Algemeen
Waarderingsgrondslagen
Het AGSZW volgt bij de opstelling van de financiële verantwoordingen de inrichtingseisen zoals die zijn opgenomen in de Comptabiliteitswet 2001 en daarmee samenhangende regelingen.
Met ingang van 1 januari 2013 is de Regeling Agentschappen 2013 (Staatscourant, 15 oktober 2012) in werking getreden. Deze regeling vervangt de Regeling baten-lastendiensten 2011.
De waardering van de activa en passiva is tegen nominale waarden tenzij anders vermeld.
-
• De materiële vaste activa zijn gewaardeerd op aanschafwaarde minus de desbetreffende afschrijvingen (lineair). De investeringen worden in drie jaar afgeschreven.
-
• De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd op aanschafwaarde minus de desbetreffende afschrijvingen (lineair). De investeringen worden in drie jaar afgeschreven. Een uitzondering op deze regel zijn investeringen die via out of pocketkosten (rechtstreeks in rekening gebracht bij opdrachtgever (OOP)) worden gefinancierd; deze worden volledig afgeschreven in het jaar van aanschaf/ontwikkeling.
-
• Het eigen vermogen dat wordt aangehouden stoelt op de Regeling Agentschappen 2013 (maximaal 5% van de gemiddelde omzet over de afgelopen drie boekjaren).
-
• AGSZW heeft geen voorziening opgenomen voor jubileumuitkeringen vanwege een onevenredige beheerslast.
-
• Voorzieningen voor benoemde risico’s komen in overleg met de eigenaar en directie FEZ tot stand.
-
• Er is een reorganisatievoorziening gevormd voor de financiële gevolgen van de reorganisatie, die op 1 maart 2013 is gerealiseerd. De hoogte van de reorganisatievoorziening wordt jaarlijks geactualiseerd.
-
• Er is een voorziening vakantiedagen gevormd. Deze voorziening drukt de waarde uit van de niet opgenomen verlofuren.
-
• De omzet is gewaardeerd tegen opbrengstwaarde (aantal producten x productprijs en uren x tarief) en wordt als gerealiseerd beschouwd in de periode waarin de diensten zijn verricht en/of de producten zijn geleverd.
-
• AGSZW stuurt op volledige uitvoering van uitgebrachte offertes en/of afgesproken producten (kalenderjaar gebonden). Hierdoor is waardering van een post onderhanden werk niet/nauwelijks aan de orde. Het financiële belang van afwijkingen in de uitvoering is gering. In de jaarrekening is dan ook geen post onderhanden werk opgenomen.
-
• Lasten en overige baten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben.
Staat van baten en lasten Agentschap SZW
(1) | (2) | (3)=(2)–(1) | (4) | |
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde Begroting | Realisatie 2013 | Verschil | Realisatie 2012 | |
Baten | ||||
Opbrengst moederdepartement | 10.530 | 12.978 | 2.448 | 13.209 |
Opbrengst overige departementen | 350 | 421 | 71 | 838 |
Rentebaten | – | 5 | 5 | 18 |
Vrijval voorzieningen | – | 117 | 117 | – |
Bijzondere baten | ||||
• out of pocket (OOP) | 7.080 | 7.130 | 50 | 8.585 |
• onttrekking reorganisatievoorziening | 300 | – | – 300 | – |
Totaal baten | 18.260 | 20.651 | 2.391 | 22.650 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | ||||
• personele kosten | 8.840 | 11.077 | 2.237 | 11.375 |
waarvan eigen personeel | 8.040 | 8.469 | 429 | 8.701 |
waarvan externe inhuur | 800 | 2.608 | 1.808 | 2.674 |
• materiële kosten | 9.010 | 8.686 | – 324 | 10.366 |
waarvan apparaat ICT | 1.300 | 1.869 | 569 | 1.850 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 500 | 583 | 83 | 418 |
Afschrijvingskosten | ||||
• immaterieel | 400 | 958 | 558 | 869 |
• materieel | 10 | 16 | 6 | 16 |
Overige lasten | ||||
• dotaties voorzieningen | – | – | – | 766 |
Totaal lasten | 18.260 | 20.737 | 2.477 | 23.392 |
Saldo van baten en lasten | 0 | – 86 | – 86 | – 742 |
Opbrengst Moederdepartement en Opbrengst overige departementen
In tabel (9.1) is de initiële begroting 2013 weergegeven, zoals deze in de Rijksbegroting 2013 is opgenomen. Ten tijde van het opstellen van deze begroting was er nog onvoldoende zicht op de werkvoorraad voortvloeiend uit de uitvoering van de opdrachten in 2013. De voornaamste oorzaak voor de afwijking tussen de gerealiseerde opbrengst en de begroting is dat in de loop van 2013 verschillende verzoeken zijn binnengekomen om nieuwe regelingen uit te voeren of daar voorbereidingen voor te treffen.
Dit betreft de regelingen:
-
• Europees Sociaal Fonds (ESF) 2014–2020;
-
• Europees Fonds voor de meest behoeftigen (FEAD) 2014–2020;
-
• Europees GlobalisatieFonds (EGF) 2014–2020;
-
• Europese Migratie- en VeiligheidsFondsen (EMF) 2007–2013 en 2014–2020;
-
• Regeling Cofinanciering SectorPlannen (RCSP);
-
• Regeling Kinderopvang: Versterking taal- en interactievaardigheden (KO-Taal) en
-
• Regeling Tegemoetkoming Verlenging Bewaartermijn ESF.
Rentebaten
De rentebaten (dagrente) worden ontvangen over het saldo op de rekening courant. De rentebaten zijn het gevolg van het mogen aanhouden van een exploitatiereserve en het (tijdelijk) gebruik maken van een depositorekening.
Vrijval voorzieningen
Dit betreft de vrijval van de reorganisatievoorziening die in 2012 is gevormd ten behoeve van de reorganisatie die per 1 maart 2013 is gerealiseerd.
Personele kosten
De gerealiseerde personele kosten zijn ten opzichte van de begroting € 2,237 miljoen hoger uitgevallen. Ten tijde van het opstellen van de begroting 2013 was er nog onvoldoende zicht op de werkvoorraad en de daarvoor benodigde bezetting die uit de uitvoering van de opdrachten in 2013 zou voortvloeien.
De grotere werkvoorraad door de nieuwe regelingen is met name opgevangen door inzet van externe inhuur (€ 1,808 miljoen). De meerkosten van regeling-specifieke externe inhuur (boven de eigen tarieven van AGSZW) worden aan de opdrachtgevers als out of pocketkosten in rekening gebracht.
Daarnaast is er in de balans een schuld opgenomen voor de opgebouwde rechten van de niet opgenomen vakantiedagen. Het betreft een bedrag van € 0,254 miljoen.
Materiële kosten
De materiële kosten omvatten huisvestings-, kantoor-, communicatie-, overige personeels-, ICT- en onderzoekskosten en zijn inclusief de materiële component van de out of pocketkosten. Een substantieel deel van de kosten heeft betrekking op afgenomen diensten van het moederdepartement. De kosten hiervan zijn geregeld in dienstverleningsovereenkomsten.
Afschrijvingskosten, materieel en immaterieel
De afschrijvingskosten betreffen gedane investeringen in het ontwikkelen van software en aanschaffingen van hard- en software. In de immateriële afschrijvingskosten zijn begrepen de afschrijvingen betreffende de investeringen in de ontwikkeling van een nieuw casemanagementsysteem (DIANE).
Voor zover deze investeringen in 2013 aan specifieke regelingen zijn toe te rekenen, zijn deze volledig in 2013 afgeschreven en als out of pocketkosten in rekening gebracht bij de opdrachtgevers (totaal € 0,630 miljoen).
Balans Agentschap SZW
Balans 2013 | Balans 2012 | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële vaste activa | 882 | 547 |
Materiële vaste activa | ||
• overige materiële vaste activa | 3 | 19 |
Debiteuren | 669 | 118 |
Nog te ontvangen | 417 | 977 |
Liquide middelen | 6.569 | 5.060 |
Totaal activa | 8.540 | 6.721 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | ||
• exploitatiereserve | 1.793 | 2.535 |
• onverdeeld resultaat | – 86 | – 742 |
Voorzieningen | 410 | 778 |
Crediteuren | 1.121 | 1.778 |
Nog te betalen / vooruit ontvangen | 5.302 | 2.372 |
Totaal passiva | 8.540 | 6.721 |
Immateriële vaste activa
In 2013 is voor € 1,293 miljoen in DIANE geïnvesteerd. Voor een deel zijn de investeringen 2013 voor 100% afgeschreven en als out of pocket kosten bij de opdrachtgevers in rekening gebracht (zie afschrijvingskosten).
Materiële vaste activa
In 2013 is hierin niet geïnvesteerd. Materiële vaste activa worden grotendeels betrokken van het moederdepartement (onderdeel van afgenomen diensten) tegen jaarlijks afgesproken kosten (dienstverleningsovereenkomsten).
Debiteuren
De debiteuren betreffen facturen aan opdrachtgevers van de door AGSZW uit te voeren/uitgevoerde (subsidie)regelingen. Daarnaast is er sprake van declaraties/facturen op personeelsgebied (uitleen van AGSZW-medewerkers) en overige.
Nog te ontvangen / vooruitbetaald
Dit omvat hoofdzakelijk de nog definitief per regeling af te rekenen geleverde diensten en producten (opbrengst) 2013. Van de nog te ontvangen/vooruitbetaalde bedragen heeft een bedrag ad € 0,234 miljoen betrekking op het Ministerie van SZW.
Liquide middelen
De liquide middelen worden aangehouden op de rekening courant van het Ministerie van Financiën. Het saldo sluit aan met de saldo-opgave van het Ministerie van Financiën.
Eigen vermogen (Agentschapsvermogen)
Het eigen vermogen, inclusief het onverdeeld resultaat 2013, bedraagt € 1,707 miljoen. Deze stand is hoger dan de zogenaamde 5%-norm (maximaal eigen vermogen = 5% van de gemiddelde omzet van de laatste drie jaren). Het maximaal aan te houden eigen vermogen bedraagt ultimo 2013 conform de 5%-norm € 1,142 miljoen (ultimo 2012: € 1,114 miljoen).
Bij de berekening van de tarieven 2014 is in overleg met de eigenaar besloten om € 0,900 miljoen van het eigen vermogen van het Agentschap SZW in te zetten ter verlaging van de tarieven 2014. Als het resultaat 2014 uitkomt op het begrote verlies van € 0,900 miljoen, dan valt de omvang van het eigen vermogen ultimo 2014 binnen het wettelijk maximum.
2011 | 2012 | 2013 | |
---|---|---|---|
1. Eigen vermogen per 1 januari | 2.344 | 2.535 | 1.793 |
2. Saldo van baten en lasten | 699 | – 742 | – 86 |
3a. Uitkering aan moederdepartement | – 375 | – | – |
3b. Bijdrage moederdepartement ter versterking van eigen vermogen | – | – | – |
3c. Overige mutaties in eigen vermogen | – 133 | – | – |
3. Totaal directe mutaties in eigen vermogen | – 508 | – | – |
4. Eigen vermogen per 31 december (1+2+3) | 2.535 | 1.793 | 1.707 |
Voorzieningen
Ultimo 2012 is een reorganisatievoorziening getroffen in het kader van de reorganisatie die in 2013 is doorgevoerd. Deze voorziening betreft de geschatte kosten inzake medewerkers die naar ander werk worden begeleid.
De voorziening personeel betreft de afwikkeling van het dienstverband van een medewerker.
Reorganisatie | Personeel | Totaal | |
---|---|---|---|
Stand 1-1-2013 | 739 | 39 | 778 |
Betalingen ten laste van voorziening | – 248 | – 3 | – 251 |
Dotatie ten laste van resultaat | – 117 | – | – 117 |
Stand 31-12-2013 | 374 | 36 | 410 |
Crediteuren
De post Crediteuren betreft nog te betalen afgenomen diensten op het gebied van bedrijfsvoering en personele aangelegenheden. Van de crediteuren heeft een bedrag ad € 0,985 miljoen betrekking op facturen van het Ministerie van SZW.
Nog te betalen / vooruitontvangen
Deze post bevat onder andere de nog definitief per regeling af te rekenen geleverde diensten en producten 2013.
Van de overige nog te betalen bedragen heeft in totaal € 3,391 miljoen betrekking op het Ministerie van SZW.
Kasstroomoverzicht Agentschap SZW
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde Begroting | Realisatie 2013 | Verschil | ||
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2013 (incl. depositorekeningen) | 7.059 | 5.060 | – 1.999 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 110 | 2.802 | 2.692 |
3a. | Totaal investeringen (-/-) | – 250 | – 1.293 | – 1.043 |
3b. | Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | – | – | – |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 250 | – 1.293 | – 1.043 |
4a. | Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | – | – | – |
4b. | Eenmalige storting door moederdepartement (+) | – | – | – |
4c. | Aflossingen op leningen (-/-) | – | – | – |
4d. | Beroep op leenfaciliteit (+) | – | – | – |
4. | Totaal financieringskasstroom | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening-courant RBH 31 december 2013 (incl. depositorekeningen) | 6.919 | 6.569 | -350 |
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom bestaat uit het saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in het werkkapitaal (mutaties in vlottende debetposten en kortlopende creditposten op de balans).
Investeringskasstroom
De investeringskasstroom is het totaal van de investeringen en de boekwaarde van de desinvesteringen. Met investeringen worden uitgaven voor de aanschaf van vaste activa bedoeld.
Financieringskasstroom
De totale financieringskasstroom is het saldo van eenmalige uitkeringen aan het moederdepartement, eenmalige stortingen door het moederdepartement, aflossingen op leningen en beroepen op de leenfaciliteit.
Kengetallen AGSZW in verband met verbetering van de doelmatigheid
Het streven naar grotere doelmatigheid is de hoofddoelstelling van elke baten-lastendienst. Voor het AGSZW betekent dit het streven naar betere prestaties, bij optimaal gebruik van de ingezette middelen.
Doelstelling | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Begroting 20131 |
---|---|---|---|---|---|
Tarieven/uur | |||||
Voorcalculatorisch integraal uurtarief (€, gemiddeld) | 89,50 | 89,23 | 87,69 | 89,58 | 89,25 |
Index ten opzichte van 2010 (2010 = 100) | 100 | 99,7 | 98 | 100,1 | 99,7 |
Omzet per productgroep (pxq) (€ x 1.000) | |||||
Totale omzet (excl. OOP) | 14.752 | 14.817 | 14.047 | 13.399 | 10.880 |
Omzet Europese: nationale regelingen | 80:20 | 87:13 | 94:6 | 92:8 | 96:4 |
Omzet productenregelingen: urenregelingen | 86:14 | 89:11 | 87:13 | 79:21 | 93:7 |
fte-totaal | |||||
fte-totaal (excl. externe inhuur) | 149 | 138 | 128 | 116 | 106 |
Omzet per fte | |||||
Omzet per fte inclusief externe inhuur (€) | 89.328 | 93.494 | 94.413 | 100.701 | 97.757 |
Saldo van baten en lasten | |||||
Saldo van baten en lasten (€ x 1.000) | 364 | 699 | – 742 | – 86 | 0 |
Saldo van baten en lasten als % van totale baten | 2 | 3 | – 3 | – 1 | 0 |
Productiviteit2 | |||||
Declarabiliteit (%) (= gedeclareerde uren (direct) / beschikbare uren) | 76 | 71 | 72 | 71 | 75 |
Ziekteverzuimpercentage3 | |||||
Ziekteverzuimpercentage (totaal incl. langdurig) | 5,2 | 4,5 | 1,9 | 3,8 | 4,5 |
Uitvoeringskosten per opdracht4 | |||||
• Europees: ESF-2 2007–20135 | |||||
Uitvoeringskosten / gemiddelde projectsubsidie (%) | – | 8,6 | 9,0 | 11,6 | 8,5 |
• Nationaal: | |||||
Uitvoeringskosten / gemiddelde projectsubsidie (%) | – | 4,5 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
De bepaling van de waarden van de indicatoren 2013 heeft plaatsgevonden bij de initiële begroting die in september 2012 is ingediend. Op dat moment is er nog onvoldoende zicht op de werkvoorraad voortvloeiend uit de uitvoering van opdrachten 2013.
Een belangrijke reden voor het achterblijven van de productiviteit vanaf 2011 is dat een groot aantal uren is besteed aan de ontwikkeling, bouw, uitbreiding en onderhoud van het nieuwe casemanagementsysteem DIANE. Deze uren zijn indirect verantwoord en zijn derhalve niet declarabel.
De uitvoeringskosten van ESF-2 en Kinderopvang (nationaal) voor 2010 zijn niet gereconstrueerd. In 2012 is de uitvoering van de regeling Kinderopvang beëindigd. Er is geen andere nationale subsidieregeling die structureel wordt uitgevoerd en gebruikt kan worden voor dit kengetal.
De stijging van de uitvoeringskosten ESF-2 als percentage van de gemiddelde projectsubsidie kan met name worden verklaard doordat meer tijd wordt besteed aan de controle van einddeclaraties. Doel hiervan is om te bewerkstelligen dat de verschillen tussen de bevindingen van de eerstelijnscontrole door AGSZW en de tweedelijnscontrole door de Audit Autoriteit ESF zo gering mogelijk zijn. Een andere oorzaak voor deze stijging is de (eind-)fase waarin de uitvoering van ESF-2 2007–2013 zich bevindt. Doordat het aantal lopende projecten afneemt en een deel van de controles van deze projecten is uitbesteed, drukken de basislast en OOP-kosten relatief zwaarder op de uitvoeringskosten per project.
Doelstelling | Realisatie 2010 | Realisatie 2011 | Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Begroting 2013 |
---|---|---|---|---|---|
Klanttevredenheid1 | |||||
Totaalwaardering onderzoek | 6,75 | niet gemeten | 6,81 | niet gemeten | 7,1 |
Telefonische bereikbaarheid2 | |||||
% oproepen dat leidt tot contact | niet gemeten | niet gemeten | niet gemeten | 99 | |
% van contact binnen 15 seconden | niet gemeten | niet gemeten | niet gemeten | 70 | |
Uitkomsten bezwaar- en beroepsprocedures3 | |||||
% bezwaarprocedures geheel gegrond | 14 | 54 | 32 | 5 | |
% bezwaarprocedures deels gegrond | 5 | 2 | 3 | 15 | |
% beroepsprocedures geheel of deels gegrond | 38 | 20 | 11 | 20 | |
Aanvragen / einddeclaraties via internet | |||||
% Europese regelingen | 100 | 100 | 100 | 99 | |
% Nationale regelingen | 0 | 76 | 91 | 80 | |
Doorlooptijd beschikkingen: | |||||
% tijdige beschikkingen | 93 | 92 | 89 | 99 | |
Aantal dwangsommen betaald4 | 0 | 0 | 2 | 0 | |
Bedrag dwangsommen betaald (€) | 0 | 0 | 2.500 | 0 | |
Doorlooptijd betalingen: | |||||
% tijdige betalingen | 98 | 99 | 99 | 99 | |
Aantal malen wettelijke rente betaald5 | 10 | 19 | 52 | 0 | |
Bedrag wettelijke rente betaald (€) | 278 | 3.928 | 13.835 | 0 | |
Bedrag wettelijke rente teruggevorderd6 (€) | 1.176 | 393 | 60.178 |
In 2009 is voor het laatst een onderzoek naar de telefonische bereikbaarheid uitgevoerd. Het AGSZW doet mee als er een departementaal onderzoek naar de telefonische bereikbaarheid wordt gedaan. Dit heeft nog niet plaatsgevonden.
De verklaring voor het hoge percentage gegrond verklaringen in bezwaarprocedures is dat de aanvrager nog aanvullende informatie kan aandragen. Van deze mogelijkheid hebben met name aanvragers van Actie E ESF-2 (uittreksel KvK) en van Regeling Tegemoetkoming Adoptiekosten (adoptieregister) gebruik gemaakt.
Dwangsommen worden alleen betaald als de aanvrager bij te late beschikking een claim indient. In 2013 zijn twee claims ingediend en toegekend.
Bij te late betaling wordt, conform de bepalingen in de Awb, op eigen initiatief door het AGSZW wettelijke rente aan de begunstigde betaald. Dit behoeft niet door de begunstigde te worden aangevraagd. In enkele gevallen is er bij te late betaling geen wettelijke rente betaald omdat de vertraging (mede) te wijten was aan de begunstigde.