

     

– dotaties voorzieningen

 

15

15

466

– bijzondere lasten

 

2.824

2.824

151

Totaal lasten

223.880

239.411

15.531

215.390

Saldo van baten en lasten

0

688

688

– 7.390

Algemeen

Bij het opstellen van de begroting 2012 werd uitgegaan van een sterke daling van de omzet. Deze verwachte daling was het gevolg van de maatregelen uit de beleidsbrief. Dit was voor de Dienst Vastgoed Defensie (DVD) reden om reorganisatiedoelstellingen op te nemen in de begroting. Doordat extra budgetten beschikbaar zijn gesteld door het moederdepartement, waardoor sprake was van hogere omzetten, waren de financiële taakstellingen dit jaar niet nodig.

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement is opgebouwd uit het honorarium voor het totale dienstverleningspakket van de DVD. In 2012 is door het moederdepartement extra budget beschikbaar gesteld voor instandhouding. De omzet Verwerving en Afstoting is gestegen ten opzichte van de begroting. Extra werkzaamheden in verband met de start van de uitvoering van het Herbeleggingsplan Vastgoed Defensie hebben geleid tot extra inkomsten Expertise & Advies.

Omzet huisvesting

De omzet huisvesting is de ontvangen tegemoetkoming voor het beschikbaar stellen van investeringen in gebouwen en werken & terreinen voor de «leenfaciliteitprojecten» (afschrijvingen en rente) en de rentebaten over de investeringen van nog niet opgeleverde leenfaciliteitprojecten (inclusief voorfinanciering). Door de vertraging in de uitvoering van deze projecten zijn er minder investeringen gedaan, waardoor minder leningen zijn opgevraagd en dus minder rente in rekening is gebracht bij het moederdepartement. Daarnaast is over het deel van de gebouwen die eind 2011 zijn overgedragen aan het moederdepartement geen huisvestingsvergoeding ontvangen.

Mutatie onderhanden werk

In de begroting is deze post nihil gesteld. De negatieve mutatie «onderhanden werk» hangt samen met het ontbreken van aanwas van nieuwe opdrachten aan het eind van het boekjaar en een lagere voorziening voor verwachte verliesgevende projecten.

Rentebaten

Over het positief saldo van rekening Courant bij het ministerie van Financiën is in 2012 geen rentevergoeding ontvangen.

Vrijval voorzieningen

Ten opzichte van de begroting is een deel van de voorzieningen vrijgevallen door een neerwaartse bijstelling voor FPU-voorzieningen en wachtgeldvoorziening.

Bijzondere baten

De bijzondere baten worden gevormd door de omzet uit de normale bedrijfsvoering van voorgaande boekjaren. Het betreft vrijval van transitoria en diverse kleine posten.

Uitbesteding

De gerealiseerde kosten voor uitbesteding bedragen € 3,9 miljoen. Voor een aantal projecten is de projectvoering uitbesteed.

Programmagelden instandhouding

De hogere lasten hangen samen met het de extra gelden die door het moederdepartement beschikbaar zijn gesteld voor instandhouding.

Materiële kosten

De materiële kosten bevatten lopende exploitatielasten. De daling ten opzichte van de begroting is het gevolg van maatregelen die door de DVD zijn doorgevoerd.

Rentelasten huisvestingsactiviteiten

Dit betreft de verschuldigde rente voor de leningen ten behoeve van de investeringen inclusief de bouwrente voor de in aanbouw zijnde huisvesting en de opgeleverde gebouwen en terreinen. Voor de verklaring van de daling van € 7,1 miljoen wordt verwezen naar de omzet huisvesting.

Afschrijvingskosten materieel

Op automatiseringsmiddelen, transportmiddelen en gebouwen is minder afgeschreven dan was voorzien in de begroting. De voorgenomen vervangingsinvesteringen zijn uitgesteld als gevolg van onzekere toekomstige ontwikkelingen.

Effect reorganisatiemaatregelen

Door niet geraamde hogere omzetten in 2012 zijn financiële taakstellingen niet nodig geweest in 2012.

Dotaties aan voorzieningen

Eind 2012 is een geringe dotatie gedaan voor de voorziening garantieverplichtingen.

Bijzondere lasten

Dit zijn lasten van de gewone bedrijfsuitoefening uit voorgaande boekjaren. Voor een bedrag van € 2,8 miljoen betreft dit de afwaardering van de panden Zwolle en Tilburg op basis van de WOZ-waarde.

Omzet per productgroep van het moederdepartement, overige departementen en derden.

(Bedragen x € 1.000)
 

Begroting 2012

Realisatie 2012

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

2011

Expertise & Advies

6.321

8.562

2.241

9.059

Verwerving & afstoting

13.572

19.106

5.534

20.394

COVO

2.000

2.225

225

1.980

Instandhouding

44.468

49.813

5.345

45.262

Beveiliging

   

Overig

   

De producten instandhouding en COVO genereren meer dan de helft van de omzet. Ten opzichte van 2011 is de omzet licht gestegen. Dit is een saldo van minder opdrachten nieuwbouw en eenmalig extra budget voor instandhouding.

Balans per 31 december 2012

(Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Balans 2012

Balans 2011

Activa

   

Materiële activa

   

– grond en gebouwen

47.353

95.670

– gebouwen in aanbouw

69.456

102.940

– transportmiddelen

1.606

2.010

– overige

203

458

Vlottende activa

   

Onderhanden werk

7.177

10.131

Debiteuren

1.038

372

Vorderingen op moederdepartement

450

353

Overlopende activa

7.440

16.974

Liquide middelen

58.569

58.278

Totaal activa

193.292

287.186

Passiva

   

Eigen Vermogen

   

– exploitatiereserve

701

8.091

– verplichte reserve

   

– onverdeeld resultaat

688

– 7.390

Leningen bij het ministerie van Financiën

110.318

195.484

Voorzieningen

 

942

Crediteuren

15.917

17.946

Schulden aan moederdepartement

2.275

22.983

Overlopende passiva

63.393

49.130

Totaal passiva

193.292

287.186

Materiële activa

Door de verkoop van de projecten Gilze Rijen en Opleidingcentrum Kmar en overdracht van gebouwen in aanbouw aan het moederdepartement is de boekwaarde van de materiële activa gedaald.

Onderhanden werk

Het onderhanden werk omvat de kosten van lopende projectfasen van nieuwbouwprojecten waarvan nog geen omzet is ontvangen. De daling van € 2,2 miljoen ten opzichte van 2011 wordt enerzijds veroorzaakt door een afname van het onderhanden werk als gevolg van afgewikkelde oude projecten en het ontbreken van nieuwe opdrachten, en anderzijds door een lagere voorziening voor verliesgevende projecten.

Overlopende activa

De post overlopende activa bedraagt ultimo 2012 € 7,4 miljoen. In 2011 was dit € 17,0 miljoen. De daling wordt vooral veroorzaakt door minder te vorderen programmageld vanwege minder nieuwbouwprojecten.

Eigen vermogen

Het saldo van baten en lasten wordt ten gunste van het eigen vermogen geboekt. Op basis van vijf procent van de gemiddelde omzet van de afgelopen drie jaar bedraagt het maximaal toelaatbaar eigen vermogen € 11,8 miljoen. De stand aan het eind van 2012 bedraagt € 1,4 miljoen.

Leningen bij het ministerie van Financiën

(Bedragen x € 1.000)

Leningen bij het ministerie van Financiën

Stand 31-12-2012

Stand 31-12-2011

Vermogensconversielening

5.210

5.325

Investeringsleningen

105.108

190.159

Totaal leningen

110.318

195.484

Met de leningen van het ministerie van Financiën worden de materiële vaste activa gefinancierd. De looptijden van de leningen worden bepaald in overeenstemming met de economische levensduur van de materiële vaste activa. De vermogensconversielening loopt tot 2038 met een rente van 5,0 procent. De overige leningen hebben een looptijd variërend van drie jaar tot ongeveer 50 jaar tegen rentepercentages variërend van 1,7 procent tot 5,6 procent.

Voorzieningen

(Bedragen x € 1.000)
 

Stand 31-12-2011

Dotaties 2012

Vrijval 2012

Onttrekkingen 2012

Stand 31-12-2012

Garantieverplichtingen

 

15

 

– 15

0

Wachtgelduitkeringen

558

 

– 23

– 535

0

FPU 57+ voorziening

384

 

– 14

– 370

0

Totaal aan voorzieningen

942

15

– 37

– 920

0

Toelichting voorzieningen

De voorziening garantieverplichtingen dient ter dekking van aansprakelijkheidsrisico’s met inbegrip van beroepsaansprakelijkheid. Conform de «Regeling van de verhouding tussen opdrachtgever en adviserend ingenieursbureau (RVOI)» is de DVD in bepaalde gevallen aansprakelijk te stellen tot de hoogte van het honorarium van het betreffende project.

De voorziening wachtgelduitkering dient ter dekking van de verplichtingen voortvloeiend uit de wachtgeldaanspraken van voormalige medewerkers. Vanaf 2011 wordt geen voorziening meer getroffen voor wachtgelden. Deze worden vanaf 2011 verantwoord door het moederdepartement.

Schulden aan moederdepartement

De schuld aan het moederdepartement bedraagt € 2,3 miljoen. In 2011 was dit € 23,0 miljoen. De daling wordt veroorzaakt doordat in 2012 de wachtgeldvoorzieningen die in 2011 op de balans stonden, zijn overgedragen aan het moederdepartement.

Overlopende passiva

(Bedragen x € 1.000)
 

Stand 31-12-2012

Stand 31-12-2011

Aflossing leningen ministerie van Financiën

6.265

7.626

Vooruitontvangen bedragen

11.591

2.650

Met betrekking tot huidig boekjaar te betalen

39.340

35.501

Te betalen vakantiegelden

1.711

1.776

Betalingen onderweg

2.747

 

Te betalen vakantiedagen

1.739

1.577

Totaal overlopende passiva

63.393

49.130

De post «vooruitontvangen bedragen» is ten opzichte van 2011 gestegen met € 8,9 miljoen. Dit wordt verklaard doordat een bedrag vooruit is ontvangen voor de in 2014 en 2015 geplande financiering van bouwwerkzaamheden in Brunssum ten behoeve van het United States Army Garrison.

De post «met betrekking tot huidig boekjaar te betalen» bestaat onder meer uit te betalen programmagelden en apparaatskosten. De stijging ten opzichte van 2011 wordt vooral verklaard doordat de werkelijke uitgaven voor COVO’s lager zijn dan de ontvangen voorschotten.

De reservering voor gratificaties in het kader van ambtsjubilea van € 0,2 miljoen is ook opgenomen in deze post.

Kasstroomoverzicht

(Bedragen x € 1.000)

1

2

3=2–1

   

Oorspronkelijke vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2012 + stand

depositorekeningen

1

58.278

58.277

       

2.

Totaal operationele kasstroom

2.201

10.196

7.995

       

 

Totaal investeringen (-/-)

– 60.841

– 42.961

17.880

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

 

119.582

119.582

3.

Totaal investeringskasstroom

– 60.841

76.621

137.462

       

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

 

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

   

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

– 1.193

– 121.304

– 120.111

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

60.841

34.778

– 26.063

4.

Totaal financieringskasstroom

59.648

– 86.526

– 146.174

       

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2012+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

1.009

58.569

57.560

Kasstroom uit operationele activiteiten

De liquiditeit uit operationele activiteiten is gestegen ten opzichte van het plan. Dit wordt vooral veroorzaakt door de effecten van de daling van het onderhanden werk en overlopende activa.

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Het betreft hier vooral investeringen in activa en gebouwen en voor een gering deel in activa voertuigen. Het verschil tussen begroting en realisatie wordt veroorzaakt door de lagere afroep van de leenfaciliteit in verband met de vertraging van het project Hoger Onderhoud Woensdrecht en Opleidingscentrum Kmar. Tevens zijn panden als onderdeel van de leenfaciliteit projecten Gilze Rijen, Opleidingscentrum Kmar en kazerne Kmar Schiphol verkocht aan het moederdepartement.

Kasstroom uit Financieringsactiviteiten

De mutaties in de kasstroom uit financieringsactiviteiten zijn als gevolg van een kleiner beroep op de leenfaciliteit voor investeringen lager dan geraamd. Verder zijn de leningen aan het ministerie van Financiën afgelost ad € 114,8 miljoen in verband met de overdracht in economisch eigendom aan het moederdepartement van de panden vliegbasis Gilze-Rijen, het opleidingscentrum Kmar en Kmar Schiphol.

Doelmatigheidsparagraaf

Doelmatigheidsindicatoren c.q. kengetallen per 31 december 2012

omschrijving generiek deel

realisatie 2009

realisatie 2010

realisatie 2011

realisatie 2012

oorspronkelijke begroting 2012

VTE-totaal (excl. externe inhuur) 1

1.412,0

1.408

1.008

849,0

853,0

Saldo van baten en lasten (%)

1,1%

– 2,0%

– 3,5%

0,6%

0,0%

Servicelevels (norm = 90%)

88%

85%

81%

74%

90%

Projecttevredenheid (norm = 90%)

77%

94%

95%

98%

83%

Productiviteit (omzet K€ per directe medewerker)

94,4

87,9

80,7

103,7

89,2

           

omschrijving specifiek deel

         
 

2009

2010

2011

2012

 
           

kostprjzen per product(groep)

         

Expertise & Advies

77,06

76,69

81,96

77,25

71,05

Verwerving & afstoting

74,06

73,24

69,94

71,55

69,51

COVO

64,07

62,07

53,87

63,00

61,28

Instandhouding

60,93

59,67

63,97

64,59

62,84

Gemiddelde kostprijs per product

65,94

65,18

64,18

65,07

63,22

           

Omzet per productgroep (pxq) in K€

         

Expertise & Advies (honorarium)

10.160

8.219

9.059

7.321

6.321

Verwerving & afstoting (excl ohw)

31.482

28.011

20.394

16.952

13.572

COVO

7.130

4.310

1.980

2.225

2.000

Instandhouding

47.833

45.226

45.262

49.813

44.468

Beveiliging

29.014

28.141

   

0

Overig

1.482

1.230

   

0

1

Vanwege de vergelijkbaarheid zijn de vte’n t/m 2011 aangepast. Tot en met 2011 zijn de directe vte’n opgenomen, vanaf 2012 zijn de totale vte’n opgenomen

Kostprijs per productgroep.

De kostprijzen per productgroep of de tarieven per uur laten in 2012 gemiddeld een hogere kostprijs zien ten opzichte van 2011. Het verschil is gerelateerd met de verschillende mix van de salarisschalen en de inhuurschalen die nodig zijn om de producten te realiseren.

Omzet per product

De producten instandhouding en COVO genereren meer dan de helft van de omzet. Ten opzichte van 2011 is de omzet licht gestegen. Dit is een saldo van minder opdrachten nieuwbouw en eenmalig extra budget voor instandhouding.

Een aandachtspunt voor de DVD is de doelmatigheid van de inzet van middelen. Uitgangspunt is daarbij dat de kwaliteit van de dienstverlening minimaal overeind blijft. In dit doelmatigheidsstreven in combinatie met de kwaliteit wordt gewerkt langs de volgende sporen:

  • de periodieke uitvoering van benchmarkonderzoeken;

  • het voortdurend nastreven van productiviteitsgroei;

  • de sturing op serviceniveaus, project- en gebruikerstevredenheid (kwaliteitsindicatoren).

Benchmarkonderzoeken

In 2011 is een Public Private Comparitive uitgevoerd met betrekking tot de DVD en de eventueel uit te besteden diensten. Binnenkort wordt het ambitiedocument voltooid en opgeleverd. Een prestatie-indicator is opgezet om het verkooptarief en het kostprijstarief met de markt te vergelijken. De berekening voor deze prestatie-indicator wordt in het eerste kwartaal van 2013 gemaakt.

Productiviteit

De productiviteit is het quotiënt van de omzet (inclusief mutatie onderhanden werk en exclusief programmagelden instandhouding en huisvestingsactiviteiten) en de hiervoor benodigde directe vte’n. Vanaf het tweede kwartaal van 2011 is een lichte stijging van de bouwmarktprijzen te zien. Dit effect (van herstel) was ook in enige mate terug te zien in aanbestedingsresultaten van de DVD dit jaar ten opzichte van 2011.

Kwaliteitsindicatoren(sturing op serviceniveaus, project- en klanttevredenheid)

De divisie werkt reeds een aantal jaren met een pakket aan indicatoren waarmee de kwaliteit van de dienstverlening gemeten wordt. Op basis van de uitkomsten wordt de dienstverlening indien nodig aangepast. De doelstelling van de divisie is een voortdurende toename van de kwaliteit van de dienstverlening. Door de verlaging van het beschikbare budget is de kwaliteit (perceptie van de klant) van de dienstverlening in 2011 gedaald naar 81 procent. In 2012 is dit percentage verder gedaald naar een gemiddelde van 74 procent.

Licence