Base description which applies to whole site

Dienst Regelingen (DR)

Staat van Baten en Lasten

Bedragen in € 1.000
 

1)

(2)

(3)=(2)-(1)

 
 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013

Realisatie 2013

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013

Realisatie 2012

         

Baten

       

Omzet moederdepartement

127.531

147.995

20.464

146.208

Omzet overige departementen

2.100

768

– 1.332

1.293

Omzet derden

15.000

13.414

– 1.586

13.816

Rentebaten

10

43

33

11

Vrijval voorzieningen

       

Bijzondere baten

       

Totaal baten

144.641

162.220

17.579

161.328

         

Lasten

       

Apparaatskosten

       

Personele kosten

71.012

86.346

15.334

87.894

– Waarvan eigen personeel

63.590

63.796

206

59.174

– Waarvan externe inhuur

7.422

22.550

15.128

28.720

Materiële kosten

60.104

59.665

– 439

60.382

– Waarvan apparaat ICT

       

– Waarvan bijdrage aan SSO’s

39.631

36.654

– 2.977

41.316

Afschrijvingskosten

       

Immaterieel

12.490

12.765

275

11.784

Materieel

446

485

39

490

Overige lasten

       

– dotaties voorzieningen

       

– rentelasten

589

349

– 240

788

– bijzondere lasten

       

Totaal lasten

144.641

159.610

14.969

161.338

         

Saldo van baten en lasten

0

2.610

2.610

– 10

Toelichting op de baten

Omzet moederdepartement

De stand van de omzet moederdepartement, zoals opgenomen in de oorspronkelijk vastgestelde begroting, was inclusief een nog niet gefinancierde bijdrage voor het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer (SNL) van € 10 mln. In het voorjaar van 2013 is vanuit het moederdepartement aan DR een opdracht verleend op basis van een ingediende offerte, waarbij een bedrag is overeengekomen van bruto € 150,5 mln. Bij eerste en tweede suppletoire begroting 2013 heeft bijstelling van de oorspronkelijk vastgestelde bijdrage (inclusief de reeds begrote middelen voor SNL) plaatsgevonden, ten behoeve van de financiering van het opdrachtenpakket.

De Directoraten-generaal Natuur & Regio (N&R) en AGRO zijn de belangrijkste opdrachtgevers voor DR. De opgenomen omzet vertegenwoordigt de opdracht die DR in 2013 voor beide opdrachtgevers heeft uitgevoerd. Een deel van dit pakket is vanwege de late invulling van wet- en regelgeving doorgeschoven naar 2014. Het gaat om delen van de opdrachten Nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), Nieuw Mestbeleid (NMB) en Beheer Grootschalige Topografie (BGT). Naast de voorbereiding van de fusie met AgNL heeft DR ook te maken gehad met extra werkzaamheden dit boekjaar. Te weten de voorbereiding en overkomst (per oktober 2013) van betaalorgaantaken DLG, meerwerk betreffende vergunningverlening en het voorbereiden van de overgang in 2014 van de medebewindstaken van de productschappen naar RVO.nl. Op de vermelde omzet moederdepartement is een bijdrage in de uitvoeringskosten door derden in mindering gebracht. Deze vergoedingen zijn verantwoord bij Omzet derden.

Voor een uitsplitsing van de omzet naar de belangrijkste opdrachten wordt verwezen naar de tabel bij de Doelmatigheidsindicatoren.

Omzet overige departementen

Bij de omzet overige departementen is er een aflopende activiteit te zien. De meeste opdrachten bevinden zich in een afrondende fase.

Omzet Derden

Deze omzet betreft enerzijds een bijdrage door derden in de uitvoeringskosten die in opdracht van het moederdepartement plaatsvinden (bijvoorbeeld heffingen en retributies). Deze bijdragen zijn op de omzet moederdepartement in mindering gebracht. Anderzijds is sprake van omzet vanuit opdrachten van derden. Op het totaal is een lichte afname te zien van de omzet. Dit geldt met name voor leges Mest, Grondkamers en Identificatie en Registratie (I&R) Runderen en Varkens. Deels is dit het gevolg van een afname van de uitvoeringskosten van bestaande opdrachten. Daarnaast is bij diverse opdrachten sprake van minder volume.

Rentebaten

Over 2013 is op de Rekening-courant verhouding met het Ministerie van Financiën een beperkte rente ontvangen. Dit is het gevolg van de lage rentestand. Daarnaast is een viertal deposito’s uitgezet, allen met een looptijd binnen 2013.

Toelichting op de lasten

Personele kosten en materiële kosten

De personele kosten vallen circa € 15,3 mln hoger uit dan wat in de begroting was opgenomen. Het verschil zit nagenoeg volledig op de externe inhuur.

De materiële kosten vallen circa € 0,4 mln lager uit, dit is met name veroorzaakt door lager dan begrote ICT-kosten. Daarentegen was sprake van hogere bureaukosten. In de bijdrage aan SSO’s zijn de kosten opgenomen voor DICTU, de huurkosten van de gebouwen (via de Rijksgebouwendienst) en de doorbelasting van P-direkt.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten op immateriële vaste activa vallen per saldo circa € 0,3 mln hoger uit. Dit is enerzijds het gevolg van een lager dan begroot investeringsniveau op immateriële vaste activa in zowel 2013 als in voorgaande boekjaren, waardoor er sprake was van lagere afschrijvingskosten. Anderzijds is versneld afgeschreven op immateriële vaste activa waarvan is gebleken dat er sprake is van een kortere levensduur.

Rentelasten

De rentelasten vielen circa € 0,2 mln lager uit dan begroot. Dit is nagenoeg veroorzaakt door een lagere rentestand van de afgeroepen lening in een voorgaand boekjaar. Daarnaast is er in 2013 in het geheel geen lening afgeroepen.

Saldo van baten en lasten

De resultaatbestemming is de verantwoordelijkheid van de Secretaris-generaal van het Ministerie van Economische Zaken als eigenaar van DR. De financiële verantwoording, de controleverklaring en het voorstel voor resultaatbestemming worden aan hem voorgelegd. Vooruitlopend op de besluitvorming hieromtrent is het saldo van baten en lasten over het boekjaar 2013, ad € 2,6 mln positief, gerubriceerd onder het eigen vermogen.

Het positieve saldo van baten en lasten heeft als hoofdoorzaak dat door een uiteindelijk groter werkpakket en daarmee een groter aantal declarabele uren meer dekking is gegenereerd voor de overheadkosten. Daarnaast vielen de ICT-kosten lager uit. De realisatie van de afschrijvingskosten en rentekosten was circa € 0,1 mln hoger dan begroot.

Balans per 31 december 2013

Bedragen in € 1.000
 

31-12-2013

31-12-2012

Activa

   

Immateriële vaste activa

21.319

27.440

Materiële vaste activa

   

– grond en gebouwen

441

618

– installaties en inventarissen

826

963

– overige materiële vaste activa

0

 

Voorraden

0

 

Debiteuren

1.565

2.972

Nog te ontvangen

8.567

9.957

Liquide middelen

21.391

16.414

Totaal Activa

54.109

58.364

     

Passiva

   

Eigen Vermogen

   

– exploitatiereserve

5.152

5.162

– onverdeeld resultaat

2.610

– 10

Voorzieningen

0

 

Leningen bij het Ministerie van Financiën

5.057

8.023

Crediteuren

1.818

9.426

Nog te betalen

39.472

35.763

Totaal Passiva

54.109

58.364

Eigen vermogen

De exploitatiereserve is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De maximaal toegestane omvang van de exploitatiereserve bedraagt

€ 8,278 mln (2012: € 8,567 mln). Inclusief het onverdeeld resultaat 2013 is sprake van een Eigen Vermogen van € 7,762 mln. Zodoende blijft het Eigen Vermogen ultimo 2013 binnen het plafond.

Onder de Debiteuren en de Nog te ontvangen bedragen / Vooruitbetaalde bedragen zijn de volgende bedragen begrepen voor vorderingen op het Ministerie van EZ:

Bedragen in € 1.000
 

2013

2012

Kerndepartement

23

904

AgentschapNL

220

60

Dienst Landelijk Gebied

61

0

DICTU

0

72

NVWA

0

7

Totaal

304

1.043

Onder de Crediteuren en Nog te betalen bedragen / Vooruitontvangen bedragen zijn de volgende bedragen begrepen voor schulden aan het Ministerie van EZ:

Bedragen in € 1.000
 

2013

2012

Kerndepartement

14.420

7.973

AgentschapNL

42

0

Dienst Landelijk Gebied

363

4

DICTU

7.386

7.607

NVWA

0

0

Totaal

22.211

15.584

Kasstroomoverzicht over 2013

Bedragen in € 1.000
 

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

2013

Realisatie

2013

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting 2013

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2013

6.263

16.414

10.151

 

+ stand depositorekeningen

     

2.

Totaal operationele kasstroom

12.936

19.867

6.931

3a.

–/– Totaal investeringen

– 11.500

– 6.821

4.679

3b.

+ Totaal boekwaarde desinvesteringen

 

6

6

3.

Totaal investeringskasstroom

– 11.500

– 6.815

4.685

4a.

–/– Eenmalige uitkering aan

 

0

0

 

Moederdepartement

     

4b.

+ Eenmalige storting door

 

0

0

 

het moederdepartement

     

4c.

–/– Aflossingen op leningen

– 10.234

– 8.075

2.159

4d.

+ Beroep op leenfaciliteit

8.500

0

– 8.500

4.

Totaal financieringskasstroom

– 1.734

– 8.075

– 6.341

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2013 +

stand depositorekeningen

(=1+2+3+4)1

5.965

21.391

15.426

1

maximale roodstand € 0,5 mln

De stand liquide middelen (inclusief deposito’s) was per 1 januari 2013 € 10,2 mln hoger dan begroot, per saldo veroorzaakt door een hogere operationele kasstroom en een lagere financieringskasstroom over 2012.

In de begroting 2013 is rekening gehouden met een saldo van baten en lasten van € 0 en een bedrag aan afschrijvingskosten van € 12,9 mln. Voor de balansposten (exclusief de (im)materiële vaste activa) zijn geen mutaties voorzien. Zodoende is rekening gehouden met een operationele kasstroom van € 12,9 mln. In de realisatie is sprake van een positief saldo van baten en lasten van € 2,6 mln. De afschrijvingskosten bedroegen € 13,3 mln. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door een lagere activering van immateriële vaste activa in 2012 dan waar vanuit is gegaan bij de begroting, anderzijds is sprake van een versnelde afschrijving van activa in verband met een te verwachten kortere levensduur. Tenslotte is er een afname van de kortlopende vorderingen met € 2,8 mln en een toename van de kortlopende schulden met € 1,2 mln. Deze mutaties leiden tot een operationele kasstroom van € 19,9 mln, € 7 mln hoger dan begroot.

De investeringen in 2013 bedroegen € 6,8 mln en zijn daarmee circa € 4,7 mln lager dan begroot. De investeringen zijn voor € 0,2 mln in materiële vaste activa gedaan (vernieuwing keuken en inventaris restauratieve voorziening) en voor € 6,6 mln in immateriële vaste activa. Dit betreft maatwerk (web)applicaties voor Georegister (eGEO) en Omvorming Programma Beheer (SNL). Er zijn enkele desinvesteringen gedaan in 2013. Per saldo is de investeringskasstroom € 4,7 mln lager dan begroot.

Er is in 2013 voor € 8,1 mln afgelost op de leningen bij het Ministerie van Financiën, circa € 2,2 mln lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt omdat in eerdere jaren een lager dan begrote afroep van de leenfaciliteit is gedaan. In 2013 heeft geen afroep plaatsgevonden van de leenfaciliteit. Dit resulteert in een financieringskasstroom die € 6,3 mln lager is dan begroot.

Met deze mutaties bedraagt de rekening-courant verhouding met het Ministerie van Financiën ultimo 2013 € 21,4 mln en is daarmee € 5,0 mln hoger dan ultimo 2012.

Doelmatigheidsindicatoren

 

Realisatie

2010

Realisatie

2011

Realisatie

2012

Realisatie

2013

Begroting

2013

Tarieven per uur

         

Voorcalculatorisch integraal uurtarief

€ 90,50

€ 96,00

€ 99,90

€ 103,80

€ 99,90

Index ten opzichte van 2012 (2012 = 100)

89,6

95,9

100

103,9

100

           

Omzet per productgroep

(x € 1.000)

         

Omzet GLB

45.520

42.229

42.137

40.507

36.000

Omzet SNL

30.265

38.245

40.478

32.617

30.031

Omzet NMB

17.138

16.801

16.699

15.998

16.000

           

FTE-totaal

         

FTE-totaal (excl. Externe inhuur)

1.064,5

976,2

972,1

972

960

           

Saldo van baten en lasten

         

Saldo van baten en lasten (x € 1.000)

813

608

– 10

2.610

0

Saldo van baten en lasten als % van de totale baten

0,5%

0,4%

0,0%

1,6%

0%

           

Productiviteit

         

Facturabele / productieve uren

76,8%

76,1%

75,0%

74,0%

78,0%

           

Overzicht kwaliteitsindicatoren

         

Gegrond verklaarde bezwaarschriften

22%

51%

40%

32%

25%

Aandeel digitaal verwerkte aanvragen DR

85%

90%

94%

95%

95%

Betaalschema BTR

43%

81%

86%

95%

85%

Klanttevredenheid begunstigden DR

6,8

6,3

6,3

6,9

7,0

Betaaltermijn

79%

90%

94%

98%

– 

Uurtarief

Ten tijde van het opstellen van de begroting 2013 was het tarief nog niet definitief vastgesteld. In de begroting 2013 was alleen het concepttarief opgenomen. Dat ging uit van een gelijkblijvende tarief voor 2013 ten opzichte van 2012. De uiteindelijke stijging tussen 2012 en 2013 komt uit op 3,9%.

Omzet per productgroep

Bij deze indicator is de jaaromzet van de drie grootste opdrachten van DR weergegeven. Bij de omzetbepaling is bij zowel GLB als NMB ook de gerealiseerde omzet in het kader van de vernieuwing meegenomen. De omzet SNL betreft zowel het gedeelte in opdracht van de provincie als voor het Rijk. Eventuele leges is in mindering gebracht op de omzet.

Gerealiseerde productiviteit

De productiviteit van de ambtelijke medewerkers zegt iets over de doelmatigheid van de bedrijfsvoering: hoe efficiënt is de dienst geweest, gegeven de inzet van ambtelijk personeel, in het realiseren van haar doelstellingen en de uitvoering van haar productenpakket? Directe uren buiten jaarplan en indirect (productieve) uren worden meegenomen. Uren voor ziekte en verlof worden buiten beschouwing gelaten. Hoe hoger het percentage, hoe efficiënter het omzettingsproces beschikbare uren naar productieve uren. Dit heeft een kostverlagend effect. Voor 2013 was een percentage van 78% aan facturabele/productieve uren begroot. De realisatie is uitgekomen op 74%. Ten opzichte van 2012 is de productiviteit afgenomen, met name als gevolg van inzet van medewerkers op nieuwe ontwikkelingen zoals de vorming van RVO.nl. Deze activiteiten worden niet als niet-facturabel aangemerkt.

Kwaliteitsindicatoren

Gegrond verklaarde bezwaren

Deze indicator betreft het aantal (1.586) gegrond verklaarde bezwaarschriften afgezet tegen het totaal aantal afgehandelde bezwaarschriften in 2013. Het percentage bedraagt 32% en is verbeterd ten opzichte van 2012.

Aandeel digitaal verwerkte aanvragen

De indicator heeft betrekking op de aanvragen die binnen de Gecombineerde Data Inwinning (GDI) worden ingewonnen. De ontwikkeling om maximaal digitaal te werken heeft dit jaar doorgezet.

Betaalschema BTR

Met de effectuering van 48.114 aanvragen ultimo 2013 op een totaal van 50.556 aanvragen is de doelstelling voor december 2013 ruimschoots gehaald. Het percentage uitbetaling ultimo jaar is, met 95% nog nooit zo hoog geweest. Eind juni 2014 dient 100% gerealiseerd te zijn.

Klanttevredenheid begunstigden DR

Het klanttevredenheidsonderzoek vindt ieder kwartaal plaats. De score van DR bedroeg de laatste keer een 6,9, nagenoeg conform begroting.

Betaaltermijnen

Met een realisatie van bijna 98% tijdig betaalde facturen is de rijksbrede norm van 90% van de facturen betalen binnen 30 dagen, ruimschoots gehaald.

Licence