Base description which applies to whole site

Eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht

a. Gezonde leefstijl

Een gezonde leefstijl is prominent onderdeel van het beleid van VWS. Belangrijk hierin zijn onder andere zorg en sport in de buurt en informatie op maat om gezonde keuzes eenvoudiger te maken. Bovendien wordt nadrukkelijk ingezet op het stimuleren van een gezonde leefstijl van de jeugd. De organisaties die van VWS subsidie krijgen voor activiteiten op het gebied van leefstijl hebben de prioriteit van hun inzet verlegd: meer inzet op jeugd, minder op actieve gedragsbeïnvloeding van volwassenen. In 2012 is het driejarig programma Jeugdimpuls gezonde leefstijl van start gegaan (TK 32 793, nr. 51) om een gezonde leefstijl van de jeugd te bevorderen via scholen en door inzet van social media. Voor het programma is een bedrag van € 6 miljoen uitgetrokken. De impuls wordt gecoördineerd door het Centrum Gezond Leven (CGL) en uitgevoerd door gezondheids- en onderwijspartners. Het programma is gericht op versterking van goedlopende en/of veelbelovende activiteiten en het creëren van meer samenhang in de uitvoering hiervan. Alle leefstijlthema’s komen binnen dit programma aan de orde, zoals preventie van schadelijk middelengebruik, gezonde voeding, bewegen, seksuele gezondheid en letselpreventie.

In het Begrotingsakkoord 2013 zijn extra middelen vrijgemaakt voor preventie en palliatieve zorg (€ 100 miljoen per jaar vanaf 2013). Een bedrag van € 26 miljoen wordt besteed aan het tegengaan van obesitas bij kinderen. De inzet is primair gericht op voeding en bewegen, maar daar waar mogelijk wordt een verbredingslag gemaakt naar andere leefstijlthema’s. Er wordt onder meer € 15 miljoen beschikbaar gesteld voor een extra contactmoment Jeugdgezondheidszorg voor adolescenten. Hiermee kan meer aan preventie worden gedaan tijdens een voor jongeren kwetsbare leeftijd en kunnen problemen tijdig worden gesignaleerd. De inzet op bijvoorbeeld JOGG (Jongeren Op Gezond Gewicht) en andere bestaande activiteiten richting het onderwijs, zoals De Gezonde Schoolkantine, worden geïntensiveerd. Verder zijn als gevolg van het Begrotingsakkoord 2013 middelen vrijgemaakt voor dieetadvisering en stoppen met roken (pakketmaatregelen).

In 2012 is VWS gestart met de ontwikkeling van een Nationaal Programma Preventie om focus te geven en verbindingen te leggen tussen de partijen die preventie van ziekte moeten bevorderen en gezondheidsschade moeten beperken (TK 32 620, nr. 78).

Specifieke aandacht binnen preventie gaat uit naar het voorkomen van alcoholmisbruik onder jongeren. Voor een lichaam in ontwikkeling is alcohol extra schadelijk. De overheid wil daarom drankgebruik onder jongeren terugdringen. In 2012 is de nieuwe Drank- en Horecawet aangenomen. Jongeren onder de 16 jaar zijn vanaf 1 januari 2013 strafbaar als ze in de publieke ruimte alcohol aanwezig hebben. Jongeren en ouders worden hierover via voorlichting geïnformeerd. De overheid wijst jongeren en hun ouders hiermee op de risico’s van alcohol. Met de inwerkingtreding van de nieuwe wet gaan gemeenten voortaan toezicht houden op de naleving. In 2012 was de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) hiervoor nog verantwoordelijk.

Het kabinet-Rutte–Asscher voert een restrictief beleid met betrekking tot jongeren en alcohol, waarbij alcohol niet meer wordt verkocht aan jongeren onder de 18 jaar door middel van een wetsaanpassing. Ook is het kabinet voornemens de leeftijdsgrens voor de verstrekking van tabak te verhogen naar 18 jaar.

b. Eigen kracht benutten

Patiënten en gehandicaptenorganisaties

In de Visiebrief «Bundel je kracht, samen sterk», van 20 mei 2011 (TK 29 214, nr. 59) zijn de contouren geschetst van het beleid voor het verstrekken van subsidies aan patiënten- en gehandicaptenorganisaties (pg-organisaties) in lijn met de Kaderregeling VWS-subsidies. Het bij deze visiebrief horende beleidskader is in 2012 aangepast. Met dit aangepaste beleidskader krijgen de patiënten- en gehandicaptenorganisaties tot 2015 de ruimte om zelf te bepalen hoe zij een verdere krachtenbundeling willen realiseren. Het toekomstperspectief blijft er een van cliëntenorganisaties die hun krachten bundelen door bijvoorbeeld samenwerkingsorganisaties. Deze samenwerkingsorganisaties hebben op die manier een brede achterban van mensen met aandoeningen en beperkingen en een zodanige grootte en expertise dat zij een interessante gesprekspartner zijn van verzekeraars, wetenschappelijke verenigingen, universiteiten, kennisinstituten, het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en VWS. Zo kunnen zij zorg en beleid effectief beïnvloeden om deze vanuit het cliëntperspectief te verbeteren. Met het aangepaste kader worden organisaties beloond die al een slag in de gewenste richting van krachtenbundeling hebben gemaakt.

Mantelzorgers

Op 29 maart 2012 is de beleidsbrief mantelzorg aan de Tweede Kamer gestuurd (TK 30 169, nr. 26). Deze beleidsbrief kent drie invalshoeken: het onder de aandacht brengen van het belang van mantelzorg, in het beleid rekening houden met het belang van mantelzorg en de ondersteuning van gemeenten voor mantelzorgers. In 2012 is begonnen met de uitvoering van de beleidsbrief.

Eigen kracht van jongeren versterken

Het kabinet wil jongeren weerbaar maken en stimuleren dat zij hun talenten ontwikkelen en benutten. De afgelopen jaren zijn in een groot aantal gemeenten met het ZonMw-programma «Vrijwillige inzet voor en door jeugd en gezin» goede ervaringen opgedaan in de samenwerking en uitwisseling tussen vrijwilligers(organisaties) gemeenten, jeugdzorg en welzijnswerk op het gebied van actief burgerschap rondom opvoeden en opgroeien. De resultaten zijn juni 2012 in werkconferentie met gemeenten, cliënten en instellingen besproken4. In de «Week van de opvoeding» in oktober 2012 hebben kinderen, jongeren, ouders, vrijwilligers en professionals in meer dan 1400 activiteiten met elkaar gesproken over alledaagse opvoedzaken. Het Nederlands Jeugdinstituut coördineert de landelijke opvoedweek met steun van VWS. Medio 2012 is de vierde periodieke Nederlandse rapportage over de uitvoering van het VN-Kinderrechtenverdrag aan de Tweede Kamer aangeboden. In de rapportage legt Nederland verantwoording af over het gevoerde beleid op het terrein van kinderrechten.

Arbeid en gezondheid

In 2012 is de aandacht ook gericht op arbeid en gezondheid. Met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is VWS gestart met het Actieplan Gezond Bedrijf met een aantal voorlichtingsbijeenkomsten voor MKB bedrijven (TK 29 544, nr. 388). Er zijn ruim 200 bedrijven geïnformeerd over gezondheid in relatie met werk, 90 daarvan worden begeleid naar een gezonde bedrijfsvoering met gezonde werknemers. Dit aantal zal groeien tot 250 bedrijven. Voor de zorgstandaarden is in opdracht van VWS en SZW een begin gemaakt met de vormgeving van een zorgmodule Arbeid. Deze module is bedoeld als hulpmiddel voor cliënten met chronische aandoeningen en hun zorgverleners om het functioneren in de werksituatie een duidelijke plaats te geven in het behandel- en begeleidingsplan.

c. Governance

Continue verbetering van het stelsel is cruciaal om de ingezette omslag met behoud en verbetering van kwaliteit van de grond te krijgen. Ten aanzien van verbetering van het stelsel staat ook nog het een en ander op stapel: een verbod op verticale integratie en een zorgspecifieke fusietoets. In samenhang met het vergroten van de financiële mogelijkheden van ziekenhuizen zijn dit belangrijke wetsvoorstellen die de ruggengraat van ons zorgstelsel verstevigen.

Zorgspecifieke fusietoets

In mei 2012 heeft de minister van VWS het wetsvoorstel Continuïteit, fusies en opsplitsing naar de Tweede Kamer gestuurd (TK 33 253, nrs. 1 t/m 3). Met dit voorstel eist de overheid een veel grondiger voorbereiding van fusies in de zorg dan tot nu het geval was. Met de zorgspecifieke fusietoets worden instellingen verplicht om alle relevante stakeholders te betrekken en fusies beter te doordenken.

Verticale integratie

Binnen het huidige zorgstelsel is de zorgverzekeraar de inkoper van zorg, is de zorgaanbieder verantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorg en kan de verzekerde kiezen bij welke verzekeraar hij zich voor zijn zorgkosten verzekert. Op 10 september 2012 heeft het toenmalige demissionaire kabinet een voorstel voor een wijziging op de Wet marktordening gezondheidszorg bij de Tweede Kamer aangeboden om te voorkomen dat zorgverzekeraars zelf zorg verlenen of zorg laten verlenen door zorgaanbieders waarover zij zeggenschap hebben.

d. Geweld in afhankelijkheidsrelaties

Het kabinetsbeleid ten aanzien van het tegengaan van geweld in afhankelijkheidsrelaties kenmerkt zich door een ketenaanpak. Voorkomen, signaleren, stoppen en het leveren van adequate nazorg zijn hierin de stappen. Dit heeft zich vertaald in een rijksbrede aanpak, bestaande uit drie pijlers: het versterken van de positie van (potentiële) slachtoffers, het gericht opsporen en aanpakken van de daders en het doorbreken van de overdracht van gewelddadig gedrag van generatie op generatie (TK 33 400 XVI, nr. 14).

In augustus 2012 hebben de staatssecretaris van VWS en de minister van VenJ de campagne «Geweld in huiselijke kring» gelanceerd, om iedereen die hiermee te maken krijgt op te roepen hulp of advies te zoeken (TK 28 345, nr. 124). De regierol van gemeenten is versterkt. Sinds de zomer van 2012 wordt het project «Aanpak geweld in huiselijke kring» uitgevoerd. Dit project wordt primair uitgevoerd door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Federatie Opvang, met betrokkenheid van andere partijen. In de loop van 2013 worden de eerste concrete resultaten (waaronder regiovisies en een nieuw financieel verdeelmodel) verwacht. De voorziene decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten beoogt de regierol van gemeenten verder te versterken. Voort is vanaf 1 oktober 2012 de Hulplijn Seksueel Misbruik actief. De hulplijn is er voor alle slachtoffers (en getuigen) van seksueel misbruik.

4

Zie onder meer de publicaties over positief jeugdbeleid van het Nederlands Jeugd Instituut, de handreiking «allemaal opvoeders» voor Centra voor Jeugd en Gezin en de ZonMw-publicaties over de resultaten van de programma’s Vrijwillige Inzet (magazine INZET, juni 2012) en diversiteit in het jeugdbeleid (magazine DIVERS, juni 2012).

Licence