Base description which applies to whole site

Artikel 4. Uitvoering Rijkshuisvesting

A Algemene doelstelling

Het verzorgen van de rijkshuisvesting van de Hoge Colleges van Staat, het Ministerie van Algemene zaken en het Koninklijk Huis, het beheren van monumenten die, naar hun aard, niet geschikt zijn voor rijkshuisvesting en het uitvoeren van het Rijkshuisvestingsbeleid.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister voor Wonen en Rijksdienst is op basis van het Besluit Rijksgebouwendienst 1999 (KB) als opdrachtgever en uitvoerder verantwoordelijk voor:

  • de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken;

  • de huisvesting van het Koninklijk Huis, voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat;

  • de instandhouding van de monumenten in beheer van de Rijksgebouwendienst, ook als die naar hun aard niet geschikt zijn voor de huisvesting van rijksdiensten;

  • de doelmatige uitvoeringspraktijk van de rijkshuisvesting binnen de wettelijke en afgesproken kaders.

C Beleidsconclusies

De Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken zijn binnen de beschikbare budgettaire kaders gehuisvest. Aan de Koning zijn de drie staatspaleizen Huis ten Bosch, Paleis op de Dam en Paleis Noordeinde ter beschikking gesteld.

De Hoge Colleges van Staat, het Ministerie van Algemene Zaken en de Koning hebben gezamenlijk de beschikking over ca. 260.000 vierkante meter bruto vloeroppervlak, waarop onderhoudswerkzaamheden zijn uitgevoerd.

Aan diverse monumenten zijn onderhoudwerkzaamheden uitgevoerd. Een belangrijk monument dat thans veel inzet vergt is het Jachtslot St. Hubertus in het Nationaal Park Hoge Veluwe dat tot en met 2014 wordt gerestaureerd.

De doelstelling om in 2013 te starten met de uitvoering van de maatregelen voor energiebesparing in kantoorpanden in tranche 3 FCIB (Functioneel Controleren, Inregelen en Beproeven) voor klimaatinstallatie in gebouwen is gerealiseerd.

De Rgd zorgt voor beleidsondersteuning aan verschillende beleidsmakers (IenM, DG Wonen en Bouwen etc.). Deze vertaalt zich bijvoorbeeld in advisering over uitvoerbaarheid van (voorgenomen) beleid. Onderwerpen die afgelopen jaar hebben gespeeld betroffen voornamelijk leegstand van kantoren, (brand)veiligheid, energiebesparing en duurzaam inkopen. Ontwikkelingen als deze raken beleidsmakers primair.

D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 4.1 Uitvoering Rijkshuisvesting
           

Realisatie

Oorpronkellijk Vastgestelde begroting

Verschil

(x € 1 000)

2009

2010

2011

2012

2013

2013

2013

Verplichtingen

       

64.652

59.207

5.445

                 

Uitgaven:

       

64.653

59.207

5.446

4.1

Een doelmatige uitvoeringspraktijk van de rijkshuisvesting

       

64.653

59.207

5.446

 

Bijdragen aan baten-lastenagentschappen

       

64.653

59.207

5.446

 

Bijdrage aan Rgd voor huisv Koninklijk Huis, HoCoSta's en AZ

       

38.753

37.936

817

 

Bijdrage aan Rgd voor monumenten

       

13.800

10.199

3.601

 

Bijdrage aan Rgd voor rijkshuisvesting

       

12.100

11.072

1.028

                 
 

Ontvangsten

       

4.297

357

3.940

E Toelichting op de financiële instrumenten
4.1 Een doelmatige uitvoeringspraktijk van de rijkshuisvesting

Bijdragen aan baten-lastenagentschappen

Bijdrage aan Rgd voor het beheren van monumenten

Bij de uitgaven voor monumenten is sprake van hogere realisatie dan begroot. Dit is met name een gevolg van de uitvoering van een renovatieproject bij Jachtslot St Hubertus en van de onderhoud- en exploitatiekosten van monument Paleis Soestdijk.

Tabel 4.2 Prestatie-indicator

Prestatie-indicator

Basiswaarde

Peildatum

Streefwaarde

Periode

Realisatie

Aantal monumenten in beheer

107

2011

107

2013

104

Gebruiksgraad monumenten

95%

2009

95%

2013

98%

Bron: BZK/Rgd administraties

De telling van het aantal monumenten (objecten) in beheer volgt de rijksbrede telwijze waarbij iedere aanwijzing één monument is. Eén aanwijzing komt niet altijd overeen met één object.

De gebruiksgraad op 31 december 2013 van de monumenten met een erfgoedfunctie (maar zonder rijkshuisvestingsfunctie) is 98% (was 98% ultimo 2012). De gebruiksgraad is het aantal vierkante meters bruto vloeroppervlak (bvo) per object dat in gebruik is in verhouding tot het totaal aantal m2»s bvo. Een deel van de monumenten is naar hun aard niet geschikt voor gebruik, zoals gedenknaalden of grafmonumenten. Deze zijn buiten de berekening gehouden. De realisatie van 104 wijkt af van de streefwaarde van 107 door de verkoop van enkele objecten.

Bijdrage aan Rgd voor rijkshuisvesting

Bij de uitgaven voor Rijkshuisvesting is sprake van incidenteel beperkt hogere realisatie dan begroot. FEZ heeft in 2013 het inflatieresultaat (een betaling van het Ministerie van Financiën aan de Rijksgebouwendienst) over 2010 en 2011 gecompenseerd. Deze incidentele nabetaling van € 2,5 mln. zorgt voor een overschrijding op het budget voor rijkshuisvesting. Geschoond voor deze betaling resteert een onderschrijding op de begroting van € 1,5 mln. Die is ontstaan doordat er minder is uitgegeven aan programma FCIB. In dit programma zit een vertraging naar volgende jaren.

Ontvangsten

Bij de ontvangsten is sprake van incidenteel aanzienlijk hogere realisatie dan begroot. Dit is met name een gevolg van de verkoop van een object waarvan al in de begroting 2003 was overeengekomen dat de middelen daarvoor aan de eigenaar zouden worden afgedragen.

Licence